55 Wapenexportbeleid

Aan de orde is het VAO Wapenexportbeleid (AO d.d. 03/07).

De voorzitter:

Ik heet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van harte welkom. Zij zal ook antwoorden namens de minister van Buitenlandse Zaken.

Ik geeft als eerste het woord aan de heer Jasper van Dijk van de SP. Er zijn meer Kamerleden met een gelijkluidende achternaam, vandaar dat ik zijn voornaam erbij noem. Ook voor de heer Jasper van Dijk geldt de restrictie dat hij twee minuten heeft voor zowel zijn verhaal als het indienen van eventuele moties.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter, is dit alweer het laatste debat vanavond? Dan krijg ik afkickverschijnselen. Voorzitter, ik spreek tegen u.

De voorzitter:

Ja, maar de griffier ook. Een seconde. Wij hebben ons uiterste best gedaan om u deze afkickverschijnselen om die reden te bezorgen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Kijk! Dat wilde ik even horen. Dank u wel.

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Defensie met Jordanië onderhandelt over de verkoop van defensiematerieel waaronder circa vijftien F-16's;

van mening dat export van F-16's naar Jordanië in het licht van de enorme onrust in deze regio onverantwoord is;

van mening dat het op een later moment annuleren van de verkoopovereenkomst schadelijk is voor koper en verkoper;

verzoekt de regering, de onderhandelingen met Jordanië over de verkoop van defensiematerieel (waaronder F-16's) op te schorten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk en Van Ojik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 225 (22054).

Dan mag ik het woord geven aan de heer Leegte, die spreekt namens de fractie van de VVD. Ook voor hem geldt: twee minuten.

De heer Leegte (VVD):

Voorzitter. Naar aanleiding van het interruptiedebatje tijdens het algemeen overleg met de minister dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een gelijk speelveld in Europa met betrekking tot de exportcontrole van dual-use goederen cruciaal is voor de kansen van het Nederlandse bedrijfsleven;

van mening dat een actieve inzet op het no-undercut beginsel en de consultatieverplichting bij afgewezen vergunningen minder vrijblijvend moeten zijn;

constaterende dat daarvoor een actieve inzet om het delen van informatie de norm moet zijn, in plaats van de uitzondering;

bevestigende dat voor de export naar India van goederen voor tweeërlei gebruik alleen bij materiële of bewezen risico's een afwijzing van export zal volgen;

verzoekt de regering om een periodieke update over de voortgang van de onderhandelingen over het gelijke speelveld in Europa,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Leegte en Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 226 (22054).

De heer Leegte (VVD):

Omdat schepen meer goederen tegen een lagere prijs kunnen vervoeren, zijn zeeroutes altijd belangrijker geweest dan landroutes. Zo was in de middeleeuwen de overzeese zijderoute van Venetië naar Japan even belangrijk als de eigenlijke zijderoute door Centraal-Azië. Uit deze tijd kennen we dan ook de uitspraak: wie de Straat van Malakka beheerst, heeft Venetië bij de keel.

Nog steeds gaat 90% van het goederentransport en drie kwart van het olietransport over zee. De mondialisering van de wereldhandel vindt plaats met zeecontainers. Ruim de helft daarvan gaat over de Indische Oceaan. De koopvaardijschepen die daar varen, hebben, net als op andere zeeroutes, te maken met moderne vormen van piraterij. Dankzij de Nederlandse export van schepen en datacommunicatieapparatuur kunnen landen een bijdrage leveren aan de kustbewaking. Hierdoor worden de vaarroutes veiliger.

Met de Nederlandse wapenexport verdienen wij niet alleen geld, wij helpen ook de kosten van de wereldhandel te verlagen. De wereldwijde welvaartsgroei die hierop volgt, is gunstig voor iedereen. Wapenexport levert dus een belangrijke bijdrage, zoals in het AO aan bod kwam.

