36 602 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)

D BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN – FISCALITEIT EN BELASTINGDIENST

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2024

Tijdens het mondeling overleg met uw Kamer op 22 oktober jl. is het lid Van Rooijen (50 Plus) ingegaan op het feit dat voor de uitvoering van maatregelen in het Belastingplanpakket al zaken in gang worden gezet, voordat het wetsvoorstel definitief is aangenomen door beide Kamers. De voormalig Staatssecretaris heeft toegezegd de Eerste Kamer schriftelijk te informeren over wat er gebeurt qua uitvoering ingeval uw Kamer het wetsvoorstel Belastingplan 2025 niet zou aannemen.

In het geval dat het Belastingplan 2025 niet door de Eerste Kamer komt, dan geldt vanaf 1 januari 2025 de wet- en regelgeving zoals die luidt zonder de in het Belastingplan 2025 voorgestelde wijzigingen. Voor deze brief is in kaart gebracht wat dat zou betekenen voor de reeds gestarte voorbereidingen voor de uitvoering voor de wetgeving in het Belastingplan 2025. In de bijlage vindt u een totaaloverzicht van de maatregelen in het Belastingplan 2025. Daarbij wordt per maatregel aangegeven of de Belastingdienst die bij niet aannemen van het Belastingplan 2025 meteen kan uitvoeren zoals de situatie per 1 januari 2025 zou gelden, of dat dit niet (meteen) mogelijk is. Hieronder ga ik op de laatstgenoemde situaties nader in.

Door de Tweede Kamer aangenomen amendementen van 14 november jl. zijn niet meegenomen in deze analyse. Indien het Belastingplan 2025 niet wordt aangenomen door de Eerste Kamer, dan betekent dit ook dat de in de Tweede Kamer aangenomen amendementen niet in werking treden. Er wordt een aanvullende analyse uitgevoerd om in kaart te brengen wat daarvan de gevolgen zijn. Waar nodig wordt uw Kamer over de uitkomsten daarvan geïnformeerd.

Parameterwijzigingen

Onderdeel van de jaarlijkse implementatie van het Belastingplan is het treffen van voorbereidingen voor de parameterwijzigingen die ingaan per 1 januari 2025. Om tijdige implementatie van het Belastingplan 2025 per 1 januari 2025 mogelijk te maken, moeten voor een aantal onderdelen met parameterwijzigingen eind 2024 al voorbereidingen worden getroffen. Hieronder wordt dit per belastingmiddel toegelicht.

Inkomensheffing

Eind 2024/begin 2025 legt de Belastingdienst enkele miljoenen voorlopige aanslagen/voorlopige teruggaven inkomensheffing 2025 (hierna: voorlopige aanslagen 2025) op. Daarom is het uiterste moment waarop aanpassing van parameterwaarden in de inkomstenbelasting doorgevoerd konden worden 15 november 2024 12:00 uur.1 Indien het Belastingplan 2025 niet door uw Kamer wordt aangenomen, is het gevolg dat de eind 2024/begin 2025 massaal aan burgers toegestuurde opgelegde voorlopige aanslagen 2025 op een onjuist bedrag zijn berekend.

Na aanpassing van de systemen kunnen belastingplichtigen zelf een voorlopige aangepaste aanslag aanvragen om dit te laten corrigeren. Maken zij hier geen gebruik van dan wordt dit aangepast bij de definitieve aanslag. Dit kan leiden tot onduidelijkheid over de verschuldigde belasting en onverwachte naheffingen, navorderingen en teruggaven voor een groot aantal burgers.

Loonbelastingtabellen

De parameters voor de loonheffingen 2025 worden na de stemmingen in de Tweede Kamer over het Belastingplan 2025 aan de softwareleveranciers aangeleverd.2

Indien het Belastingplan 2025 niet door uw Kamer wordt aangenomen, is het gevolg dat inhoudingsplichtigen vanaf 1 januari 2025 niet met de juiste belastingtarieven rekenen en dus onjuiste bedragen inhouden. Om dit te herstellen, moeten nieuwe loonbelastingtabellen worden uitgebracht die bij de berekening van de in te houden loonheffingen vanaf het 2e kwartaal moeten worden toegepast.

