Gemeenteblad van Vlaardingen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlaardingen | Gemeenteblad 2021, 312488 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlaardingen | Gemeenteblad 2021, 312488 | beleidsregel |
Beleid sluiting voor het publiek openstaande gebouwen gemeente Vlaardingen
Op grond van artikel 2.54, lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019 (hierna: APV) kan de burgemeester, indien de openbare orde dit naar zijn oordeel vereist, de gehele of gedeeltelijke sluiting bevelen van een voor het publiek openstaand gebouw - niet zijnde een openbare inrichting - of een bij dat gebouw behorend erf.
Het doel van deze sluitingsbevoegdheid is het herstel van de openbare orde en de veiligheid, het weren en terugdringen van criminaliteit in en vanuit voor publiek openstaande gebouwen, alsmede het beëindigen van aanhoudende en ontoelaatbare overlast die niet met andere middelen afdoende kan worden bestreden. Als één van deze doelen is aangetast kan gebruik worden gemaakt van de sluitingsbevoegdheid.
Relatie met andere bevoegdheden tot sluiting
In geval er sprake is van een ordeverstoring, die concreet voorzienbaar is en een actuele dreiging vormt voor de ordelijke gang van zaken, biedt artikel 174 Gemeentewet in eerste instantie uitkomst. Sluiting op grond van de Gemeentewet kan echter slechts voor een beperkte periode en bij een directe (dreiging van) ernstige verstoring van de openbare orde. Er moet sprake zijn van de noodzaak tot onmiddellijk ingrijpen. Als, gelet op de aard en ernst van de overtreding, langere sluiting gewenst is of wanneer sluiting op grond van de Gemeentewet niet mogelijk is, biedt artikel 2.54 van de APV hiertoe een bevoegdheid.
Sluiting op deze grond is niet mogelijk voor zover dat reeds mogelijk is op een andere grond genoemd in de APV of hogere regelgeving zoals artikel 13b Opiumwet. De sluitingsbevoegdheid van artikel 2.54 APV ziet uitsluitend op voor publiek openstaande gebouwen of bij die gebouwen behorende erven en niet op woningen.
Criminaliteit die openbare orde aantast
De volgende criminele activiteiten worden in ieder geval aangemerkt als een gevaar voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid, wanneer zij in of vanuit een voor publiek toegankelijk gebouw plaatsvinden (lijst niet limitatief):
Doel van de sluiting is, naast het wegnemen van het gevaar voor de openbare orde, om de loop naar een pand voor criminele activiteiten (en het faciliteren daarvan) eruit te halen. De naamsbekendheid van een pand voor dergelijke activiteiten moet worden doorbroken. Doordat de maatregel zich richt op het pand, kunnen de activiteiten ook niet door een rechtsopvolger worden voortgezet.
Op grond van artikel 2.54 van de APV kunnen gebouwen ook worden gesloten indien er sprake is van aanhoudende en ontoelaatbare overlast. Deze overlast heeft tot gevolg dat het woon- en leefklimaat in de omgeving van het betreffende pand zwaar onder druk staat.
Ontoelaatbare overlast moet los gezien worden van de effecten die redelijkerwijs van een voor publiek openstaand gebouw mogen worden verwacht, zoals het geluid van het op normale wijze komen en gaan van bezoekers, al dan niet gebruik makend van (gemotoriseerde) vervoermiddelen. Met de aanwezigheid van bepaalde bedrijven is in planologisch opzicht al rekening gehouden. Op dit punt kunnen vaak maatregelen worden genomen via het stellen van een nadere eis aan de vergunning voor het bedrijf op grond van de milieuregelgeving of de regelgeving voor horeca.
Ontoelaatbare overlast is in veel gevallen afkomstig van komende en vertrekkende bezoekers. Voorbeelden van factoren bij ontoelaatbare overlast zijn o.a. het hard dichtslaan van portieren, geschreeuw, toeteren, wegscheurende gemotoriseerde voertuigen, geruzie, licht handgemeen, het bij herhaling ledigen van maag- of blaasinhoud in de omgeving van het gebouw of bedrijf. Daarnaast kan er sprake zijn van intimidatie van (buurt)bewoners.
De combinatie van ontoelaatbare overlast en aanhoudende overlast maakt het ertoe dat de overlast als zware overlast wordt aangemerkt. Bij meldingen van zware overlast is het van belang een zo goed mogelijk feitelijk beeld te hebben van de situatie en de gebeurtenissen. In geval van (klachten over) zware overlast moet het volgende in ieder geval duidelijk zijn:
Bij het bepalen van de duur van de sluiting wordt onderscheid gemaakt tussen de sluiting als gevolg van criminele activiteiten en die als gevolg van overlast. Sluiting van een pand geschiedt voor minimaal drie maanden. Dit is noodzakelijk om de naamsbekendheid van een pand voor dergelijke activiteiten te doorbreken en de loop uit een pand te halen. Op basis van de ernst van de situatie kan de burgemeester eerst een waarschuwing geven, de sluitingstermijn verkorten of verlengen. Bij deze afweging spelen onder andere de duur van de (criminele) activiteiten, de ernst van de situatie, de verwijtbaarheid van de eigenaar / gebruiker en de impact op de directe omgeving een rol.
Bij de duur van een sluiting wordt onderscheid gemaakt tussen de eigenaar / gebruiker die adequaat optreedt en degenen die dit niet doen. Dit betekent dat als de eigenaar / gebruiker geen verwijt treft, een sluiting van minimaal drie maanden en maximaal zes maanden worden opgelegd. Indien er wel sprake is van een verwijtbare situatie (de activiteiten zijn getolereerd, gefaciliteerd, aan deelgenomen etc.) is er sprake van verzwarende omstandigheden. In die gevallen volgt een sluiting voor de duur van minimaal zes maanden of voor onbepaalde tijd.
Aangezien bij overlast vaak subjectieve gevoelens meespelen zal bij overlast in het algemeen eerst een gesprek en een bestuurlijke waarschuwing volgen. Het is dus niet zo dat bij overlast onmiddellijk sluiting volgt. Indien dit geen effect heeft en de overlast blijft aanhouden, wordt de overlast aangemerkt als aanhoudende en ontoelaatbare overlast (zware overlast). Op het moment dat zware overlast wordt vastgesteld zal worden overgegaan tot een (gedeeltelijke) sluiting van het pand. Als er sprake is van verzwarende omstandigheden (bijv. verwijtbaarheid van de gebruiker/eigenaar) of excessen dan kunnen stappen worden overgeslagen (bijv. direct overgaan tot opleggen van sluitingstijden zonder voorafgaande waarschuwing) of kan een zwaardere maatregel worden genomen (bijv. verhoging van de sluitingstermijn).
In geval van criminele activiteiten of zware overlast in of vanuit een pand wordt altijd overgegaan tot een spoedsluiting. De spoedsluiting duurt voort met een maximum van twee weken, totdat de burgemeester een definitief besluit heeft genomen en wordt geëffectueerd door overdracht van de sleutels, verzegeling van het pand en het aanbrengen van een sluitingsbevel op het pand.
De burgemeester kan op verzoek van belanghebbenden een sluiting voor onbepaalde duur opheffen. Uit feiten en omstandigheden moet dan blijken dat er geen sprake is van (dreiging van) herhaling van de gedragingen die tot de sluiting hebben geleid. In zeer bijzondere gevallen (bijvoorbeeld bij wijziging van de bestemming van het pand, waarin de inrichting is gevestigd) kan de burgemeester ambtshalve een tijdelijke sluiting opheffen.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de opgelegde maatregelen niet aan een persoon of ondernemer kleven, maar aan het pand waaruit de overlast wordt veroorzaakt of waar de criminele activiteit plaats vond. In veel gevallen is het doel van de sluiting namelijk ook om de ‘loop’ naar een pand voor die activiteiten eruit te halen. Als de maatregel niet pandgebonden was zou dit doel niet bereikt kunnen worden. Een sluiting kan ook niet worden voorkomen of opgeheven door bijvoorbeeld het bedrijf te verkopen of in de Kamer van Koophandel over te schrijven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-312488.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.