7 Raad Buitenlandse Zaken

Aan de orde is het VAO Raad Buitenlandse Zaken (AO d.d. 12/3).

De voorzitter:

Ik heet de minister van Buitenlandse Zaken, evenals de mensen op de publieke tribune, van harte welkom.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Gisteren spraken we over Oekraïne. Toen waren "de-escalatie" en "dialoog" de kernwoorden. Mijn fractie voegt daar graag het woord "geloofwaardigheid" aan toe. De export van Franse oorlogsschepen op het moment dat Rusland de stabiliteit van een regio bedreigt en het internationaal recht schendt, is niet alleen in strijd met de criteria van het gemeenschappelijk standpunt, maar ondermijnt naar de mening van mijn fractie ook de geloofwaardigheid van de opstelling van de Europese Unie. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Rusland de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne heeft geschonden en daarmee het internationaal recht heeft overtreden;

constaterende dat Rusland onvoldoende tegemoetkomt aan de eisen van de Europese Unie om zijn militairen terug te laten keren naar de barakken en in constructief internationaal overleg te treden;

constaterende dat het gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie acht criteria formuleert voor het wapenexportbeleid;

constaterende dat wapenexport richting Rusland op dit moment op gespannen voet staat met in ieder geval criterium 4 (handhaving van vrede, veiligheid en stabiliteit in de regio) en criterium 6 (de eerbiediging van het internationaal recht);

overwegende dat de geplande uitvoer van een Frans helikopterdekschip de geloofwaardigheid van de Europese Unie ondermijnt;

verzoekt de regering, in Europees verband te pleiten voor bevriezing van wapenexport richting Rusland totdat de huidige situatie is genormaliseerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Sjoerdsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1353 (21501-02).

De heer Servaes (PvdA):

Ik overweeg om een motie over hetzelfde onderwerp in te dienen en daarom vraag ik de heer Sjoerdsma om enige verduidelijking. Gisteren spraken wij over dit onderwerp met de minister. De minister zei dat een wapenexportverbod inderdaad op tafel kan komen, maar dat dit expliciet onderdeel is van de derde trap van de raket. Maandag wordt waarschijnlijk gesproken over bevriezing van tegoeden, travel bans en dergelijke. Bij het bredere spectrum van economische sancties kan ook de wapenexport betrokken worden. Heeft de heer Sjoerdsma het over deze situatie, of wil hij per direct een wapenexpertverbod?

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik dank de heer Servaes voor deze kans om mijn standpunt te verhelderen. Mijn fractie wil een wapenexportverbod op dit moment, en wel om de volgende redenen. De Europese Unie heeft ervoor gekozen om een tweetal sancties in te stellen. Die gaan over zaken die, voor zover het Rusland betreft, in de toekomst liggen. Dat zijn dus geen zaken die Rusland nu raken. Tegelijkertijd worden wij geconfronteerd met de situatie dat Rusland niet alleen het internationaal recht schendt, maar ook de stabiliteit van een regio ondermijnt. In die situatie gaat Frankrijk door met het exporteren van Franse oorlogsschepen. Wat mijn fractie betreft stellen wij het wapenexpertverbod op dit moment al in, al is het maar om de geloofwaardigheid van de Europese Unie op het wereldtoneel niet al te zeer te ondergraven. Ik zeg dit ook …

De voorzitter:

Dank u wel. Dit is een VAO, dus wij moeten niet het hele debat opnieuw voeren, want anders zal het heel lang gaan duren.

De heer Servaes (PvdA):

Ik ben altijd heel kort, voorzitter, maar ik begrijp dat u tegen de heer Sjoerdsma sprak.

Het standpunt van de heer Sjoerdsma is mij duidelijk. De vraag is dan wel in hoeverre wij nog de strategie steunen die door de Europese Unie wordt nagestreefd, namelijk sancties volgens een plan opbouwen, zodat wij de eenheid in Europa behouden. De heer Sjoerdsma wil nu namens zijn fractie een stap verder gaan dan vorige week door de Europese top is vastgelegd.