Het gevolg is dat de aansluiting tussen de loonheffing en de inkomensheffing voor het belastingjaar 2025 minder nauwkeurig is. Dit leidt ertoe dat de burger bij de inkomstenbelasting 2025 vaker moet bijbetalen, of juist een extra bedrag moet worden teruggegeven.

Er is ook doorwerking naar specifieke onderdelen van de loonbelasting, zoals bijvoorbeeld de hoogte van het eindheffingsbedrag voor bestelauto’s.

Tariefaanpassing energiebelasting en kansspelbelasting

Aanpassingen van parameterwaarden voor de milieubelastingen en kansspelbelasting kunnen nog tijdig per 1 januari van een jaar worden doorgevoerd indien deze 1 december van het jaar voorafgaand (t-1) bekend zijn.3

Indien het Belastingplan 2025 niet door uw Kamer wordt aangenomen, moet de Belastingdienst een noodscenario inzetten om de al eerder doorgevoerde wijzigingen in de tarieven van de energiebelasting en de kansspelbelasting geen doorgang te laten vinden. De normale waarborgen in het implementatietraject kunnen daarbij niet of maar gedeeltelijk worden gevolgd. Dit leidt tot een groter risico op fouten in de implementatie met mogelijke doorwerking naar belastingplichtigen en binnen de processen van de Belastingdienst.

Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2025 door de Eerste Kamer lopen bij de energiebedrijven reeds de voorbereidingen om de juiste tarieven voor de energiebelasting in de systemen te verwerken. Het is op dit moment onbekend of het mogelijk is daar tussentijds in te grijpen. De verwachting is dat daaraan, zou dit nog mogelijk zou zijn, hoe dan ook risico’s verbonden zijn voor de juiste toepassing van de tarieven energiebelasting per 1 januari 2025. Op dit moment is het eveneens onbekend wat de mogelijke gevolgen voor de aanbieders van kansspelen zijn.

Bpm plug-in hybride auto’s

Indien het Belastingplan 2025 niet door de Eerste Kamer wordt aangenomen, blijft de tarieftabel voor plug-in hybride auto’s per 1 januari 2025 wettelijk gehandhaafd. De systeemaanpassingen voor het uit de systemen halen van de tarieftabel zijn op dat moment echter zover gevorderd dat het niet meer mogelijk is de tabel tijdig in de systemen terug te zetten. Het gevolg hiervan is dat met ingang van 1 januari 2025 voor plug-in hybride auto’s minder bpm in rekening wordt gebracht, dan in die situatie wettelijk is voorgeschreven. Het vergt nadere analyse hoe hiermee om te gaan, zou dit zich voordoen.

Maatregelen uit het Belastingplanpakket 2024 die zijn teruggedraaid

Terugdraaien afschaffen inkoopfaciliteit eigen aandelen

Het terugdraaien van het afschaffen van de inkoopfaciliteit eigen aandelen per 1 januari 2025 is een structuurwijziging in de systemen voor de dividendbelasting. Om deze tijdig te verwerken was een besluit uiterlijk 1 september 2024 nodig. Dit is op 5 april 2024 in een brief aan uw Kamer gemeld.4 Indien het Belastingplan 2025 niet door de Eerste Kamer wordt aangenomen, dan is het niet meer mogelijk de inkoopfaciliteit per 1 januari 2025 uit de systemen te verwijderen. Het vergt nadere analyse hoe hiermee om te gaan, zou dit zich voordoen.

