Handelingskader Tijdelijke wet maatregelen COVID-19, Barendrecht (Versie 21 september 2021)

 

1. Inleiding

 

In Nederland, maar ook wereldwijd, is er een uitbraak van het coronavirus. Ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid worden er maatregelen genomen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.

 

De maatregelen ter bestrijding van de covid-19 epidemie waren tot 1 december 2020 voor een belangrijk deel gebaseerd op aanwijzingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De voorzitters van de veiligheidsregio’s vertaalden deze aanwijzingen in noodverordeningen. Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (hierna: TWM) per 1 december 2020 is een einde gekomen aan deze structuur van aanwijzingen en noodverordeningen.

 

Met de TWM is een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg). Dit hoofdstuk bevat de wettelijke grondslag voor aanvullende maatregelen die nodig zijn ter bestrijding van het covid-19 virus. Deze aanvullende maatregelen zijn verder uitgewerkt in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 (hierna: TRM). De handhaving van de in hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling genoemde maatregelen is voor een groot deel belegd bij de burgemeester.

 

Met de per 25 september 2021 gewijzigde Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is de 1,5 meter maatregel komen te vervallen. Met deze regeling vervallen ook de algemene bezoekersnormen voor locaties en evenementen. Nu de veilige afstand op nul meter wordt vastgesteld, bestaat voor die normen geen aanleiding meer. Datzelfde geldt voor de verplichting om het publiek of de deelnemers te placeren en stromen van publiek te scheiden. Die verplichtingen zijn ook rechtstreeks met het aanhouden van de veilige afstand van anderhalve meter verbonden. Deze normen en voorwaarden komen dus eveneens te vervallen. Wel geldt dat op de plekken waar het door het loslaten van de 1,5 meter afstand drukker wordt, gewerkt dient te worden met het coronatoegangsbewijs. Vanaf 25 september is er in alle horeca (behalve afhaalrestaurants en bij eet- en drinkgelegenheid behorende terrassen in de buitenlucht), bij evenementen (zoals festivals, optredens, feesten en publiek bij professionele sportwedstrijden) en bij vertoning van kunst en cultuur (zoals in bioscopen en theaters) alleen toegang mogelijk met het coronatoegangsbewijs voor iedereen vanaf 13 jaar. Vanaf 14 jaar moet het gebruik van het coronatoegangsbewijs samen met het identiteitsbewijs worden gecontroleerd.

 

Aan de inzet van coronatoegangsbewijzen zijn voor de beheerder verder nog een aantal specifieke voorwaarden verbonden. In algemene zin geldt voor locaties dat er hygiënemaatregelen moeten worden getroffen. Bij de inzet van coronatoegangsbewijzen zijn verder ook registratie en een gezondheidscheck verplicht en moet er sprake zijn van gecontroleerde in- en uitstroom, een en ander voor dat deel van de locatie waarvoor coronatoegangsbewijzen verplicht zijn.

 

Alle evenementen kunnen weer plaatsvinden met een coronatoegangsbewijs. Voor evenementen buiten en evenementen binnen met een vaste zitplaats geldt geen maximaal aantal bezoekers en geen verplichte sluitingstijd. Evenementen binnen zonder vaste zitplaats kunnen maximaal 75% van de reguliere bezoekerscapaciteit toestaan en er geldt hier een verplichte sluitingstijd tussen 00.00 en 06.00 uur. Voor meerdaagse evenementen met overnachting geldt dat het coronatoegangsbewijs elke 24 uur moet worden gecontroleerd. In alle horeca blijft de verplichte sluitingstijd tussen 00.00 en 06.00 uur gelden.

 

In gebouwen op een luchthaven vanaf de securitycheck, in vliegtuigen, treinen, bussen, trams, metro, taxi’s en ander bedrijfsmatig persoonsvervoer blijft het gebruik van een mondkapje verplicht. De verplichting vervalt op perrons en stations.

 

In het mbo en hoger onderwijs vervalt vanaf 25 september de maximale groepsgrootte van 75 personen in het mbo en hoger onderwijs. In het voortgezet onderwijs, het mbo en hoger onderwijs vervalt de mondkapjesplicht buiten de les- of collegezalen. Verder geldt dat bij een enkele besmetting in een groep of klas in de kinderopvang en het primair onderwijs, het niet meer verplicht is dat de hele groep of klas in quarantaine gaat en getest wordt.