De heer Sjoerdsma (D66):

Sterker nog, natuurlijk steun ik die strategie maar ik maak die strategie ook een stuk sterker. Het zou toch onvoorstelbaar zijn, ook voor de rest van de wereld die meekijkt, dat wanneer we als Europese Unie Rusland ten strengste veroordelen om hetgeen het doet en we daarover sancties aankondigen, we dan ondertussen gewoon doorgaan met de levering van oorlogsschepen die nota bene in het gebied zelf worden ingezet? Dat zou pas de Europese strategie ondergraven. Dat zou de heer Servaes toch ook niet willen?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik had twee moties, maar een motie hebben we inmiddels met die van de PvdA inelkaar geschoven en de motie die daaruit is voortgevloeid zal mijn collega Servaes zo meteen indienen. De motie die ikzelf nu indien, lijkt wat op die van D66, maar is volgens mij een iets mildere variant. Dus wellicht vindt die bij de minister wel positieve weerklank. Ik dien deze motie in mede namens mijn fractievoorzitter, de heer Van Ojik, die helaas verhinderd is.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Frankrijk twee oorlogsschepen van het type Mistral bouwt voor de Russische marine;

overwegende dat de huidige agressie van Rusland tegen Oekraïne moet leiden tot een heroverweging van de wapenuitvoer naar Rusland;

overwegende dat de EU een bindende gedragscode voor wapenexport kent, die onder meer voorschrijft dat de levering van wapens getoetst moet worden aan de gevolgen voor vrede, veiligheid en stabiliteit in de regio en aan de eerbiediging van het internationaal recht door het land van eindbestemming;

verzoekt de regering om in EU-verband te bepleiten dat de bestelde Mistral-schepen niet worden geleverd aan Rusland;

verzoekt de regering tevens om ervoor te ijveren dat alle door EU-landen geplande leveranties van militair materieel aan Rusland opnieuw worden getoetst aan de EU-wapenexportcode en worden besproken in de Raad van Ministers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren en Van Ojik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1354 (21501-02).

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Zoals ik gisteren en daarvoor heb verwoord, is de SP-fractie van mening dat het handelen van Rusland inzake Oekraïne veroordeeld moet worden. Er is sprake van een schending van de soevereiniteit van Oekraïne en er is gehandeld in strijd met het internationaal recht. En dat kan en mag niet onbeantwoord blijven. Dat betekent dat het handelen van Rusland veroordeeld moet worden, dat diplomatieke stappen moeten worden gezet gericht op de-escalatie en dat serieus een traject van sancties moet worden overwogen. Wat betreft die sancties heeft mijn fractie wel gezegd dat je daarmee voorzichtig moet zijn. Sancties moeten op zichzelf niet escalerend werken. Dat betekent dat je het sanctie-instrument gedoseerd moet inzetten. Dat houdt in dat mijn fractie steun geeft aan de inzet van de minister van Buitenlandse Zaken om sancties in drie trappen te overwegen. Van de laatste trap, te weten het opzeggen van handelsverdragen en het instellen van een wapenembargo, kan wat ons betreft pas sprake zijn op het moment dat we in dit conflict — we moeten vrezen dat er na zondag weer een andere situatie is — in een volgende fase zitten. Als je nu alles uit de kast haalt, ben je daarmee het instrument kwijt op het moment dat het nodig is om dat te gebruiken. Daarom is mijn fractie in dit stadium geen voorstander van een vooruitlopen op die zaak. We hebben weinig verwachtingen in positieve zin met betrekking tot een referendum of de uitkomst ervan, maar het zou naar ons oordeel onverstandig zijn om nu reeds te bepleiten dat er een wapenembargo tegen Rusland wordt ingericht, ook omdat daarmee de verdeeldheid in Europa wordt bevorderd op het punt van dat wapenembargo. Nederland kan het wel bepleiten maar er zal geen eenstemmigheid over ontstaan in Europa en dat betekent dat daarmee het wapenexportbeleid van de Europese Unie verder ondermijnd wordt in plaats van dat het, overeenkomstig de wens van de SP, versterkt wordt. En dat kan volgens mij niemand wensen.

