Amsterdam Oost, verkeersbesluit Cruquiusweg 20 aanleg elektrische oplaadplaats

 

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

 

 

g elet op :

  • de Wegenverkeerswet 1994;

  • het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

  • de bepalingen en de uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW);

  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • de Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022;

  • de ondermandaatbesluiten van de stadsdelen en stadsgebied.

 

Verder gelet op :

  • het Strategisch plan Laadinfrastructuur 2020-2030;

  • het Actieplan Schone Lucht (oktober 2019);

  • de inrichtingsprincipes voor een autoluwe stad (september 2019);

  • de agenda autodelen (februari 2019);

  • het Kennisplatform CROW Staat van de Mobiliteitstransitie (2016).

 

Overwegende dat :

  • de gemeente Amsterdam elektrisch vervoer stimuleert, zoals vastgesteld in de Agenda Duurzaamheid d.d. 11 maart 2015;

  • de gemeente Amsterdam dit in het Actieplan Schone Lucht (oktober 2019) heeft herhaald en daarbij inzet op intensivering van uitbreiding van de laadinfrastructuur;

  • de gemeente Amsterdam de strategie uiteen heeft gezet in het Strategisch plan Laadinfrastructuur 2020-2030;

  • elektrisch vervoer bijdraagt aan het verbeteren van de luchtkwaliteit en leefomgeving in Amsterdam;

  • voor elektrisch vervoer een openbaar netwerk van oplaadlocaties noodzakelijk is;

  • dit gebeurt door het aanwijzen en aanleggen van laadplekken voor elektrische voertuigen in Amsterdam;

  • de gemeente Amsterdam daarom sinds 2009 oplaadlocaties inricht en daartoe op de plekken laadpalen plaatst;

  • het beleid van de gemeente Amsterdam er op is gericht om bij een oplaadpunt een laadpaal met twee oplaadpunten aan te leggen zodat nieuwe uitbreidingsverzoeken kunnen worden verwezen naar bestaande laadpalen in de buurt om efficiënt gebruik te bevorderen en de hoeveelheid aan nieuwe infrastructuur op straat te beperken;

  • laadpalen in de publieke ruimte voor algemeen gebruik zijn bestemd; auto’s van bezoekers, deelauto’s, taxi’s en bestelverkeer (indien elektrisch) maken ook gebruik van het openbare oplaadnetwerk binnen het geldende parkeer/vergunning regime;

  • er geen openbare laadvoorzieningen worden gerealiseerd op basis van uitbreidingsverzoeken als sprake is van een ‘eigen terrein’;

  • oplaadplaatsen bij laadpalen alleen door elektrische voertuigen voor het laden gebruikt kunnen worden en dat de hoeveelheid parkeerruimte in de wijk voor niet-elektrische voertuigen of voertuigen die niet laden daardoor afneemt;

  • de gemeente Amsterdam het belang van het ontwikkelen van een openbaar oplaadnetwerk prevaleert boven het verlies aan parkeergelegenheid;

  • de gemeente Amsterdam streeft naar laadzekerheid voor de elektrische rijder. Bij de uitbreiding van het openbaar netwerk van oplaadpunten hanteert de gemeente Amsterdam aanvraaggestuurde of datagestuurde uitbreiding:

    • bij aanvraaggestuurde uitbreiding hanteert de gemeente Amsterdam de volgende uitgangspunten:

      • i.

        De aanvraag voldoet aan de volgende eisen:

        • 1.

          De aanvrager woont of werkt minimaal 18 uur in Amsterdam of Weesp.

        • 2.

          De aanvrager heeft geen eigen (bedrijfs)parkeerterrein. Daaronder valt een garage of een oprit, de mogelijkheid een parkeerplaats bij het huis te kopen of huren, de parkeergarage van een vereniging van eigenaren.

        • 3.

          De aanvrager heeft of komt in aanmerking voor een parkeervergunning in het vergunninggebied waarin een oplaadpunt wordt aangevraagd.

        • 4.

          Het voertuig van de aanvrager heeft een minimaal rijbereik van 45 elektrische kilometer (volgens Europese Typegoedkeuring).

        • 5.

          Het voertuig van de aanvrager is een personenauto (type M1) of een bestelauto in de voertuigspecificatie N1 of N2. Dit kan de aanvrager aantonen met een (voorlopige) koop- of leaseovereenkomst.

      • ii.

        Als een laadpunt reeds aanwezig is binnen 250 meter loopafstand van de aanvrager, gelden de volgende twee opties:

        • 1.

          is de gemiddelde bezetting van dit laadpunt >50% in de afgelopen twee maanden, dan wordt een nieuw laadpunt gerealiseerd;

        • 2.

          is de gemiddelde bezetting van dit laadpunt <50% in de afgelopen twee maanden, dan wordt de aanvrager verwezen naar een al bestaand laadpunt.

      • iii.

        Als er geen laadpaal aanwezig is op loopafstand van 250 meter van de aanvrager, dan wordt de aanvraag geaccepteerd en wordt een nieuwe laadpaal gerealiseerd;

    • Bij datagestuurde uitbreiding hanteert de gemeente Amsterdam de volgende uitgangspunten:

      • 1.

        Volgens prognose moeten 18.000 publieke laadpunten gerealiseerd zijn in 2030 (Laad Me, 2010) waarbij de bezettingsgraden van bestaande laadpunten een indicator zijn voor de locatie van bij te plaatsen laadpunten.

      • 2.

        Om deze prognose te halen worden 20 tot 30 laadlocaties per week in realisatie gebracht, op basis van bezettingsgraden van bestaande laadpunten over de afgelopen zes maanden. Daarbij wordt gekozen uit een lijst potentiële laadlocaties in de buurt van bestaande laadpunten met de hoogste gemiddelde bezettingsgraden.

      • 3.

        Er wordt bij het opstellen van deze lijst op CBS buurtniveau gekeken, omdat deze indeling van buurten geen overlap geeft met de indeling van parkeervergunningsgebieden. Daarnaast bestaan er in een buurt redelijke loopafstanden tot een laadpunt, waardoor de spreiding en loopafstand zo optimaal mogelijk is.

      • 4.

        Er wordt gekeken naar het drukste moment van de dag, omdat er voor de elektrische rijder ook op dat moment een vrij laadpunt in de buurt beschikbaar moet zijn.

  • de maatregel in dit besluit wordt genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer te voorkomen of te beperken;

  • het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een iedere kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van de betrokkenen behoren te blijven tenzij benadeelden onevenredig getroffen worden;

  • met betrekking tot de in dit besluit genoemde maatregelen conform artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde politie eenheid;

  • de in dit verkeersbesluit genoemde wegen of weggedeelten gelegen en onder beheer zijn van de gemeente Amsterdam.

 

Besluit:

  • 1.

    Twee parkeerplaatsen ter hoogte van perceel Cruquiusweg 20 (parkeervaknummers 124213486831 en 124219486831) aan te wijzen voor het opladen van elektrische voertuigen door het plaatsen van een bord conform model E8 (parkeergelegenheid alleen bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen) van Bijlage I van het RVV 1990, gecombineerd met onderbord OB504 met daarop afgebeeld twee pijlen op een hoek van 45° (RVV 1990).

 

Zoals aangegeven op onderstaande tekening.

Amsterdam, 16 oktober 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, namens hen,

 

Alieke Hordijk

Teammanager Expertisecentrum

Markten Gebied en Gebruik, Stadswerken

Oneens met dit besluit?

Hier leest u hoe u bezwaar kunt maken.

Let op: u kunt binnen zes weken na de dag waarop het besluit is verzonden bezwaar maken.

 

Het beste en het snelste kunt u via de website bezwaar maken:

•    Kijk op www.amsterdam.nl/bezwaar/JB

•    Vul het formulier in. U hebt hiervoor DigiD of E-herkenning nodig.

•    Stuur het formulier op via de website.

 

Als u niet in Nederland woont of u geen DigiD/E-herkenning kunt gebruiken.

Een brief versturen met daarin:

•    De datum

•    Uw naam, adres en telefoonnummer en eventueel uw e-mailadres.

•    Waarom u het niet eens bent met het besluit

•    Uw handtekening

•    Maak een kopie van het besluit en stuur deze mee.

De termijn van zes weken is heel belangrijk.

Misschien heeft u meer tijd nodig omdat u nog niet alle informatie heeft verzameld. Of omdat u nog met iemand wilt overleggen. Dan kunt u een voorlopig (pro forma) bezwaarschrift indienen.

U zet in het voorlopige bezwaar dat u de redenen waarom u bezwaar maakt zo snel mogelijk opstuurt. Daarna hoort u van ons wanneer u de redenen uiterlijk moet opsturen.

 

Dient iemand anders namens u het bezwaarschrift in? Stuur dan een machtiging mee.

 

U stuurt uw brief naar:

Gemeente Amsterdam

T.a.v. Juridisch Bureau

Postbus 483

1000 AL AMSTERDAM

 

Schorsende werking

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat wil zeggen: het besluit waartegen u bezwaar maakt, blijft geldig totdat over uw bezwaar is beslist.

 

Spoed? Voorlopige voorziening

Bij grote spoed kunt u (tegen kosten) een zogeheten voorlopige voorziening aanvragen. Dat is een spoedprocedure waarmee het genomen besluit tijdelijk kan worden ingetrokken en/of andere maatregelen kunnen worden getroffen. Een voorlopige voorziening vraagt u digitaal aan via:

 

http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor hebt u een DigiD nodig. Op deze site vindt u ook meer informatie.

 

of per post:

De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam

Afdeling Publiekrecht –teams bestuursrecht

Postbus 75850

1070 AW Amsterdam

Naar boven