Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2021

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 24 november 2020;

 

gelet op de artikelen 160, eerste lid, aanhef en onder h. en 229, eerste lid, aanhef en onder a. en b. van de Gemeentewet;

besluit:

 

vast te stellen de VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN MARKTGELD 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    standplaats: een plaats zoals bedoeld in artikel 1, onder b, van de “Marktverordening Kaag en Braassem 2009”;

  • b.

    vaste standplaats: een plaats welke voor onbepaalde tijd wordt toegewezen;

  • c.

    losse standplaats: een standplaats, welke voor één marktdag wordt toegewezen.

Artikel 2 Belastbaar feit.

Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een in artikel 1 bedoelde standplaats, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.

Artikel 3 Belastingplicht.

Het recht als omschreven in artikel 2 wordt geheven van degene die een standplaats heeft ingenomen dan wel aan wie de in artikel 1 bedoelde standplaats is toegewezen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief.

  • 1.

    Als standplaats wordt ingenomen door middel van een kraam, bedraagt het in artikel 2 bedoelde marktgeld € 2,10 per marktdag / per strekkende meter ingenomen losse of vaste standplaats.

  • 2.

    Voor zover standplaats wordt ingenomen anders dan door middel van een kraam bedraagt het marktgeld € 2,10 per marktdag / per strekkende meter ingenomen losse of vaste standplaats.

Artikel 5 Wijze van heffing.

Het marktgeld, geheven voor het innemen van een standplaats dient te worden voldaan:

  • a.

    bij een vaste standplaats: door voldoening van een toegezonden nota;

  • b.

    bij een losse standplaats: op het moment dat de kennisgeving van het verschuldigde marktgeld wordt gedaan, dient het bedrag aan de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar te worden voldaan.

Artikel 6 Termijnen van betaling.

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld, zoals bedoeld in artikel 5, onderdeel a, worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de nota.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld, zoals bedoeld in artikel 5, onderdeel b, worden betaald op het tijdstip van uitreiking.

  • 3.

    De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijn.

Artikel 7 Ontheffing.

  • 1.

    Ontheffing van het marktgeld vindt alleen plaats, indien de toegewezen standplaats op last van het gemeentebestuur voor het verstrijken van de termijn, waarover het marktgeld is geheven, moet worden ontruimd en de last tot ontruiming geen gevolg is van het niet nakomen door de betrokkene van de voorwaarden, welke aan het hebben van een standplaats zijn verbonden.

  • 2.

    De ontheffing geschiedt naar evenredigheid van de nog niet aangebroken marktdagen van het tijdvak, waarover het marktgeld is geheven en alleen ingeval de aanvraag om ontheffing binnen twee maanden na ontruiming van de standplaats bij burgemeester en wethouders is ingediend.

  • 3.

    Gehele of gedeeltelijke teruggave van het marktgeld wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet.

Artikel 8 Kwijtschelding.

Bij invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De “Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2020”, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Marktgeld 2021”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem, gehouden op 14 december 2020

de griffier,

T.P. Scherpenzeel

de voorzitter,

mr. K.M. van der Velde-Menting

Naar boven