De heer Servaes (PvdA):

Voorzitter. Ik heb in diverse debatten over dit onderwerp gepleit voor een eensgezinde, doortastende en volhardende Europese Unie. Ik hoop dat wij dat ook in de komende periode zullen zien. Aansluitend op het betoog van collega Van Bommel wil ik de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat wanneer Rusland op korte termijn geen de-escalerende maatregelen neemt en geen stappen zet om te komen tot een politieke oplossing van de crisis in Oekraïne, de Europese Unie zal overgaan tot uitbreiding van de sancties;

overwegende dat daarbij ook overgegaan kan worden tot sancties aangaande "een breed spectrum van economische gebieden";

verzoekt de regering, wanneer deze uitbreiding van sancties aan de orde is, een wapenexportverbod te bepleiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Servaes. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1355 (21501-02).

De heer Servaes (PvdA):

Voorzitter. Ik heb nog een motie die aansluit op het punt dat ik gisteren in het debat heb ingebracht. Dat is dat als deze crisis ons iets leert, dat is dat de Europese Unie op energiegebied onafhankelijker moet worden. Energiebeleid is buitenlandbeleid en vice versa. De motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Unie voor haar energievoorziening voor een substantieel deel afhankelijk is van de import van fossiele brandstoffen uit Rusland;

overwegende dat de inzet op energie-efficiency, duurzame energie en verdere diversificatie van energieleveranties leidt tot grotere energiezekerheid voor de EU;

overwegende dat de lidstaten een sterkere onderhandelingspositie hebben wanneer zij gezamenlijk onderhandelen over de gasprijs, wat economische voordelen voor burgers en bedrijven met zich meebrengt;

verzoekt de regering, tijdens de komende EU-top te pleiten voor een Europees actieplan voor een gezamenlijk, ambitieus en duurzaam energiebeleid;

verzoekt de regering tevens, daarbij aan te sturen op spoedige voorstellen van de Europese Commissie en te streven naar politieke besluitvorming tijdens de Europese top van juni,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Servaes en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1356 (21501-02).

De heer Voordewind heeft zich wel ingeschreven, maar ik zie hem niet. Dan geef ik het woord aan de heer De Roon van de PVV.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. De PVV vindt het prematuur om sancties te ondernemen naar aanleiding van de uitspraak van een eventueel referendum zondag aanstaande op de Krim. Ik heb gisteren in het overleg de minister erop gewezen dat bondskanselier Merkel Duitsland al heeft gewaarschuwd dat het zich moet voorbereiden op de fall-out van sancties. Nu is Duitsland economisch en financieel op dit moment een stuk sterker dan Nederland. Dus ook Nederland zal zich zeker moeten voorbereiden op de fall-out van sancties. Mijn fractie wil die sancties vooralsnog niet. Wat wij in elk geval wel moeten weten van de regering, voordat zij besluit om in te stemmen met sancties, volgende week of later, is welke schadelijke gevolgen de sancties voor Nederland zullen kunnen hebben en hoe de regering denkt die te kunnen tegengaan. Ik heb het dan niet alleen over de rechtstreekse gevolgen van sancties, maar natuurlijk ook over de gevolgen van eventuele tegenmaatregelen van Rusland. De minister wilde daar gisteren in het openbaar niet over spreken, waar ik mij in kan verplaatsen, maar er zijn natuurlijk ook andere mogelijkheden dan erover spreken met de Kamer.

Ik zou niet willen instemmen met een automatische sanctie-escalatie, zoals gisteren in het overleg een beetje de bedoeling leek te zijn. Wij willen eerst antwoord op de vragen wat de schadelijke gevolgen zijn van eventuele concrete sancties die in overweging komen en hoe de regering de gevolgen van die sancties denkt af te wenden. Wij willen tegen de regering kunnen zeggen wat wij vinden, voordat de regering besluit om wel of niet in te stemmen met bepaalde sancties. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat EU-sancties tegen Rusland voor Nederland grote schade kunnen opleveren en er voor de Nederlandse burger waarschijnlijk geen voordelen uit kunnen voortvloeien;

verzoekt de regering om niet met sancties in te stemmen alvorens de Kamer te hebben ingelicht over de te verwachten directe en indirecte schade voor Nederland en de wijze waarop de regering denkt die schade te kunnen tegengaan en daarover met de Kamer te hebben overlegd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1357 (21501-02).

Daarmee is er een einde gekomen aan de termijn van de Kamer.

Ik moet de Kamer nog meedelen dat de heer Voordewind er niet is, omdat hij in een ander overleg is. Ook hem lukt het niet om op twee plekken tegelijk te zijn.

Wij wachten heel even tot de minister over alle ingediende moties beschikt en dan gaan wij luisteren naar zijn beantwoording.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Timmermans:

Mevrouw de voorzitter. Het lijkt net een stukje Nietzsche hier in de Kamer vanmiddag: Umkehrung aller Werte. D66 zegt: er is misschien wel Europese eenheid, maar daar hebben wij nu even geen boodschap aan, wij willen een alleingang. En de SP zegt hier: niet doen, want dat zou de Europese eenheid in gevaar brengen. Dat maak ik niet vaak mee, maar het is wel precies waar het om gaat bij de moties over het wapenexportbeleid en het vooruitlopen op sancties. We hebben het er gisteren uitvoerig over gehad. De Europese Raad van vorige week heeft een plan afgesproken, een drietrapsraket. De eerste trap is vorige week ingegaan met de Europese Raad. De tweede trap — dat zijn de financiële sancties — kan vermoedelijk binnen nu een en een aantal dagen ingaan, indien het referendum doorgaat. En dan is er nog de mogelijkheid van die hardere economische sancties waar ook de Duitse bondskanselier op heeft gepreludeerd eerder vandaag in de Bundestag. Ik wil heel graag vasthouden aan deze benadering, omdat dit ook de beste garantie is dat het Europese signaal helder en eenduidig is en door niemand verkeerd kan worden begrepen. Daarom moet ik de motie van de heer Sjoerdsma, die toch een Nederlandse alleingang op het punt van het wapenexportbeleid bepleit, ontraden, terwijl de inhoud natuurlijk in lijn is met wat het kabinet wil. Uiteraard zal wapenexport, zodra we in de derde fase terechtkomen, een belangrijk onderdeel zijn van de discussie over sancties. Daar vandaag al op vooruitlopen, is echter ontijdig en in strijd met de afspraken bij de Europese Raad waar ook Nederland zich aan gebonden heeft. Daarom moet ik zowel de motie van de heer Sjoerdsma als de motie van de leden Van Tongeren en Van Ojik ontraden.

De heer Sjoerdsma (D66):

De minister stelt dat mijn fractie een alleingang bepleit, maar dat is natuurlijk niet zo. Ik bepleit dat de minister deze boodschap meeneemt naar zijn Europese collega's en dat hij daar pleit voor een wapenembargo op dit moment, om alle redenen die ik net heb genoemd. Ik bepleit om te bezien of daar een ander Europees standpunt over ingenomen kan worden dan tot nu toe. Als dat niet mogelijk blijkt, dan blijkt dat niet mogelijk.

Minister Timmermans:

Als dat uw standpunt zou zijn, waarom staat uw naam dan niet onder de motie van de heer Servaes, die de regering vraagt om een wapenexportverbod te bepleiten wanneer de uitbreiding van sancties aan de orde is? Dan zit je in het traject dat is afgesproken bij de Europese Raad. Wat D66 bepleit, is dat we dat nu al doen, terwijl dat nog niet aan de orde is. Dat is overigens aangaande die motie het enige waar wij het over oneens zijn.

De heer Sjoerdsma (D66):

Het lijkt mij wel logisch waarom ik dat bepleit. Ik bepleit het omdat alle andere stappen die je binnen de escalatieladder zet, lachend kunnen worden afgedaan door Rusland als een wapenembargo gewoon doorgaat. De geloofwaardigheid van de Europese Unie en van dit traject staat onder druk zolang die wapenschepen nog steeds worden geleverd. Vandaar mijn verzoek. Het is niet een verzoek om een alleingang, het is een verzoek om een wijziging van dat traject.

Minister Timmermans:

De heer Sjoerdsma vraagt materieel om een alleingang. Nederland moet iets doen wat nog niet door de andere lidstaten aan de orde is gesteld. Daarmee zaai je verdeeldheid in Europa en zet je één lidstaat specifiek in de wind. Zowel de heer Sjoerdsma als mevrouw Van Tongeren heeft het over één specifieke wapenleverantie omdat die toevallig in Nieuwsuur is geweest. Waarom niet andere wapenleveranties, die er ook zijn? Ook op basis van Europese eensgezindheid, waarover de heer Van Bommel sprak, en de solidariteit met andere lidstaten, die allemaal zoeken naar een gezamenlijke benadering, vind ik het niet verstandig om Nederland alleen deze stap te laten zetten. Daarom ontraad ik het aannemen van beide moties.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De minister heeft in de haast misschien niet het tweede dictum van mijn motie gelezen. Daarin staat precies wat de minister nu zegt: "verzoekt de regering tevens om ervoor te ijveren dat alle door EU-landen geplande leveranties van militair materieel aan Rusland opnieuw worden getoetst aan de EU-wapenexportcode". Het gaat dus niet alleen om de Mistral-schepen van Frankrijk, maar om alle geplande leveranties van militair materieel. In de motie wordt de minister verzocht om de landen alleen op te roepen om het nog eens langs de lat te houden die zij zelf afgesproken hebben, namelijk de bindende gedragscode voor de wapenexport. Ik begrijp niet dat de minister dit niet als acceptabele variant ziet. Ik hoor door het rumoer mezelf nauwelijks nog praten. Ik begrijp niet dat de minister dit niet als acceptabele variant ziet naast de motie van D66.

Minister Timmermans:

Nu shopt mevrouw Van Tongeren een beetje vrijelijk in haar eigen motie. Zij heeft in de motie ook een verzoek gedaan dat specifiek gericht is op de Franse Mistral-schepen. Zij maakt het mij daarmee onmogelijk om de motie te steunen. Ik moet de aanneming daarvan ontraden. Zij focust op één specifieke wapenleverantie in die motie.

De voorzitter:

Ik zeg tegen de leden van de Kamer dat er een debat gaande is. Misschien kunt u proberen om iets zachter te zijn. Mevrouw Van Tongeren, ga uw gang.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Er staan echt twee dictums in de motie. Er staat niet alleen in "zoek ruzie met Frankrijk" maar ook "vraag alle landen in Europa om nog een keer goed te kijken naar de afspraken die zij zelf gemaakt hebben". Hoe kan deze minister daar nu tegen zijn?

Minister Timmermans:

Kom op zeg. Mevrouw Van Tongeren zegt zelf: er staat niet alleen in "zoek ruzie met Frankrijk". Dat staat er echter wel in. Wat wilt u nog meer van mij horen? Ik ga hierover geen ruzie maken met Frankrijk, want het enige effect daarvan is dat we geen gezamenlijk Europees beleid meer hebben. Ik begrijp niet dat ik juist van GroenLinks geen steun krijg om zoveel mogelijk gezamenlijk Europees beleid te voeren. Die steun krijg ik van de SP wel. Je hebt van die dagen dat je voor verrassingen komt te staan in deze Kamer. Op de motie-Servaes op stuk nr. 1355 ben ik al ingegaan. Die zie ik als ondersteuning van het beleid. Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1356, al vind ik het een beetje vreemd dat die bij dit debat is ingediend. Ik vraag de indieners om deze motie aan te houden tot er een debat en een onderwerp komt dat specifiek hierover gaat. Dit komt een beetje vreemd uit de hoek bij de Europese Raad. De Commissie is ermee bezig, maar dit gaat over meer dan alleen de discussie over Oekraïne.

De voorzitter:

Mijnheer Ten Broeke stond eerder bij de interruptiemicrofoon, maar dit gaat over de motie van de heer Servaes. Ik geef daarom het woord aan de heer Servaes voor een interruptie.

De heer Servaes (PvdA):

Ik geef dan een heel korte toelichting. Op de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken staat het onderwerp Energiediplomatie, op de agenda's van de Raad Algemene Zaken en de Europese Raad staat het Energiepakket 2030. Vanzelfsprekend zal Oekraïne, die een belangrijke dimensie hiervan is, op alle drie de raden ter sprake komen. Daarom is gekozen voor dit moment. Het is duidelijk dat het een langer traject heeft. Daarom wordt vooruitgeblikt tot de periode tot aan juni.

Minister Timmermans:

Ik wil maar even aangeven, gelet op de crisis waarin wij zitten en de urgentie van een aantal dingen die wij moeten doen, dat ik het ontijdig vind om van de regering te vragen om de Commissie in haar laatste dagen en midden in een heel grote internationale crisis de opdracht te geven om nu met een actieplan te komen. Overigens heb ik er inhoudelijk geen probleem mee. Ik heb veel meer een probleem met de timing: moet dit in deze vorm nu? De richting is de richting die het kabinet ook uit wil, maar het lijkt mij niet goed om die instrumenten nu te bepleiten. Daarom vraag ik de indieners om de motie aan te houden tot er een moment komt waarop wij concrete besluiten moeten nemen over dit onderwerp.

De heer Servaes (PvdA):

Ik begrijp die redenering. Ik mag aannemen dat als deze onderwerpen ter sprake komen, dit inderdaad de inzet is.

Minister Timmermans:

Ja.

De heer Servaes (PvdA):

Als de minister graag wil zien dat alle focus nu op het politieke proces ligt, begrijp ik dat en ben ik bereid de motie aan te houden. Ik kijk even naar mevrouw Van Tongeren. Zij schudt nee, maar ik denk dat zij ja bedoelt.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Servaes stel ik voor, zijn motie (21501-02, nr. 1356) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Ten Broeke (VVD):

Mijn vraag ging alleen over de uitleg die de minister gaf. Nu de motie is aangehouden, kunnen wij dit in een volgend debat bespreken. Ik stel voor dat wij dan ook de milieuwoordvoerders erbij halen, want hier lijkt buitenlands beleid niet energiebeleid te worden, maar milieubeleid.

De voorzitter:

Dat moet u dan zelf via een procedurevergadering regelen. Ik geef het woord aan de minister.

Minister Timmermans:

Voorzitter. Ik kom bij de motie op stuk nr. 1357 van de heer De Roon. Ik begrijp zijn zorg over de gevolgen van sancties en deel die. Mevrouw Merkel heeft vanochtend in de Bondsdag een en ander uitvoerig toegelicht. Ik moet de motie echter ontraden, omdat wij in Europees verband nu eenmaal die drietrapsraket hebben afgesproken, overigens met steun van een grote meerderheid van uw Kamer. Er is geen apart rapportagemoment aan de Kamer meer. Wij hebben deze afspraak gemaakt en uw Kamer steunt die. Ik begrijp de zorg van de PVV-fractie heel goed. Het is ook mijn zorg, maar ik moet de gevraagde procedure afwijzen. Daarom moet ik de motie ontraden.

De heer De Roon (PVV):

Wat de minister nu zegt, onderstreept weer eens een van de grote bezwaren die ik heb tegen de Europese Unie. Wanneer de minister in Brussel met zijn collega's aan tafel zit, geeft hij gewoon toe aan de besluitvormingsdruk en de behoefte aan consensus die dan ontstaat. Hij laat zijn oren liever daarnaar hangen dan naar wat de Kamer vindt van voor Nederland heel fundamentele gevolgen.

Minister Timmermans:

De PVV-fractie is nog niet de Kamer en zal dat waarschijnlijk ook nooit worden, zeg ik kijkend naar de heer Wilders. De Kamer steunt in overgrote meerderheid het beleid van het kabinet, dus ik weet mij daardoor gesteund in de wijze waarop wij zijn omgegaan met de conclusies van de Europese Raad van vorige week.

De heer De Roon (PVV):

Ja, maar de Kamer kent de gevolgen van die sancties helemaal niet, weet niet hoe de regering die inschat en weet ook niet hoe de regering denkt die gevolgen te keren. Misschien is het beleid dat de regering in het hoofd heeft wel helemaal fout, maar de Kamer kent dat niet. Hoe kunnen wij op die manier nog serieus nemen dat deze minister luistert naar wat de Kamer wil?

Minister Timmermans:

Deze minister heeft gisterenavond zeer uitvoerig hierover van gedachten gewisseld met de Kamer en mocht aan het einde van die gedachtewisseling constateren dat er in de Kamer heel brede steun was voor dit beleid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Hiermee is een einde gekomen aan dit VAO. De stemming over de ingediende moties zal plaatshebben over zeven minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven