Treasurystatuut Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland

Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland,

 

gelet op

artikel 212 van de Gemeentewet,

de Wet financiering decentrale overheden,

BESLUIT

 

vast te stellen het navolgende Treasurystatuut Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland

 

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen en doelstellingen treasuryfunctie

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • 1.

    Op dit treasurystatuut zijn de begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1, van de Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland, van overeenkomstige toepassing. Daarnaast wordt in dit treasurystatuut verstaan onder:

    a.

    begrotingstotaal:

    de totale lasten op de begroting;

    b.

    derivaten:

    de financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen en obligaties zijn;

    c.

    financiering:

    het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

    d.

    geldstromenbeheer:

    de activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren tussen de organisatie en derden;

    e.

    kasgeldlimiet:

    de begrenzing van de omvang van de korte financiering (korter dan een jaar) tot een percentage van de totale lasten van de begroting van de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland, bij aanvang van een jaar;

    f.

    kredietrisico:

    de risico’s op een waardedaling van een vordering als gevolg van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij;

    g.

    liquiditeitenbeheer:

    het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

    h.

    liquiditeitenplanning:

    een gestructureerd overzicht van de toekomstige kasstromen ingedeeld naar tijdseenheid;

    i.

    liquiditeitsrisico:

    de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren-investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

    j.

    publieke sectorbank:

    Een bank waarvan de aandeelhouders uitsluitend deel uitmaken van de Nederlandse publieke sector;

    k.

    rating:

    een oordeel over de kredietwaardigheid van een organisatie;

    l.

    renterisico:

    het gevaar van ongewenste veranderingen van de financiële resultaten van de organisatie door rentewijzigingen van leningen met een looptijd van één jaar of langer;

    m.

    renterisiconorm:

    een bedrag ter grootte van een door de minister vastgesteld percentage van de totale vaste schuld bij aanvang vaneen jaar;

    n.

    rentetypische looptijd:

    het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de geldleningsvoorwaarden sprake is van een constante rentevergoeding, die door de verstrekker van de geldlening niet kan worden beïnvloed;

    o.

    rentevisie:

    de toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

    p.

    saldobeheer:

    het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

    q.

    schatkistbankieren:

    het verplicht aanhouden van overtollige liquide middelen en beleggingen bij het ministerie van Financiën, door gemeenten, provincies, waterschappen en door hen aangegane gemeenschappelijke regelingen, waarvan de middelen beschikbaar blijven voor de uitoefening van de publieke taak;

    r.

    treasurybeheer:

    het inzichtelijk maken van huidige en toekomstige risico’s binnen treasuryprocessen en deze te beheersen, te verminderen en te spreiden;

    s.

    treasuryfunctie:

    alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, financiering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

    t.

    treasuryparagraaf:

    het begrotingsonderdeel of jaarrekeningsonderdeel waarin het beleid voor het komende jaar wordt vastgelegd, respectievelijk waarin de verantwoording wordt afgelegd van de realisatie van het voorgenomen beleid

    u.

    treasurystatuut:

    dit besluit, waarin waarin de beleidsmatige infrastructuur voor de uitvoering van de treasuryfunctie is vastgelegd, en

    v.

    uitzetting:

    het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan het rijk (schatkistbankieren) of lagere overheden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen.

Artikel 2: Doelstellingen treasuryfunctie

De treasuryfunctie dient tot het:

  • a.

    verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • b.

    beschermen van de vermogens- en renteresultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • c.

    minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • d.

    optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut. Het bereiken van een zo gunstig mogelijk renteresultaat dient afgewogen te worden tegen eventuele risico’s, die zich kunnen voordoen;

  • e.

    genereren van informatie ter ondersteuning van het te voeren treasurybeleid en de af te leggen verantwoording over het gevoerde beleid, en

  • f.

    waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van treasury transparant zijn.

Hoofdstuk 2. Risicobeheer

Artikel 3: Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • a.

    de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland hanteert een risicomijdend treasurybeheer, waarbij ten minste wordt voldaan aan de risiconormeringen zoals die in dit treasurystatuut zijn opgenomen;

  • b.

    de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland gaat leningen uitsluitend aan ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

  • c.

    de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland verstrekt geen garanties, borgtochten of leningen aan derden;

  • d.

    het gebruik van derivaten of het handelen of beleggen in aandelen, opties en vreemde valuta of onroerend goed zijn niet toegestaan, en

  • e.

    overtollige middelen worden conform de Wet Schatkistbankieren uitsluitend uitgezet bij de Nederlandse Staat, lagere Nederlandse overheden en overheidsinstanties, zoals samenwerkingsverbanden op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 4: Renterisicobeheer

  • 1.

    De kasgeldlimiet en renterisiconorm worden gehanteerd conform de Wet financiering decentrale overheden.

  • 2.

    Nieuwe leningen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning en passen binnen de kaders, bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van een lening wordt zoveel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.

  • 4.

    Binnen de kaders, bedoeld in het tweede en het derde lid, streeft de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland naar spreiding in de rentetypische looptijden van de aangetrokken middelen.

  • 5.

    De rentevisie wordt jaarlijks vastgesteld, mede aan de hand van de visie van de financierende bank(en) en vastgelegd in de paragraaf financiering.

Artikel 5: Kredietrisicobeheer

De Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland zet slechts middelen uit hoofde van treasury uit bij de rijksoverheid in de vorm van Schatkistbankieren of bij lagere overheden.

Artikel 6: Intern liquiditeitsrisicobeheer

  • 1.

    De Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland beperkt haar liquiditeitsrisico’s door haar treasury-activiteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning met een looptijd tot één jaar, alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van minimaal vier jaar met als horizon dertig jaar.

  • 2.

    De kasgeldlimiet wordt per kwartaal bewaakt.

  • 3.

    De liquiditeitsprognose wordt elk kwartaal geactualiseerd. In het dagelijks bestuur wordt periodiek de liquiditeitspositie besproken aan de hand van documenten die voortvloeien uit de planning- en control cyclus.

Artikel 7: Valutarisicobeheer

De Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland sluit valutarisico’s uit door uitsluitend leningen aan te gaan en middelen uit te zetten in de Europese geldeenheid, de euro.

Hoofdstuk 3. Financiering en liquiditeitenbeheer

Artikel 8: Financiering

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Het aantrekken van financieringen is enkel toegestaan voor aanleg, beheer en onderhoud van het breedbandnetwerk;

  • b.

    het aangaan van leningen met het enkele doel de aangetrokken gelden tegen een hoger rendement uit te zetten is niet toegestaan;

  • c.

    het aangaan van onderhandse leningen bij het aantrekken van financieringen is toegestaan;

  • d.

    de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland vraagt schriftelijke offertes op bij minimaal twee verschillende financiële ondernemingen, waarvan minimaal één bij een publieke sectorbank, alvorens financiering wordt aangetrokken;

  • e.

    de financieringsbehoefte bestaat uit:

    • i.

      de middelen, bedoeld onder a, en

    • ii.

      de initiële kosten (bestaande uit voorfinancieringskosten voor de eerste fasen van het breedbandproject);

  • f.

    het totaal van de af te sluiten geldleningen in het begrotingsjaar wordt vastgelegd in de financieringsparagraaf van de (programma)begroting;

  • g.

    in de jaarrekening wordt het algemeen bestuur geïnformeerd over de afgesloten geldleningen en de daarmee samenhangende eventuele afwijkingen op het renteresultaat, en

  • h.

    het aantrekken van lang vermogen dient voor ieder bedrag vooraf ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het dagelijks bestuur.

Artikel 9: Relatiebeheer

De Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland beoogt het realiseren van gunstige en marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste eens in de vijf jaar beoordeeld;

  • b.

    financiële instellingen, te weten krediet-, beleggings-, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen, dienen onder Nederlands toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer;

  • c.

    instellingen als bedoeld onder b voldoen minimaal aan de AA-rating;

  • d.

    tussenpersonen dienen onder toezicht te staan van de Autoriteit Financiële Markten.

Artikel 10: Geldstromenbeheer

  • 1.

    De Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland draagt zorg voor het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en de financiële positie.

  • 2.

    Om de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

    • a.

      het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op totaalniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen, en

    • b.

      het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Artikel 11: Saldo en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • a.

    de financiering van de exploitatiekosten van de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland vindt plaats vanuit de verhuur van de passieve infrastructuur aan derden;

  • b.

    indien een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt de kastgeldlimiet, bedoeld in artikel 4, eerste lid, in acht genomen;

  • c.

    de toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening-courant;

  • d.

    het enige toegestane instrument bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar is schatkistbankieren, en

  • e.

    de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland vraagt minimaal twee schriftelijke offertes op bij een publieke sectorbank alvorens middelen worden aangetrokken met een looptijd korter dan één jaar.

Artikel 12: Schatkistbankieren

  • 1.

    Overtollige liquide middelen boven het drempelbedrag mogen alleen in rekening-courant of via deposito’s bij de Nederlandse Staat worden aangehouden of onderling worden uitgeleend aan lagere overheden of overheidsinstanties.

  • 2.

    Overtollige liquide middelen blijven te allen tijde beschikbaar voor de publieke taak.

  • 3.

    Overtollige liquide middelen mogen niet uitgezet worden bij overheidsinstanties waarmee de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland een financiële relatie heeft.

Artikel 13: Vrijstelling van schatkistbankieren

  • 1.

    Uitgezonderd van de verplichting tot schatkistbankieren zijn de volgende middelen:

    • a.

      middelen voor zover deze, gerekend over een kwartaal gemiddeld het drempelbedrag niet te boven gaan;

    • b.

      middelen op een zogenaamde G-rekening, bedoeld in artikel 1, onder k, van de Uitvoeringsregeling Inleners-, keten- en opdrachtsgeversaansprakelijkheid 2004, en

    • c.

      middelen van derden.

  • 2.

    Het drempelbedrag wordt bepaald op basis van een percentage van het begrotingstotaal van de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland.

  • 3.

    Het drempelbedrag wordt jaarlijks in de treasuryparagraaf van de begroting opgenomen.

  • 4.

    Bij de jaarrekening wordt over de benutting van het drempelbedrag per kwartaal gerapporteerd.

  • 5.

    Voor de uitgezonderde middelen gelden de reguliere regels rondom uitzettingen overeenkomstig dit treasurystatuut.

Hoofdstuk 4. Administratieve organisatie en interne controle

Artikel 14: Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Op het gebied van administratieve organisatie en interne controle gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    verantwoordelijkheden en bevoegdheden rond de administratieve organisatie en interne controle kunnen worden uitbesteed. Hiervoor wordt een dienstverleningsovereenkomst aangegaan tussen de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland en de dienstverlener, zijnde bij voorkeur het Openbaar lichaam Regio Rivierland of een van de gemeenten;

  • b.

    bevoegdheden worden via mandaat, volmacht en machtiging nader schriftelijk vastgelegd;

  • c.

    de administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat de:

    • i.

      uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

    • ii.

      treasury-activiteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

    • iii.

      juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd zijn;

  • d.

    bij de uit te voeren treasury-activiteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • i.

      iedere transactie wordt door minimaal twee medewerkers geautoriseerd (vier-ogen-principe);

    • ii.

      de uitvoering en controle geschieden door afzonderlijke medewerkers;

    • iii.

      de uitvoering en registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke medewerkers;

  • e.

    de tegenpartij verstuurt de bevestiging van iedere transactie naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties;

  • f.

    de transacties worden geregistreerd door de medewerker die de transactie heeft afgesloten en gecontroleerd door de medewerker die belast is met de interne controle;

  • g.

    de verantwoordelijkheden en bevoegdheden die bepalend zijn voor de treasury-activiteiten, worden op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd in een door het dagelijks bestuur vast te stellen treasuryprotocol.

Artikel 15: Treasury-advies

Het dagelijks bestuur kan zich in het kader van de treasury laten bijstaan door een treasurer van een van de gemeenten met een adviserende rol.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 16: Nadere regels

Het dagelijks bestuur kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van de treasuryfunctie.

Artikel 17: Inwerkingtreding

Dit treasurystatuut treedt in werking op de dag nadat het bekend is gemaakt.

Artikel 18: Citeertitel

Dit treasurystatuut wordt aangehaald als Treasurystatuut Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland.

Aldus besloten door het algemeen bestuur van Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland op 6 januari 2020,

De secretaris-directeur

C.P.S. Herms

De voorzitter,

C.A.H. Zondag

Naar boven