Gemeenteblad van Súdwest-Fryslân
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Súdwest-Fryslân | Gemeenteblad 2020, 347554 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Súdwest-Fryslân | Gemeenteblad 2020, 347554 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2021
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, als het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Niet belastingplichtig is degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, dan wel gebruiker is, van een object dat in de WOZ-administratie als objectomschrijving begraafplaats, bouwterrein, gasdistributiestation, drinkwaterzuiveringsinstallatie, geldautomaat / pinautomaat, gemaal, hoogspanningsmast, ongebouwd, overig ongebouwd, parkeerterrein/-plaats, rioolwaterzuiveringsinstallatie, sportterrein, stroomdistributiestation, telefooncentrale, trafo, uitkijkpost, volkstuin, waterleidingstation, windmolen of zendmast heeft.
Artikel 6 Maatstaf van heffing rioolheffing
De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.
Onder waarde wordt verstaan de op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde, of bij het ontbreken daarvan en voor roerende zaken de waarde die met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Dit geldt niet als het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 11 Termijnen van betaling
De verschuldigde bedragen kunnen ook door middel van automatische betalingsincasso worden afgeschreven overeenkomstig de voorwaarden gesteld in het 'Reglement voor de automatische incasso van de gemeentelijke belastingen in de gemeente Súdwest-Fryslân'. De aanslagen moeten dan worden betaald in acht gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-347554.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.