30%-regeling

Het Belastingplan 2025 schrapt de in 2024 geïntroduceerde versobering van de 30% regeling tot 30-20-10%. In lijn met de eerdere informatie aan uw Kamer5 heeft hiertoe afgelopen jaar nauw overleg plaatsgevonden met softwareleveranciers om de wijziging op de 30% regeling die in het Belastingplan 2025 is opgenomen mogelijk te maken. Indien het Belastingplan 2025 niet door de Eerste Kamer wordt aangenomen, blijft met ingang van 1 januari 2025 de versobering van de 30%-regeling tot 30-20-10% van kracht. De verwachting is dat dit in de meeste loonsoftwarepakketten niet is ingebouwd. Dit betekent dat werkgevers de regeling handmatig moeten toepassen. Dit is foutgevoelig.

Overig

CO2-heffing glastuinbouw

In het Belastingplan 2025 wordt de Belastingdienst aangewezen als uitvoerder van de CO2-heffing glastuinbouw. Indien het Belastingplan 2025 niet door de Eerste Kamer wordt aangenomen, dan kan de Belastingdienst deze heffing per 1 januari 2025 niet uitvoeren.

Eurovignetverdrag (2e nota van wijziging)

De 2e nota van wijziging stelt de inwerkingtreding van een nieuwe tariefstructuur voor het Eurovignet uit. Indien deze bepaling niet in werking treedt, wordt de nieuwe tariefstructuur in Nederland per 1 januari 2025 van kracht, terwijl dit niet door het Eurovignetverdrag wordt gedekt. Het vergt nadere analyse hoe hiermee om te gaan, mocht dit zich voordoen.

Tot slot

Zoals uit bovenstaande blijkt zijn er forse consequenties voor de uitvoering indien het Belastingplan niet wordt aangenomen. Daarbij heb ik alleen geantwoord op uw vraag of de uitvoering in dat geval verloopt conform de dan geldende situatie. In die situaties waar dat niet (meteen) het geval is, zal dit onvermijdelijk extra uitvoeringslasten met zich meebrengen en zullen burgers en bedrijven hier ongetwijfeld hinder van ondervinden. Een voorbeeld hierbij is dat belastingplichtigen eind 2024/begin 2025 massaal opgelegde voorlopige aanslagen 2025 ontvangen die op een onjuist bedrag zijn berekend. Dit leidt ertoe dat de burger bij de inkomstenbelasting 2025 vaker moet bijbetalen, of juist een extra bedrag moet worden teruggegeven.

Daarnaast zal er hierdoor naar verwachting een toename van het aantal contacten met bijvoorbeeld de Belastingtelefoon ontstaan, door vragen die mensen hebben over de ontstane situatie. Ook kan het leiden tot meer bezwaar en beroep in specifieke gevallen.

Ook wil ik uw Kamer meegeven dat maatregelen die niet zouden doorgaan bij het niet aannemen van het Belastingplan 2025, niet zonder meer op korte termijn alsnog te introduceren zijn. De doorlooptijd van de noodzakelijke aanpassingen en de inpasbaarheid in het portfolio zouden dan opnieuw moeten worden beoordeeld. Dit kan betekenen dat het nieuwe eerst mogelijke inwerkingtredingsmoment later in de tijd ligt.

Met deze brief heb ik invulling gegeven aan de toezegging van de voormalig Staatssecretaris Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst om een overzicht te sturen van de gevraagde effecten ten aanzien van de uitvoering. Daarnaast spelen uiteraard nog de budgettaire en beleidsmatige overwegingen.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, T. van Oostenbruggen


X Noot
1

Overzicht uitvoerbaarheid vanaf p. 16; bijlage bij Kamerstukken II 2024/25, 36 603, nr. 5.

X Noot
2

Overzicht uitvoerbaarheid vanaf p. 16; bijlage bij Kamerstukken II 2024/25, 36 603, nr. 5.

X Noot
3

Overzicht uitvoerbaarheid vanaf p. 16; bijlage bij Kamerstukken II 2024/25, 36 603, nr. 5

X Noot
4

Kamerstukken I 2023/24, 36 418, nr. AM, p. 9

X Noot
5

Kamerstukken I 2023/24, 36 418, nr. AM, p. 9

Naar boven