5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel de Bepalingen verband houdende met de instelling van de rechtsopvolgers van in Nederland gevestigde internationale of geïnternationaliseerde straftribunalen (Uitvoeringswet restmechanismen straftribunalen) (34205);

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 23 februari 2015 te New York tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de zetel van het Internationaal Restmechanisme voor Straftribunalen (Trb. 2015, 59 en 71) (34216);

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 19 december 2013 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Restmechanisme voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone betreffende de zetel van het Restmechanisme voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone (Trb. 2013, 256 en 2014, 84) (33859);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet houdende wijziging van de Zorgverzekeringswet en de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet in verband met verbetering van de maatregelen bij niet-betalen van de premie en de bestuursrechtelijke premie en enkele andere wijzigingen (verbetering wanbetalersmaatregelen) in verband met behoud van voormalige wettelijke reserves Zfw (34319).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de D66-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Swinkels tot lid in de bestaande vacature.

Ik deel de Kamer mee dat de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie tot haar ondervoorzitter heeft gekozen het lid Elias.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 24095, nr. 386; 21501-32, nr. 785; 28286, nr. 691; 28286, nr. 785; 29675, nr. 166; 29984, nr. 478; 32140, nr. 21; 32140, nr. 22; 32140, nr. 23; 32820, nr. 144; 32820, nr. 160; 33625, nr. 78; 33692, nr. 53; 33750-XIII, nr. 81; 33979, nr. 45; 34000-A, nr. 38.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Strafrechtelijke onderwerpen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 4 november, met als eerste spreker de heer Van Nispen van de SP;

  • -het VAO Evaluatie inzet Nederlandse militairen 2014, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 4 november, met als eerste spreker de heer Teeven van de VVD;

  • -het VSO over onderzoek naar uitbreiding van het aantal organisaties van openbaar belang (33977, nr. 7), met als eerste spreker de heer Van Vliet;

  • -het VSO over het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit bekostiging WPO en het Bekostigingsbesluit WVO in verband met het vaststellen van de vereveningspercentages (31497, nr. 180), met als eerste spreker mevrouw Siderius van de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Het verzoek is om dit VSO in ieder geval in te plannen voor aankomende dinsdag 17.00 uur en daarover ook te stemmen in verband met de gestelde termijnen.

De voorzitter:

We gaan proberen om dat nog voor vandaag toe te voegen aan de agenda.

Het woord is aan de heer Bashir van de SP.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik ben niet het eerste Kamerlid dat hier bij de interruptiemicrofoon staat als er Kamervragen niet zijn beantwoord. Ik heb echter in augustus Kamervragen gesteld aan de ministers van I en M en van Veiligheid en Justitie over de maximumsnelheid op de A2. Het zou fijn zijn als die onderhands, of gewoon normaal, worden beantwoord.

De voorzitter:

Gewoon bovenhands, via de normale kanalen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven van D66, voor een aanvulling op een verzoek dat gisteren door een collega is gedaan.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Gisteren hebben we als Kamer besloten dat we een debat gaan voeren over het dieselschandaal bij Volkswagen. Toen hebben we gezegd dat we daarvoor minister Kamp en twee andere bewindspersonen zouden uitnodigen. Gezien echter alle berichten nu in de pers over de belastingkant, de betrokkenheid van de RDW en de oplossing, willen wij het kabinet, dat zelf gaat over de afvaardiging, in overweging geven om staatssecretaris Wiebes van Financiën te sturen, wellicht in plaats van minister Kamp als het hier niet met het halve kabinet wil zitten. Die suggestie wil ik graag doen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Die suggestie zou ik graag willen ondersteunen.

De heer Smaling (SP):

Steun.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Dan zal dat naar bevind van zaken handelen.

Het woord is aan de heer Van Gerven van de SP.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Op 13 november 2013 ging het gruwelijk mis bij een operatie in het Universitair Medisch Centrum in Utrecht, waar een chirurg een halsslagader doorsneed. Dit werd gemeld aan de inspectie, maar zij ondernam geen actie. Men ging af op het woord van de directie, die zei dat er geen probleem was. Op 17 maart dit jaar ging het opnieuw mis. Weer een halsslagader doorgesneden, weer een patiënt die ter plekke overleed. Naast natuurlijk het onbeschrijfelijke leed dat is berokkend, roept dit zo veel vragen op dat ik een debat wil met de minister van Volksgezondheid over de rol van de inspectie in deze kwesties, maar natuurlijk ook over het handelen van, in dit geval, het Universitair Medisch Centrum Utrecht.

