Uitvoeringsbesluit nadere regels stadsbrede autodeelvergunning Amsterdam

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 20, derde lid van de Parkeerverordening, waarin staat dat het college nadere regels kan vaststellen voor het verlenen van stadsbrede autodeelvergunningen,

 

besluit de volgende regeling vast te stellen:

 

Uitvoeringsbesluit nadere regels stadsbrede autodeelvergunning Amsterdam

Artikel 1 Moment van aanvragen en verlenen

  • 1.

    Aanvragen die worden ingediend tussen 1 januari 2020 en 31 januari 2020 worden niet eerder dan 1 maart 2020 verleend.

    • a.

      Wanneer voor 1 februari 2020 meer dan 2.500 stadsbrede autodeelvergunningen worden aangevraagd, dan loot een notaris aan welke organisaties de aangevraagde stadsbrede autodeelvergunningen per 1 maart 2020 worden verleend en worden de aanvragen van de overige organisaties afgewezen.

  • 2.

    Aanvragen die worden ingediend vanaf 1 februari 2020 worden niet eerder dan 1 maart 2020 verleend.

Artikel 2 Geldigheidsduur

De datum als bedoeld in artikel 27, derde lid, onder d van de Parkeerverordening 2013 is 1 maart 2023.

Artikel 3 Inzicht in gebruik

  • 1.

    Ter bescherming van de belangen als bedoeld in artikel 36, derde lid onder a en c van de Parkeerverordening 2013 verbindt het college de volgende voorschriften aan de stadsbrede autodeelvergunningen:

    • a.

      de autodeelorganisatie levert elk jaar in januari aan de gemeente de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar:

      • i.

        aantal gebruikers per dag.

      • ii.

        aantal unieke gebruikers per jaar.

      • iii.

        gemiddelde ritlengte in kilometers en tijd per auto én per vloot.

      • iv.

        locatie van de gehele vloot (tussen 24.00-07.00) op maand-niveau en op parkeervergunningsgebied geaggregeerd.

      • v.

        gemiddelde bezetting van de vloot ten opzichte van het aantal verleende vergunningen op jaarbasis.

    • b.

      de autodeelorganisatie zet op verzoek van de gemeente een door de gemeente opgestelde enquête uit onder haar gebruikers en levert de gemeente de ruwe, geanonimiseerde enquêteresultaten op.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 5 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als ‘Uitvoeringsbesluit nadere regels stadsbrede autodeelvergunning Amsterdam’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 november 2019.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Algemeen deel

Eind 2014 is het experiment ‘elektrisch autodelen zonder standplaats’ geëvalueerd met als belangrijkste conclusie dat het experiment bijdraagt aan het verminderen van autobezit in Amsterdam. Met het vaststellen van de Agenda Autodelen (februari 2019) heeft de gemeenteraad dan ook besloten het experiment om te zetten naar staand beleid.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

In de Agenda Autodelen is vastgelegd dat voor de stadsbrede autodeelvergunning een vergunningenplafond geldt van maximaal 2.500 vergunningen en dat iedere autodeelorganisatie dezelfde kansen moet krijgen om deze vergunning aan te vragen. Bij de start zal daarom bij meer dan 2.500 aanvragen geloot worden aan welke autodeelorganisatie de stadsbrede autodeelvergunningen worden verleend.

Wanneer bij de loting bijvoorbeeld 2.200 stadsbrede autodeelvergunningen zijn verleend, en de volgende ‘gelote’ aanvraag omvat 400 stadsbrede autodeelvergunningen, krijgt deze autodeelorganisatie de keuze: 300 stadsbrede autodeelvergunningen verleend krijgen of de aanvraag intrekken. In dat laatste geval vervolgt de notaris de loting.

 

Artikel 2

In de Agenda Autodelen is vastgelegd dat de stadsbrede autodeelvergunning voor een periode van drie jaar wordt verleend om autodeelorganisaties de zekerheid te geven over de periode waarbinnen zij hun diensten kunnen aanbieden.

 

Artikel 3

In de Agenda Autodelen is vastgelegd dat (meer) inzicht in het gebruik nodig is om te kunnen bepalen in hoeverre deze regeling bijdraagt aan de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van duurzaamheid, luchtkwaliteit en mobiliteit.

Naar boven