Overwegingen ten aanzien van het besluit
dat de Parallelweg gelegen is binnen de bebouwde kom van de gemeente Brummen;
dat de Parallelweg in beheer is bij de gemeente Brummen;
dat de Parallelweg een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;
dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Brummen bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor de genoemde weg;
dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Brummen in het mandaatbesluit van 1 april 2016 is gemandateerd aan de procesmanager;
dat de wegencategorisering van het wegennet in de gemeente Brummen is opgenomen in het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoer Plan (hierna: GVVP)
dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijk beleid Duurzaam Veilig,
dat de Parallelweg is gecategoriseerd als erftoegangsweg (30 km/uur) en deel uitmaakt van het verblijfsgebied van Eerbeek;
dat de verkeersfunctie in een verblijfsgebied ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;
dat duurzaamheid en de verbetering van de luchtkwaliteit onderwerpen zijn die de laatste jaren flink aan belangstelling hebben gewonnen;
dat diverse landelijke en lokale maatregelen zijn getroffen om luchtkwaliteit te verbeteren en duurzaamheid te bevorderen;
dat één van deze maatregelen het bevorderen van het gebruik van elektrische voertuigen is, als alternatief voor voertuigen met een verbrandingsmotor;
dat het gebruik van elektrische voertuigen daardoor groeit en daardoor ook een toenemende vraag ontstaat naar openbare laadvoorzieningen in de openbare ruimte, ook in de gemeente Brummen;
dat de provincie Gelderland door middel van een openbare aanbesteding een marktpartij heeft gevonden die kan voorzien in het plaatsen van deze laadvoorzieningen;
dat de gemeente Brummen is aangesloten bij de bovengenoemde concessie en daardoor ook uitbreiding van de openbare laadvoorzieningen in de gemeente Brummen mogelijk is;
dat binnen deze concessie een aantal voorwaarden zijn geformuleerd ten aanzien van het aanvragen en de plaatsing van deze laadvoorzieningen;
dat een geschikte locatie is gevonden voor een laadvoorziening aan de Parallelweg te Eerbeek bij de parkeerplaatsen ter hoogte van Parallelweg 26;
dat om de laadvoorziening ten behoeve van elektrische voertuigen optimaal te benutten is het wenselijk om twee parkeerplaatsen bij deze voorzieningen te reserveren voor het opladen van een elektrisch voertuig;
dat deze maatregel gerealiseerd kan worden door het plaatsen van verkeersbord E4 van bijlage 1 van het RVV 1990 inclusief onderbord met de tekst ‘opladen elektrische voertuigen’ en onderbord OB504 ‘twee pijlen’, bij de parkeerplaatsen ter hoogte van Parallelweg 26;
dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen van het verkeersbord E4 van bijlage 1 van het RVV 1990 met een onderbord als hierboven genoemd een verkeersbesluit noodzakelijk is;
dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregel strekt tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid ervan;
dat het in artikel 2 van de WVW 1994 genoemde belang van het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding is bij het realiseren van deze maatregel, omdat een parkeerplaats wordt toegewezen aan een specifiek doeleinde, maar dat dit belang gelet op de voorgaande overwegingen in dit besluit als minder zwaarwegend wordt geacht dan de hiervoor genoemde belangen;
dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met gemandateerde van de korpschef van de politie, eenheid Oost-Nederland, district Noord en Oost Gelderland;
dat de politie een positief advies heeft afgegeven voor het nemen van dit besluit.