Aanwijzingsbesluit 'parkeren grote voertuigen' APV Almelo

in de zin van artikel 5:8 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Almelo 2021

Int-79668

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Aanleiding

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Almelo 2021 (verder APV) bevat in hoofdstuk 5, Afdeling 1 een juridisch kader met betrekking tot het onderwerp ‘parkeerexcessen”. Onder een parkeerexces wordt volgens vaste jurisprudentie verstaan: “ieder excessief parkeren op de weg”; meer in het bijzonder:

- Het parkeren op de weg dat buitensporig is met het oog op de verdeling van de beschikbare parkeerruimte tegenover andere weggebruikers die ook de gelegenheid willen hebben om te parkeren en het op grond hiervan niet toelaatbaar wordt geacht.

- Wanneer het gebruik van de weg als parkeerplaats op zichzelf mag, maar dat de aard van het voertuig of het aantal te parkeren voertuigen relatief gezien een te grote ruimte opeist in vergelijking met de parkeerruimte van anderen.

- Wanneer het parkeren om andere redenen onaanvaardbaar wordt geacht, zoals het tegengaan van aantasting van de openbare orde of veiligheid (van personen) en de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente, voorkomen van uitzichtsbelemmering en stankoverlast.

Om dit tegen te gaan is er regelgeving opgenomen in de APV, waaronder in artikel 5:8. In dit artikel is onder meer bepaald dat (de zogenaamde grote) voertuigen binnen de bebouwde kom, doordeweeks na 18.00 uur alleen op aangewezen (plaatsen op de) wegen mogen parkeren. Bij besluit van 8 februari 2000 zijn 5 locaties aangewezen waar grote voertuigen binnen de bebouwde kom mogen parkeren. Deze locaties zijn door diverse wijzigingen in de fysieke omgeving niet meer geschikt. Daarom wijzen wij nieuwe locaties aan.

Wettelijk kader

Artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994 bepaalt dat een gemeente haar bevoegdheid behoudt om bij verordening regels vast te stellen ten aanzien van het onderwerp waarin deze wet voorziet (regels inzake het verkeer op de weg).

Artikel 5:8 eerste lid van de APV bepaalt dat het verboden is om een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

Artikel 5:8, tweede lid van de APV bepaalt dat het verboden is om een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte. In dit besluit wijzen wij 6 plaatsen aan waar wel geparkeerd kan worden.

Artikel 5:8, derde lid van de APV bepaalt dat het eerste en tweede lid niet van toepassing zijn op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden.

Artikel 5:8, vierde lid van de APV bepaalt dat het tweede lid voorts niet van toepassing is op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 08.00 tot 18.00.

Artikel 5:8, vijfde lid van de APV bepaalt dat het college ontheffing kan verlenen van de verboden.

Overwegingen

Het motief voor het reguleren van het parkeren van grote voertuigen binnen de bebouwde kom is de voorkoming van parkeerexcessen, meer in het bijzonder:

• Het voorkomen van de aantasting van het uiterlijk aanzien van de gemeente.

• De rechtvaardige verdeling van de beschikbare schaarse parkeerruimte.

• De beperking van de parkeerdruk in woonwijken.

• De behartiging van de verkeersveiligheid.

Als voorbeelden van parkeerexcessen, veroorzaakt door het parkeren van grote voertuigen kunnen de volgende gevaren en ongemakken worden genoemd:

• Het onvoldoende opvallen bij schemer en duisternis.

• Onvoldoende zichtbaarheid van tussen of achter deze voertuigen spelende kinderen.

• Belemmering uitzicht vanuit de woning.

• Het ernstig belemmeren van het uitzicht bij het gebruikmaken van de weg.

• Geluidsoverlast bij warmdraaien en wegrijden.

Het college wijst in dit aanwijzingsbesluit de bebouwde kom van Almelo aan als gebied waar het verboden is om te parkeren met grote voertuigen. Tegelijkertijd willen wij deze voertuigen wel de mogelijkheid geven ergens te kunnen parkeren. Daarvoor hebben wij 6 locaties geselecteerd.

