1

Dinsdag 30 april 2013

Aanvang 13.30 uur

Verenigde Vergadering van beide Kamers der Staten-Generaal op dinsdag 30 april 2013 om 13.30 uur, in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, voor de plechtige beëdiging en inhuldiging van Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander

Voorzitter: Fred de Graaf

Tegenwoordig zijn 221 leden der Staten-Generaal, te weten:

Fred de Graaf, Van Miltenburg, Van der Linden, Hamer, Dupuis, Van der Staaij, Putters, Arib, Franken, Bosma, Van Raak, Knops, Van Veldhoven-van der Meer, Voordewind, Elias, Hermans, Zijlstra, Barth, Samsom, Brinkman, Wilders, Marcel de Graaff, Roemer, Kox, Van Haersma Buma, Van Boxtel, Pechtold, Thissen, Slob, Kuiper, Van Ojik, Holdijk, Krol, Nagel, Agema, Azmani, Backer, Beckers, Van Beek, Beertema, Berckmoes-Duindam, Bergkamp, Berndsen-Jansen, Beuving, Van Bijsterveld, Bisschop, Betty de Boer, Margreet de Boer, Van Bommel, Bonis, Bontes, Bosman, Bouwmeester, Bröcker, Ten Broeke, Broekers-Knol, Bruijn, Bruins Slot, Van der Burg, De Caluwé, Van Dam, Van Dekken, Otwin van Dijk, Tony van Dijck, Jasper van Dijk, Peter van Dijk, Dijkgraaf, Dijkhoff, Pia Dijkstra, Remco Dijkstra, Dik-Faber, Dikkers, Duisenberg, Duivesteijn, Duthler, Eijsink, Elzinga, Engels, Essers, Ester, Faber-van de Klashorst, Flierman, Fokke, Frijters-Klijnen, Fritsma, Ganzevoort, Van Gerven, Gesthuizen, Geurts, Machiel de Graaf, Thom de Graaf, Graus, De Grave, Groot, Günal-Gezer, Hachchi, Harbers, Heerma, Heijnen, Helder, Van Hijum, Hilkens, Hoekstra, Hoogland, Ter Horst, Houwers, Huijbregts-Schiedon, Huizing, Jacobi, Jadnanansing, Jansen, Van Kappen, Keijzer, Kerstens, Klaver, Van Klaveren, Klein, Klever, Kneppers-Heijnert, Knip, Koffeman, Kok, Kooiman, Koole, Koolmees, Kuiken, Kuzu, De Lange, Leegte, Leijten, De Liefde, Van der Linde, Linthorst, Litjens, Lodders, Lokin-Sassen, Lucas-Smeerdijk, Madlener, Maij, Marcouch, Martens, Van Meenen, Merkies, Mohandis, Monasch, Anne Mulder, Agnes Mulder, Neppérus, Van Nieuwenhuizen-Wijbenga, Nijboer, Omtzigt, Oosenbrug-Blokland, Van Oosten, Oskam, Ouwehand, Öztürk, Popken, Potters, Quik-Schuijt, Recourt, Reuten, Reynaers, Rog, De Roon, De Rouwe, Ruers, Rutte, Schaap, Scholten, Schouten, Schouw, Schouwenaar, Schrijver, Schut-Welkzijn, Segers, Sent, Servaes, Sjoerdsma, Slagter-Roukema, Smaling, Sörensen, Van der Steur, Straus, Van Strien, Strik, Swagerman, Sylvester, Tanamal, Taverne, Tellegen, Terpstra, Thieme, Van Tongeren, Van Toorenburg, Ulenbelt, Van Veen, Venrooy-van Ark, Verheijen, Verhoeven, Vermeij, Visser, Vliegenthart, Van Vliet, Vlietstra, Voortman, Jan Vos, Marijke Vos, Mei Li Vos, Aukje de Vries, Albert de Vries, Klaas de Vries, De Vries-Leggedoor, Vuijk, Van Weyenberg, De Wit, Witteveen, Wolbert, Van 't Wout, Ypma, Yücel en Ziengs,

en de gedelegeerden van de Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint-Maarten, te weten:

Paul Croes, Herdé, Desiree Croes, Jansen-Varlack, Sneek, Tromp, Yrausquin, Bikker, Lopez-Tromp, Wyatt-Ras, Franco en Samuel.

