Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent voorbereiding en ondersteuning van de uitvoering van de accountantscontrole (Controleprotocol van de gemeente Heemskerk 2019)

Wettelijke grondslag:

1. Gemeentewet; artikel 213

2. Controleverordening 2019

1 Algemene bepalingen

1.1 Inleiding

Ter voorbereiding en ondersteuning van de uitvoering van de accountantscontrole is het aan de raad om een aantal zaken nader te regelen. Dit vindt op hoofdlijnen in dit Controleprotocol plaats. Object van controle is de Jaarrekening 2019 en de daaropvolgende jaren van de gemeente Heemskerk en daarmee ook het financieel beheer, zoals uitgeoefend door of namens de raad van de gemeente Heemskerk.

1.2 Doelstelling

Dit controleprotocol heeft als doel nadere aanwijzingen te geven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeurings-en rapporteringstoleranties voor de controle van de jaarrekening 2019 en de daaropvolgende jaren van de gemeente Heemskerk.

1.3 Wettelijk kader

Artikel 213 Gemeentewet schrijft voor dat de raad één of meer accountants aanwijst als bedoeld in artikel 393 eerste lid Boek 2 Burgerlijk Wetboek voor de controle van de in art 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een controleverklaring en het uitbrengen van een accountantsrapport.

 

In het kader van de opdrachtverstrekking aan de accountant kan de raad nadere aanwijzingen geven voor te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties. Tevens zal in de opdrachtverstrekking duidelijk aangegeven moeten worden welke wet- en regelgeving in het kader van het financieel beheer onderwerp van rechtmatigheidscontrole zal zijn (het zogenaamde normenkader).

 

De raad heeft een controleverordening ex art 213 Gemeentewet voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Heemskerk vastgesteld. Met dit meerjarig controleprotocol stelt de raad nadere aanwijzingen voor de accountant vast die specifiek van toepassing zijn met ingang van het controlejaar 2019. Meerjarig om te voorkomen dat jaarlijks een gelijkluidend protocol moet worden vastgesteld.

 

Het is niet mogelijk het te hanteren normenkader voor meerdere jaren vast te leggen, aangezien elk jaar de wet- en regelgeving wijzigt en in het normenkader deze wijzigingen moeten worden verwerkt. Het normenkader wordt daarom jaarlijks apart aan de raad en de accountant aangeboden.

 

De raad hoeft dit normenkader niet expliciet vast te stellen, maar kan het normenkader ook bevestigen door het voor kennisgeving aan te nemen. Doel van het versturen is dat de raad zich bewust is van welke verordeningen wel en welke niet zijn meegenomen in de accountantscontrole, daarmee heeft de raad de mogelijkheid gehad het overzicht aan te vullen.

2 Algemene uitgangspunten voor de controle (getrouwheid én rechtmatigheid)

 

De controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening wordt volgens artikel 213 Gemeentewet uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant. Deze geeft volgens artikel 213 Gemeentewet in zijn controleverklaring een oordeel over:

  • -

    de getrouwe weergave van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de activa en passiva;

  • -

    het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen;

  • -

    het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens Algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (Bbv).

 

Zijn accountantsrapport bevat in ieder geval bevindingen over:

  • -

    de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

  • -

    de verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening.

 

Op grond van artikel 213, lid 6 Gemeentewet worden nadere regels bij of krachtens Algemene maatregel van bestuur gesteld. Bij de controle zullen deze nadere regels mede bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden. Denk hierbij aan:

  • -

    besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado);

  • -

    de regelgeving van de Nederlandse beroepsorganisatie voor accountants (NBA);

  • -

    (richtinggevende) adviezen van de commissie voor het Besluit begroting en verantwoording (commissie Bbv).

 

Onder rechtmatigheid wordt begrepen de definitie volgens de Bado dat de in de jaarrekening verantwoorde lasten, baten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Dat wil zeggen “in overeenstemming zijn met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen”.

3 Te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties

3.1 Algemeen

De accountant accepteert in de controle bepaalde toleranties en richt de controle daarop in. De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de verantwoorde baten en lasten en balansmutaties en financiële beheershandelingen met een belang groter dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie.

 

De accountant richt de controle in op het ontdekken van belangrijke fouten en baseert zich daarbij op risicoanalyses, vastgestelde toleranties en (al dan niet) statische deelwaarnemingen en extrapolaties.

3.2 Goedkeuringstolerantie

De goedkeuringstolerantie is het bedrag dat de som van fouten in de jaarrekening of onzekerheden in de controle aangeeft, die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers kan worden beïnvloed.

 

De goedkeuringstolerantie is bepalend voor de oordeelsvorming en de strekking van de af te geven controleverklaring.

 

In de Bado zijn minimumeisen voor de te hanteren goedkeuringstoleranties bij de controle van de jaarrekening voorgeschreven. De gemeenteraad mag de goedkeuringstoleranties scherper vaststellen dan deze minimumeisen. Dit moet dan wel worden toegelicht in de controleverklaring.

 

Voor het vaststellen van de goedkeuringstolerantie wordt uitgegaan van de landelijk aanvaarde normen zoals neergelegd in de Bado; te weten:

Goedkeuringstolerantie

Goedkeurend

Met beperking

Oordeelonthouding

Afkeurend

Fouten in de jaarrekening

(% lasten)

≤ 1%

> 1% < 3%

-

≥ 3%

Onzekerheden in de controle (% lasten)

≤ 3%

> 3% < 10%

≥ 10%

-

 

Naast deze kwantitatieve benadering zal de accountant ook een kwalitatieve beoordeling hanteren (professional judgement). De weging van fouten en onzekerheden vindt ook plaats op basis van professional judgement op grond van de Bado.

3.3 Rapporteringstolerantie

Volgens de Bado is de rapporteringstolerantie een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de bedragen voortvloeiend uit de goedkeuringstolerantie. Bij overschrijding van dit bedrag vindt rapportering plaats in het accountantsrapport.

 

Een lagere rapporteringstolerantie leidt in beginsel niet tot aanvullende controlewerkzaamheden maar wel tot een uitgebreidere rapportage van bevindingen. Hiermee wordt bereikt dat niet slechts de fouten en bevindingen worden gerapporteerd die direct gevolgen hebben voor de strekking van de controleverklaring, maar ook 'kleinere' fouten en onzekerheden. Overigens zal de accountant vanuit zijn natuurlijke adviesfunctie de kleinere fouten vaak toch al wel onder de aandacht brengen en indien relevant op basis daarvan aanbevelingen doen, bijvoorbeeld ter verbetering van de bedrijfsvoering.

 

De rapportagetolerantie kan worden vastgesteld op een percentage, bijvoorbeeld 80%, van de goedkeuringstolerantie of op een maatschappelijk relevant geacht absoluut bedrag zoals € 100.000. De rapporteringtoleranties kunnen zich verder toespitsen op die elementen die de raad specifiek nader terug wil zien, zonder dat dit de controletoleranties zelf beïnvloedt.

 

De rapporteringstolerantie wordt door de raad vastgesteld, met inachtneming van bovengenoemde minimumeisen. De accountant houdt in zijn accountantsrapport rekening met de rapporteringstolerantie om te kunnen waarborgen dat alle gesignaleerde onrechtmatigheden die dit bedrag overschrijden ook daadwerkelijk worden opgenomen.

 

Voor de rapporteringtolerantie stelt de raad als maatstaf dat de accountant elke fout of onzekerheid groter dan € 75.000 rapporteert.

 

Single information, Single audit (SiSa)

De doelstelling van SiSa is het verminderen van verantwoordings- en controlelasten voor gemeenten en provincies.

 

Via een aparte bijlage bij de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over een nader bepaald aantal specifieke uitkeringen. In het kader van de SiSa zijn in de Bado de volgende rapporteringstoleranties voorgeschreven ten aanzien van de geconstateerde fouten bij deze specifieke uitkeringen:

Omvang specifieke uitkering

Rapporteringstolerantie

< € 125.000

€ 12.500

> € 125.000 en < € 1 miljoen

10% van de specifieke uitkering

> € 1 miljoen

€ 125.000

 

In zijn accountantsrapport neemt de accountant per specifieke uitkering fouten en onzekerheden op, boven deze financiële grenzen, voor zover die niet door de medeoverheid zijn of kunnen worden gecorrigeerd.

4 Begrip rechtmatigheid en de aanvullend te controleren rechtsmatigheidscriteria

 

Voor meer informatie over het begrip rechtmatigheid in relatie tot de accountantscontrole bij gemeenten wordt verwezen naar onder meer de NBA en VNG (website) publicaties betreffende rechtmatigheid en accountantscontrole. In het bijzonder is verder belangrijk de actuele ‘Kadernota rechtmatigheid’ van de commissie BBV

 

In het kader van de rechtmatigheidscontrole kunnen negen rechtmatigheidscriteria worden onderkend:

het begrotingscriterium, misbruik en oneigenlijk gebruikscriterium, voorwaardencriterium, calculatiecriterium, valuteringscriterium, adresseringscriterium, volledig¬heids¬criterium, aanvaardbaarheidscriterium en het leveringscriterium.

In het kader van het getrouwheidsonderzoek wordt al aandacht besteed aan de meeste van deze criteria.

 

Voor de oordeelsvorming over de rechtmatigheid van het financieel beheer zal extra aandacht besteed moeten worden aan de volgende rechtmatigheidscriteria:

  • a.

    het begrotingscriterium;

  • b.

    het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium);

  • c.

    het voorwaardencriterium.

4.1 Het begrotingscriterium

Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. Bij het bepalen van de kaders die in acht moeten worden genomen voor de accountantscontrole worden de regels van de commissie Bbv (Kadernota Rechtmatigheid) en Bado aangehouden.

De accountant rapporteert in zijn rapport van bevindingen over het begrotingscriterium.

 

Als blijkt dat de gerealiseerde lasten zoals weergegeven in de jaarrekening hoger zijn dan de geraamde bedragen met inbegrip van de laatste begrotingswijziging, is, voor zover het de begrotingsoverschrijdingen betreft, mogelijk sprake van onrechtmatige uitgaven. De overschrijding kan namelijk in strijd zijn met het budgetrecht van de raad zoals geregeld in de Gemeentewet. Voor de afsluitende oordeelsvorming is van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door de raad geformuleerde beleid en/of wordt gecompenseerd door aan de lasten gerelateerde hogere inkomsten. Het bepalen welke begrotingsoverschrijdingen al dan niet verwijtbaar zijn, is voorbehouden aan de raad.

 

In de Financiële verordening is onder meer bepaald dat de raad met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma evenals het overzicht algemene dekkingsmiddelen en de geraamde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves, autoriseert. Het college wordt dus op programmaniveau door de raad geautoriseerd.

 

Compensatie tussen programma’s onderling of dekking van een overschrijding via de algemene dekkingsmiddelen zal door de raad moeten worden goedgekeurd (budgetrecht).

 

In de jaarverslaglegging wordt gerapporteerd of en welke begrotingsoverschrijdingen al dan niet verwijtbaar zijn aan de hand van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie Bbv.

4.2 Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium

Net als bij de rijksoverheid, zullen ook gemeenten naar analogie van diezelfde rijksoverheid een beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik moeten hebben. Voor de gemeente Heemskerk is dit beleid in hoofdlijnen vastgelegd in de Kadernota Voorkomen misbruik en oneigenlijk gebruik 2016 (M&O-beleid).

 

Indien een gemeente geen toereikend M&O-beleid voert ten aanzien van een regeling, is er geen sprake van een verantwoord financieel beheer ten aanzien van die regeling. De accountant weet dan met zekerheid dat er een verhoogd risico ten aanzien van de rechtmatigheid bestaat en dat de met de betreffende regeling samenhangende posten in de jaarrekening niet voldoen aan de te stellen eisen.

 

Indien bij een toereikend M&O-beleid, toch een belangrijke (materiële) onzekerheid blijft bestaan met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitgaven of ontvangsten, dan beoordeeld de accountant of deze onzekerheid in de toelichting bij de jaarrekening juist wordt weergegeven. De accountant kan eventueel in zijn verklaring een toelichtende paragraaf opnemen, waarin hij de gebruikers nog eens nadrukkelijk op de bestaande onzekerheid wijst.

 

Indien de onzekerheid van materieel belang niet toereikend in de toelichting op de jaarrekening is uiteengezet, dan heeft de accountant een bedenking tegen de jaarrekening en is een goedkeurend getrouwheidsoordeel niet toegestaan.

4.3 Het voorwaardencriterium

Besteding en inning van gelden door de gemeente zijn aan bepaalde voorwaarden verbonden waarop door de accountant moet worden getoetst. Deze voorwaarden liggen vast in wet- en regelgeving (Algemeen verbindende voorschriften van de Europese Unie, formele wetten, Algemene maatregelen van bestuur, wetten in materiële zin als Ministeriële regelingen, raadsbesluiten, verordeningen, richtlijnen, protocollen en dergelijke met een wettelijke grondslag en jurisprudentie).

 

De gestelde voorwaarden hebben over het algemeen betrekking op:

  • omschrijving van de doelgroep respectievelijk het project;

  • heffing- en/of declaratiegrondslag;

  • normbedragen;

  • bevoegdheden;

  • voeren van een administratie;

  • verkrijgen en bewaren van bewijsstukken;

  • aan te houden termijnen besluitvorming, betaling, declaratie e.d.;

  • recht, hoogte en duur.

 

De precieze invulling verschilt per wet, regeling of verordening. Voor alle geldstromen dient ondubbelzinnig vast te staan welke voorwaarden er op van toepassing zijn. De door hogere overheden gestelde voorwaarden liggen vaak volledig vast. Dit geldt echter niet voor de voorwaarden in de gemeentelijke regelgeving. Uitgangspunt daarbij is dat vooralsnog het huidige informele beleid wordt bekrachtigd en er vooral tegen derden niet met terugwerkende kracht strengere normen zullen worden toegepast.

 

In de Kadernota rechtmatigheid van de commissie Bbv wordt het voorwaardencriterium toegelicht op de onderwerpen subsidieafrekeningen en specifieke uitkeringen alsmede investeringen en contracten die meerjarige gevolgen hebben.

5 Reikwijdte van de accountantscontrole bij de rechtmatigheidstoetsing

 

Bij het bepalen van de kaders die in acht moeten worden genomen voor de accountantscontrole worden de regels van de commissie Bbv gevolgd.

 

Indien en voor zover bij de accountantscontrole materiële financiële onrechtmatige handelingen worden geconstateerd, worden deze in de rapportage en oordeelsweging uitsluitend betrokken indien en voor zover het door hogere overheden, de raad of het college vastgestelde regels betreft. Verder kunnen interne regels wel relevant zijn voor de nadere vaststelling van de invulling van “hogere” besluiten, maar deze regels zijn op zich geen object van onderzoek. Het is (over het algemeen) aan het college om een oordeel te vellen over de geconstateerde afwijkingen van lagere interne regels.

 

Het nomenkader dat, in verband met wijzigingen in wet- en regelgeving jaarlijks moet worden geactualiseerd, wordt jaarlijks separaat aan de gemeenteraad aangeboden.

 

Het normenkader omvat de voor de accountantscontrole relevante regelgeving van hogere overheden en van de gemeente Heemskerk zelf en is uitgewerkt in de paragrafen 5.1 tot en met 5.3.

5.1 Externe regelgeving

De naleving van relevante wettelijke kaders, zoals de accountant die algemeen hanteert bij de beoordeling van de jaarrekening op rechtmatigheid. Dit uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen.

Voorbeelden van deze externe wetgeving zijn:

  • algemene verbindende voorschriften van de EU, zoals de Europese Aanbestedingsrichtlijnen;

  • wet- en regelgeving waarin nadere voorschriften zijn opgenomen betreffende specifieke uitkeringen en subsidies vanuit de EU, het Rijk en andere subsidieverstrekkende instanties;

  • fiscale en sociale wet- en regelgeving die door gemeenten moeten worden nageleefd;

  • overige algemene wet- en regelgeving, zoals de Algemene wet bestuursrecht (i.v.m. subsidiebepalingen) en Bezoldigingswetten en -besluiten;

  • gemeentewet;

  • wetgeving en regelgeving die inrichtingsvereisten voorschrijven (voorbeeld Bbv);

  • specifieke wet- en regelgeving ten behoeve van de eigen taakuitvoering.

5.2 Interne regelgeving

De naleving van de volgende kaders:

  • begroting;

  • financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet;

  • controleverordening ex artikel 213 Gemeentewet;

  • overige kaders zoals opgenomen in een “Inventarisatie wet- en regelgeving in het kader van de rechtmatigheidscontrole”, welke jaarlijks aan de raad wordt aangeboden.

 

De overige kaders betreffen alle gemeentelijke verordeningen en besluiten met een kaderstellend karakter die door de raad zijn vastgesteld, voor zover deze bepalingen bevatten over directe financiële beheershandelingen.

 

Collegebesluiten vallen niet (standaard) onder de rechtmatigheidstoets, want deze voorschriften betreffen de relatie college – ambtenaren (en dus niet de relatie raad – college) met uitzondering van financiële beheershandelingen die een nadere uitwerking vormen van externe regelgeving of door de raad vastgestelde verordeningen wanneer daarin ook is aangegeven dat een dergelijk collegebesluit moet worden genomen.

Kaderstellende collegebesluiten (betrekking hebbend op financiële beheershandelingen) kunnen verplicht zijn gesteld door hogere regelgeving of raadsbesluiten c.q. verordeningen. Indien in deze regelgeving de verplichting tot het opstellen en nemen van een besluit is opgenomen, zal de accountant alleen onderzoeken of dit besluit ook daadwerkelijk door het college is vastgesteld. Indien ook eisen aan het collegebesluit zijn opgenomen wordt ook (alleen) gecontroleerd of het collegebesluit die bepalingen bevat.

 

De accountant controleert alleen de bepalingen betreffende recht, hoogte en duur van interne regelgeving met financiële beheershandelingen.

Aan (on)rechtmatige kostenoverschrijdingen die lager zijn dan € 75.000 per programma worden geen consequenties verbonden.

Over- en onderschrijdingen op zowel de lasten als de baten worden toegelicht.

 

Het delegatiebesluit en het mandaatbesluit van de gemeente zijn ook belangrijke collegebesluiten voor het financieel beheer, maar worden alleen gebruikt bij de accountantscontrole gericht op getrouwheid.

5.3 Single information, Single audit (SiSa)

Single information, Single audit is van toepassing op bijna alle specifieke uitkeringen van het Rijk.

 

Voor SiSa verantwoordingen gelden veelal specifieke toetsingsvoorwaarden. Voor zover deze deel uitmaken van de gemeenterekening zijn ook de bepalingen zoals vermeld in hoofdstuk 3 van dit controleprotocol van toepassing.

 

In de Circulaire SiSa van het Ministerie van BZK is nadere regelgeving verstrekt over de wijze van verantwoorden over specifieke uitkeringen.

5.4 Wet Normering Topinkomens (WNT)

De wet normering topinkomens geldt voor de bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector. Er geldt een publicatieplicht bij de jaarrekening waar de accountant in de controleverklaring een apart oordeel over moet geven.

6 Rapportages accountant

 

Tijdens en na afronding van de controlewerkzaamheden rapporteert de accountant hierna in het kort weergegeven als volgt:

6.1 Interim-controle

In de tweede helft van het jaar wordt door de accountant een zogenaamde interim-controle uitgevoerd. De bevindingen van deze controle worden vastgelegd in:

  • -

    managementletter, die aan de gemeentesecretaris en de controller wordt verstrekt;

  • -

    boardletter, die aan de raad en de auditcommissie wordt verstrekt.

6.2 Accountantsrapport

Na het afsluiten van het boekjaar voert de accountant de controle op de jaarrekening uit. De resultaten van deze controle legt de accountant vast in het accountantsrapport, overeenkomstig de Gemeentewet.

 

In het accountantsrapport wordt gerapporteerd over de opzet en uitvoering van het financiële beheer en of de beheersorganisatie een getrouw en rechtmatig financieel beheer en een rechtmatige verantwoording daarover waarborgt.

Dit accountantsrapport wordt aan de raad uitgebracht en in afschrift aan het college en wordt integraal aangeboden als onderdeel van de jaarverslaglegging.

6.3 Uitgangspunten voor de rapportagevorm

Gesignaleerde onrechtmatigheden worden toegelicht gespecificeerd naar de aard van het criterium (begrotingscriterium, voorwaardencriterium, etc.). Fouten of onzekerheden die de rapporteringtolerantie zoals genoemd in dit controleprotocol, overschrijden, worden weergegeven in een apart overzicht bij het accountantsrapport. De accountant rapporteert ook over eventuele bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en de continuïteit van de door de gemeente gehanteerde geautomatiseerde informatieverzorging.

6.4 Controleverklaring

In de controleverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven, zowel ten aanzien van de getrouwheid als de rechtmatigheid, uitmondend in een oordeel over de jaarrekening. Deze controleverklaring is bestemd voor de gemeenteraad, zodat deze de door het college opgestelde jaarrekening kan vaststellen. De controleverklaring wordt integraal aangeboden als onderdeel van de jaarverslaglegging.

7 Communicatie en periodiek overleg

 

In de controleverordening is bepaald dat “ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek afstemmingsoverleg plaats tussen de accountant en de auditcommissie, de portefeuillehouder financiën, de gemeentesecretaris en de concerncontroller.”

 

In de volgende communicatiematrix is weergegeven hoe in het kader van het bestuurlijk overleg en de rapportages de contacten tussen de accountant, het bestuur en het management van toepassing kunnen zijn. Uit oogpunt van doelmatigheid heeft het de voorkeur zoveel mogelijk gesprekken te combineren.

Overlegvorm

Toelichting

Auditcommissie

De raad is opdrachtgever van de accountant. De auditcommissie is het aanspreekpunt voor de accountant voor de opdrachtformulering. Met de auditcommissie zal voorafgaand aan de controle een overleg plaatsvinden om te komen tot een afstemming over de nadere invulling van de controleopdracht. Wellicht kan dit worden gecombineerd met het pre-audit gesprek dat ambtelijk wordt gevoerd. Eventuele tussentijdse belangrijke bijstellingen van de controle zullen tussentijdse worden teruggekoppeld naar de auditcommissie. Daarnaast zullen de bevindingen van de eindejaarscontrole (op basis van het concept en definitief rapport van bevindingen) worden besproken in de auditcommissie.

Gemeentesecretaris/ controller

De gemeentesecretaris en/of de controller zijn voor de accountant belangrijke gesprekspartners binnen de gemeentelijke organisatie. Bijeenkomsten:

  • pre-audit gesprek;

  • de bespreking van de (concept) managementletter (interim-controle);

de bespreking van het (concept) rapport van bevindingen ( jaarrekeningcontrole).

 

 

Overlegvorm

Toelichting

Portefeuillehouder financiën

Pre-auditgesprek, bespreking bevindingen interim controle en de jaarrekeningcontrole bespreekt de accountant met de portefeuillehouder financiën.

College, raad raadscommissie

Op verzoek zal de accountant een toelichting geven in de vergaderingen van het college, de raad of een raadscommissie.

 

8 Slotbepalingen

8.1 Intrekking

Het Controleprotocol 2015 wordt ingetrokken op de dag van inwerkintreding van het Controleprotocol 2019.

8.2 Inwerkingtreding

Dit controleprotocol treedt 1 november 2019 in werking, met dien verstande dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening van het verslagjaar 2019 en later.

8.3 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Controleprotocol van de gemeente Heemskerk 2019.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente

Heemskerk in zijn openbare vergadering van

de raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven