Gemeenteblad van Valkenburg aan de Geul
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Valkenburg aan de Geul | Gemeenteblad 2021, 277599 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Valkenburg aan de Geul | Gemeenteblad 2021, 277599 | ander besluit van algemene strekking |
Privacy protocol Bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit Gemeente Valkenburg aan de Geul
Gemeente, politie en andere ketenpartners werken samen bij de integrale aanpak van complexe veiligheidsvraagstukken, waaronder criminaliteitsbestrijding. Om criminaliteit zo effectief mogelijk te kunnen bestrijden en daardoor de veiligheid te vergroten is het nodig dat gemeenten, politie en andere partijen informatie met elkaar delen en de onderlinge uitwisseling goed geregeld hebben.
In het kader van de uitvoering van haar taken beschikt de gemeente over een schat aan informatie, die van belang kan zijn voor de criminaliteitsbestrijding. Een deel van die informatie kan en mag de gemeente gebruiken voor de veiligheidsvraagstukken, maar er is ook een belangrijk deel dat gebonden is aan privacywetgeving waardoor het delen van gegevens niet is toegestaan of aan zware beperkingen is gebonden.
Dit levert een groot dilemma op. Aan de ene kant hebben we de taak1 en ook diverse wettelijke mogelijkheden (denk onder meer aan de wet Bibob) om bij te dragen aan de bestrijding en voorkoming van criminaliteit en willen we voorkomen dat we als gemeente (ongewild) bijdragen aan de ondermijnende effecten daarvan. Aan de andere kant willen we dat onze burgers er ook op kunnen vertrouwen dat wij hun privacy beschermen en de daarvoor in de wet opgenomen regels naleven.
Om uit dit dilemma te komen is belangenafweging en besluitvorming van bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijken nodig. Dit protocol heeft als doel bestuur en management een kader te bieden voor de afweging van deze tegengestelde belangen en daarover besluiten te nemen.
2. Doel en uitgangspunten van dit protocol
De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft een coördinator bestuurlijke aanpak (hierna: CBA) aangesteld, die de organisatie ondersteunt bij het voorkomen en bestrijden van ondermijning. Informatieverwerking over personen en organisaties is voor de doeltreffendheid van het werk van de CBA van cruciaal belang.
De CBA ontvangt signalen over vermoedens van ondermijnende activiteiten uit haar professionele netwerk, vanuit burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijven, politie en andere overheidsorganisaties.
Daarnaast genereert de CBA signalen door bestandvergelijking uit te voeren en de resultaten te analyseren. Als de informatie daar aanleiding voor is, is het noodzakelijk deze te delen met organisatieonderdelen die mogelijk (onbewust) betrokken zijn (geraakt) bij ondermijning of dit door hun handelen (onbewust) faciliteren.
Zowel het genereren en verwerken van signalen als de uitwisseling van informatie, waaronder persoonsgegevens tussen CBA en de andere organisatieonderdelen in het kader van de aanpak van ondermijning dient met inachtneming van wet- en regelgeving op het gebied van privacy plaats te vinden.
De uitwisseling van persoonsgegevens tussen CBA en de uitvoeringsorganisatie stuit echter in een aantal gevallen op de grenzen van de wettelijke mogelijkheden. In het bijzonder betreft dit de wetgeving op het gebied van het sociaal domein (Participatiewet, WMO, Jeugdwet). Het Model privacy protocol2 bevat uitgebreide analyses van de ruimte voor binnengemeentelijke gegevensuitwisseling in relevante wet- en regelgeving.
Ondanks dat de ruimte voor gegevensuitwisseling vanuit sommige taakvelden zeer beperkt is of ontbreekt, is de noodzaak tot gegevensuitwisseling soms zeer urgent. De gemeente Valkenburg aan de Geul heeft in dat soort gevallen toch de behoefte om over te gaan tot het delen van informatie. Met dit privacy protocol wil de gemeente Valkenburg aan de Geul de benodigde waarborgen inbouwen die eventuele risico’s voor de privacybescherming tot een minimum beperken.
De uitgangspunten van dit privacy protocol zijn:
Voldoen aan Avg en overige privacy voorschriften bij de uitwisseling van persoonsgegevens, en waar dit niet of niet volledig kan, in het bijzonder aandacht besteden aan:
Alleen de strikt noodzakelijke gegevens ten behoeve van data-analyse, signaalverwerking en -verrijking en concrete acties c.q. interventies worden gedeeld en benut.
Er wordt in dit protocol dan ook tot uitgangspunt genomen dat het delen van signalen met de CBA op rechtmatige wijze geschiedt. Vanzelfsprekend zal een verstrekker van een signaal wel steeds moeten vaststellen of die verstrekking in lijn is met de privacyregelgeving.