 

Gepaste handhaving van de maatregelen ter bestrijding van de epidemie blijft essentieel. Die handhaving ziet zowel op toezicht en waarschuwen, maar – in voorkomende gevallen – ook op verbaliserend en handhavend optreden. Daar waar aanspreken en waarschuwen onvoldoende resultaat geeft om naleving van de regels te bevorderen en te waarborgen, wordt strenger opgetreden. Dit geldt met name bij evidente gevallen van overtreding en gevallen waarbij na een waarschuwing of aanwijzing de overtreding niet wordt beëindigd.

 

We blijven een groot beroep doen op de burger en de ondernemers bij de naleving van de maatregelen. Er is daarom nog steeds een belangrijke rol en (eigen) verantwoordelijkheid weggelegd bij de exploitanten en/of verantwoordelijken en/of eigenaren van de verschillende voorzieningen die nog bezocht mogen worden en/of de samenkomsten die door hen worden georganiseerd. Deels door het opstellen en naleven van sectorspecifieke protocollen, zo nodig met behulp van de afwegingskaders van het RIVM (en de adviezen van de GGD), deels door bezoekers/burgers aan te spreken op de naleving daarvan. Met branches en bedrijven worden afspraken gemaakt over strikte naleving van de maatregelen en daar waar nodig worden protocollen aangescherpt.

 

Hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling vormen de juridische basis voor de in de sectoren en branches zelf opgestelde protocollen en voor de handhaving door de sector of brancheorganisaties zelf, indien zij daarin voorzien. Dergelijke protocollen vormen daarmee een nuttige invulling van de zorgplichten.

 

De bestuursrechtelijke handhaving van Hoofdstuk Va en de bijbehorende ministeriele regeling is in veel gevallen de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Dat is het geval op openbare plaatsen en op publieke plaatsen. Op besloten plaatsen is zowel de burgemeester bevoegd als de minister van VWS. Indien het gaat om een besloten plaats waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld: een kantoorpand) is de minister bevoegd om handhavend op te treden. Op overige besloten plaatsen is de burgemeester bevoegd.

 

De burgemeester heeft per locatie (besloten plaats1, publieke plaats2, openbare plaats3) verschillende bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden. Het kan, afhankelijk van het soort locatie, gaan om een aanwijzing aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een spoedbevel aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom en een bevel. Welke bevoegdheid het meest geschikt is, hangt in grote mate af van de concrete omstandigheden van het geval.

 

Daarnaast kan ook strafrechtelijk worden gehandhaafd op de maatregelen. In het algemeen geldt dat afhankelijk van de aard van de bepaling (en de specifieke omstandigheden van het geval) wordt gekozen voor bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke handhaving. Sommige overtredingen lenen zich meer voor bestuursrechtelijke handhaving (herstel) en andere meer voor een strafrechtelijke aanpak. Zo ligt het bestuursrechtelijk optreden meer in de rede als er handhavend opgetreden moet worden richting bedrijven, exploitanten en organisatoren of degenen die verantwoordelijk zijn voor de naleving van genomen maatregelen. Nadruk ligt dan immers op de naleving en het herstel en in overeenstemming brengen van de situatie met de geldende wet- en regelgeving. Strafrechtelijk optreden ligt meer in de rede als bestuursrechtelijke handhaving richting organisatoren en/of verantwoordelijken geen effect heeft of als sprake is van een exces. Strafrechtelijke handhaving is ook aangewezen in gevallen dat de verbodsbepaling gericht is tot de individuele burger en snelle normhandhaving een onmiddellijk effect dient te realiseren. In dergelijke gevallen zijn bestuursrechtelijke maatregelen minder aangewezen en/of effectief.

 

De burgemeester blijft bovendien bevoegd om op basis van andere lokale handhavingsarrangementen (aanvullende) maatregelen te treffen indien noodzakelijk. Hierbij kan worden gedacht aan handhavingsarrangementen op het gebied van horeca, evenementen, standplaatsen, markten etc. Zo kunnen overtredingen ook gevolgen hebben voor vergunningen.

 

Het toezicht op hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling berust bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de door de bij besluit van de minister van VWS aangewezen ambtenaren. Toezichthouders beschikken hierbij altijd over een discretionaire bevoegdheid.

 

Onderstaand volgt een handelingskader. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden kan de burgemeester besluiten van een maatregel af te zien, over te gaan tot een verzwaring of ook besluiten een of meerdere stappen over te slaan (en bijvoorbeeld een maatregel te treffen waar normaliter eerst een waarschuwing zou volgen).

2. Handhaving verboden

2.1 Openstelling publieke plaatsen

Een publieke plaats wordt slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat hygienemaatregelen worden getroffen en dat degene die geplaceerd is, uitsluitend van de aangewezen plaats gebruik maakt.

 

Gezondheidscheck en in- en uitstroom publiek

Voor plaatsen waar op grond van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 gebruik gemaakt dient te worden van het coronatoegangsbewijs geldt naast de hierboven genoemde voorwaarden dat de beheerder er zorg voor draagt dat bij aankomst van het publiek een gezondheidscheck wordt uitgevoerd en dat een gecontroleerde in- en uitstroom van publiek plaatsvindt.

 

Registratieplicht

Voor de publieke plaatsen waar een plicht tot het uitvoeren van een gezondheidscheck geldt, geldt bovendien dat de beheerder er zorg voor dient te dragen dat:

  • a.

    het publiek in de gelegenheid gesteld wordt de volgende gegevens beschikbaar te stellen ten behoeve van de mogelijke uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst

    • I.

      volledige naam;

    • II.

      datum en tijdstip van aankomst;

    • III.

      e-mailadres; en

    • IV.

      telefoonnummer;

  • b.

    toestemming gevraagd wordt voor de verwerking en overdracht van de onder a bedoelde gegevens ten behoeve van de uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst. Daarbij wordt vermeld dat het geven van deze toestemming vrijwillig is;

  • c.

    de onder a genoemde gegevens op zodanige wijze worden verwerkt dat daarvan geen kennis kan worden genomen door ander publiek;

  • d.

    de onder a genoemde gegevens uitsluitend worden verwerkt voor de uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst, veertien dagen worden bewaard en daarna worden vernietigd.

Eet- en drinkgelegenheden en coronatoegangsbewijzen

Een eet- en drinkgelegenheid wordt slechts opengesteld voor publiek, indien de beheerder er zorg voor draagt dat, met inachtneming van artikel 6.30 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19:

  • a.

    alleen publiek wordt toegelaten met een geldig coronatoegangsbewijs;

het vereiste van een geldig coronatoegangsbewijs en geldig identiteitsbewijs duidelijk zichtbaar en leesbaar voor het publiek en een toezichthouder is aangegeven bij de toegang tot de eet- en drinkgelegenheid. Personen t/m twaalf jaar mogen zonder geldig coronatoegangsbewijs worden toegelaten. Personen t/m 13 jaar mogen zonder geldig identiteitsbewijs worden toegelaten.

 

Het hierboven gestelde geldt niet voor een eet- en drinkgelegenheid:

  • a.

    in een uitvaartcentrum of in een andere locatie waar een plechtigheid plaatsvindt ten behoeve van een uitvaart;

  • b.

    in zorglocaties voor patiënten en cliënten en bezoekers van patiënten en cliënten;

  • c.

    die zich bevindt op een luchthaven na de securitycheck;

  • d.

    binnen een locatie waar besloten en georganiseerde dagbesteding plaatsvindt voor kwetsbare groepen;

  • e.

    op verzorgingsplaatsen langs wegen die behoren tot het hoofdwegennet;

  • f.

    waar uitsluitend sprake is van verkoop, aflevering of verstrekking van etenswaren of dranken voor gebruik anders dan in de eet- en drinkgelegenheid, mits de duur van het verblijf van publiek in de richting zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • g.

    in een internationale trein.

Bovendien geldt het hierboven gestelde niet voor de bij een eet- en drinkgelegenheid behorende terrassen in de buitenlucht die aan de bovenzijde of aan drie zijden open zijn.

 

Een eet en drinkgelegenheid wordt verder tussen 00.00 uur en 06.00 uur niet opengesteld voor publiek.

 

Ventilatienormen horecalokaliteit

Een publieke plaats die een horecalokaliteit is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet wordt slechts voor publiek opengesteld indien die is voorzien van een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande goed werkende mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit van 3,8•10-3 m3/s per m2 vloeroppervlakte.

 

Indien sprake is van een horecalokaliteit die gevestigd is in een rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet geldt het hierboven genoemde niet, mits de luchtverversing op een andere wijze dan voorzien in het eerste lid wordt gerealiseerd en dit leidt tot een luchtkwaliteit in de horecalokaliteit die vergelijkbaar is met de luchtkwaliteit die zou worden gerealiseerd door middel van de hierboven bedoelde mechanische ventilatie-inrichting.

 

Het hierboven genoemde is bovendien niet van toepassing op een horecalokaliteit ten behoeve waarvan voor 14 augustus 2021 een vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf op grond van artikel 3 van de Alcoholwet is aangevraagd, die niet voor 1 juli 2021 is verleend, tenzij:

  • a.

    zich in die horecalokaliteit op 14 augustus 2021 een ventilatie-inrichting bevindt als bedoeld in het eerste lid;

  • b.

    in die horecalokaliteit een op of na 14 augustus 2021 aangeschafte of bestelde ventilatie-inrichting wordt geplaatst.

Locaties voor kunst en cultuur en coronatoegangsbewijzen

Een locatie voor de vertoning van kunst en cultuur wordt slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat, met inachtneming van artikel 6.30 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19:

  • -

    alleen publiek wordt toegelaten met een geldig coronatoegangsbewijs

  • -

    het vereiste van een geldig coronatoegangsbewijs en geldig identiteitsdocument duidelijk zichtbaar en leesbaar voor het publiek en een toezichthouder is aangegeven bij de toegang van de locatie voor de vertoning van kunst en cultuur

Personen t/m twaalf jaar mogen zonder geldig coronatoegangsbewijs worden toegelaten. Personen t/m 13 jaar mogen zonder geldig identiteitsbewijs worden toegelaten.

De verplichting om te werken met een coronatoegangsbewijs geldt niet voor doorstroomlocaties4, de vertoning van kunst en cultuur in het kader van onderwijsactiviteiten in het primair en voortgezet onderwijs en de vertoning van kunst en cultuur behorende bij de reguliere exploitatie van bibliotheken.

 

Handhavingslijn voorwaarden openstelling publieke plaats:

  • -

    Ondernemers leven de gestelde voorwaarden na op basis van eigen verantwoordelijkheid en handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de organisator (high trust, high penalty);

  • -

    Bij niet naleving van de voorwaarden, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Bij een volgende constatering volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel en/of bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd op grond van artikel 58u, derde lid, onder a Wpg;

  • -

    Bij een volgende overtreding van artikel 58h Wpg volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;

Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 174 Gemeentewet (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.

2.2 Evenementen

Een evenement wordt slechts georganiseerd indien de organisator er zorg voor draagt dat:

  • a.

    bij aankomst van de deelnemers een gezondheidscheck wordt uitgevoerd;

  • b.

    de deelnemers in de gelegenheid gesteld worden de volgende gegevens beschikbaar te stellen ten behoeve van de mogelijke uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst:

    • 1°.

      volledige naam;

    • 2°.

      datum en tijdstip van aankomst;

    • 3°.

      e-mailadres; en

    • 4°.

      telefoonnummer;

  • c.

    toestemming gevraagd wordt voor de verwerking en overdracht van de onder b bedoelde gegevens ten behoeve van de uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst. Daarbij wordt vermeld dat het geven van deze toestemming vrijwillig is.

  • d.

    de onder b genoemde gegevens op zodanige wijze worden verwerkt dat daarvan geen kennis kan worden genomen door ander publiek;

  • e.

    de onder b genoemde gegevens uitsluitend worden verwerkt voor de uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst, veertien dagen worden bewaard en daarna worden vernietigd;

  • f.

    hygiënemaatregelen worden getroffen.

Het hierboven genoemde, onder a tot en met e , geldt niet voor:

  • -

    uitvaarten en warenmarkten.

  • -

    evenementen in doorstroomlocaties.

Evenementen en coronatoegangsbewijzen

Een evenement wordt slechts georganiseerd, indien de organisator er zorg voor draagt dat, met inachtneming van artikel 6.30 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19:

  • a.

    het evenement plaatsvindt op een afgesloten locatie;

  • b.