De heer De Lange (VVD):

Dit kan en mag niet, en daarom is het zeer goed dat er een grondig onderzoek komt. Ik stel wel voor om eerst te vragen om een uitgebreide brief waarin de onderste steen boven komt, alvorens we een besluit nemen over een debat. Op dit moment dus graag eerst de informatie voordat we een besluit kunnen nemen over een debat.

Mevrouw Klever (PVV):

Hier is zo veel misgegaan, daar moeten we snel over debatteren. Van harte steun dus voor een debat.

De heer Krol (50PLUS):

Ook snel een debat en graag die brief waarin ik ook graag opheldering wil over de vraag of de lijkschouwer er nu wel of niet bij is geweest. Dat verontrustte mij namelijk zeer.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Dit is zeer ernstig, maar ik ontvang graag eerst een brief van de minister om de feiten op een rijtje te krijgen. Vervolgens kunnen we kijken hoe we verdergaan.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek om de brief en het debat.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Je zult je vanochtend hebben moeten melden op die poli. Dan zul je je toch ook wel even achter je oren hebben gekrabd. Het is in ieder geval zeer ernstig, maar voor het CDA geldt wel dat we eerst willen weten hoe dit allemaal precies in elkaar zit. Wel graag met een beetje tempo, gezien het belang ervan. Daarna beoordelen we of we er een debat over willen voeren. Op dit moment geven we geen steun voor een debat.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Dit is een heel zorgelijk bericht. Het is zeker een debat waard, maar daarvoor zouden we eigenlijk graag eerst van de minister willen horen dat zij een onderzoek doet waarin alle feiten op een rij worden gezet. De IGZ doet nu zelf onderzoek, maar is tegelijk speler. Het lijkt mij dus goed als er een overall onderzoek komt door een onafhankelijke commissie of persoon. Die moet onderzoeken wat er gebeurde, wat de rol van het UMC was en wat de rol van de inspectie was. Op basis van dat onderzoek — je kunt je immers afvragen of dit in andere ziekenhuizen ook kan voorkomen — moeten we vervolgens een debat voeren om te kijken welke lessen hieruit te trekken zijn.

De voorzitter:

De vraag of de minister bereid is een dergelijk onderzoek te doen, zou dus ook beantwoord moeten worden in de brief waar al heel breed om gevraagd wordt.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Graag.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, ik stel vast dat de meerderheid van de Kamer uw zorgen deelt. De Kamer doet een informatieverzoek aan de minister: wat is er precies aan de hand? En wat gaat de minister doen bovenop wat er al is toegezegd? Na ontvangst van de brief wil de meerderheid van de Kamer beslissen op welke wijze en wanneer ze daar dan verder over spreekt. Daarbij sluit ze niet uit dat het dan alsnog tot een debat komt. Op dit moment hebt u echter nog niet de steun van een meerderheid van de Kamer.

De heer Van Gerven (SP):

Het is begrijpelijk dat de meerderheid van de Kamer die zorgen deelt. Het is natuurlijk ontzettend schokkend. Aanvullend op de vragen aan de minister willen wij dat gegarandeerd wordt dat het zich niet kan herhalen. Het mag niet zo zijn dat het over twee maanden weer gebeurt en dat ons een derde casus ter ore komt. Tot slot vraag ik om alvast een dertigledendebat toe te voegen, want daarvoor heb ik in ieder geval voldoende steun van de Kamer gekregen.

De voorzitter:

Dat zal ik doen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal het debat toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten. De spreektijd is drie minuten per fractie.

De heer Van Gerven heeft nog een verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter, ik heb inderdaad nog een tweede verzoek. Dat betreft het artikel in Trouw "Bedrijfslobby dicteert beleid duurzaamheid van het ministerie van Economische Zaken". We hadden gisteren de discussie over de financiële producten van banken die in een wet zijn versleuteld. Ik mag niets zeggen over het Fyravraagstuk. Het is cruciaal dat een ministerie onafhankelijk moet kunnen opereren en dat de wetten niet gedicteerd worden door bedrijfslobby's. Daarom vraag ik om een fundamenteel debat met de minister van Economische Zaken over de berichten die ons vandaag hebben bereikt.

Mevrouw Klever (PVV):

40 lobbyclubs sluiten met elkaar een energieakkoord. Dat wordt door de gehele Kamer, inclusief de SP, omarmd en bewierookt. Nu wordt er vanaf de andere kant wat gelobbyd en dan zou dat opeens niet mogen. Daarom steun ik het verzoek om een debat niet.

De heer Jan Vos (PvdA):

Vandaag werd ook bekend dat 516 gesprekken hebben plaatsgevonden tussen de nieuwe Europese Commissie en lobbyisten. Van hen komt 80% uit het bedrijfsleven. Of het nu gaat over autofabrikanten of banken of, zoals vandaag, over energiebedrijven, wat betreft het punt dat de SP maakt: het is duidelijk dat de grote vraag is of de Unie wordt geregeerd door bedrijven of door de politiek. Het is dus heel goed dat daar een debat over komt. Ik zou het dan echter wel iets willen verbreden tot díé vraag.

De voorzitter:

Eigenlijk is dat een ander verzoek.

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik steun de aanvraag voor een debat, maar wil graag dat daarbij ook worden betrokken de schokkende berichten, die vandaag verschenen, dat …

De voorzitter:

Ik snap het.

De heer Jan Vos (PvdA):

… in de Europese Unie twee oud-oliemagnaten in de Europese Commissie zijn gekomen en daar het merendeel van hun tijd besteden aan gesprekken met energielobbyisten uit de fossiele industrie in plaats van uit de duurzame industrie.

De voorzitter:

Ik hoor de heer Van Gerven zeggen: ik vroeg om een fundamenteel debat. Daar hoort dit inderdaad bij.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik zou het ook graag breed willen trekken. Transparantie is daarbij ook heel belangrijk. Als het een breed debat is, over beleidsvorming en transparantie rondom dit soort zaken, dan lijkt me dat prima. Ik zou het niet alleen willen richten op duurzaamheid. Het is inderdaad een breder onderwerp.

De heer Van Veen (VVD):

Vervolgens worden we ook als Kamerleden helemaal kapotgelobbyd door bijvoorbeeld ngo's en allerlei zorggerelateerde instellingen. Ik steun het verzoek om een debat niet. Elk parlementslid kan zijn eigen afwegingen maken.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek om een debat. Het is inderdaad goed om het wat breder te trekken, zoals D66 en de Partij van de Arbeid verwoord hebben.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor een breed debat.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

We hebben minister Kamp meerdere malen gevraagd wat de bankenlobby met hem doet en hoeveel invloed die op hem heeft. Meerdere malen heeft hij een ontwijkend antwoord gegeven. We steunen het verzoek van de SP om daarover flink met elkaar in discussie te gaan.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Lobbyen is niet het probleem, maar het feit dat er niet transparant over wordt gedaan. GroenLinks kan het verzoek om een debat steunen. Ik kan me ook wel iets voorstellen bij het verzoek om het debat te verbreden.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, u hebt de steun van een meerderheid van de Kamer om een fundamenteel debat te voeren over de invloed van de lobby op wetgeving. Ik ga dat inplannen. De spreektijd is vier minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Pieter Heerma van het CDA.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Voorzitter. Vanuit de Kamer wordt al zeer lang met de staatssecretaris van Sociale Zaken discussie gevoerd over de cowboypraktijken van incassobureaus en over de zorgen die er zijn over het feit dat dit probleem niet voldoende wordt aangepakt. Inmiddels zijn de collega's van de ChristenUnie en de PvdA bezig met een initiatiefwetsvoorstel op dit terrein. Vandaag is er een rapport van de ACM gekomen waarin wordt bevestigd dat er door incassobureaus bedreigd wordt, dat er spookfacturen zijn, dat er bedrogen wordt en dat de privacy wordt geschonden. Dit rapport bevestigt alle zorgen die breed vanuit de Kamer hierover telkens weer bij de staatssecretaris worden aangedragen. Wat mijn partij betreft, is dit voldoende aanleiding om over dit onderwerp een apart debat te voeren om ervoor te zorgen dat de staatssecretaris meters gaat maken om deze incassocowboys aan te pakken.

De heer Van Nispen (SP):

Het is een terecht punt van de heer Heerma. Ik heb vanmorgen samen met collega Karabulut schriftelijke vragen over dit onderwerp gesteld, ook aan de minister van Veiligheid en Justitie, en wel vanwege de link met de Wet incassokosten, die van dat ministerie vandaan komt. Ik zie graag die schriftelijke vragen beantwoord. Ik ben het er wel mee eens dat erover moet worden gesproken, maar ik ben er niet van overtuigd dat dat hier, in deze zaal, moet. Ik kan me ook voorstellen dat we een algemeen overleg hierover organiseren. Eerst wil ik echter antwoord op de schriftelijke vragen.

De voorzitter:

Op dit moment geen steun.

De heer Segers (ChristenUnie):

Het zijn precies deze praktijken die voor mijn collega Carola Schouten aanleiding waren om samen met collega Yücel een initiatiefwetsvoorstel in te dienen. Ik steun het voorstel. Als het eventueel ook elders kan, steun ik dat ook. In ieder geval steun ik het voorstel, omdat dit een zaak is die ons zeer na aan het hart ligt.

De voorzitter:

Steun dus voor het debat.

De heer Krol (50PLUS):

Het probleem is immens groot, dus van harte steun.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

We hebben hier inderdaad lang voor gewaarschuwd en er in het verleden veel over gesproken. We hadden het kunnen voorkomen, maar het is goed dat het CDA dit punt wil agenderen. Daarom steunen wij het voorstel.

Mevrouw Yücel (PvdA):

Wij zijn inderdaad samen met collega Schouten van de ChristenUnie bezig met een wetsvoorstel. Het zijn zeer ernstige, malafide praktijken van deze incassobureaus. Daarom steunen wij een brief voorafgaand aan een debat. Als het debat eerder gevoerd kan worden is dat ook prima, maar wij steunen het debat.

De voorzitter:

Steun voor het debat.

De heer De Graaf (PVV):

Het is heel goed om een brief te krijgen met een reactie en om het debat daarna misschien sneller in een AO te voeren. Wij willen er dus graag over spreken, maar dan liever in een AO.

De voorzitter:

Dus niet plenair.

De heer Moors (VVD):

Dit is een onderwerp waarover we vaker hebben gesproken. We moeten er nu ook serieus met de staatssecretaris over praten. Wij steunen ook het verzoek om een brief. Wij vragen of de staatssecretaris daarin ook specifiek wil ingaan op wat er tot nu toe gebeurt op het gebied van handhaving en wat er in de toekomst gebeurt op het gebied van handhaving van zowel de Wet incassokosten als de Wet handhaving consumentenbescherming. Na ontvangst van die brief kunnen we bekijken of we dit onderwerp bij de begroting kunnen behandelen. Wij krijgen die brief dus graag voor de begrotingsbehandeling, en anders willen wij het onderwerp in een AO behandelen. Op dit moment geven wij geen steun aan een plenair debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het debat over de begroting is al heel breed. Wij steunen dus het verzoek van de heer Heerma.

De voorzitter:

De begrotingsbehandeling is overigens in de week van 1 december.

Mijnheer Heerma, u hebt op dit moment niet de steun van een meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er is wel breed behoefte om in een brief de zorgen van de Kamer weg te laten nemen. Als die brief er kan zijn voor de begrotingsbehandeling, zou het onderwerp eventueel daarbij betrokken kunnen worden, zo is gesuggereerd. Dan is het alsnog een plenair debat geworden.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Ik begrijp dat er nu helaas geen meerderheid is voor mijn verzoek om een debat. Ik wil wel dat het kabinet verzocht wordt om voor de begrotingsbehandeling te komen met de brief naar aanleiding van dit rapport. Als het onderwerp in de begrotingsbehandeling niet voldoende wordt behandeld, zullen wij hier weer staan om alsnog een apart debat aan te vragen.

De voorzitter:

Prima. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het verzoek van mevrouw Voortman is ingetrokken, omdat de antwoorden op de vragen zijn binnengekomen.