Na vaststelling van dit protocol zal er periodiek worden geëvalueerd. Indien werkprocessen of wet- en regelgeving worden aangepast of er sprake is van nieuwe verschijningsvormen van ondermijning, kan dit van invloed zijn op de rechtmatigheid van verwerkingen van persoonsgegevens en dit kan leiden tot aanpassing van het protocol.
Procesfases van belang voor dit protocol
In deze procesbeschrijving draait het om het verwerken en registreren van signalen en het aanpakken van signalen van ondermijnende activiteiten. Het proces verloopt met het oog op proportionaliteit en subsidiariteit in vier fases en met de inzet in die fases van de CBA die waarborgt dat de verschillende fases ook op juiste wijze worden gevolgd. Hieronder worden de verschillende fases toegelicht.
Daarbij geldt dat de beoordeling van een binnengekomen signaal het startpunt van het protocol vormt.
Figuur 1: Procesfasen, ontleend aan Model privacy protocol Minister van Veiligheid en Justitie
Het doel van deze gefaseerde aanpak is om per fase een afweging te kunnen maken of er een noodzaak is om persoonsgegevens te verwerken, welke gegevens dat zijn en of dat leidt tot vervolgfasen (triages).
Signalen van binnen en buiten de organisatie of als resultaat data-analyse
Een signaal is binnen het kader van dit protocol een aanwijzing of meerdere aanwijzingen dat bepaalde gedragingen en/of situaties mogelijk verband zouden kunnen houden met verschijningsvormen van georganiseerde criminaliteit dan wel dat zich een handhavingsknelpunt, bijvoorbeeld in het buitengebied, voordoet dan wel dat bepaalde gedragingen en of situaties mogelijk relevant zijn voor de toepassing van de Wet Bibob. Bijlage 2 bevat een nadere concretisering van wat een signaal kan inhouden.
Signalen kunnen afkomstig zijn van burgers en professionals of voortvloeien uit resultaten van data-analyse. Zie ook figuur 2.
Figuur 2: Klassieke en data-gedreven signaalverwerking
Fase 1 Ontvangst, intake en registratie signaal
Fase 1 heeft betrekking op het beoordelen van signalen van burgers en professionals op criminele activiteiten, onrechtmatigheden en maatschappelijke dreigingen. Een signaal kan op verschillende manieren binnenkomen zoals per mail, via een meldkaart of via het online meldpunt ondermijning. Ook kan naar signalen worden gezocht door middel van data-analyse.
Voor de beoordeling van een signaal is van belang te weten wat het signaal inhoudt en of het betrekking heeft op ondermijning. Dat betreft de eerste weging. Een signaal wordt bij de intake beoordeeld op grond van een aantal kenmerken en indicatoren, die zijn weergegeven in bijlage 2.
Er dient tenminste sprake te zijn van één van de indicatoren en/of categorie van personen. Daarnaast wordt gekeken naar de indicatoren signalering, die nader zijn uitgewerkt in een lijst met red flags. Deze lijst is niet limitatief.
De CBA registreert elk signaal in een overzicht van signalen. Dit overzicht bevat de inhoud van het signaal, de naam van de persoon op wie het signaal betrekking heeft en het resultaat van een eerste onderzoek van de CBA.
Voordat het signaal verder in behandeling/onderzoek te nemen, beoordeelt de CBA of het signaal betrekking heeft;
Deze vragen beantwoordt de CBA door een of meerdere signalen te vergelijken met informatie uit open bronnen zoals het Handelsregister (bij de Kamer van Koophandel), het eigendommenregister (bij het Kadaster), publicaties (al dan niet op internet) en bekende informatie binnen het vakgebied Ondermijning.
Na dit eerste onderzoek volgt een eerste beslismoment:
Verder in behandeling nemen kan inhouden, dat de CBA het signaal:
naar de bevoegde toezichthouders van een ander gemeentelijk team stuurt, die vervolgens het signaal vertalen naar concrete acties of verder onderzoek uitvoeren binnen het kader van de eigen wettelijke taken en bevoegdheden. Bijv. vermoeden van uitkeringsfraude - signaal naar sociale zaken / sociale recherche.
De behandelaars onder a en b koppelen het resultaat van hun handelen terug naar de CBA. De CBA noteert dat resultaat in het overzicht van signalen. Dat kan inhouden, proces beëindigd of proces wordt voortgezet en eventueel in samenwerking met welke partij. Als het proces wordt voortgezet, koppelt de behandelaar het eindresultaat terug aan het eind van het proces. Het signaal wordt bewaard tot 1 jaar na het moment waarop het eindresultaat is geregistreerd en daarna binnen 1 maand verwijderd.
Aan het einde van fase 1 is vastgesteld of het signaal:
-betrekking heeft op ondermijning;
-mogelijk aanleiding kan vormen voor inzet van een gemeentelijke taak of bevoegdheid (het zal hierbij veelal gaan om wettelijke taken en bevoegdheden die toezien op openbare orde bevoegdheden en bevordering van de leefbaarheid); én
-betrekking heeft op een subject of object dat binnen de gemeente woont resp. is gevestigd.