De voorzitter: De Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal, als bedoeld in artikel 32 van de Grondwet, is geopend. Ik heet u allen van harte welkom in de Nieuwe Kerk.

Er zijn berichten van afwezigheid ingekomen van de volgende leden van de Staten-Generaal:

  • - de heer Postema;

  • - de heer Bashir;

  • - mevrouw Karabulut;

  • - mevrouw Smits.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter: Ingekomen is een brief van de minister-president. Ik verzoek de Griffier van de Eerste Kamer deze brief voor te lezen.

De Griffier van de Eerste Kamer: "Aan de voorzitter van de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal, per adres De Nieuwe Kerk, Dam, Amsterdam. 30 april 2013.

Hedenochtend is het koningschap van het Koninkrijk der Nederlanden overgegaan op Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en heeft hij de uitoefening van het koninklijk gezag aangevangen.

Krachtens artikel 32 van de Grondwet wordt de Koning daarna zodra mogelijk beëdigd en ingehuldigd in een openbare Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal. De regering stelt er prijs op dat deze beëdiging en inhuldiging hedenmiddag plaatsvindt. Zijne Majesteit de Koning is gereed hiertoe aanwezig te zijn in de openbare Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal die u voor hedenmiddag heeft belegd in de hoofdstad Amsterdam.

Was getekend, de minister-president, minister van Algemene Zaken, Mark Rutte."

De voorzitter: Ik dank de Griffier.

Ik stel aan de orde de benoeming van een Commissie van in- en uitgeleide. Ik benoem tot voorzitter en leden van de Commissie die Zijne Koninklijke Majesteit de Koning en Hare Majesteit de Koningin zal ontvangen en uitleiden: mevrouw Van Miltenburg (voorzitter), de heer Van der Linden, mevrouw Hamer, mevrouw Dupuis en de heer Van der Staaij. Zij zullen worden begeleid door de Griffier van de Tweede Kamer.

Wij wachten nu op de binnenkomst van de ministers en staatssecretarissen, de leden van de Raad van State en de gouverneurs van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.

De ministers en staatssecretarissen, de leden van de Raad van State en de gouverneurs van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten komen in de kerk aan en nemen hun zetels in.

Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix der Nederlanden en de overige leden van de koninklijke familie worden binnengeleid door de Griffier van de Eerste Kamer en nemen hun zetels in.

De Ceremoniemeester van Z.M. de Koning: De Koning!

Alle aanwezigen gaan staan.

Muziek (Jurriaan Andriessen – Il Discorso della Corona voor koperkwintet)

Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit de Koningin worden door de Commissie van in- en uitgeleide binnengeleid en nemen hun plaats in vóór de troonzetels.

De coupletten 1 en 6 van het Wilhelmus worden gezongen door koren en gasten, begeleid door het orgel.

Nadat Zijne Majesteit de Koning gezeten is, gaan alle aanwezigen zitten.

Zijne Majesteit de Koning houdt de volgende toespraak:

Leden van de Staten-Generaal,

Vandaag ben ik naar uw Verenigde Vergadering gekomen om als uw Koning te worden beëdigd en ingehuldigd. Als gekozen volksvertegenwoordigers bent u daartoe hier, in de hoofdstad, bijeen. Dit symboliseert onze constitutionele verhoudingen.

In de loop van twee eeuwen is het Nederlandse koningschap onlosmakelijk verbonden geraakt met de parlementaire democratie. Deze inhuldiging en de eed die ik straks afleg, bevestigen dat verbond, dat is verankerd in het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet.

Democratie is gestoeld op wederkerig vertrouwen. Vertrouwen van burgers in hun overheid. Een overheid die zich aan het recht gebonden weet en perspectieven biedt. Maar ook vertrouwen van de overheid in haar burgers. Burgers die zich medeverantwoordelijk weten voor het algemeen belang en opkomen voor elkaar. Alle publieke ambtsdragers, of ze nu gekozen zijn, benoemd of aangewezen, hebben aan dat vertrouwen hun bijdrage te leveren. Zó wordt de democratie onderhouden.