Belangenafweging

Bij een besluit van algemene strekking, zoals dit besluit, wegen wij de algemene belangen (bereikbaarheid) af tegen de rechtstreeks betrokken belangen. Wij zijn ons ervan bewust dat (groepen) burgers en / of ondernemers nadeel kunnen ondervinden van het bestreden besluit, maar deze belangen wegen niet op tegen het algemene belang dat wij beogen met de invoering van het aanwijzingsbesluit. De meest nabij gelegen ondernemers zijn benaderd en zij hadden geen overwegende bezwaren tegen de aangewezen locaties.

Gehoord

Overeenkomstig artikel 23 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer is de eigenaar van de weg gehoord.

BESLUIT EN

 

  • I.

    De bebouwde kom aan te wijzen als de plaats waar het verbod geldt van het eerste en

tweede lid van artikel 5:8 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Almelo 2021.

  • II.

    Vervolgens te bepalen dat dit verbod niet geldt voor de volgende locaties:

1. Gemarkeerde locatie op de Van Maasdijkweg;

2. Gemarkeerde locatie op de Parmentierweg;

3. Gemarkeerde locatie op de Dollegoorweg;

4. Gemarkeerde locatie op Twentepoort Oost;

5. Gemarkeerde locatie op de parallelweg langs de Bedrijvenparksingel;

6. Gemarkeerde locatie op de Geysendorfferweg;

een en ander zoals weergegeven op de bij dit besluit behorende kaarten.

  • III.

    Het aanwijzingsbesluit van 8 februari 2000 in te trekken.

 

 

Uitvoering

  • De locaties worden voorzien van een markering en bebording. Alle verkeerstekens (verkeersborden, verkeerslichten en wegmarkering) die noodzakelijk zijn ter naleving van dit aanwijzingsbesluit worden aangebracht overeenkomstig de bepalingen en voorschriften van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

    In dit kader wordt gewezen op de plaatsing bij de komborden van de verbodsborden E201zb dan wel E201ze voor locaties waar het verbod niet geldt. De plaatsing van deze borden heeft als doel het APV-verbod voor het parkeren van grote voertuigen vorm te geven. Een dergelijk bord heeft uitsluitend een informerend karakter en is aldus niet vastgelegd in de wetgeving. Het bord heeft zelf geen betekenis maar informeert slechts over datgene dat in de APV is vastgesteld. De chauffeur van een groot voertuig is aldus op de hoogte dat het in het gebied waar hij zich bevindt verboden is om grote voertuigen te parkeren. Parkeert hij toch binnen het gebied dan kan hij op grond van de APV geverbaliseerd worden.

    Slotbepalingen

     

    • 1.

      Dit aanwijzingsbesluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

    • 2.

      Gelijktijdig met deze inwerkingtreding wordt het aanwijzingsbesluit van 8 februari 2000 ingetrokken.

    • 3.

      Dit aanwijzingsbesluit wordt aangehaald als “Aanwijzingsbesluit parkeren grote voertuigen gemeente Almelo 2022”.

     

Almelo, 12 april 2022

College van Burgemeester en wethouders van Almelo

Mededelingen

Bezwaar

Op basis van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 7:1) kan een belanghebbende tegen dit besluit een bezwaarschrift indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders. Het bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken na publicatie in het Gemeenteblad. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:

 

  • 1.

    de naam en het adres van de indiener;

  • 2.

    de dagtekening;

  • 3.

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • 1.

    de gronden van het bezwaar.

Voor behandeling van een bezwaarschrift bij de gemeente Almelo is geen griffierecht verschuldigd.

Voorlopige voorziening

In spoedgevallen is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van rechtbank Overijssel, afdeling bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle (telefoon 088 – 361 10 37). In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde hiervoor is dat u een bezwaarschrift hebt ingediend.

 

Naar boven