Alleen als dat zo is, komt fase 2 in beeld.
Fase 2: Weging zwaarte signalen (derde weging)
De CBA zet fase 2 in als het signaal in fase 1 in relatie kan worden gebracht met ondermijning. Dit start met een eerste nadere verkening. De CBA vraagt de naar aanleiding van de inhoud van het signaal relevante gemeentelijke afdelingen/teams na te gaan of er in relatie tot het signaal relevante informatie over een (rechts)persoon bekend is. Afdelingen/teams raadplegen hiervoor de bronnen waarover zij de beschikking hebben zoals BAG, BRP, informatie van vergunningverlening en toezicht- en handhaving. Daardoor ontstaat meer zicht op de inhoud en omvang van het signaal op basis waarvan de CBA kan beoordelen of een vervolg van fase 3 nodig is.
Fase 3: Hit No Hit en beslissen vervolgaanpak
Als er in een (bron)bestand van een gemeentelijke afdeling gegevens over een persoon of organisatie die in het signaal voorkomen, bekend zijn, maakt de afdeling dit bekend bij de CBA en levert gegevens die de CBA nodig heeft om te beoordelen of deze gegevens het signaal bevestigen of versterken. Indien dit het geval blijkt te zijn dan is er een ‘hit’.
Als er geen hit is na raadpleging van de gemeentelijke bronnen dan volgt verder geen actie. De naar aanleiding van het signaal ontvangen informatie wordt tijdelijk bewaard in de niet-actieve omgeving van het signalenregister. De verzamelde informatie leidt niet tot verder onderzoek en blijft bewaard gedurende 1 jaar na het beslismoment en wordt daarna binnen 1 maand vernietigd.
Bij een hit beslist de CBA op basis van de beoordeling van de verzamelde informatie wat er verder met die informatie gaat gebeuren.
De volgende acties zijn mogelijk.
Om een beter beeld te krijgen van alle digitale informatie uit gemeentelijke bronnen en -systemen plant de CBA zo nodig, een signaaloverleg in met interne bij de casus betrokken collega’s om de casus te bespreken met het doel verdere beeldvorming, verrijking van het signaal en het beoordelen van concrete interventiemogelijkheden. Elke afdeling treedt, zo nodig, op conform eigen bevoegdheden en instrumentarium. De CBA zorgt voor de overall-regie en planning.
b) Controle door de BOA/Toezichthouder
De CBA stuurt het signaal of de casus door naar de buitengewone opsporingsambtenaar en of toezichthouder die - zo nodig -ondersteund door de lokale politie (sterke arm) en andere partners een flexcontrole 3uitvoert ter plaatse om overtredingen te constateren en vast te leggen zodat hier handhavend tegen kan worden opgetreden door de gemeente. De toezichthouder of BOA stemt de controleresultaten af met de handhavingsjurist en/of de afdeling vergunningverlening en koppelt terug naar de CBA. De CBA verwerkt het resultaat in het signalenregister.
c) Delen met RIEC-partner(s) en verrijking informatie door RIEC
Informeel afstemmen signaal binnen cluster ondermijning en met de wijkagent. Het signaal en/of de casus wordt, zonodig, opgevoerd in het RIECIS-systeem (afgeschermde database) en onder het samenwerkingsconvenant van het RIEC Limburg gebracht waar lokale screening en bespre-king in het lokale RIEC-overleg plaatsvindt met de accountmanager RIEC en partners om te komen tot een verrijkt beeld van informatie met het doel (mogelijke) concrete interventies af te spreken of te besluiten om de casus in te brengen op het Informatieplein RIEC.
Dit is het proces waar het signaal wordt verrijkt met summiere informatie van ketenpartners zodat deze weging kan plaatsvinden.
De CBA brengt het signaal, via een signaaldocument, in bij het Informatieplein van het RIEC Limburg omdat er sprake is van een georganiseerd samenwerkingsverband en zware criminaliteit waarvoor in de uitvoering van concrete interventies meer capaciteit en externe partners nodig zijn. Deze stap volgt, zo nodig, na stap c. Dit is het moment waarop alle gemeentelijke informatie wordt gedeeld binnen het RIEC-samenwerkingsverband. En ook alle beschikbare informatie van externe partners wordt gedeeld. Aan deze vergaande informatie-uitwisseling ligt het RIEC-convenant en het privacy protocol RIEC ten grondslag.
De in fase 4 gebruikte begrippen
Gelegenheidsstructuren: een gelegenheid en/of een opeenstapeling van gelegenheden welke zich voordoen in de bestuurlijke, maatschappelijke en zakelijke omgeving die faciliterend werken voor het plegen van bestuursrechtelijk of strafrechtelijk of civielrechtelijk te sanctioneren gedragingen en waarin personen samenwerken die deze gedragingen faciliteren.
RIEC-convenant: het Convenant ten behoeve van de Bestuurlijke en Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen.
Privacy protocol RIEC: het Privacy protocol behorende tot en deel uitmakende van het RIEC-convenant.
Signaaloverleg: overleg na de eerste weging van signaal van de desbetreffende gemeentelijke onderdelen die een hit op een signaal hebben.
Hit: als van een persoon bepaalde gegevens in een bronbestand van een gemeentelijk onderdeel voorkomen, is sprake van een ‘hit’: de betrokken persoon/bepaalde informatie is bekend binnen de gemeente in het kader van onrechtmatigheden dan wel maatschappelijke bedreigingen.
Plan van aanpak / Interventies: door een gemeentelijk onderdeel of in gezamenlijkheid van gemeentelijke onderdelen schrijven van een plan ten behoeve van uitvoering van de zijnde wettelijke instrumenten om ondermijning te doen staken.
In dit protocol wordt verstaan onder:
Algemene verordening gegevensverwerking
Er is geen exacte definitie van ondermijning te geven. Grofweg betekent het de vermenging van de onderwereld en de bovenwereld, de sluipende bedreiging van de integriteit van het openbaar bestuur, overheidsambtenaren en bedrijfsleven, bedreigde bestuurders en ambtenaren, afpersingspraktijken, de innesteling van criminele fenomenen in buurten en woonwijken of het ontstaan van ‘vrijplaatsen’. Het is een maatschappelijk probleem waar de gemeente dus ook mee te maken heeft
Een signaal is een aanwijzing of meerdere aanwijzingen dat bepaalde gedragingen en/of situaties mogelijk verband zouden kunnen houden met (verschijningsvormen van) georganiseerde criminaliteit dan wel dat zich een handhavingsknelpunt voordoet dan wel dat bepaalde gedragingen en of situaties mogelijk relevant zijn voor de toepassing van de Wet Bibob. Bijlage 2 bevat een nadere concretisering van wat een signaal kan inhouden
Plan van aanpak / Interventies :
Door een gemeentelijk onderdeel of in gezamenlijkheid van gemeentelijke onderdelen schrijven van een plan ten behoeve van uitvoering van de zijnde wettelijke instrumenten om ondermijning te doen staken
Een gemeentelijk overleg die op het signaaloverleg en een vervolgonderzoek kan volgen. De coördinator bestuurlijke aanpak ondermijning voert de regie over het dit overleg waarbinnen een plan van aanpak wordt opgesteld. Dit is de start van fase 4 van het protocol.
Personen en organisaties die een melding doen / een signaal van afgeven van mogelijke ondermijning
In dit protocol wordt hieronder verstaan een persoon of meerdere personen waarop een signaal betrekking heeft of kan hebben
Registratie van signalen en van de vervolgbehandeling van een signaal (signalenregister)
Coördinator bestuurlijke aanpak (CBA):
Functionaris gegevensbescherming :
Functionaris als genoemd in de AVG, belast met het toezicht op de naleving van dit protocol
Waar in dit protocol termen worden gebruikt die overeenstemmen met definities uit artikel 4 AVG wordt aan deze termen de betekenis van de definities uit de AVG toegekend.
Artikel 2. Doel van de gegevensverwerking
Het doel van de verwerking van persoonsgegevens die deel uitmaken van een of meerdere signalen is:
Artikel 3. Verwerkingsverantwoordelijke
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Valkenburg aan de Geul zijn ieder voor zich verwerkingsverantwoordelijke voor verwerkingen van de persoonsgegevens die plaatsvinden binnen de gemeente en waarvoor zij als verwerkingsverantwoordelijke zijn aangemerkt in het Register van verwerkingsactiviteiten Valkenburg aan de Geul.
Artikel 4. Grondslag voor de verwerking
De grondslag voor de verwerking van (persoonsgegevens die deel uitmaken van) signalen is dat de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de goede vervulling van de gemeentelijke taken van de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken, te weten het voorkomen dat de verwerkingsverantwoordelijken ongewild meewerken aan ondermijning respectievelijk het bestrijden van ondermijning met bestuursrechtelijke instrumenten.
Artikel 5. Categorieën van betrokkenen en de verwerkte persoonsgegevens
Artikel 6. Categorieën van ontvangers
Artikel 7. Beheer en toegang tot het bestand
Het afdelingshoofd Bedrijfsvoering van de gemeente Valkenburg aan de Geul is beheerder van het bestand. Hij draagt zorg voor het dagelijks beheer van het bestand, waaronder de beveiliging van de persoonsgegevens, de informatieverstrekking aan betrokkene en de afhandeling van de door betrokkene uitgeoefende rechten.
Artikel 8. Beveiliging van persoonsgegevens
De beheerder draagt zorg voor passende technische en organisatorische maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking.
Hiertoe behoren in ieder geval:
Artikel 9. Bewaartermijn en verwijdering
De CBA legt de motivatie voor het niet voldoen aan de informatieplicht op grond van lid 1 van dit artikel schriftelijk vast en legt vast wanneer zij verwacht dat betrokkene wel geïnformeerd kan worden, alsook van welke omstandigheden dit afhankelijk is, hoe periodiek wordt getoetst of deze omstandigheden nog aanwezig zijn en hoe dan wel wanneer Betrokkene geïnformeerd zal worden.
Artikel 11. Rechten van betrokkenen
De bij dit Protocol gevoegde bijlagen maken deel uit van dit Protocol.
Artikel 13. Looptijd en evaluatie
Artikel 14. Datum inwerkingtreding
Dit protocol treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.
Dit protocol kan worden aangehaald als: “Privacyprotocol Ondermijning Valkenburg aan de Geul 2020”
BIJLAGE 1: bij artikel 6 Privacy Protocol Categorieën persoonsgegevens
Van de personen over wie wordt gemeld, kunnen onderstaande gegevens, afhankelijk van de inhoud van de melding/signaal in de verschillende fases worden verwerkt en geregistreerd in het bestand.
In fase 1 van het Privacy Protocol zijn dit de volgende gegevens:
Informatie uit systemen van uitkeringen, hulpmiddelen WMO, zorgbudget (PGB) van sociale zaken (gesloten bron). Bijv. Is er wel/niet een uitkering verstrekt? en of er andere bronnen van inkomsten zijn en zo ja welke soort uitkering? (geen volledige SUWI-net gegevens en niet de hoogte van andere uitkeringen zoals bijv. WAO- of WW-uitkering) Ook kan -zo nodig- andere informatie over een uitkeringsaanvraag relevant zijn, dit bespreken en eventueel in samenwerking met sociale recherche laten verstrekken.
BIJLAGE 2 bij artikel 6 Categorieën personen als onderdeel van de checklist beoordelen signalen Ondermijning
Deze checklist bestaat uit twee onderdelen.
Aan de hand van deze checklist beoordeelt de CBA of een signaal betrekking kan hebben op ondermijning. De beoordeling bestaat uit twee stappen.
De inhoud van de checklist is afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen en kan derhalve niet als limitatief worden beschouwd.
De CBA registreert persoonsgegevens van personen die in hun hoedanigheid als beschreven in de onderstaande lijst, mogelijk betrokken kunnen zijn bij de omschreven criminele activiteit.
Omschrijving van de (criminele) activiteiten en rollen van (al dan niet bewust) betrokken personen
Algemeen ondermijnende activiteiten
Mensenhandel, -smokkel en uitbuiting (o.a. illegale prostitutie)
Georganiseerde hennepteelt/drugs(-handel)
Fraude en/of witwassen en daaraan gerelateerde vormen of andere vormen van financieel-economische criminaliteit (o.a. ook illegaal gokken/heling/underground banking)
Kenmerken van ondermijnende criminaliteit
Voor de bepaling of sprake kan zijn van ondermijnende criminaliteit bekijkt de CBA of het signaal een van de onderstaande kenmerken bevat:
Deze lijst bevat indicatoren (feiten, waarnemingen, waarderingen/aannames), met betrekking tot een object, persoon of rechtspersoon, die kunnen duiden op ondermijnende activiteiten. Deze indicatoren zijn afkomstig van verschillende bronnen die de CBA benadert op basis van de inhoud van een signaal.
Loverboys: minderjarigen (< 18 jaar)
T.a.v. verstrekking hypotheek en bouwdepot
T.a.v. transport hypotheekakte
T.a.v. ongebruikelijke geldstroom
Gebruik/exploitatie van een pand
T.a.v. gebruik pand voor mensenhandel
Bijlage 3: Criteria voor het beoordelen van de noodzaak om gegevens te verstrekken door vakafdelingen/teams aan de CBA
Vanuit de Avg-principes van proportionaliteit en subsidiariteit is het noodzakelijk dat de vakafdelingen de verstrekking van persoonsgegevens aan de CBA beperken tot die gevallen, waarin, na afweging van alle belangen, een serieuze indicatie bestaat dat een persoon is betrokken bij ondermijnende criminele activiteiten.
De vakafdelingen en -teams genereren (al dan niet bewust) informatie die de basis kan zijn voor een signaal dat mogelijk kan leiden tot ondermijning. De organisatieonderdelen beoordelen aan de hand van de volgende criteria per geval of er een noodzaak is om de CBA om advies te vragen.
Voor adresfraude onderzoeken, project LAA en BRP-controles bevraagt burgerzaken de CBA actief of er informatie bekend is binnen ondermijning, in de gevallen dat uit het werkproces de volgende informatie kan worden gedestilleerd:
Werkveld Reisdocumenten en rijbewijzen
Vergunningverlening deelt informatie met de CBA indien die informatie betrekking heeft op:
nieuw ingekomen vergunningaanvragen (inclusief gevallen waar vooroverleg plaatsvindt en principeverzoeken). De CBA maakt deel uit van het toetsingsproces en adviseert (o.b.v. een quick scan) of vergunningverlening onbewust criminelen of criminele activiteiten faciliteert met een begunstigende beschikking
Sociaal Domein verstrekt de CBA informatie die voortvloeit uit:
Werkveld Werk en Inkomen, Schulden, Zorg.
Toelichting op privacy protocol ondermijning
Gemeente, politie en andere ketenpartners werken samen bij de integrale aanpak van complexe veiligheidsvraagstukken, waaronder criminaliteitsbestrijding. Om criminaliteit zo effectief mogelijk te kunnen bestrijden en daardoor de veiligheid te vergroten is het nodig dat gemeenten, politie en andere partijen informatie met elkaar delen en de onderlinge uitwisseling goed geregeld hebben.
In het kader van de uitvoering van haar taken beschikt de gemeente over een schat aan informatie, die van belang kan zijn voor de criminaliteitsbestrijding. Een deel van die informatie kan en mag de gemeente gebruiken voor de veiligheidsvraagstukken, maar er is ook een belangrijk deel dat gebonden is aan privacywetgeving waardoor het delen van gegevens niet is toegestaan of aan zware beperkingen is gebonden.
Dit levert een groot dilemma op. Aan de ene kant hebben we de wettelijke en maatschappelijke plicht om bij te dragen aan de bestrijding en voorkoming van criminaliteit en willen we voorkomen dat we als gemeente (ongewild) bijdragen aan de ondermijnende effecten daarvan. Aan de andere kant willen we dat onze burgers er ook op kunnen vertrouwen dat wij hun privacy beschermen en de daarvoor in de wet opgenomen regels naleven.
Om uit dit dilemma te komen is belangenafweging en besluitvorming van bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijken nodig. Dit protocol heeft als doel bestuur en management een kader te bieden voor de afweging van deze tegengestelde belangen en daarover besluiten te nemen.
Aan de hand van ontwikkelingen worden eerst de problemen geschetst waarvoor de gemeente zich gesteld ziet in het kader van de georganiseerde misdaad en hoe de gemeente kan en moet bijdragen aan het oplossen daarvan in het bijzonder door het uitwisselen van informatie (§2). Vervolgens wordt ingegaan op de knelpunten die het dilemma veroorzaken (§3) en een onderbouwing van de noodzaak om tot een protocol te komen (§4). De inhoud van het protocol is opgenomen in §5.
Ondermijnende criminaliteit en aanpak
Georganiseerde criminaliteit start, wordt ondersteund en in stand gehouden met ondermijnende activiteiten, zoals omschreven in bijlage 2.
Door de verwevenheid van de onder- en bovenwereld is het mogelijk dat de gemeente onbewust criminele activiteiten faciliteert middels subsidies, vergunningen, uitkeringen etc. Dit leidt tot aantasting van de integriteit van de overheid en is onwenselijk.
De negatieve gevolgen van georganiseerde criminaliteit blijken omvangrijker te zijn en dieper in de samenleving geworteld dan aanvankelijk gedacht. De (sluimerende) aanwezigheid van georganiseerde criminaliteit en ondermijnende activiteiten kan leiden tot de aantasting van de veiligheid en leefbaarheid in de wijk en ernstige gevolgen hebben voor de samenleving of de maatschappelijke integriteit.
Het is een maatschappelijk vraagstuk en dat vereist een integrale en maatschappelijke aanpak. De gemeente heeft een belangrijke rol in de aanpak van dit maatschappelijke probleem. Samenwerking en gecoördineerd en gezamenlijk optreden is noodzakelijk. Hierover bestaat een brede consensus onder onderzoekers, experts en betrokken overheidsorganisaties.
Een uitsluitend strafrechtelijke en/of fiscaal-rechtelijke aanpak is niet voldoende. Pieter Tops en Jan Tromp concluderen in het boek “De achterkant van Nederland” dat strafrecht alleen onvoldoende effectief is voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit en slechts een deel van het probleem zal oplossen.
Een deel van oplossing is gelegen in de bestuurlijke aanpak. In die aanpak worden bestuursrechtelijke instrumenten ingezet om de criminaliteit te voorkomen en te bestrijden. Denk daarbij aan de integriteitsonderzoeken die de gemeente kan uitvoeren, bijvoorbeeld bij de behandeling van vergunningaanvragen of bij verkoop van grond. Daarbij gaat het niet alleen meer om of een aanvraag voldoet aan de wettelijke eisen, maar ook of de aanvrager van onbesproken gedrag is.
3. Aanpak Valkenburg aan de Geul
In het kader van de bestrijding van de georganiseerde misdaad werkt de gemeente Valkenburg aan de Geul al een aantal jaren samen met de regiogemeenten en partners als de rijksbelastingdienst, politie, sociale zekerheidsinstellingen in het Regionaal informatie en expertisecentrum (RIEC). De gemeente Valkenburg aan de Geul zit in de opstartfase wat betreft de samenwerking met de regiogemeenten. Wel werkt onze gemeente intensief samen met de volgende partners: rijksbelastingdienst, politie, sociale zekerheidsinstellingen in het Regionaal informatie en expertisecentrum (RIEC). In RIEC-verband vindt de informatie-uitwisseling plaats die nodig is voor de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Partners leveren informatie aan over de echt grote zaken (volgens criteria van het RIEC). Andere zaken komen voor rekening van de deelnemers, die deze desgewenst kunnen opschalen naar RIEC-casuïstiek.
Verwerken van signalen / (anonieme) meldingen
De gemeente Valkenburg aan de Geul ontvangt soms (anonieme) meldingen en signalen van ondermijnende activiteiten die niet of niet direct passen binnen het georganiseerd samenwerkingsverband van het RIEC maar wel relevant zijn voor de gemeentelijke taakuitvoering. De gemeente is een toegangspoort voor burgers, inwoners, bedrijven, organisaties en externe samenwerkingspartners om meldingen te doen van onrechtmatige zaken waartegen de gemeente in bestuursrechtelijke zin kan optreden. De gemeente heeft zelf een belangrijke signaalfunctie, die voortvloeit uit de taakuitvoering van de afdelingen.
Naast de klassieke vorm van signaalverwerking is de gemeente Valkenburg aan de Geul van plan om het analyseren, combineren en interpreteren van data uit openbare bronnen en uit bronnen waarover zij zelf beschikt uit te voeren om zo patronen te herkennen die kunnen duiden op criminaliteit. Zo kan bijvoorbeeld herkend worden dat op een adres in het buitengebied 20 personen in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, terwijl de (bedrijfs)woning zo klein is, dat er maar 2 mensen zouden kunnen wonen. Een nader onderzoek van het adres moet duidelijk maken wat er zich daar afspeelt. Dat betekent uitwisseling van informatie met de controleur van de basisregistratie.
Door het verwerken van de signalen en meldingen krijgt Valkenburg aan de Geul zicht op lokale (sociale) structuren en kan zodoende informatie- en ondermijnende activiteiten in kaart brengen.
De gemeente beschikt over verschillende bestuursrechtelijke instrumenten die haar in staat stellen om barrières op te werpen tegen criminele activiteiten of hiertegen handhavend op te treden.
Een instrument betreft het onderzoeken van de integriteit van aanvragers van een dienst of product of de verlenging daarvan. De basis voor een dergelijk onderzoek is de Wet bevordering integriteitsbeoordeling openbaar bestuur (Wet Bibob).
Een ander voorbeeld is de onderzoeksbevoegdheid van de toezichthouder op de Basisregistratie personen (BRP). Overheidsorganisaties die gegevens uit de BRP ontvangen, moeten de gemeente van inschrijving informeren over afwijkingen die zij constateren. De bevolkingscontroleur voert vervolgens een onderzoek uit en corrigeert in voorkomende gevallen de basisregistratie.
Er zijn nog meer instrumenten die vallen onder de noemer bestuurlijke aanpak. Zo heeft de burgemeester de bevoegdheid om een pand te sluiten waar een wietkwekerij is aangetroffen. De burgemeester krijgt de daarvoor benodigde informatie van de politie, naar aanleiding van een proces-verbaal dat over het ruimen van de wietkwekerij is opgemaakt.
Coördinatie bestuurlijke aanpak
Voor een effectieve aanpak van de ondermijnende activiteiten (en mogelijk georganiseerde criminaliteit) is een integrale bestuurlijke aanpak binnen de gemeente een vereiste.
De signalen en anonieme meldingen dienen als input voor concrete casuïstiek en het vroegtijdig signaleren van mogelijke criminele activiteiten waartegen de gemeente moet optreden.
De coördinator bestuurlijke aanpak coördineert, initieert en entameert de uitwisseling van gegevens tussen en binnen de vakafdelingen. De CBA is gepositioneerd als ondersteuner van de burgemeester voor Openbare Orde en Veiligheid. De CBA heeft ook een coördinerende rol in de uitwisseling van gegevens met partners van het RIEC.
De CBA coördineert ook gezamenlijke (bestuurs- en strafrechtelijke) acties van de organisatie (en partners) tegen ondermijning en ontwikkelen beleid op dit gebied. De coördinatie is slechts mogelijk als in- en externe partners de gegevens / informatie delen die voor de gezamenlijke aanpak nodig zijn.