Het woord is aan mevrouw Keijzer.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Vorige week was Thijs op het Journaal, als representant van een grote groep jongvolwassenen met autisme en een hoog IQ. Er is geen plek voor hen. Vandaag lazen wij dat het Dr. Leo Kannerhuis 50 logeerhuizen moet sluiten. Dat is een plek met logeeropvang, ook voor jongeren met autisme. Het is hoog tijd om een apart debat te voeren over autismezorg, met daaraan voorafgaand een brief van de regering waarin zij ingaat op deze twee specifieke situaties. Want hoe kan het dat we voor de ene groep geen plek hebben waar die jongeren de goede zorg kunnen krijgen, waardoor ze op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis terechtkomen, terwijl we op een andere plek logeerhuizen voor jongeren met autisme sluiten? Het wordt echt tijd dat wij daarover gaan praten en er wat aan gaan doen.

De voorzitter:

Dit is een verzoek om steun voor een breed debat over autismezorg.

Mevrouw Agema (PVV):

Mevrouw Keijzer is zelf schuldig aan het punt dat zij maakt. Met het extramuraliseren van zzp 1 tot en met zzp 3 is niet alleen de financiering gestopt van de verzorgingshuizen, maar ook die van de ggz-instellingen. Mevrouw Keijzer is hieraan dus schuldig, maar zij is nu verbouwereerd. Ik zou dus niet weten waarom we hierover met terugwerkende kracht moeten spreken als mevrouw Keijzer en andere partijen hier niet bij meerderheid die steun intrekken.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat.

Mevrouw Bergkamp (D66):

D66 wil eerst de feiten op een rijtje hebben. Wij willen dus eerst een brief. Op basis daarvan besluiten we over een debat.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Daar sluit ik mij bij aan. Logeerhuizen gaan ons allemaal aan het hart. Het lijkt me goed dat we de feiten op een rijtje krijgen. We zitten nu midden in de begrotingsbehandeling, dus mevrouw Keijzer kan hierover nu ook vragen stellen. En anders bezien we op een later moment hoe we hierover het beste kunnen spreken.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie wil graag een brief over dit onderwerp. Ik steun op zich het voorstel van het CDA om een keer apart over deze groep te spreken, maar ik denk dat het onderwerp beter tot zijn recht komt in een AO dan in een plenair debat. Dan hebben we ook uitvoerig de tijd om hierover met de staatssecretaris van gedachten te wisselen. Dit is namelijk een beperking die niet voor iedereen zichtbaar is, maar waardoor mensen toch snel in de knel komen op allerlei gebieden. Wij willen dus graag een apart debat, maar dat zal een keer via de procedurevergadering geregeld moeten worden.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Dit is een terecht punt van mevrouw Keijzer. Er is nogal wat aan de hand. We zien dat in de media. De collega's hebben natuurlijk de mogelijkheid om met mensen te praten die ermee te maken hebben. Ik kan u verzekeren dat er wat aan de hand is. Daarom steun ik dit verzoek.

De heer Potters (VVD):

Ik sluit me aan bij collega Van Dijk. Het is goed om een brief te vragen. We kunnen het ook betrekken bij het debat waar wij nu middenin zitten. Misschien kunnen we er ook een apart AO over houden. Nu willen wij in ieder geval nog geen debat, want we willen eerst de feiten op een rijtje hebben.

De heer Van Gerven (SP):

Ik zou de aanvrager willen voorstellen een brief met een toelichting op de problematiek te vragen. Ik zou die brief tijdig willen ontvangen, zodat we het onderwerp kunnen betrekken bij het WGO Jeugd. Dat staat voor volgende week gepland. Ik denk dat het daar wellicht het beste tot zijn recht komt, ook gezien de ernst en snelheid waarmee we het dan kunnen behandelen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks sluit zich aan bij de heer Van Gerven.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, ik stel vast dat uw zorg breed gedeeld wordt in de Kamer. De Kamer geeft er de voorkeur aan om eerst via een brief te horen wat er precies aan de hand is. Zij wil die brief het liefst ontvangen vóór het WGO Jeugd, zodat het onderwerp daarbij betrokken kan worden. U hebt op dit moment in ieder geval niet de steun voor het inplannen van een plenair debat over autismezorg.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat is mij duidelijk. Ik heb een aantal collega's wel horen zeggen dat het een goed idee is om autismezorg een keer apart te bespreken. Voor het WGO Jeugd staat al zo ontzettend veel op de rol. Ik zal via de commissie aan de collega's vragen om hierover een apart AO te houden, want ik leg me er nog niet bij neer.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA voor een rappel.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij hadden gevraagd om voor de regeling van werkzaamheden een brief te ontvangen van de minister en de staatssecretaris van Financiën over het bericht dat ING en ABN AMRO meegeschreven hebben aan de Wet fiscale aftrek coco's. Die brief is nog niet binnengekomen. Ik begrijp dat hij later binnenkomt, maar er zijn partijen die daar onmiddellijk vervolg aan willen geven. Ik wil die brief dus graag zo spoedig mogelijk hebben.