"In het winnen van wederkerig vertrouwen ligt een voortdurende opgave, in het klein en in het groot." Dat zei mijn moeder in haar laatste kersttoespraak als Koningin. Drieëndertig jaar lang heeft zij vertrouwen gegeven en het haar gegeven vertrouwen niet beschaamd. Dat is de basis van haar gezag. Zij stond voor de waarden die in de Grondwet zijn verankerd en waaraan zij zich op 30 april 1980 plechtig had verbonden. Zij gaf daaraan uiting als zij dat nodig vond. Want het feit dat de Koning geen politieke verantwoordelijkheid heeft, betekent niet dat hij geen eigen verantwoordelijkheid draagt. Anders zou de eed, die ook ik zo dadelijk in deze Verenigde Vergadering zal afleggen, betekenisloos zijn.

Lieve moeder, u was Koningin in het volle bewustzijn van de verantwoordelijkheden die daarmee verbonden zijn. De plichten van uw ambt was u volkomen toegewijd. Maar u was ook dochter, echtgenote, hoofd van de familie en moeder. Aan elk van die verantwoordelijkheden wilde u eveneens ten volle recht doen. Dat leidde soms tot innerlijke spanningen. Maar u wist uw vele plichten bijeen te brengen in een bezield verband. Op u werd nooit vergeefs een beroep gedaan. Ook in dagen van persoonlijke droefheid was u op de meest liefdevolle wijze een betrouwbare steun voor ons allemaal.

Geholpen door mijn vader heeft u als Koningin uw eigen stijl ontwikkeld. Vluchtige populariteit was niet het kompas waarop u reisde. U hield een stabiele en zuivere koers aan omdat u wist in een lange traditie te staan. Rustig te midden van de woelige baren.

Ik treed in uw voetsporen. Van mijn ambt heb ik een helder beeld. "Wat de toekomst brengen moge", weet geen mens. Maar waarheen het pad ook leidt en hoe ver het ook voert, uw wijsheid en uw warmte draag ik met mij mee.

Ik weet dat ik de gevoelens van velen in Nederland en de Caraïbische delen van ons Koninkrijk vertolk als ik zeg: dank u voor de vele mooie jaren waarin wij u als onze Koningin mochten hebben!

(applaus)

Zijne Majesteit de Koning: Iedere Koning geeft een eigen invulling aan het ambt. Hij is een andere persoon, in een andere tijd. Het koningschap is niet statisch. Binnen onze staatsrechtelijke regels heeft het zich steeds kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Die ruimte hebben ministers en Staten-Generaal de Koning ook geboden.

Tegelijkertijd is het koningschap een symbool van continuïteit en gezamenlijkheid. Het is een directe verbinding met ons staatkundig verleden, het tapijt van onze geschiedenis waaraan ook wij vandaag gemeenschappelijk verder weven. In de geschiedenis vinden we de verankering van de waarden die we delen. Eén van die waarden betreft de dienende rol van de Koning. De Koning bekleedt zijn ambt ten dienste van de gemeenschap. Dat diepgewortelde besef werd al in 1581 door de Staten-Generaal vastgelegd in het Plakkaat van Verlatinghe, de geboorteakte van wat later Nederland is geworden.

Ik treed aan in een periode dat velen in het Koninkrijk zich kwetsbaar en onzeker voelen. Kwetsbaar in hun werk of in hun gezondheid. Onzeker over hun inkomen of over hun leefomgeving. Dat kinderen het beter krijgen dan hun ouders, lijkt minder vanzelfsprekend dan vroeger.

Ieder voor zich lijken we weinig greep te hebben op ontwikkelingen die ons leven beïnvloeden. Onze kracht ligt dan ook niet in afzondering, maar in samenwerking. Als familie. Als vrienden. Als bewoners van een straat of buurt. Als burgers van ons Koninkrijk. En als bewoners van deze aarde, die zich geconfronteerd zien met tal van opgaven die alleen in internationaal verband zijn op te lossen.

Eenheid én verscheidenheid. Eigenheid én aanpassingsvermogen. Besef van de waarde van tradities én nieuwsgierigheid naar wat de toekomst brengt. Die kenmerken hebben ons in de loop van onze geschiedenis gemaakt tot wie we zijn.

De drang om grenzen te verkennen en liefst te verleggen, heeft ons ver gebracht. Vijf bijzondere landgenoten staan daarvoor symbool. Zij vervullen hier vandaag een traditionele rol, maar zijn tegelijkertijd een levend bewijs van waartoe wij in staat zijn. Achter hen staan honderdduizenden anderen die zich op hun eigen manier onderscheiden. Ook hun inzet is onmisbaar. De hoop van ons land schuilt in het samenspel van al die mensen, met hun talenten, klein en groot. Vindingrijkheid, ijver en openheid zijn al eeuwenlang onze kracht. Daarmee hebben wij de wereld veel te bieden.