Ondermijnende criminaliteit nestelt zich in de haarvaten van onze samenleving. Om daar effectief tegen op te treden is een goede informatiepositie van de overheid cruciaal. Gemeenten hebben in de aanpak van georganiseerde criminaliteit een belangrijke rol en lopen aan tegen het feit dat veel informatie die zij zelf bezitten, niet gedeeld en gebruikt mag worden binnen de eigen gemeente (tussen interne afdelingen). De reden daarvan is dat achter verschillende taken veelal specifieke sectorale wetgeving ligt met geheimhoudingsplichten.
Het delen van informatie is nodig om te beoordelen of een actie nodig is en welk team die actie het beste kan uitvoeren. De keuze om een interventie te plegen kan pas worden gemaakt na het leggen van een complete informatiepuzzel. Om een vuist te kunnen maken tegen ondermijnende criminaliteit is een goede informatiepositie essentieel.
Informatiedeling uit verschillende interne afdelingen is nodig voor een ontkokerde, effectieve en integrale aanpak van ondermijnende criminaliteit, daadkrachtige fraudebestrijding en het verrijken van ingekomen signalen en anonieme meldingen.
Als onze gemeente de informatie waarover zij beschikt niet of niet goed kan benutten binnen de aanpak van ondermijning, werkt dit ook door naar het niet goed kunnen deelnemen in het RIEC samenwerkingsverband. Sterker nog: het staat haaks op de gedachte achter het RIEC convenant.
Als de interne informatie-uitwisseling niet optimaal is, dan kan de gemeente vanuit haar ondermijningsaanpak geen goede inschatting maken of er actie nodig is, of dat de casus naar het RIEC moeten worden gebracht zodat informatiedeling met externe partners kan plaatsvinden of dat zij zelfstandig direct kan ingrijpen c.q. handhaven op grond van haar bestaand bestuursrechtelijk instrumentarium.
Alhoewel de nood hoog is en er hoge maatschappelijke en politieke verwachtingen zijn ten aanzien van het ingrijpen door het gemeentebestuur, heeft de wetgever het gemeentebestuur niet voorzien van een wettelijke grondslag voor dit handelen. Dat maakt het lastig om voor de verwerking van persoonsgegevens een grondslag te vinden in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Als geen grondslag kan worden aangewezen, is er vanuit privacy oogpunt geen basis voor het verwerken van persoonsgegevens door de gemeente voor onderzoek naar activiteiten van ondermijning en georganiseerde criminaliteit. De aanpak van ondermijning houdt namelijk in het verwerken van persoonsgegevens voor een ander doel dan waarvoor deze gegevens oorspronkelijk zijn verzameld. Informatie wordt verzameld vanuit verschillende taken en bevoegdheden, om het vervolgens voor een nieuw doel te gebruiken. Dat nieuwe doel, vaststellen van ondermijning, is nog niet wettelijk vastgelegd. Dit is het grootste knelpunt.
5. Noodzaak protocol: We kunnen niet wachten op wetgeving
Het moge duidelijk zijn dat door het geschetste dilemma informatie-uitwisseling uiterst moeizaam of zelfs helemaal niet tot stand komt. Om misverstanden te voorkomen, zei opgemerkt dat dit niet aan medewerkers kan worden toegerekend. Zij volgen immers de op hen van toepassing zijnde (privacy)voorschriften.
Het gaat hier ook niet om een bevoegdheidsverdelingsvraagstuk. Dit is ook nooit een vraagstuk geweest want bij een integrale gemeentelijke aanpak hoort dat iedere afdeling/team gebruik maakt van haar eigen bevoegdheden en haar eigen instrumentarium.
Vanuit het taakveld Ondermijning is het zeker niet de bedoeling om hier afbreuk aan te doen. Het gaat er uitsluitend om informatie die al binnen de gemeente aanwezig is, met elkaar te delen voor een goede uitvoering van onze bestuursrechtelijke bevoegdheden en -instrumentarium.
Er is wetgeving in de maak voor het delen van gegevens in samenwerkingsverbanden. De vraag is of deze wet het dilemma gaat oplossen en toepasbaar is binnen een gemeente en wanneer deze van kracht wordt. Daarnaast is er een advies van de Raad van State, die stelt dat er al veel mogelijk is als het gaat om het delen van gegevens in het kader van de aanpak van georganiseerde misdaad. De uitwerking van die mogelijkheden laat vervolgens op zich wachten.
De georganiseerde criminaliteit wacht daar niet op en de gemeente kan het zich niet permitteren om stil te zitten. Daarom is het noodzakelijk om vooruitlopend op toekomstige regels, voor de gemeente Valkenburg aan de Geul een protocol op te stellen voor het delen van informatie in die situaties dat de wetgever er niet in heeft voorzien. Dat biedt bestuur en management een afwegingskader en verschaft medewerkers duidelijkheid over wat zij in welke gevallen kunnen delen met het taakveld Ondermijning.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-277599.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.