Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 6 oktober 2009 over wapenexportbeleid en compensatiebeleid.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Het is heuglijk nieuws dat inmiddels enorm veel landen de conventie over clustermunitie hebben ondertekend en dat ook Nederland wil dat dit type wapens verboden wordt. Eigenlijk zou de volgende zet nu ook moeten worden gedaan, namelijk dat financiële instellingen niet langer investeren in de productie van dit soort mensonvriendelijke wapens.

De voorzitter:

Het is kerstregime, mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Daarom dien ik de volgende motie in. Zalig kerstfeest trouwens!

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat enkele Nederlandse financiële instellingen die geholpen zijn door de overheid, hun beleid ten aanzien van investeringen in clustermunitie hebben aangescherpt;

constaterende dat niet alle Nederlandse financiële instellingen die geholpen zijn door de overheid, hun beleid ten aanzien van het investeren in clustermunitie hebben aangescherpt;

verzoekt de regering, deze Nederlandse financiële instellingen te verbieden te investeren in clustermunitie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 150(22054).

Mevrouw Van Velzen (SP):

Een dertigtal Palestijnse ngo's, evenals Amnesty International, roepen op tot een wapenembargo aan Israël. Daar is alle reden toe. Ik denk dat het in ieder geval na de inzet van witte fosfor voor de hand ligt om striktere voorwaarden aan de export van chemicaliën te stellen. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Israël tijdens de recente oorlog in Gaza gebruikmaakte van wapens met witte fosfor, waarvoor chemische bestanddelen zijn geïmporteerd;

overwegende dat Israël het verdrag op chemische wapens niet heeft geratificeerd;

van mening dat Nederland om genoemde redenen geen chemische bestanddelen aan Israël dient te leveren;

verzoekt de regering, geen exportvergunningen voor chemicaliën geschikt voor dual use naar Israël af te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Velzen en Peters. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 151(22054).

Mevrouw Van Velzen (SP):

Mijn laatste motie betreft een punt dat de Partij van de Arbeid in ieder geval buiten de Kamer heeft gepropageerd.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer pas na afgifte van vergunningen voor wapenexport hierover geïnformeerd wordt;

van mening dat de Kamer vooraf ingelicht dient te worden over elk voornemen om een wapenexportvergunning af te geven;

van mening dat, gezien het grote belang voor vrede, veiligheid en mensenrechten, bij elke wapenexportvergunning de eindbestemming en het einddoel van de gebruiker (uitgezonderd NAVO-landen) duidelijk moet zijn, zodat Nederland altijd zicht heeft op de werkelijke eindbestemming en het indien nodig een vergunning kan weigeren;

verzoekt de regering, elk voornemen om een wapenexportvergunning af te geven, drie weken vooraf ter goedkeuring voor te leggen aan de Kamer met duidelijke informatie over de eindbestemming van deze leverantie, zodat de Kamer kan besluiten om deze aanvraag stilzwijgend goed te keuren dan wel het besluit te stuiten en hierover het debat aan te gaan met de regering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 152(22054).

Staatssecretaris Heemskerk:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Van Velzen voor haar moties. Ik begrijp dat zij mevrouw Gesthuizen vervangt, want die was de woordvoerster tijdens het debat.

Tijdens het algemeen overleg hebben we een heel debat gevoerd over het Nederlandse systeem. De meerderheid van de Kamer is het erover eens dat dit een transparant systeem is, waarvan de democratische legitimering buitengewoon groot is. Daarom zal ik moties waarin mevrouw Van Velzen vraagt om dit te veranderen, moeten ontraden.

Mevrouw Van Velzen verzoekt de regering in haar motie op stuk nr. 150 om Nederlandse financiële instellingen te verbieden te investeren in clustermunitie. We doen natuurlijk heel veel tegen clustermunitie. Op basis van de Convention of Cluster Munitions is het verboden om clustermunitie te produceren. Als het in Nederland verboden is, valt er ook niet in te investeren. We hebben die productie dus ook niet. Helaas hebben niet alle landen die conventie ondertekend. Er is helaas ook geen internationaalrechtelijke grondslag voor een verbod op investeringen in zulke bedrijven. De Nederlandse financiële instellingen – ik denk ook aan de pensioenfondsen, waar bijvoorbeeld de vakbonden in de besturen zitten – zijn bezig met het ontwikkelen van allerlei ethische beleggingscodes. Velen zien er dus ook vanaf om te investeren in dergelijke bedrijven of in aandelenpakketten van beleggingsfondsen die daaraan deelnemen. Het lijkt mij niet aan de wetgever om hier nationale verbodsbepalingen over op te stellen. Ik ontraad dus de motie.

