4 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatie-uitwisseling in de zorg (31466),

en over:

  • - de motie-Tan c.s. over regionale elektronische patiëntendossiers die niet op orde zijn en niet voldoen aan in wetgeving gestelde eisen (31466, letter W);

  • - de motie-Tan c.s. over het beëindigen van de ontwikkeling van het landelijk schakelpunt (31466, letter X).

(Zie vergadering van 29 maart 2011.)

Devoorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, die namens de regering aanwezig is bij de stemmingen, van harte welkom in de Eerste Kamer.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heerFranken (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie is steeds positief kritisch geweest bij de behandeling van dit wetsvoorstel. De mogelijkheden en de kansen van ICT moeten ook in de zorg worden gebruikt, maar de organisatie moet de vernieuwing wel aan kunnen. Het wetsvoorstel is gedurende de behandeling steeds verbeterd en mijn fractie heeft daar positief aan bijgedragen. Wat is gebleven, is dat er te veel toegangsmogelijkheden zijn. Dit dossier met één deur aan de voorkant heeft duizend deuren aan de achterkant, want iedere BIG-bevoegde kan erin, er zijn heel veel UZI-passen in omloop en er is nog weinig risicobewustzijn in de sector. Verder botst de systematiek met het beroepsgeheim van de huisarts, omdat er een extractie uit zijn dossier plaatsvindt waar hij geen zeggenschap over heeft. Het LSP is thans alleen ingericht voor pullverkeer, terwijl pushberichten de hoofdmoot vormen van de verkeersstroom.

Kortom, de ambitie voor dit wetsvoorstel is te hoog en het vertrouwen ontbreekt, en dat is nu eenmaal essentieel voor het slagen van een automatiseringsproject. Tijdens de tweede termijn hebben wij een ja, mits aan de orde gesteld. De minister heeft toen een aantal toezeggingen gedaan, maar dat is nog niet voldoende en er liggen nog geen novelles voor waaruit blijkt dat de wet ook de facto wordt aangepast.

Nodig is een aangepaste wet, waarin een uniforme berichtenstandaard is voorgeschreven, waarin landelijke beveiligingseisen worden gesteld, waarin patiëntenrechten zijn geformuleerd en sancties zijn opgenomen, met een aanpak van onderop, dicht bij de workflow van de zorgverlener, met de regio's als vertrekpunt en met medicatie en waarneming als zorggebieden waarmee we aan de slag gaan.

Bovendien willen wij vaststellen dat de investeringen in de techniek die tot op heden zijn gedaan, niet mogen worden weggegooid, zodat het LSP verder kan worden ontwikkeld. Een motie om het LSP te stoppen achten wij destructief, want deze geeft aanleiding tot een grote kapitaalvernietiging en daar zullen wij ons tegen verzetten. Na ampele overweging zal de CDA-fractie wat het wetsvoorstel betreft toch een tegenstem geven.

MevrouwSlagter-Roukema (SP):

Voorzitter. De SP-fractie zal tegen stemmen omdat wij het epd een technisch onveilig, privacy onvriendelijk en door de op alomvattendheid gerichte generieke opzet en de mogelijke uitbreidingen per AMvB zeer risicovol systeem vinden. Ik sluit mij overigens aan bij wat collega Franken net opmerkte. Wij vinden dat de minister tekort is geschoten in haar verdediging van het wetsvoorstel en ook in de verdediging van haar ministerie. Wij hopen dat de minister wil leren van dit proces en wij roepen haar op om haar verantwoordelijkheid te nemen in dezen en het initiatief te nemen voor een open discussie.

In stemming komt wetsvoorstel.

Devoorzitter:

Ik constateer dat het wetsvoorstel unaniem verworpen is.

Dan gaan wij nu over tot de stemming over de motie-Tan c.s. (31466, letter W). Ik heb begrepen dat mevrouw Tan het woord wenst om een wijziging in de motie aan te brengen.

MevrouwTan (PvdA):

Voorzitter. Het betreft hier een heel belangrijke motie omdat daarin wordt aangegeven hoe degenen die deze motie steunen, aankijken tegen de wijze waarop elektronische dossiervorming voor patiënten wel zal moeten gebeuren. In een schorsing vorige week hebben de woordvoerders intensief overleg gehad en in korte tijd overeenstemming bereikt. Vervolgens is de tekst met stoom en kokend water in de tekstverwerker gegaan. Wij hebben bij nader inzien toch enige correcties willen aanbrengen, zoals het noemen van push- en pullverkeer en correcties in de lay-out. Het overleg heeft niet stilgestaan en heeft geleid tot een wat ingrijpender wijziging. Dat leidt ertoe dat wij de motie eerst willen intrekken vanwege die ingrijpende wijziging. Vervolgens dienen wij de motie opnieuw in met een nieuwe tekst. Ik zal later een paar punten nader toelichten.

Devoorzitter:

Ik zie dit als een gewijzigde motie. De motie-Tan c.s. (31466, letter W) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat regionale elektronische patiëntendossiers veelal niet voldoen aan de in vigerende wetgeving (BIG, WGBO, Wbp) gestelde eisen;

overwegende dat de regionaal gehanteerde methoden en begrippen niet eenduidig zijn en dus multi-interpretabel;

overwegende dat een ontwikkeling van onderop het meest kansrijk is om te komen tot eenduidige dossiervorming en daarom beperking van het gegevensverkeer tot de regionale schaal vooralsnog de voorkeur verdient;

verzoekt de regering, binnen de wettelijke kaders van Wbp, BIG en WGBO te komen tot een nadere wettelijke regeling van:

  • - normen en standaarden voor zowel digitale dossiervorming en -ontsluiting als de overdracht van gegevens;

  • - eisen met betrekking tot de veiligheid;

  • - toezicht, handhaving en sancties;

  • - inzage door de patiënt, het verstrekken van afschrift aan de patiënt en transport van gegevens op verzoek van de patiënt,

teneinde veilig digitaal transport van gegevens (zowel pull als push) mogelijk te maken tussen zorgverleners binnen een regio;

verzoekt de regering voorts, de mogelijkheden te onderzoeken van een elektronische zorgpas die recht doet aan de zeggenschap van de patiënt over het eigen medisch dossier,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Tan, Hamel, Slagter-Roukema, Dupuis, Thissen en Van den Berg. Daarmee wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter Y (31466).

Ik zal deze gewijzigde motie ter kennis brengen van de minister en wij zullen volgende week over deze motie stemmen.

De heerFranken (CDA):

Kan de stemming niet over veertien dagen plaatsvinden, in verband met de vergadering van de Assemblee in Straatsburg? Ik zou het ook uitstekend vinden om er nu over te stemmen.

Devoorzitter:

Als de indienster er geen bezwaar tegen heeft om nu te stemmen en de Kamer op dit moment geen behoefte heeft aan een reactie van de minister, dan wil ik die motie nu in stemming brengen.

MevrouwSlagter-Roukema (SP):

Mijn fractie heeft wel behoefte aan commentaar van de minister.

MevrouwTan (PvdA):

Commentaar van de minister is uiteraard van belang, maar wij kunnen de minister ook vragen om in een later stadium te reageren. Het gaat met name om het laatste deel van het dictum: het onderzoeken van de mogelijkheden van een zorgpas om recht te doen aan de bevoegdheden van de patiënt inzake het eigen medicatiedossier. Wij willen graag van de minister horen hoe zij daartegen aankijkt. Wij hebben overwogen om een opt-in op te nemen, maar dat is niet meer nodig. Immers, nu het wetsvoorstel is vervallen, geldt de bepaling van de WGBO: expliciete toestemming vooraf van de patiënt. Wij gaan ervan uit dat de minister met de organisaties van de zorgverleners op een zorgvuldige manier deze motie zal uitvoeren, zodanig dat de continuïteit van de zorgverlening en de communicatie niet in gevaar komen. Onder die omstandigheden hebben wij er geen bezwaar tegen om er nu over te stemmen.

Devoorzitter:

Er is een verzoek uit de Kamer gekomen om commentaar van de minister te krijgen. Dat wordt door de SP-fractie op prijs gesteld. Ik wil daaraan graag tegemoetkomen, zoals dat gebruikelijk is in deze Kamer.

MevrouwDupuis (VVD):

De VVD-fractie steunt de opinie van mevrouw Tan. Wij denken dat commentaar van de minister na stemming over de motie, als zij wordt aangenomen, nog zeer relevant is.

Devoorzitter:

Kan de SP-fractie zich daarin vinden?

MevrouwSlagter-Roukema (SP):

De SP-fractie kan zich vinden in deze opvatting. Wij zien wel uit naar het commentaar van de minister, maar dat kan ook nadat de motie is aangenomen.

Devoorzitter:

Dan gaan wij nu stemmen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

De heerFranken (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie leest deze motie als een perspectief voor een nieuwe aanpak. Men laat de resultaten van investeringen, ook het LSP, in stand. Om die reden zullen wij voor deze motie stemmen.

De heerEngels (D66):

Voorzitter. Ik heb het genoegen om mede iets te zeggen namens de OSF-fractie. Dat zegt toch wel iets in het huidige tijdsgewricht.

Aanvankelijk heeft mijn fractie de motie die voorligt, ondertekend. Dat was vanuit de gedachte dat het goed is om tot een eenduidige wetgeving te komen over de vier centrale punten die zijn genoemd. In het overleg dat heeft plaatsgevonden tussen de woordvoerders de afgelopen weken is de motie zodanig gemodificeerd dat het centrale punt, niet nu fixeren op regionale uitwisseling van gegevens en het voor de toekomst uitsluiten van een landelijk schakelpunt, uiteindelijk uit de motie is verdwenen. Dat betekent dat wij de motie zoals die nu voorligt, niet zullen ondersteunen. Dat geldt kortheidshalve ook voor de motie die hierna nog aan de orde zal komen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Tan c.s. (31466, letter Y).

Devoorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de SP, de PvdA, de ChristenUnie, GroenLinks, het CDA, de VVD en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van D66 en de OSF ertegen, zodat zij is aangenomen. Ik merk hierbij op dat de Fractie-Yildirim afwezig is.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring over de tweede motie van mevrouw Tan.

De heerFranken (CDA):

Voorzitter. Wij achten deze motie innerlijk tegenstrijdig. Belangrijker nog is dat de strekking van deze motie is om af te breken wat er aan techniek is opgebouwd. Men straft de techniek voor gebreken in de organisatie van de zorg en dat is onterecht. Het LSP is technisch correct, alleen de veelheid van toegang is een onjuiste keuze. Het LSP afbreken is kapitaalvernietiging en nadelig voor de zorg in Nederland. Het kan heel goed worden uitgebouwd. Wij achten deze motie destructief en zullen tegenstemmen.

In stemming komt de motie-Tan c.s. (31466, letter X).

Devoorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, de SGP en de PvdA voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de OSF, D66 en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen. Ik merk hierbij wederom op dat de Fractie-Yildirim afwezig is.

Naar boven