Als Koning wil ik mensen aanmoedigen om actief gebruik te maken van de mogelijkheden die ze hebben. Hoe groot de verscheidenheid ook is, hoe verschillend onze overtuigingen en dromen ook mogen zijn, waar onze wieg ook stond, in het Koninkrijk der Nederlanden mag iedereen zijn stem laten horen en op voet van gelijkwaardigheid mee bouwen.

Met trots zal ik het Koninkrijk vertegenwoordigen en helpen nieuwe kansen te ontdekken. Ik wil verbindingen leggen, verbanden signaleren en uitdragen wat ons, Nederlanders, verenigt, ook in tijden van grote vreugde en bij diep verdriet. Zo kan ik als Koning het wederkerig vertrouwen tussen burgers en hun overheid verstevigen, de democratie onderhouden en het algemeen belang dienen.

Ik aanvaard dit ambt met dankbaarheid. Dankbaar voor de opvoeding die mijn ouders mij hebben gegeven en voor de ruimte die ik heb gekregen om me op dit ambt voor te bereiden. Velen hebben mij met raad en daad geholpen; hun allen zeg ik dank.

Achtereenvolgende kabinetten, daarbij gesteund door de Staten-Generaal, hebben mij de mogelijkheid gegeven, een eigen rol te spelen op verschillende werkterreinen. Daardoor heb ik veel kunnen doen in en voor Nederland. Dat werk heeft me bewust gemaakt van wat ik in mijn positie kan betekenen. Het heeft me ook de kans gegeven, een grondig inzicht te verwerven in onderwerpen die fundamenteel zijn voor ons land, zoals een verantwoorde omgang met water.

Nationale en internationale ervaringen hebben mij gevormd tot wie ik ben. Met vertrouwen durf ik tegen mezelf en tegen de wereld te zeggen: ik aanvaard dit ambt met overtuiging. Daarbij besef ik hoe intens gelukkig ik ben met de steun van mijn vrouw, Máxima. Zij is zich bewust van de persoonlijke begrenzingen die haar positie soms van haar vraagt. Zij heeft ons land omarmd en is Nederlandse onder de Nederlanders geworden. Ten volle is zij bereid, haar vele capaciteiten in dienst te stellen van mijn koningschap en ons aller Koninkrijk.

Leden van de Staten-Generaal, vandaag bevestigen we tegenover elkaar onze wederkerige verantwoordelijkheden en verplichtingen. Het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet zijn ons gemeenschappelijke fundament. In goede en in minder goede jaren mogen we daarop verder bouwen in het volle vertrouwen dat we samen met opgeheven hoofd de toekomst tegemoet kunnen treden.

Vanuit die overtuiging wil ik me als Koning inzetten met alle krachten die mij gegeven zijn.

Zijne Majesteit de Koning gaat staan. Alle aanwezig gaan staan.

Zijne Majesteit de Koning legt de eed af bedoeld in artikel 32 van de Grondwet:

"Ik zweer aan de volkeren van het Koninkrijk dat Ik het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven.

Ik zweer dat Ik de onafhankelijkheid en het grondgebied van het Koninkrijk met al Mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat Ik de vrijheid en de rechten van alle Nederlanders en alle ingezetenen zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de welvaart alle middelen zal aanwenden welke de wetten Mij ter beschikking stellen, zoals een goed en getrouw Koning schuldig is te doen.

Zo waarlijk helpe Mij God almachtig!"

Zijne Majesteit de Koning neemt zijn plaats in. De aanwezigen gaan zitten.

Muziek (J.S. Bach – Sicut Locutus Est, uit Magnificat, BWV 243)

De voorzitter houdt staande de volgende toespraak: Majesteit. In traditie ligt kracht. Vandaag zijn de Staten-Generaal voor de zevende maal in 200 jaar in Verenigde Vergadering bijeen ter inhuldiging van de Koning. Deze vergadering staat in een traditie die haar oorsprong vindt in het ontstaan van ons Koninkrijk. De kracht van deze traditie ligt in de verbondenheid van de volkeren van ons Koninkrijk met het huis van Oranje-Nassau, een verbondenheid die op haar beurt ruim twee eeuwen verder teruggaat, tot de Vader des Vaderlands, Prins Willem van Oranje.