Ik heb ondertussen de nota van wijziging erbij gepakt. We hebben 400 pagina's WOB-verzoeken gekregen. Er zijn grote problemen bij de EU-wetgeving. Onder het kopje EU-aspecten staat echter niets over EU-mededingingsrecht. In het stuk over budgettaire effecten staat dat het budgettair effect van het voorstel nihil is, terwijl het in de interne stukken die met de banken gewisseld zijn, een budgettair effect van 350 miljoen heeft. Dan is het niet zo verwonderlijk dat de Kamer hier niet uitgebreid over gesproken heeft. Ik zou graag willen dat de regering, staatssecretaris Wiebes die dit ondertekend heeft, en minister Dijsselbloem, zeer expliciet ingaan op de vraag waarom ze wel uitgebreid met de banken bespreken dat het 350 miljoen kost, maar niet met de Kamer, en dus ook niet over dekking spreken. En waarom bespreken ze wel met de banken waarom er problemen met staatssteun zijn, maar hebben zij potentiële problemen met staatssteun onvermeld gelaten aan de Kamer?

De voorzitter:

Eigenlijk vraagt u dus om een aanvullende brief. U wilt de brief die gisteren al gevraagd is, vandaag nog hebben. Nu doet u een uitgebreid verzoek om extra informatie voor de brief die eigenlijk al onderweg is, zoals wij hebben begrepen. Ik concludeer dat u een aanvullende brief vraagt over de onderwerpen die u zojuist noemde en dat u rappelleert op de brief, waarvan ons is verteld dat die onderweg is, maar die nog niet is aangekomen.

De heer Omtzigt (CDA):

Prima, graag zo spoedig mogelijk.

De voorzitter:

Dan moet die aanvullende brief er natuurlijk zo spoedig mogelijk zijn.

De heer Merkies (SP):

Volgens mij was het hele idee dat die brief voor de regeling zou komen, zodat we nu bij de regeling zouden kunnen bespreken dat er volgende week een debat komt. Ik blijf bij dat verzoek om een debat. Anders moeten we later vandaag weer een regeling houden. Het lijkt me beter dat we nu kunnen besluiten dat we dat debat inplannen.

De voorzitter:

Dat is een heel ander verzoek, en dat staat nu niet op de regeling. Het staat u altijd vrij om, als de brieven daartoe aanleiding geven, een extra regeling van werkzaamheden te vragen. Mij is verzekerd — ik heb erover gebeld natuurlijk — dat de brief onderweg is. De minister was gisteren in het buitenland, begreep ik. Daarom was die brief er niet al eerder vandaag. Het is voor de mensen vaak ook een beetje een black box om te weten hoe laat de regeling van werkzaamheden is. Het staat de Kamer vrij om na ontvangst van de brief met elkaar een verzoek voor een extra regeling van werkzaamheden in te dienen.

De heer Omtzigt (CDA):

Mag ik nog een aanvullende opmerking maken?

De voorzitter:

Zal ik eerst het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, namelijk als het gaat om uw extra aanvullende brief?

De heer Omtzigt (CDA):

Dan zou ik verzoeken om dit voor vanavond 19.00 uur te doen, want dan begint er een debat waar stemmingen in zitten. Als er dan iemand behoefte heeft aan een regeling, kan het zelfs dan zijn.

De voorzitter:

Dat kunt u altijd nog vragen.

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, maar dan is het verzoek om de informatie hier zo veel mogelijk voor 19.00 uur te hebben.

De voorzitter:

Het staat in het stenogram.

Hiermee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. Na de schorsing gaan wij een nieuwe collega installeren in de Kamer.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven