Handelingskader Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

(Versie 14 oktober 2020)

1. Inleiding

 

In Nederland, maar ook wereldwijd, is er een uitbraak van het coronavirus. Ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid worden er maatregelen genomen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.

 

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mede namens de minister van Justitie en Veiligheid aanwijzingen gegeven aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s om hun bevoegdheden op het terrein van openbare orde en veiligheid in te zetten om de verdere verspreiding van COVID-19 tegen te gaan.1 De verwachting is dat het overgrote deel van de burgers zich hieraan zal houden maar dat een kleine minderheid zich mogelijk onttrekt aan deze maatregelen. De minister heeft aan de voorzitters van de veiligheidsregio opdrachten gegeven om de maatregelen tot uitvoering te brengen onder gebruikmaking van de bevoegdheden van de voorzitter van de veiligheidsregio op het terrein van de openbare orde en veiligheid.

 

In verband met deze crisis heeft de voorzitter van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (hierna: de voorzitter) besloten om ten behoeve van de crisisbeheersing ingevolge artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s alle in dat artikel genoemde bevoegdheden van de tot de regio behorende burgemeesters over te nemen. Daartoe behoort ook de bevoegdheid om in geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, algemeen verbindende voorschriften te geven die ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig zijn (artikel 176, eerste lid, Gemeentewet). De voorzitter heeft van deze bevoegdheid gebruik gemaakt door het afkondigen van noodverordeningen waarin de genoemde maatregelen en de opdrachten van het Rijk juridisch zijn uitgewerkt.

 

Met de noodverordening van 14 oktober 2020 heeft er een aanzienlijke verscherping plaatsgevonden van de afgekondigde maatregelen ter bestrijding van COVID-19 omdat de toename van het aantal besmettingen met het Covid-19 virus fors blijft stijgen en de eerdere maatregelen deze stijging geen halt hebben toegeroepen. Verscherping van de maatregelen vraagt ook om aanscherping van de handhaving. De sterk toenemende besmettingscijfers maken het noodzakelijk om voortdurend intensief te handhaven. Die handhaving ziet zowel op meer toezicht en waarschuwen, maar – in voorkomende gevallen – ook op verbaliserend optreden. Daar waar aanspreken en waarschuwen onvoldoende resultaat geeft om naleving van de regels te bevorderen en te waarborgen, wordt strenger opgetreden. Dit geldt bijvoorbeeld bij evidente gevallen van overtreding en gevallen waarbij na een waarschuwing de overtreding niet wordt beëindigd.

 

We blijven een groot beroep doen op de burger en de ondernemers bij de naleving van de maatregelen. Bij de maatregelen in de noodverordening is daarom nog steeds een belangrijke rol en (eigen) verantwoordelijkheid weggelegd bij de exploitanten en/of verantwoordelijken en/of eigenaren van de verschillende voorzieningen die nog bezocht mogen worden en/of de samenkomsten die door hen worden georganiseerd. Deels door het opstellen en naleven van sectorspecifieke protocollen, zo nodig met behulp van de afwegingskaders van het RIVM (en de adviezen van de GGD), deels door bezoekers/burgers aan te spreken op de naleving daarvan. Met branches en bedrijven worden afspraken gemaakt over strikte naleving van de maatregelen en daar waar nodig worden protocollen aangescherpt.

 

De aanwijzingen en de verbodsbepalingen in de noodverordening blijven de juridische basis voor de in de sectoren en branches zelf opgestelde protocollen in het kader van de ‘anderhalve meter samenleving’ en voor de handhaving.

 

Bij de handhaving hanteert de voorzitter bestuursrechtelijke handhaving naast strafrechtelijke handhaving. In het algemeen geldt dat afhankelijk van de aard van de bepaling (en de specifieke omstandigheden van het geval) wordt gekozen voor bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke handhaving. Sommige overtredingen lenen zich meer voor bestuursrechtelijke handhaving (herstel) en andere meer voor een strafrechtelijke aanpak. Zo ligt het bestuursrechtelijk optreden meer in de rede als er handhavend opgetreden moet worden richting bedrijven, exploitanten en organisatoren of degenen die verantwoordelijk zijn voor de naleving van genomen maatregelen. Nadruk ligt dan immers op de naleving en het herstel en in overeenstemming brengen van de situatie met de geldende noodverordening. Strafrechtelijk optreden ligt meer in de rede als bestuursrechtelijke handhaving richting organisatoren en/of verantwoordelijken geen effect heeft of als sprake is van een exces.2

 

Het toezicht op de noodverordening berust bij de politie, alsmede bij ambtenaren en buitengewoon opsporingsambtenaren die door gemeenten in de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond zijn aangewezen en bevoegd zijn om toezicht te houden op de naleving van de Algemene plaatselijke verordeningen (hierna samen aangeduid als toezichthouder).3 Toezichthouders beschikken hierbij altijd over een discretionaire bevoegdheid.

 

De noodverordening van 14 oktober 2020 bevat ten opzichte van de noodverordening van 29 september 2020 de volgende veranderingen:

  • -

    Eet- en drinkgelegenheden (inclusief coffeeshops) dienen gesloten te zijn. Voor locaties met een gecombineerde functie (zoals bioscopen, casino’s, theaters, studentenverenigingen en stripclubs) geldt de sluiting voor delen van de locatie met een horecafunctie. Uitgezonderd zijn de afhaalfunctie van eet- en drinkgelegenheden, eet- en drinkgelegenheden van hotels voor hotelgasten, eet- en drinkgelegenheden op de air side van luchthavens. Afhalen bij coffeeshops is na 20.00 uur niet meer toegestaan.

  • -

    Er geldt een verbod op evenementen. Uitgezonderd zijn verrichtingen van vermaak in een gebouw zoals bioscopen, filmhuizen, concertzalen, podia voor alle genres van muziek, theaters en hiermee vergelijkbare culturele instellingen, musea, presentatie-instellingen, monumenten met een publieksfunctie, casino's, arcadehallen, speelhallen en markten. Onder evenementen worden niet begrepen betogingen, vergaderingen en samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties en beurzen en congressen.

  • -

    Er geldt een verbod om tussen 20.00 uur en 07.00 uur in de openbare ruimte alcoholische dranken voor handen te hebben of te nuttigen. Daarnaast is het verboden om tussen 20.00 uur en 07.00 uur alcoholische dranken te verkopen en bezorgen.

  • -

    Voor de detailhandel geldt:

    • o

      een sluitingstijd tussen 20.00 uur en 06.00 uur, met uitzondering van winkels in de levensmiddelenbranche.

    • o

      Voor detailhandel in de levensmiddelenbranche geldt de verplichting om venstertijden in te voeren voor kwetsbaren onverkort en het voeren van een deurbeleid.

    • o

      Handhaving wordt aangescherpt. Bij niet naleving van de basisregels kan de voorzitter van de veiligheidsregio overgaan tot sluiting van (delen van) een winkel.

  • -

    Er geldt een verbod op groepsvorming van meer dan vier personen.

  • -

    Het aantal personen per zelfstandige ruimte binnen blijft beperkt tot 30 (exclusief personeel). De ontheffing hiervan voor “gebouwen van groot belang” is geschrapt.

  • -

    Voor samenkomsten gericht op verrichtingen van vermaak en congressen of beurzen in de publieke ruimte geldt een reserverings-, placeer- en verificatieplicht.

  • -

    Voor doorstroomlocaties blijft gelden dat bezoek moet plaatsvinden op basis van een reservering per tijdvak en dat er een norm voor het aantal bezoekers per vierkante meter wordt bepaald. Markten en detailhandel zijn hiervan uitgezonderd.

  • -

    Sportbeoefening is alleen individueel of in teamverband met niet meer dan vier personen toegestaan. Wedstrijden zijn niet toegestaan. Uitgezonderd zijn personen tot 18 jaar die sport beoefenen op de eigen club, sporters in instellingen voor topsport en voetballers van de Eredivisie en Eerste Divisie. Bovendien dienen alle sportkantines, douches en kleedkamers gesloten te zijn. Het verbod op toeschouwers bij (amateur en professionele) sportactiviteiten geldt onverkort.

  • -

    De registratieplicht voor contactberoepen geldt onverkort.

Onderstaand volgt een handelingskader. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden kan de voorzitter besluiten van een maatregel af te zien, over te gaan tot een verzwaring of ook besluiten een of meerdere stappen over te slaan (en bijvoorbeeld een maatregel te treffen waar normaliter eerst een waarschuwing zou volgen).

2. Handhaving verboden noodverordening

2.1 Verbod samenkomsten

Op grond van de noodverordening is het verboden om in een besloten plaats4, of in een voor publiek toegankelijk gebouw, vaartuig of voertuig5, een samenkomst van meer dan dertig personen (exclusief personeel) te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan. Een zichtbaar gescheiden podium geldt als zelfstandige ruimte.

Dit verbod geldt niet voor:

  • a.

    betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • b.

    personen die in gemeenschap met anderen godsdienst of levensovertuiging belijden;

  • c.

    verkiezingen als bedoeld in de Kieswet;

  • d.

    vergaderingen van de gemeenteraad, provinciale staten en het algemeen bestuur van een waterschap, of van een door deze organen ingestelde commissie, en andere wettelijk verplichte bijeenkomsten;

  • e.

    samenkomsten van een internationale organisatie die gevestigd is op het grondgebied van het Koninkrijk, of van een verdragspartij van een verdrag waarbij het Koninkrijk partij is;

  • f.

    samenkomsten die noodzakelijk zijn voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van instellingen, bedrijven en andere organisaties, voor zover hun aanwezigheid in het gebouw beperkt blijft tot ten hoogste 100 personen per zelfstandige ruimte;

  • g.

    uitvaarten;

  • h.

    onderwijsinstellingen, trainingsinstellingen en educatieve activiteiten;

  • i.

    kinderopvang;

  • j.

    zorginstellingen;

  • k.

    gebruik van gebouwen voor scouting-, cultuur-, kunst- sport en andere georganiseerde jeugdactiviteiten voor personen tot en met 17 jaar;

  • l.

    detailhandel, markten, bibliotheken, musea, monumenten, presentatie-instellingen, dierentuinen, pretparken en daarmee vergelijkbare functies voor zover sprake is van doorstroom van bezoekers,

  • m.

    vaartuigen en voertuigen in het openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer;

  • n.

    hotels voor zover het gaat over hotelgasten;

  • o.

    de vergaderingen van de Staten-Generaal of van een commissie daaruit.

Voor samenkomsten in de publieke ruimte6 en besloten plaatsen gelden daarnaast de volgende algemene vereisten:

  • -

    er dienen maatregelen te worden getroffen waardoor de aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden;

  • -

    er dient voor te worden gezorgd dat de aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand houden tot de dichtstbijzijnde persoon, tenzij de aanwezigen op grond van artikel 2.2, tweede lid, niet verplicht zijn 1,5 meter afstand tot elkaar te houden; en

  • -

    er dient voor te worden gezorgd dat de aanwezigen aan wie een zitplaats of afgebakende locatie is toegewezen daarvan gebruik maken.

  • -

    maatregelen te treffen waarmee de stromen van de personen die samenkomen worden gescheiden, ook voor zover het gebruik van sanitaire voorzieningen betreft;

  • -

    hygienemaatregelen te treffen waarmee de verspreiding van COVID-19 wordt tegengegaan.

Samenkomsten gericht op verrichtingen van vermaak, congressen en beurzen

Naast bovenstaande algemene vereisten, gelden voor samenkomsten gericht op verrichtingen van vermaak, een congres of een beurs in de publieke ruimte of in een besloten plaats de volgende verplichtingen:

  • -

    reserveringsplicht, waarbij geldt dat een reservering voor meer dan vier personen niet is toegestaan;

  • -

    placeerplicht, waarbij geldt dat placering mag niet plaatsvinden in groepen van meer dan vier personen, tenzij het om personen of gevallen gaat die zijn uitgezonderd van het verbod op groepsvorming;

  • -

    verificatiecheck gezondheid.

doorstroomlocaties

Voor doorstroomlocaties gelden naast de bovengenoemde algemene vereisten, de volgende verplichtingen:

  • -

    verplicht deurbeleid

  • -

    per locatie wordt ten hoogste het aantal bezoekers tegelijk toegelaten dat door de voorzitter is bepaald, na overleg met de betrokken organisatie, rekening houdend met de oppervlakte van de locatie en het kunnen naleven van maatregelen als de 1,5 meter onderlinge afstand (niet voor markten en detailhandel)

  • -

    bezoek dient plaats te vinden op basis van een voorafgaande reservering van een tijdvak. Dit geldt niet voor markten en detailhandel.

  • -

    De levensmiddelenbranche van detailhandel dient minimaal twee keer per dag aparte venstertijden van een uur te introduceren voor ouderen en kwetsbare mensen.

Handhavingslijn:

  • -

    Organisatoren leven het verbod en gestelde voorwaarden na op basis van eigen verantwoordelijkheid en handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de organisator (high trust, high penalty);

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing).

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de (mondelinge) waarschuwing dan volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de voorzitter van de veiligheidsregio;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel en/of bestuurlijke maatregel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

Bij het stappenplan in deze paragraaf wordt in acht genomen dat de afstandseis van 1,5 meter gehandhaafd wordt vanaf 3 personen

2.1a verbod groepsvorming

Op grond van de noodverordening is het verboden zich op een openbare plaats of een plaats in de buitenlucht op te houden in groepsverband met meer dan vier personen.

 

Van dit verbod zijn uitgezonderd:

  • a.

    een gezamenlijk huishouden;

  • b.

    personen tot en met 12 jaar;

  • c.

    personen tot en met 17 jaar die sport beoefenen;

  • d.

    sporters in instellingen voor topsport en voetballers van de Eredivisie en Eerste divisie;

  • e.

    personen bij uitvaarten;

  • f.

    personen bij een huwelijksvoltrekking, mits de groep niet groter is dan 30 personen;

  • g.

    personen in het openbaar vervoer en in het overig bedrijfsmatig personenvervoer, mits de voor dat vervoer geldende regels in acht worden genomen en uitsluitend voor de duur van de deelname aan dat vervoer;

  • h.

    h zorgbegeleiders of vaste mantelzorgers en de personen die zij begeleiden;

  • i.

    betogingen en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • j.

    personen die in gemeenschap met anderen godsdienst of levensovertuiging belijden;

  • k.

    een bijeenkomst van een internationale organisatie, die gevestigd is op het grondgebied van het Koninkrijk, of van een verdragspartij van een verdrag waarbij het Koninkrijk partij is;

  • l.

    een verkiezing als bedoeld in de Kieswet.

  • m.

    personen die theater, dans of muziek in de vorm van culturele uiting beoefenen;

  • n.

    beroep, bedrijf of vereniging, voor zover noodzakelijk voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van instellingen, bedrijven en andere organisaties mits de groep niet groter is dan 100 personen.

Handhavingslijn:

  • -

    Men leeft het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een mondelinge waarschuwing aan de overtreders gegeven om zich niet op te houden in een gezelschap van meer dan 4 personen;

  • -

    Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, dan wordt overgegaan tot het geven van een verwijderingsbevel op grond van artikel 4.1 van de noodverordening. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling of bij herhaaldelijke overtreding) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom of gebiedsontzegging kunnen worden opgelegd.

2.1b Demonstraties

Demonstraties worden gereguleerd door de WOM en zijn niet gereguleerd in de noodverordening.

 

Specifieke uitgangspunten inzake demonstraties zijn:

  • -

    De individuele deelnemer van een demonstratie heeft in de eerste plaats een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om zijn of haar gezondheid;

  • -

    Daarnaast heeft de organisator van de demonstratie een verantwoordelijkheid voor de gezondheid voor de deelnemers van de demonstratie.

In het kader van de bestrijding van de pandemie, neemt de lokale overheid daar bovenop ook maatregelen. Daarbij geldt:

  • -

    De landelijke richtlijnen zijn leidend;

  • -

    Het recht om te demonstreren is een grondrecht;

  • -

    Demonstreren is een essentieel onderdeel van een democratische rechtstaat.

Handhavingslijn:

  • -

    Organisator wijzen op risico’s van de demonstratie voor de volksgezondheid (artikel 2 WOM) en de bepalingen van de Noodverordening;

  • -

    Afhankelijk van grootte en aard demonstratie kunnen aanwijzingen worden gegeven (artikel 6 WOM) of kan voorzitter veiligheidsregio besluiten om de demonstratie te beëindigen op grond van de artikelen 7 en 8 WOM;

  • -

    In geval van beëindiging maakt de politie het besluit van de voorzitter van de veiligheidsregio kenbaar dat de manifestatie is beëindigd (vordering) en dat men uiteen moet gaan (waarschuwing);

  • -

    Handhaven volgt indien de opdracht niet wordt opgevolgd (lees: demonstratie gaat door). Strafbaarstelling staat in art. 11 WOM;

  • -

    Opdracht tot beëindiging van de voorzitter van de veiligheidsregio vastleggen in mutatie/proces-verbaal van de politie. De vordering vastleggen in mutatie/proces-verbaal van de politie.

Indien een kennisgeving wordt gedaan, volgt de reguliere procedure van de WOM. De voorzitter kan naar aanleiding van een kennisgeving beperkingen of voorschriften stellen of een verbod geven (met inachtneming van de doelcriteria uit artikel 2 WOM).

2.2 veilige afstand

Op grond van de noodverordening is het verboden voor eenieder om zich in de publieke ruimte of in een besloten plaats op te houden zonder tot een andere persoon een afstand te houden van ten minste 1,5 meter.

 

Dit verbod is niet van toepassing op:

  • -

    personen die een gezamenlijke huishouding7 vormen onderling;

  • -

    als het de afstand tussen kinderen tot en met 12 jaar betreft;

  • -

    op personen in de leeftijd tot en met 17 jaar onderling8, tenzij deze personen zich bevinden op een locatie van een instelling voor middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs;

  • -

    op leerlingen in het voortgezet onderwijs en het voorgezet speciaal onderwijs onderling op school;

  • -

    op personen bij de uitoefening van hun beroep, voor zover de werkzaamheden in het kader van de uitoefening van dat beroep noodzakelijk zijn en niet op gepaste wijze kunnen worden uitgevoerd met inachtneming van 1,5 meter afstand van degene jegens of met wie de werkzaamheden worden uitgevoerd;

  • -

    op personen met een handicap, voor zover zij zich niet met inachtneming van een afstand van 1,5 meter jegens hun begeleiders of vaste mantelzorgers kunnen ophouden en hun begeleiders of vaste mantelzorgers;

  • -

    op personen met een handicap onderling die in dezelfde woongroep of andere woonvorm op eenzelfde adres wonen en gemeenschappelijke voorzieningen delen;

  • -

    op personen die theater of dans in de vorm van culturele uiting beoefenen, voor zover het niet in acht nemen van een onderlinge afstand van 1,5 meter voor het beoefenen van dans of theater noodzakelijk is;

  • -

    in het openbaar vervoer, overig bedrijfsmatig personenvervoer en vervoer voor privé-doeleinden, voor zover dit vervoer primair de verplaatsing van de ene naar de andere locatie behelst en niet strekt tot het mogelijk maken van recreatie in dat voer- of vaartuig9 , mits zij voldoen aan de gestelde regels over het gebruik van niet-medische mondkapjes;

  • -

    op sporters in instellingen voor topsport tijdens het beoefenen van de sport en voetballers in de Eredivisie en Eerste Divisie.

Handhavingslijn

  • -

    Men leeft het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Ten aanzien van dit verbod geldt dat de 1,5 meter afstandsnorm in de publieke ruimte gehandhaafd wordt vanaf drie personen;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een mondelinge waarschuwing aan de overtreders gegeven om een afstand van ten minste 1,5 meter te bewaren ten opzichte van elkaar;

  • -

    Indien nog steeds geen gehoor wordt gegeven, dan wordt overgegaan tot het geven van een verwijderingsbevel op grond van artikel 4.1 van de noodverordening. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom kunnen worden opgelegd.

2.3 Sluiting eet- en drinkgelegenheid

Op grond van de noodverordening is het verboden eet- en drinkgelegenheden, waaronder begrepen coffeeshops, shishalounges alsmede eet- en drinkgelegenheden in bioscopen, casino’s, speelhallen, theaters, studentenverenigingen en stripclubs geopend te hebben. Het verbod geldt ook voor bij eet- en drinkgelegenheden behorende terrassen. Indien de eet- en drinkgelegenheid is gevestigd in een inrichting die tevens over andere functies beschikt, beperkt dit verbod zich tot het deel waar de eet- en drinkgelegenheid is gevestigd. Voor de andere functies geldt dat het verboden is deze tussen 01.00 uur en 07.00 uur geopend te hebben.

 

Het verbod is niet van toepassing:

  • a.

    op hotels voor hotelgasten;

  • b.

    indien uitsluitend sprake is van verkoop, aflevering of verstrekking van eten, drinken of producten voor gebruik anders dan ter plaatse, mits de eet- en drinkgelegenheid tussen 01.00 en 07.00 uur gesloten is, de exploitant maatregelen heeft getroffen waardoor de aanwezigen in en bij de toegang tot de eet- en drinkgelegenheid te allen tijde 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden en de duur van hun verblijf in de inrichting zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • c.

    op coffeeshops indien uitsluitend sprake is van verkoop, aflevering of verstrekking van softdrugs voor gebruik anders dan ter plaatse mits de coffeeshop tussen 20.00 en 07.00 uur gesloten is, de exploitant maatregelen heeft getroffen waardoor de aanwezigen in en bij de toegang tot de coffeeshop te allen tijde 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden en de duur van hun verblijf in de inrichting zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • d.

    op eet- en drinkgelegenheden die zich bevinden op luchthavens na de securitycheck (airside).

Het is bovendien verboden een bij een eet- en drinkgelegenheid behorende dansvoorziening geopend te hebben.

 

Handhavingslijn:

  • -

    Ondernemers leven het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer opgedragen om de overtreding direct te beëindigen. Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van de overtreding. Bij de eerste overtreding volgt tevens een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de voorzitter van de veiligheidsregio;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie.

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling of bij herhaaldelijke overtreding) kan (daarnaast) ook een last onder dwangsom of gebiedsontzegging worden opgelegd.

2.4 Verbod gezamenlijk zingen of schreeuwen

Op grond van de noodverordening is het verboden om in de publieke ruimte of in een besloten plaats in groepsverband te zingen of te schreeuwen. Dit verbod geldt niet voor zangers, zangkoren, zanggroepen en voor zang als onderdeel van belijdenis van godsdienst of levensovertuiging, mits de richtlijnen die zijn opgenomen in het advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu van 30 juni 2020 in acht worden genomen.10

 

Handhavingslijn

  • -

    Men leeft het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid. Zorgdragen voor de handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de organisator. Het is dus aan de organisator of exploitant om het zingen of schreeuwen te doen ophouden evt. door beëindiging van samenkomst. Zie verder ook 2.1;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een mondelinge waarschuwing aan de overtreders gegeven om niet in groepsverband te zingen of te schreeuwen;

  • -

    Indien nog steeds geen gehoor wordt gegeven aan de waarschuwing, dan wordt overgegaan tot het geven van een verwijderingsbevel op grond van artikel 4.1 van de noodverordening. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom kunnen worden opgelegd.

2.5 Verboden gebieden en locaties

Op grond van de noodverordening is het verboden om zich in door de voorzitter aangewezen gebieden en locaties te bevinden. De voorzitter kan het verbod beperken tot bepaalde tijdvakken. Het aanwijzen kan bij spoed ook mondeling geschieden.

 

Dit verbod geldt niet voor:

  • -

    Bewoners van de woningen die zijn gelegen in het gebied of de locatie;

  • -

    Personen die in het gebied noodzakelijke werkzaamheden verrichten (bijvoorbeeld noodzakelijke werkzaamheden aan woningen en werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de levering van water, gas en elektriciteit).

Handhavingslijn

  • -

    Men leeft het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een mondelinge waarschuwing aan de burgers gegeven om zich te verwijderen uit het betreffende gebied;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de waarschuwing, wordt overgegaan tot het geven van een verwijderingsbevel op grond van artikel 4.1 van de noodverordening aan de overtreders. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling of bij herhaaldelijke overtreding) zou ook nog een last onder dwangsom kunnen worden opgelegd.

De bevoegdheid kan ook worden gebruikt om uitvoering te geven aan de aanwijzing van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om over te gaan tot een sluiting van maximaal 14 dagen van locaties, niet zijnde woningen, die gekoppeld worden aan meerdere besmettingen of clusters van besmettingen via het bron- en contactonderzoek van de GGD.

 

Handhavingslijn clusterbesmetting (ondernemer)

  • -

    Ondernemers leven het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid, nemen maatregelen en gaan vrijwillig over tot sluiting van de inrichting;

  • -

    Indien die ondernemers niet vrijwillig overgaan tot sluiting volgt er een aanwijzingsbesluit met een maximale sluiting van 14 dagen/bestuurlijke maatregel.

De bevoegdheid kan daarnaast worden gebruikt om locaties, waaronder detailhandel, te sluiten indien de maatregel om 1,5 meter onderlinge afstand te houden (naar verwachting) niet goed wordt nageleefd of niet goed na te leven is of indien niet wordt voldaan aan de overige in de noodverordening genoemde maatregelen. Een indicatie hiervoor kan zijn dat de locatie geen duidelijk toegangsbeleid hanteert, crowdmanagement heeft ingezet of zichtbare hygiënemaatregelen heeft getroffen. Ook kan een locatie worden gesloten problemen worden verwacht dan wel geconstateerd met het gebruik van het mobiliteitssysteem en in het bijzonder het openbaar vervoer.

 

Handhavingslijn winkels (ondernemer):

  • -

    Ondernemers leven het verbod en gestelde voorwaarden na op basis van eigen verantwoordelijkheid en handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de ondernemer (high trust, high penalty);

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing).

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de (mondelinge) waarschuwing dan volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de voorzitter van de veiligheidsregio;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel en/of bestuurlijke maatregel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

2.6 Registratieplicht contactberoepen

Contactberoepen dienen klanten te vragen de volgende gegevens beschikbaar te stellen:

  • a.

    volledige naam;

  • b.

    datum en aankomsttijd;

  • c.

    e-mailadres;

  • d.

    telefoonnummer;

  • e.

    toestemming met de verwerking en overdracht van die gegevens ten behoeve van de uitvoering van een eventueel bron- en contactonderzoek door de GGD.

De genoemde gegevens worden uitsluitend verwerkt voor de uitvoering van een eventueel bron- en contactonderzoek door de GGD, en worden veertien dagen bewaard en daarna vernietigd door de beoefenaar van het contactberoep.

 

Het gebod geldt niet voor (para)medische zorgverleners, sekswerkers, mantelzorgers, geestelijk bedienaars, toezichthouders, handhavers en medewerkers van hulpdiensten of personen die werkzaam zijn bij een justitiële inrichting.

 

Handelingslijn registratieplicht contactberoepen:

  • -

    Ondernemers leven het gebod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het gebod, wordt een dringend beroep op de overtreder gedaan om de overtreding ongedaan te maken (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de (mondelinge) waarschuwing, volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de voorzitter van de veiligheidsregio;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie.

2.7 Inrichting en beëindiging voorziening openbaar vervoer

Op grond van de noodverordening richten vervoerders voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer zodanig in en nemen daarmee samenhangende maatregelen11 zodat reizigers in staat worden gesteld zoveel mogelijk een afstand van tenminste 1,5 meter ten opzichte van alle andere in de voorziening aanwezige personen in acht te nemen en reizigers vanaf 13 jaar en ouder niet-medisch mondkapjes dragen in voertuigen en vaartuigen.

 

De voorzitter kan na overleg met de vervoerder voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer beëindigen of beperken, indien

  • -

    de inrichting van deze voorzieningen en de daarmee samenhangende maatregelen reizigers niet of niet in voldoende mate in staat stelt zoveel mogelijk een afstand van tenminste 1,5 meter ten opzichte van alle andere in de voorzieningen aanwezige personen in acht te nemen of het dragen van een mondkapje door reizigers van 13 jaar en ouder niet in acht wordt genomen; en

  • -

    de beëindiging van deze voorziening het transport van mensen die werkzaam zijn in vitale processen of transport dat anderszins noodzakelijk is voor de mobiliteit van Nederland niet onnodig belemmert.

Handhavingslijn:

  • -

    Vervoerders richten voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer zodanig in en nemen daarmee samenhangende maatregelen zodat reizigers zich houden aan de afstandsnorm van 1.5 meter en reizigers van 13 jaar en ouder niet-medisch mondkapjes dragen in voertuigen en vaartuigen;

  • -

    Bij overtreding van het verbod door de vervoerder, wordt door de voorzitter in overleg getreden met de vervoerder over de vervolgstappen;

  • -

    Bij overtreding van het verbod door de reizigers, kunnen bijzondere opsporingsambtenaren (domein IV) - aanwijzingen als bedoeld in Wet Personenvervoer 2000 (artikel 73) en het Besluit Personenvervoer 2000 (artikel 53) geven in het belang van een juist gebruik van de voorzieningen van openbaar vervoer en de opvolging van de maatregelen die bijdragen aan het in acht nemen van de afstand van ten minste 1,5 meter ten opzichte van alle anderen in de voorzieningen aanwezige personen en het dragen door reizigers van 13 jaar en ouder van niet-medisch mondkapjes in voertuigen en vaartuigen. Handhaving kan tevens plaatsvinden op grond van artikel 52 van het Besluit Personenvervoer 2000;

  • -

    De aanwijzing van de BOA’s kan eruit bestaan dat reiziger wordt gevraagd zich aan de maatregelen te houden (eventueel tot 2 keer toe), waaronder het dragen van een mondkapje, danwel -bij weigering- het voertuig of vaartuig te verlaten. In het geval dat de reiziger dan uiteindelijk de aanwijzing niet opvolgt dan wordt er een proces-verbaal opgemaakt voor niet opvolgen van de aanwijzing;

  • -

    Let op: het handelen in strijd met bepaling 2.7 van de noodverordening (plicht van passagiers om mondkapjes te dragen in het openbaar vervoer) is dus geen overtreding van artikel 443 Wetboek van Strafrecht, maar een overtreding van art. 72 Wet personenvervoer 2000 jo. art. 52 Besluit Personenvervoer 2000.

2.7a Luchthaven

Op grond van de noodverordening richt de exploitant van een luchthaventerrein de locaties van het inchecken, de security- en grensprocessen, het boarden, de teststraat en de reclaimhallen zodanig in en neemt daarmee samenhangende maatregelen zodat de 1,5 meter regel door passagiers kan worden nageleefd. Tijdens drukte dient de genoemde exploitant erop toe te zien dat het niet kunnen naleven van de 1,5 meter regel door passagiers op deze locaties tot een minimum wordt beperkt en zo snel mogelijk weer wel wordt verwezenlijkt. Zolang de 1,5 regel niet kan worden nageleefd zijn passagiers van 13 jaar en ouder verplicht een niet-medisch mondkapje te dragen.

 

Handhavingslijn:

  • -

    De luchthavenexploitant richt de locaties van het inchecken, de security- en grensprocessen, het boarden, de teststraat en de reclaimhallen zodanig in en neemt daarmee samenhangende maatregelen zodat de 1,5 meter regel door passagiers kan worden nageleefd. Dit kan o.a. door middel van communicatie, het aanspreken van passagiers en fysieke maatregelen, zoals belijning;

  • -

    Tijdens drukte dient de genoemde exploitant erop toe te zien dat het niet kunnen naleven van de 1,5 meter regel door passagiers op deze locaties tot een minimum wordt beperkt en zo snel mogelijk weer wel wordt verwezenlijkt. Zolang de 1,5 meter regel niet kan worden nageleefd zijn passagiers van 13 jaar en ouder verplicht een niet-medisch mondkapje te dragen. De luchthavenexploitant is verantwoordelijk om passagiers hierover te informeren;

  • -

    Verder informeert de luchthavenexploitant de Koninklijke Marechaussee wanneer piekmomenten worden verwacht en de 1,5 meter niet kan worden nageleefd. Bij onvoorziene piekdrukte informeert de luchthavenexploitant de Koninklijke Marechaussee onverwijld;

  • -

    Bij overtreding van het verbod door de exploitant, wordt door de voorzitter in overleg getreden met de luchthavenexploitant over de vervolgstappen.

2.8 Overig personenvervoer

Op grond van de noodverordening zijn reizigers van 13 jaar en ouder in het bedrijfsmatig personenvervoer niet zijnde openbaar vervoer, verplicht om een niet-medisch mondkapje te dragen indien zij zich met meer dan twee personen van 13 jaar en ouder, de bestuurder daaronder begrepen, in een voertuig of vaartuig bevinden.12 De aanbieder van overig bedrijfsmatig personenvervoer, niet zijnde de aanbieder van openbaar vervoer of veerdiensten, verifieert voorafgaand aan het vervoer de gezondheid van de reiziger en werkt uitsluitend op basis van reservering.

 

Handhavingslijn reizigers:

  • -

    Reizigers leven het gebod op het dragen van een niet- medisch mondkapje na op basis van eigen verantwoordelijkheid. Zorgdragen voor de handhaving van de regels geschiedt in eerste instantie door de vervoerder. De vervoerder spreekt de passagiers aan op het dragen van een niet-medisch mondkapje;

  • -

    enkel bij excessen (passagier die voertuig niet wenst te verlaten en geen mondkapje willen dragen) zal de politie of Koninklijke Marechaussee ter plaatse worden gevraagd. Primair zal de politie of de Koninklijke Marechaussee de passagier uit het voertuig verwijderen en in uiterste geval wordt proces-verbaal opgemaakt o.g.v. artikel 443 Sr.

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom kunnen worden opgelegd.

  • -

    Gelet op de aanwijzing van de minister van en van 11 september 2020, nr. 1742228-209922-PG wordt op het gebod tot het dragen van een niet-medisch mondkapje voor jongeren in het leerlingen- en doelgroepenvervoer niet gehandhaafd. Dit betreft het vervoer van leerlingen van en naar het voortgezet (speciaal) onderwijs. Daarnaast gaat het over vervoer van jongeren tot en met 17 jaar van en naar de locatie waar jongeren de jeugdhulp ontvangen, de kinderopvang en zorglocaties voor jeugd, zoals kinderdienstencentra (KDC).

2.9 Verboden toegang verpleeghuizen en woonvormen ouderenzorg

Op grond van de noodverordening is het verboden om zonder toestemming van de beheerder:

  • -

    een instelling die zorg als bedoeld in artikel 3.1.1., eerste lid, onderdeel a, van de Wet langdurige zorg verleent aan personen die daarop recht hebben vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking; of

  • -

    een woonsituatie waarin minimaal drie bewoners verblijven vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking en zorg ontvangen als bedoeld in artikel 3.1.1. van de Wet langdurige zorg te bezoeken indien zich in die instelling of woonsituatie een of meer COVID-19 besmettingen voordoen.

De beheerder verleent in ieder geval toestemming voor bezoek:

  • -

    indien het bezoek de beperking van de verspreiding van COVID-19 niet in de weg staat;

     

  • -

    aan een bewoner die verkeert in de stervensfase of vergelijkbare omstandigheden;

  • -

    voor het horen en beoordelen van een cliënt in het kader van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten;

  • -

    door een cliëntenvertrouwenspersoon.

De beheerder kan aan structurele vrijwilligers toestemming verlenen voor bezoek.

 

Handhavingslijn

  • -

    Indien zich in het verpleeghuis of woonvorm in de ouderenzorg een of meer COVID-19 besmettingen voordoen, dan is het zonder toestemming van de beheerder verboden voor onbevoegden (bezoekers) om zich daar te bevinden;

  • -

    Mocht een bezoeker zich niet aan voorgenoemd verbod houden, dan wordt de overtreder door medewerkers van de zorginstelling aangesproken en gewezen op het verbod. Overtreder wordt verzocht om direct de zorginstelling te verlaten;

  • -

    Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, dan wordt een toezichthouder opgeroepen.

  • -

    De toezichthouder geeft een verwijderingsbevel op grond van de noodverordening en als de bezoeker daar geen opvolging aan geeft zal proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom of gebiedsontzegging kunnen worden opgelegd.

2.10 sluitingstijd detailhandel

Op grond van de noodverordening is het verboden om tussen 20.00 uur en 06.00 uur een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet geopend te hebben. Het verbod geldt niet voor winkels in de levensmiddelenbranche.

 

Handhavingslijn:

  • -

    Ondernemers leven het verbod en gestelde voorwaarden na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen (mondelinge waarschuwing).

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de (mondelinge) waarschuwing dan volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de voorzitter van de veiligheidsregio;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel en/of bestuurlijke maatregel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

2.11 Verbod alcohol

Op grond van de noodverordening is het verboden tussen 20.00 uur en 07.00 uur alcoholhoudende drank te verkopen, commercieel te verstrekken of commercieel op enigerlei andere wijze in de publieke ruimte of in een besloten plaats aan te bieden.

 

Het is bovendien verboden tussen 20.00 uur en 07.00 uur in openbare plaatsen en daar aanwezige vaar- en voertuigen, alcoholhoudende drank te nuttigen of voorhanden te hebben.

 

Handhavingslijn alcoholverkoop:

  • -

    Ondernemers leven het verbod en gestelde voorwaarden na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer aangesproken en opgedragen om de overtreding direct te beëindigen en/of mitigerende maatregelen te treffen (mondelinge waarschuwing).

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de (mondelinge) waarschuwing dan volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de voorzitter van de veiligheidsregio;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel en/of bestuurlijke maatregel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

Handhavingslijn alcoholgebruik:

  • -

    Men leeft het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid.;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een mondelinge waarschuwing gegeven aan de overtreder;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de mondelinge waarschuwing, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van de overtreding. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling of bij herhaaldelijke overtreding) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom of gebiedsontzegging kunnen worden opgelegd.

2.12 Sport

Op grond van de noodverordening is het verboden sport te beoefenen in een groep van meer dan vier personen. Dit verbod geldt niet voor sportbeoefening door sporters in instellingen voor topsport, voetballers van de Eredivisie en Eerste Divisie en personen t/m 17 jaar die sport beoefenen op de eigen club.

 

Het is bovendien verboden toeschouwers toe te laten bij sportactiviteiten of sportwedstrijden dan wel als toeschouwer bij sportactiviteiten of sportwedstrijden aanwezig te zijn.

 

Tot slot is het verboden douches en kleedkamers in sportaccomodaties voor publiek geopend te houden. Dit verbod geldt niet voor kleedkamers bij zwemgelegenheden.

 

Handhavingslijn sporten >4p:

  • -

    Men leeft het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een mondelinge waarschuwing aan de overtreders gegeven om zich niet op te houden in een gezelschap van meer dan 4 personen;

  • -

    Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, dan wordt overgegaan tot het geven van een verwijderingsbevel op grond van artikel 4.1 van de noodverordening. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling of bij herhaaldelijke overtreding) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom of gebiedsontzegging kunnen worden opgelegd.

Handhavingslijn toeschouwers (organisator):

  • -

    Ondernemers/organisatoren leven het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een dringend beroep op de overtreder gedaan om de overtreding ongedaan te maken (mondelinge waarschuwing) en wordt door de voorzitter in overleg getreden met het bestuur van de vereniging;

  • -

    bij een volgende overtreding, volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de voorzitter van de veiligheidsregio;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie.

Handhavingslijn toeschouwers (deelnemer):

  • -

    Men leeft het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een mondelinge waarschuwing aan de overtreders gegeven om de overtreding te beëindigen;

  • -

    Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, dan wordt overgegaan tot het geven van een verwijderingsbevel op grond van artikel 4.1 van de noodverordening. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling of bij herhaaldelijke overtreding) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom of gebiedsontzegging kunnen worden opgelegd.

Handhavingslijn geopend houden douches en kleedkamers:

  • -

    Ondernemers/organisatoren leven het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt een dringend beroep op de overtreder gedaan om de overtreding ongedaan te maken (mondelinge waarschuwing) en wordt door de voorzitter in overleg getreden met het bestuur van de vereniging;

  • -

    bij een volgende overtreding, volgt er een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de voorzitter van de veiligheidsregio;

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie.

2.13 Evenementen

Op grond van de noodverordening is het verboden een evenement te organiseren, te laten organiseren of te laten plaatsvinden of daaraan deel te nemen.

Dit verbod geldt niet voor:

  • a.

    verrichtingen van vermaak in een gebouw die behoren tot de reguliere exploitatie van bioscopen, filmhuizen, concertzalen, podia voor alle genres van muziek, theaters en hiermee vergelijkbare culturele instellingen, musea, presentatie-instellingen, monumenten met een publieksfunctie, casino’s, arcadehallenen, speelhallen en markten, mits de in deze verordening opgenomen regels in acht worden genomen;

  • b.

    wedstrijden van sporters in instellingen voor topsport, wedstrijden van voetballers van de Eredivisie en Eerste Divisie en wedstrijden van personen tot en met 17 jaar op de eigen club.

Handhavingslijn:

  • -

    Organisatoren leven het verbod na op basis van eigen verantwoordelijkheid. Burgemeesters doen dringend beroep op organisatoren om hier gehoor aan te geven;

  • -

    Bij niet naleving van het verbod, wordt de organisator opgedragen om het evenement direct af te gelasten;

  • -

    Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van het evenement. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie.

  • -

    In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom kunnen worden opgelegd.

2.14 Maatregelen bij introductie-activiteiten voor studenten

Op grond van de noodverordening is het verboden om samenkomsten in de publieke ruimte of in een besloten plaats in het kader van de werving en introductie van studenten van het mbo, hbo en wo te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan.

De voorzitter kan van dit verbod ontheffing verlenen voor een samenkomst georganiseerd door een onderwijsinstelling, studentenvereniging, studentensportvereniging of studievereniging, indien:

  • a.

    de samenkomst geaccordeerd is door een onderwijsinstelling of de veiligheidsregio;

  • b.

    de samenkomst gericht is op studie, kennismaking of sport;

  • c.

    de samenkomst kleinschalig is;

  • d.

    tijdens de samenkomst geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt of genuttigd; en

  • e.

    de samenkomst niet plaatsvindt tussen 22.oo uur en 07.00 uur.

Handhavingslijn:

  • -

    Men leeft het verbod en / of de voorwaarden verbonden aan de ontheffing na op basis van eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Bij niet-naleving van het verbod, wordt een dringend beroep op de organisator gedaan om de samenkomst te beëindigen of te sluiten (mondelinge waarschuwing);

  • -

    Indien geen gehoor wordt gegeven aan de mondelinge waarschuwing dan volgt een beëindigings- 0f sluitingsbevel (bestuurlijke maatregel) vanuit de voorzitter van de veiligheidsregio en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie;

  • -

    In specifieke gevallen kan (daarnaast) een last onder dwangsom worden opgelegd;

  • -

    Bij een volgende overtreding volgt opnieuw een (verzwarend) sluitingsbevel en/of bestuurlijke maatregel en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie.

  • -

    Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking / beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 443 Wetboek van Strafrecht met een boete van de tweede categorie.

3 Algemene uitzonderingen

 

De hierboven genoemde verboden zijn (tevens) niet van toepassing op:

  • -

    de betrokken hulpdiensten en toezichthouders;

  • -

    activiteiten die noodzakelijk zijn voor de voortgang van vitale processen zoals beschreven op https://www.nctv.nl/ onderwerpen/ vitale-infrastructuur/overzicht-vitale-processen;

  • -

    door de voorzitter te bepalen (categorieën van) gevallen.13

4. Uitgangspunten

 

Voor de concrete handhaving van de noodverordening gelden de volgende uitgangspunten:

  • -

    High trust, high penalty;

  • -

    De bestrijding van de pandemie vereist vergaande maatregelen waarbij het belang van de gezondheid prevaleert boven het belang van onderdelen van de economie;

  • -

    Een geconstateerde overtreding dient direct ongedaan gemaakt te worden en toezichthouders kunnen hiertoe het gesprek aangaan en aanwijzingen geven. De toezichthouders beschikken hierbij over een discretionaire bevoegdheid;

  • -

    Handhaving is in beginsel reactief en start nadat melding is gedaan van een overtreding of als sprake is van een heterdaad constatering (routinematig, n.a.v. melding/klacht en bij excessen);

  • -

    Operationalisering van de handhaving van de noodverordening is een gezamenlijke opdracht van de veiligheidsregio. Degene die constateert (via melding of eigen waarneming) is verantwoordelijk voor de handhaving en de afstemming hierover met de partners;

  • -

    Bij beperkte capaciteit ligt de prioriteit bij ernstige overtredingen en/of ernstige gezondheidsrisico’s;

  • -

    De handhaving richt zich in eerste instantie op de eigenaar/ organisator en in beginsel niet op personeel en/of de gasten;

  • -

    De handhaving is gefaseerd en in eerste instantie niet gericht op aanhouding, maar op het beëindigen van de overtreding en herstel van de situatie;

  • -

    Bij de handhaving geldt:

    • o

      dat het gericht is op het stoppen van de overtreding en dit inhoudt dat men kan waarschuwen, verbaliseren en/of het opmaken van een bestuurlijke rapportage;

    • o

      dat men in eerste instantie waarschuwt, maar dat bij het bewust overtreden van de maatregelen een proces-verbaal volgt;

    • o

      dat bij een eerdere waarschuwing en bij het opnieuw overtreden van de maatregelen een proces-verbaal volgt;

    • o

      dat bij illegale bijeenkomsten een proces-verbaal volgt, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen groepsvorming (een ieder) en feesten (de organisator en voor zover mogelijk de deelnemers);

    • o

      dat bevindingen altijd worden vastgelegd.

  • -

    De Officier van Justitie gaat in beginsel over de opsporing en handhaving van strafbare feiten.

5. Communicatie

 

Via de communicatie van de Veiligheidsregio over de noodverordening worden de doelgroepen geïnformeerd over de noodverordening en het geldende handelingskader. Publicatie vindt ook plaats op de website.

Naar boven