Het is in deze traditie dat de leden van de Staten-Generaal en de gedelegeerden van de Staten van Aruba, van Curaçao en van Sint-Maarten invulling geven aan hetgeen in hun naam besloten ligt: het zijn van volksvertegenwoordiger. Wat onder het volk leeft, zouden wij vandaag in twee woorden kunnen samenvatten: welkom, Majesteit. Met deze woorden kunnen wij echter niet volstaan, nu de wet voorschrijft dat wij de eed die u zojuist hebt afgelegd, beantwoorden met de inhuldigingsverklaring, die wij vervolgens een voor een hebben te beëdigen of bevestigen. De verhouding tussen de Koning en de volkeren van het Koninkrijk is verankerd in het Statuut voor het Koninkrijk en in de Grondwet. Dit maakt de eed of belofte tot een bevestiging van een wederkerige constitutionele plicht van het staatshoofd enerzijds en de volksvertegenwoordiging anderzijds.

Onze samenleving is een andere dan in 1980. Ze is gevarieerder, sneller en meer mondiaal gericht. Met de veranderingen in de maatschappij zijn ook de democratische rechtsstaat en de constitutionele monarchie geëvolueerd. Tegen deze achtergrond markeren wij vandaag de overgang naar een nieuwe generatie. Koningin Beatrix verwoordde dit treffend in de toespraak waarin zij haar abdicatie aankondigde. Met grote dankbaarheid zien wij terug op haar regeerperiode. Zij heeft met haar niet aflatende plichtsbesef, schier onuitputtelijke energie, grote kennis en warme betrokkenheid op indrukwekkende wijze invulling gegeven aan het koningschap. Zíj was de samenbindende kracht op momenten van nationale vreugde en van nationaal verdriet. Dat ze veel respect en waardering heeft geoogst in de uitoefening van haar ambt, bleek eens te meer na de aankondiging van haar aftreden en zij hier nog eens benadrukt.

Majesteit. Met vertrouwen zien wij uit naar uw regeerperiode. Het zijn de toewijding waarmee u zich op het koningschap hebt voorbereid, de wijze waarop u uw rol als Prins van Oranje hebt ingevuld en de wijsheid en de talenten van uw beide ouders die dit vertrouwen hebben gevoed. Evenals uw voorgangers staat u voor de continuïteit en stabiliteit van ons Koninkrijk. In het nieuwe tijdperk dat vandaag begint, zult u op eigentijdse wijze invulling geven aan uw taken. Daarbij zult u uw eigen accenten leggen en naar eigen inzicht een samenbindende, vertegenwoordigende en aanmoedigende rol vervullen.

Mensen met elkaar verbinden, een brug slaan door te wijzen op gemeenschappelijk gedeelde waarden, is iets wat u na aan het hart ligt. Dit vermogen om wederzijds begrip te kweken houdt, naar is gebleken, niet op bij de grenzen van het Koninkrijk. U mag zich hierbij gesterkt weten door de steun van uw echtgenote, die u steeds ter zijde staat, én van uw drie dochters, die naarmate zij ouder worden, ongetwijfeld bij tijd en wijle blijk zullen geven van hun eigen inzichten. Dat wij sinds vanmorgen met uw oudste dochter, prinses Catharina-Amalia, voor het eerst een Prinses van Oranje in ons midden hebben, mag op deze feestelijke dag niet onvermeld blijven.

Majesteit. Wij hernieuwen vandaag de verbondenheid tussen de volkeren van het Koninkrijk en uw huis, een kracht geborgen in traditie. Wij, de volksvertegenwoordigers van alle landen van het Koninkrijk, wensen u kracht en zegen bij de vervulling van uw taak.

De voorzitter maakt zich op voor het afleggen van de plechtige verklaring. Zijne Majesteit de Koning staat op.

De voorzitter: Mogen thans de Staten-Generaal en de gedelegeerden van de Staten van Aruba, van Curaçao en van Sint-Maarten overgaan tot de inhuldiging bedoeld in artikel 32 van de Grondwet.