    . alleen deelnemers worden toegelaten met een geldig coronatoegangsbewijs

  • c.

    het vereiste van een geldig coronatoegangsbewijs en geldig identiteitsdocument duidelijk zichtbaar en leesbaar voor de deelnemers en een toezichthouder is aangegeven bij de toegang tot het evenement;

  • d.

    Een gezondheidscheck wordt uitgevoerd bij aankomst van een deelnemer;

  • e.

    gewerkt wordt met toegangskaarten die voor toelating worden verstrekt.

Personen t/m twaalf jaar mogen zonder geldig coronatoegangsbewijs worden toegelaten. Personen t/m 13 jaar mogen zonder geldig identiteitsbewijs worden toegelaten.

 

Bovenstaande is niet van toepassing op uitvaarten, warenmarkten, evenementen waarbij sprake is van doorstroom van de deelnemers, sportwedstrijden van amateurs en evenementen behorende bij de reguliere exploitatie van een bibliotheek of een buurt- of wijkcentrum.

 

Een geheel of gedeeltelijk ongeplaceerd evenement binnen waarbij geen sprake is van doorstroom van de deelnemers wordt slechts georganiseerd indien de organisator er zorg voor draagt dat alleen deelnemers worden toegelaten tot maximaal drie vierde van de reguliere capaciteit van de locatie, de deelnemers worden gespreid en het evenement niet wordt georganiseerd tussen 00.00 uur en 06.00 uur.

 

Onverminderd artikel 6.30, van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 wordt een evenement dat meer dan vierentwintig uur duurt en waar personen overnachten, slechts georganiseerd indien de organisator er zorg voor draagt dat de locatie waarop het evenement plaatsvindt ten minste elke vierentwintig uur wordt ontruimd waarna de deelname aan het evenement opnieuw een aanvang kan nemen.

Handhavingslijn overtreden voorwaarden organiseren evenement:

  • -

    Organisatoren leven de gestelde voorwaarden na op basis van eigen verantwoordelijkheid en handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de organisator (high trust, high penalty);

  • -

    Bij niet naleving van de voorwaarden, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van het evenement op grond van artikel 58n (voor besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (voor publieke plaatsen) of artikel 58m (voor openbare plaatsen). Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom kunnen worden opgelegd op grond van artikel 58u, derde lid, onder a Wpg.

  • -

    Indien het evenement plaatsvindt op een publieke plaats of de reguliere exploitatie van een instelling of publieke plaats betreft geldt de handhavingslijn van paragraaf 2.1.

2.3 Personenvervoer

Mondkapjesplicht

Personen van dertien jaar en ouder dienen een mondkapje te dragen in:

  • a.

    het openbaar vervoer en ander bedrijfsmatig personenvervoer, mits het vervoer, niet zijnde vervoer met een luchtvaartuig, primair de verplaatsing van de ene naar de andere locatie behelst en het vervoer geen recreatieve activiteit is;

  • b.

    gebouwen op luchthavens vanaf de securitycheck, , met uitzondering van de daar gelegen besloten plaatsen.

Deze plicht geldt niet voor:

  • a.

    leerlingen tijdens leerlingenvervoer van en naar een instelling voor voortgezet onderwijs;

  • b.

    personen tot en met zeventien jaar die deelnemen aan vervoer van en naar de locatie waar jongeren jeugdhulp ontvangen of zorglocaties voor jeugd;

  • c.

    personen die het vervoer uitvoeren voor zover zij zich in een afgesloten ruimte bevinden ten opzichte van de passagiers;

  • d.

    personen die vanwege een beperking of een ziekte geen mondkapje kunnen dragen;5

  • e.

    begeleiders van personen met een verstandelijke beperking, voor zover deze personen van het door begeleiders dragen van een mondkapje ernstig ontregeld raken, en voor personen die spreken met iemand die vanwege een auditieve beperking moet kunnen spraakafzien;

  • f.

    personen in ander bedrijfsmatig personenvervoer, indien in het voertuig maximaal twee personen aanwezig zijn;

  • g.

    personen aan wie krachtens een wettelijke bepaling gevraagd wordt hun mondkapje af te zetten om zich te identificeren met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, op het moment van identificatie;

  • h.

    personen waarbij het dragen van een mondkapje de goede en veilige uitoefening van hun werkzaamheden in het kader van beroep of bedrijf onmogelijk maakt.

Handhavingslijn:

  • -

    Reizigers leven het gebod op het dragen van een mondkapje na op basis van eigen verantwoordelijkheid. Zorgdragen voor de handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de vervoerder. De vervoerder spreekt de reizigers aan op het dragen van een mondkapje;

  • -

    Enkel bij excessen (passagier die voertuig of andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening niet wenst te verlaten en geen mondkapje wil dragen) zal de toezichthouder ter plaatse worden gevraagd. Primair zal de toezichthouder de passagier uit het voertuig verwijderen en in het uiterste geval wordt proces-verbaal opgemaakt o.g.v. artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.6

Zorgplicht vervoerder

De aanbieder van voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer heeft op grond van artikel 58k Wpg de plicht om zodanige voorzieningen te treffen dat de daar aanwezige personen de in de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen.

 

Handhavingslijn:

  • -

    Vervoerders richten voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer zodanig in en nemen daarmee samenhangende maatregelen zodat reizigers zich houden aan de in de Wpg gestelde regels;

  • -

    Bij overtreding van het verbod door de vervoerder, wordt door de burgemeester in overleg getreden met de vervoerder over de vervolgstappen.

  • -

    Beëindiging van personenvervoer geschiedt volgens artikel 58p, eerste lid, van de Wpg bij ministeriele regeling.

2.4 Contactberoepen

De beoefenaar van een contactberoep draagt er zorg voor dat bij het publiek bij aankomst een gezondheidscheck is uitgevoerd. Daarnaast dient de beoefenaar van een contactberoep klanten en patiënten in de gelegenheid te stellen de volgende gegevens beschikbaar te stellen ten behoeve van de mogelijke uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst:

  • -

    Volledige naam;

  • -

    Datum en tijdstip van aankomst;

  • -

    E-mailadres; en

  • -

    Telefoonnummer.

De beoefenaar van een contactberoep dient toestemming te vragen voor de verwerking en overdracht van deze gegevens ten behoeve van de uitvoering van bron- en contactopsporing door de GGD. Daarbij dient te worden vermeld dat het geven van deze toestemming vrijwillig is.

 

De gegevens worden op zodanige wijze verwerkt dat daarvan geen kennis kan worden genomen door andere klanten. De gegevens dienen uitsluitend te worden verwerkt voor de uitvoering van bron- en contactopsporing door de GGD, dienen veertien dagen te worden bewaard en dienen daarna te worden vernietigd door de beoefenaar van het contactberoep.

 

De gezondheidscheck en registratieplicht geldt niet voor zorgverleners, sekswerkers en mantelzorgers, met dien verstande dat sekswerkers er zorg voor dragen dat bij aankomst van het publiek een gezondheidscheck wordt uitgevoerd.

 

Handhavingslijn:

  • -

    Ondernemers leven het gebod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het gebod, wordt een dringend beroep op de overtreder gedaan om de overtreding ongedaan te maken (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Bij een volgende constatering volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom / bestuursdwang worden opgelegd op grond van artikel 58u, derde lid, onder b, Wpg;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel op grond van artikel 174 Gemeentewet en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) op grond van artikel 174 Gemeentewet worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg.

2.5 clusterbesmettingen

Bij publieke plaatsen die gekoppeld worden aan meerdere besmettingen of clusters van besmettingen via het bron- en contactonderzoek van de GGD, kan de burgemeester op grond van artikel 174 Gemeentewet over gaan tot sluiting van deze plaatsen.

 

Handhavingslijn:

  • -

    Ondernemers leven het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid, nemen maatregelen en gaan vrijwillig over tot sluiting van de inrichting;

  • -

    Indien die ondernemers niet vrijwillig overgaan tot sluiting volgt er een sluitingsbevel op grond van artikel 174 Gemeentewet.

2.6 Demonstraties

Demonstraties worden gereguleerd door de Wom en zijn niet gereguleerd in de Wpg.

 

Specifieke uitgangspunten inzake demonstraties zijn:

  • -

    De individuele deelnemer van een demonstratie heeft in de eerste plaats een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om zijn of haar gezondheid;

  • -

    Daarnaast heeft de organisator van de demonstratie een verantwoordelijkheid voor de gezondheid voor de deelnemers van de demonstratie.

In het kader van de bestrijding van de pandemie, neemt de lokale overheid daar bovenop ook maatregelen. Daarbij geldt:

  • -

    De landelijke richtlijnen zijn leidend;

  • -

    Het recht om te demonstreren is een grondrecht;

  • -

    Demonstreren is een essentieel onderdeel van een democratische rechtstaat.

Handhavingslijn:

  • -

    Organisator wijzen op risico’s van de demonstratie voor de volksgezondheid (artikel 2 Wom) en de regels gesteld in de Wpg;

  • -

    Afhankelijk van grootte en aard demonstratie kunnen aanwijzingen worden gegeven (artikel 6 Wom) of kan de burgemeester besluiten om de demonstratie te beëindigen op grond van de artikelen 7 en 8 Wom;

  • -

    In geval van beëindiging maakt de politie het besluit van de burgemeester kenbaar dat de manifestatie is beëindigd (vordering) en dat men uiteen moet gaan (waarschuwing);

  • -

    Handhaven volgt indien de opdracht niet wordt opgevolgd (lees: demonstratie gaat door). Strafbaarstelling staat in art. 11 Wom;

  • -

    Opdracht tot beëindiging van de burgemeester vastleggen in mutatie/proces-verbaal van de politie. De vordering vastleggen in mutatie/proces-verbaal van de politie.

Indien een kennisgeving wordt gedaan, volgt de reguliere procedure van de Wom. De burgemeester kan naar aanleiding van een kennisgeving beperkingen of voorschriften stellen of een verbod geven (met inachtneming van de doelcriteria uit artikel 2 Wom).

3. Uitgangspunten

 

Voor de concrete handhaving van de Wpg gelden de volgende uitgangspunten:

  • -

    High trust, high penalty;

  • -

    De bestrijding van de pandemie vereist vergaande maatregelen waarbij het belang van de gezondheid prevaleert boven het belang van onderdelen van de economie;

  • -

    Een geconstateerde overtreding dient direct ongedaan gemaakt te worden en toezichthouders kunnen hiertoe het gesprek aangaan en aanwijzingen geven. De toezichthouders beschikken hierbij over een discretionaire bevoegdheid;

  • -

    Handhaving is in beginsel reactief en start nadat melding is gedaan van een overtreding of als sprake is van een heterdaad constatering (routinematig, n.a.v. melding/klacht en bij excessen);

  • -

    Operationalisering van de handhaving van de Wpg is een gezamenlijke opdracht. Degene die constateert (via melding of eigen waarneming) is verantwoordelijk voor de handhaving en de afstemming hierover met de partners;

  • -

    Bij beperkte capaciteit ligt de prioriteit bij ernstige overtredingen en/of ernstige gezondheidsrisico’s;

  • -

    De handhaving richt zich in eerste instantie op de eigenaar/ organisator en in beginsel niet op personeel en/of de gasten;

  • -

    De handhaving is gefaseerd en in eerste instantie niet gericht op aanhouding, maar op het beëindigen van de overtreding en herstel van de situatie;

  • -

    Bij de handhaving geldt:

    • o

      dat het gericht is op het stoppen van de overtreding en dit inhoudt dat men kan waarschuwen, verbaliseren en/of het opmaken van een bestuurlijke rapportage;

    • o

      dat men in eerste instantie waarschuwt, maar dat bij het bewust overtreden van de maatregelen een proces-verbaal volgt;

    • o

      dat bij een eerdere waarschuwing en bij het opnieuw overtreden van de maatregelen een proces-verbaal volgt;

    • o

      dat bij illegale bijeenkomsten een proces-verbaal volgt, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen groepsvorming (een ieder) en feesten (de organisator en voor zover mogelijk de deelnemers);

    • o

      dat bevindingen altijd worden vastgelegd.

  • -

    De Officier van Justitie gaat in beginsel over de opsporing en handhaving van strafbare feiten.

4. Communicatie

 

Via de communicatie van de gemeente Barendrecht over de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 worden de doelgroepen geïnformeerd over landelijke coronamaatregelen en het geldende handelingskader. Publicatie vindt ook plaats op de website en in het Gemeenteblad.

Ondertekend op 25 september 2021,

De burgemeester,

Drs. J. van Belzen

Naar boven