de burgemeester van Beesel,
gelet op het bepaalde in:
- artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht,
- artikel 10:4 lid 1 Algemene wet bestuursrecht,
- artikel 58nb lid 1 Wet publieke gezondheid,
- artikel 58u lid 4 Wet publieke gezondheid,
- artikel 58v Wet publieke gezondheid,
- artikel 64a lid 1 Wet publieke gezondheid,
- artikel 1 aanhef en onder a Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2020, kenmerk 1793063-215168-WJZ, houdende aanwijzing van ambtenaren voor de uitoefening van het toezicht op de naleving van hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van de epidemie van covid-19,
overwegende dat:
- het gelet op de korte duur van de thuisquarantaine en het spoedeisende belang bij handhaving wenselijk is dat de toezichthouders die zijn aangewezen om toezicht te houden op de naleving van de regels die gesteld zijn bij of krachtens hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid ook bevoegd zijn om direct handhavend op te kunnen treden bij overtreding van de quarantaineplicht,
- de bestuurlijke boete op grond van artikel 58v lid 2 €339 bedraagt en er dus geen mandaatverbod geldt voor toezichthouders die ook toezicht houden op de naleving van de regels op grond van artikel 10:3 lid 4 Awb, omdat artikel 5:53 Awb niet van toepassing is,
- de burgemeester van de gemeente onder wiens verantwoordelijkheid de toezichthouders werken instemming als bedoeld in artikel 10:4 lid 1 Algemene wet bestuursrecht heeft gegeven voor dit mandaat en de gemandateerden instemmen met het mandaat,
BESLUIT