De voorzitter:

Dank u zeer. Ik begrijp dat mevrouw Agnes Mulder afziet van het woord. Dit geldt ook voor de heer Sjoerdsma. Zij hebben wel ingetekend.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Ploumen:

Voorzitter. Ik dank de leden voor de indiening van de moties naar aanleiding van het debat dat wij hadden in het AO gisteren. De motie van de heer Van Dijk, meeondertekend door de heer Van Ojik, op stuk nr. 225 gaat over het opschorten van de onderhandelingen met Jordanië over de verkoop van defensiemateriaal. Daar wil ik het volgende over zeggen. Jordanië speelt een positieve en verantwoordelijke rol in een inderdaad instabiele regio. Jordanië vangt sinds het begin van de crisis, maar ook nu nog, veel vluchtelingen uit Syrië op en speelt een constructieve rol in de regio. Het land heeft een vredesverdrag met Israël. De stabiliteit van Jordanië is van belang voor de stabiliteit in die regio.

De procedure voor de verkoop van defensiemateriaal is dat er bij het voornemen om onderhandelingen te starten een sondage wordt gedaan. Op grond van die sondage wordt getoetst aan de acht EU-criteria in de dan geldende situatie. Die sondage heeft plaatsgevonden in januari 2012. Voor het geval de koper en de verkoper tot een vergelijk komen, staat er een ontbindende voorwaarde in het contract. Deze houdt in dat er een finale toetsing moet plaatsvinden aan de hand van diezelfde acht criteria, maar dan op dat moment. De situatie kan immers zomaar veranderen. De minister van Buitenlandse Zaken doet de toetsing. Op basis daarvan wordt het contract ofwel ontbonden ofwel uitgevoerd. Dat is de gebruikelijke procedure en die is niet uniek voor Nederland. Dat doen wij al langer. Wij volgen gewoon de procedure. Ik ontraad de motie dus.

De voorzitter:

Ik zeg dit niet om de minister te corrigeren, maar ik zeg dit voor de zekerheid. Het lemma "sondage" staat niet in Van Dale; het is "sondering".

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter, dat had u gisteren even moeten zeggen, want toen is het woord honderdtachtig keer gebruikt.

De voorzitter:

Daar was ik niet bij.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Goed, dat terzijde. Zo leren wij nog eens wat.

Ik was er al bang voor dat de minister de motie zou ontraden. Dat is uiteraard haar goed recht. Ik wil echter nog twee opmerkingen maken. Ten eerste: de finale toetsing moet aan het eind plaatsvinden, mocht er tot een transactie besloten worden. Om op dat moment zo'n transactie nog eens te annuleren is buitengewoon pijnlijk; dat staat in de een-na-laatste considerans. Het is pijnlijk om op het allerlaatst te moeten zeggen: Jordanië, wij doen het toch niet. Daarom dien ik deze motie in, want ik wil op tijd zijn.

Ten tweede: de minister suggereert dat het allemaal zo goed gaat in Jordanië, maar het gaat om een explosieve regio. Kijk naar Egypte, kijk naar Syrië. Wij spreken over F-16's. Die zijn niet alleen voor binnenlands gebruik.

De voorzitter:

Dit is meer een herhaling van het debat dan dat u vragen stelt over het oordeel over de motie.

Minister Ploumen:

Ik dank de heer Van Dijk voor deze nadere toelichting op de motie. Ik heb de motie zorgvuldig gelezen en herhaal kort dat de procedure die wij volgen, een gebruikelijke procedure is. Er zijn geen procedurele verrassingen, niet voor de koper en niet voor de verkoper. Iedereen weet hoe het werkt. Dat is van tevoren aangekondigd. Ik blijf dus bij mijn oordeel om de motie te ontraden.

Ik kom op de motie-Leegte/Agnes Mulder op stuk nr. 226. Een gelijk speelveld is een belangrijk uitgangspunt bij exportcontrolebeleid. Ik heb geconstateerd dat het speelveld in Europa nog niet op alle onderdelen gelijk is. Ik zet mij actief in en zal mij ook actief blijven inzetten voor het verkrijgen van een gelijk speelveld. Vanzelfsprekend informeer ik de Kamer graag over de wijze waarop die inzet zich materialiseert. Ik zie de motie dus als ondersteuning van beleid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Hedenavond nog zullen wij stemmen over de ingediende moties.

Mij is gebleken dat de fracties een schorsing van een uur wensen.

De vergadering wordt van 20.55 uur tot 21.55 uur geschorst.

Voorzitter: Van Miltenburg

Naar boven