Ik lees voor de tekst van de in artikel 2 van de Wet beëdiging en inhuldiging van de Koning vastgelegde plechtige verklaring, luidende als volgt:

"Wij ontvangen en huldigen, in naam van de volkeren van het Koninkrijk en krachtens het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet, U als Koning;

Wij zweren (beloven) dat wij Uw onschendbaarheid en de rechten van Uw Koningschap zullen handhaven.

Wij zweren (beloven) alles te zullen doen wat goede en getrouwe Staten-Generaal, Staten van Aruba, Staten van Curaçao en Staten van Sint Maarten schuldig zijn te doen.

Zo waarlijk helpe ons God almachtig! (Dat beloven wij!)"

De voorzitter stelt zich tegenover Zijne Majesteit de Koning op.

De Griffier: De voorzitter.

De voorzitter legt de eed af. Vervolgens neemt hij zijn plaats staande links van Zijne Majesteit de Koning in. Hierna lezen de Griffiers de namen af van de navolgende overige aanwezige leden van de Staten-Generaal en van de gedelegeerden van de Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint-Maarten, die een voor een bij afroep van hun naam opstaan om de plechtige verklaring te beëdigen of bevestigen en daarna weer gaan zitten.

De leden Van Miltenburg, Van der Linden, Dupuis, Van der Staaij, Franken, Van Raak, Knops, Voordewind, Hermans, Barth, Brinkman, Marcel de Graaff, Van Haersma Buma, Slob, Kuiper, Holdijk, Agema, Beckers, Beertema, Van Bijsterveld, Bisschop, Van Bommel, Bosman, Bröcker, Ten Broeke, Broekers-Knol, Bruijn, Bruins Slot, Tony van Dijck, Peter van Dijk, Dijkgraaf, Dik-Faber, Duthler, Eijsink, Essers, Ester, Faber-van de Klashorst, Flierman, Fritsma, Geurts, Graus, Harbers, Heerma, Helder, Van Hijum, Hoekstra, Jadnanansing, Van Kappen, Keijzer, Klaver, Van Klaveren, Klever, Kneppers-Heijnert, Lokin-Sassen, Marcouch, Martens, Monasch, Agnes Mulder, Neppérus, Omtzigt, Van Oosten, Oskam, Rog, De Roon, De Rouwe, Scholten, Schouten, Schouwenaar, Schrijver, Segers, Slagter-Roukema, Sörensen, Van der Steur, Van Strien, Swagerman, Sylvester, Taverne, Tellegen, Terpstra, Van Toorenburg, Van Veen, Visser, Vliegenthart, Jan Vos, Mei Li Vos, De Vries-Leggedoor, Witteveen, Paul Croes, Herdé, Jansen-Varlack, Sneek, Tromp, Yrausquin, Bikker, Lopez-Tromp, Wyatt-Ras, Franco en Samuel leggen de eed af.

De leden Hamer, Putters, Arib, Bosma, Van Veldhoven-van der Meer, Elias, Zijlstra, Samsom, Wilders, Roemer, Kox, Van Boxtel, Pechtold, Thissen, Van Ojik, Krol, Nagel, Azmani, Backer, Van Beek, Berckmoes-Duindam, Bergkamp, Berndsen-Jansen, Beuving, Betty de Boer, Bonis, Bontes, Bouwmeester, Van der Burg, De Caluwé, Van Dam, Van Dekken, Otwin van Dijk, Jasper van Dijk, Dijkhoff, Pia Dijkstra, Remco Dijkstra, Dikkers, Duisenberg, Elzinga, Engels, Fokke, Frijters-Klijnen, Van Gerven, Gesthuizen, Machiel de Graaf, Thom de Graaf, De Grave, Groot, Günal-Gezer, Hachchi, Heijnen, Hilkens, Hoogland, Ter Horst, Houwers, Huijbregts-Schiedon, Huizing, Jacobi, Jansen, Kerstens, Klein, Knip, Kok, Kooiman, Koolmees, Kuiken, Kuzu, Leegte, Leijten, De Liefde, Van der Linde, Linthorst, Litjens, Lodders, Lucas-Smeerdijk, Madlener, Maij, Van Meenen, Merkies, Mohandis, Anne Mulder, Van Nieuwenhuizen-Wijbenga, Nijboer, Oosenbrug-Blokland, Öztürk, Popken, Potters, Quik-Schuijt, Recourt, Reynaers, Ruers, Rutte, Schaap, Schouw, Schut-Welkzijn, Sent, Servaes, Sjoerdsma, Smaling, Straus, Tanamal, Van Tongeren, Ulenbelt, Venrooy-van Ark, Verheijen, Verhoeven, Vermeij, Van Vliet, Marijke Vos, Aukje de Vries, Albert de Vries, Klaas de Vries, Vuijk, Van Weyenberg, De Wit, Wolbert, Van 't Wout, Ypma, Yücel, Ziengs en Desiree Croes leggen de belofte af.

De voorzitter, zittende op de voorzittersstoel: Ik constateer dat de inhuldigingsceremonie is voltooid.

Mag ik u allen verzoeken te gaan staan.

De oudste van de Koningen van Wapenen roept: Koning Willem-Alexander is ingehuldigd!

De voorzitter: Leve de Koning!

De voorzitter, samen met de andere aanwezigen: Hoera! Hoera! Hoera!

De voorzitter: U mag weer plaatsnemen.

Muziek (Aubade, gezongen gelukwens)

De aanwezigen gaan staan.

Zijne Majesteit de Koning, vergezeld van Hare Majesteit de Koningin, wordt tot aan de deur van de kerk uitgeleide gedaan door de Commissie van in- en uitgeleide, onder begeleiding van de Griffier van de Tweede Kamer.

Muziek (G.F. Händel – delen uit Royal Fireworks en Alexander's Feast)

In afwachting van de terugkeer van de Commissie van in- en uitgeleide gaan de aanwezigen weer zitten.

De Commissie van in- en uitgeleide keert terug, onder begeleiding van de Griffier van de Tweede Kamer.

De voorzitter van de Commissie van in- en uitgeleide richt zich tot de voorzitter van de Verenigde Vergadering: Mijnheer de voorzitter. De Koning heeft de Nieuwe Kerk verlaten.

De voorzitter: Ik dank de voorzitter en de leden van de Commissie van in- en uitgeleide vriendelijk voor het verrichten van hun taak en ontsla hen van verdere verplichtingen.

De leden van de Commissie van in- en uitgeleide nemen hun plaats in de kerk weer in.

De voorzitter: Ik nodig Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix, Hare Koninklijke Hoogheid de Prinses van Oranje en de overige leden van de koninklijke familie uit om de Nieuwe Kerk te verlaten. Ik verzoek de aanwezigen om te gaan staan.

Voorafgegaan door de Griffier van de Eerste Kamer verlaten Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix, Hare Koninklijke Hoogheid de Prinses van Oranje en de overige aanwezige leden van de koninklijke familie de Nieuwe Kerk via de Damzijde.

Muziek (P.I. Tsjaikovski – Serenade voor strijkers, deel 1 (ingekort))

(applaus)

De voorzitter: Ik verzoek de griffier enige mededelingen te doen over het verlaten van de Nieuwe Kerk.

De Griffier van de Eerste Kamer: Ik deel u mede dat na het sluiten van de vergadering eerst de vorstelijke en bijzondere missies de Nieuwe Kerk zullen verlaten, gevolgd door de leden van het corps diplomatique, en wel via de Damzijde.

Vervolgens zullen de ministers en staatssecretarissen en de leden van de Raad van State de Nieuwe Kerk verlaten. Daarna is het vertrek van de voorzitter van de Verenigde Vergadering met de beide griffiers, gevolgd door de overige leden van de Staten-Generaal en de gedelegeerden van de Staten van Aruba, van Curaçao en van Sint-Maarten.

De overige aanwezigen wordt verzocht te blijven zitten en de aanwijzingen van de hostessen op te volgen.

De voorzitter: Ik dank de griffier.

Dames en heren. Ik wil deze plechtigheid niet beëindigen dan nadat ik de hartelijke dank van de Staten-Generaal heb overgebracht aan al degenen die binnen en buiten deze kerk zo veel inzet hebben betoond en in korte tijd zo veel werk hebben verricht om deze bijeenkomst te doen slagen.

(applaus)

De voorzitter: Bijzondere dank gaat uit naar de musici: Amsterdam Sinfonietta, het Nederlands Blazers Ensemble, het Nederlands Kamerkoor, het Nieuw Amsterdams Kinderkoor en de organist van de Nieuwe Kerk, Bernard Winsemius.

(applaus)

De voorzitter: Ik sluit de vergadering.

Sluiting 15.30 uur.

Naar boven