De voorzitter:

Mevrouw Van Velzen, heel kort dan.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik heb specifiek gewezen op banken waar Nederland in geïnvesteerd heeft, de financiële instellingen die geholpen zijn door de overheid. Daar mag je toch wel iets van terugvragen, zeker als het om zo'n belangrijk onderwerp gaat als een verbod op clustermunitie en investeringen daarin?

Staatssecretaris Heemskerk:

Ja, daar mag je iets van terugvragen. Daar mag je de financiële instellingen en de pensioenfondsen op aanspreken. Dat gebeurt ook. Ze ontwikkelen ethische codes en ze zullen zich tegenover hun aandeelhouders en klanten verantwoorden over de wijze waarop ze beleggen. Een wettelijke verbodsbepaling is internationaalrechtelijk echter niet mogelijk. Bovendien gebeurt er al heel veel. Daarom ontraad ik deze motie. U hebt deze discussie ook al eerder met de ministers Bos en Donner gevoerd.

In de motie op stuk nr. 151 wordt de regering verzocht om geen exportvergunningen naar Israël af te geven voor chemicaliën die geschikt zijn voor dual use. Er zijn natuurlijk chemicaliën die men civielrechtelijk graag wil hebben, ook in Israël, omdat ze bijvoorbeeld brandwerende bescherming en isolatie mogelijk maken. Ik wil Israël en de mensen in Israël die bescherming niet ontzeggen. Ik ontraad daarom deze motie.

Mevrouw Van Velzen verzoekt de regering in haar motie op stuk nr. 152 om elk voornemen een wapenexportvergunning af te geven, drie weken vooraf ter goedkeuring voor te leggen aan de Kamer. Ook dat debat is gevoerd tijdens het algemeen overleg. Ik heb gezegd dat wij ons buitengewoon goed en transparant verantwoorden. Daarin lopen we voorop in Europa. Wij worden daarover ook buitengewoon kritisch ondervraagd door ngo's en de Kamer. We zijn een voorbeeld voor andere landen op het gebied van transparantie. Uiteindelijk regeert de regering en controleert de Kamer. De Kamer wordt bij heel grote transacties, zoals het afstoten van overtollig materieel, buitengewoon goed betrokken. Die voert de staatssecretaris van Defensie niet uit zonder instemming van de Kamer. Bij sommige transacties is echter sprake van commerciële dan wel diplomatieke vertrouwelijkheid. In die gevallen willen we het niet van tevoren doen, maar leggen we na afloop zeer ruime verantwoording af. Ook hiervoor geldt echter: de regering regeert en het parlement controleert. Daarom ontraad ik ook aanneming van deze motie.

De voorzitter:

Mevrouw Peters, een korte vraag.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Ik heb een korte vraag over het ontraden van de motie op stuk nr. 151 (22054). De motie ziet specifiek op dual-usechemicaliën en dus niet alleen op chemicaliën die voor civiele, brandwerende isolatie zijn bedoeld. Dual-usechemicaliën worden mogelijk ook voor militaire, offensieve doeleinden gebruikt. Kan de staatssecretaris daarop ingaan, en op het feit dat Engeland bijvoorbeeld wel bereid is geweest om na de ervaringen met Gaza het exportbeleid te herzien?

De voorzitter:

Mevrouw Peters, het is kerstregime; dat wist u. De staatssecretaris geeft een kort antwoord.

Staatssecretaris Heemskerk:

We hebben een heel zorgvuldig wapenexportbeleid, waarover we zeer uitgebreid verantwoording afleggen aan de Kamer. We kijken heel goed naar de wapencomponent, maar het kenmerk van dual use is inderdaad dat chemicaliën altijd op twee manieren kunnen worden gebruikt en ze dus bijvoorbeeld op het civiele vlak bescherming kunnen geven aan mensen in Israël. In die zin ontraden wij dus de motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven