Financieel Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentewet of de Verordening Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2019 (hierna: de verordening).

Artikel 2 Hoogte persoonsgebonden budget (pgb)

  • 1.

    Als uitwerking van artikel 8, derde en vierde lid zijn nadere bepalingen vastgesteld in de Nadere regels Jeugdhulp en Wmo gemeente Heerde 2019.

  • 2.

    De hoogte van een persoonsgebonden budget (hierna: pgb) voor jeugdhulp of maatschappelijke ondersteuning is voor formele hulp gelijk aan 100 % van de geldende inkooptarieven in natura, welke zijn:

    Oke

  • 3.

    Het pgb voor maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo 2015 in de vorm van woonvoorzieningen wordt vastgesteld op maximaal 100% van de werkelijke kosten die gemaakt worden voor:

    • a.

      een bouwkundige of woontechnische voorziening in een woning (woningaanpassing), voor zover de kosten betrekking hebben op:

      • i.

        de aanneemsom;

      • ii.

        de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten;

      • iii.

        het architectenhonorarium;

      • iv.

        het toezicht op de uitvoering, indien noodzakelijk;

      • v.

        de leges die betrekking hebben op het treffen van de voorziening;

      • vi.

        de verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting;

      • vii.

        renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;

      • viii.

        de prijs van bouwrijpe grond indien noodzakelijk en gemaximeerd door het gestelde in bijlage 1;

      • ix.

        de door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

      • x.

        de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing; of

      • xi.

        de kosten van heraansluiting op de openbare nutsvoorziening; de administratiekosten die de verhuurder verschuldigd is.

    • b.

      een niet-bouwkundige of niet-woontechnische voorziening in een woning, zoals woninguitrusting;

    • c.

      een uitraasruimte;

    • d.

      onderhoud, keuring en reparatie van een gerealiseerde woningaanpassing;

    • e.

      tijdelijke huisvesting.

(Voettekst 1): Niet alle zorgproducten worden per uur in rekening gebracht. Voor het meest actuele overzicht van de tarieven per stuk, per minuut of per etmaal zie de tarieven 2019.

Artikel 3 Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen

  • 1.

    Er geldt een vast tarief per bijdrage periode voor huishoudens zolang zij gebruik maken van Wmo-maatwerkvoorzieningen of een pgb ontvangen voor een maatwerkvoorziening. De hoogte van de eigen bijdrage bedraagt € 17,50 per bijdrage periode (4 weken), voor één of meerdere voorzieningen in het kader van de Wmo 2015.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat geen bijdrage van €17,50 (2) per 4 weken is verschuldigd voor:

    • a.

      een rolstoel;

    • b.

      voorzieningen voor personen jonger dan 18 jaar;

    • c.

      collectief vraagafhankelijk vervoer, mits het een maatwerkvoorziening betreft waarvoor het college een indicatie heeft afgegeven (dan gelden een opstaptarief en ritbijdrage (3).

  • 3.

    De bijdrage voor een materiële maatwerkvoorziening wordt gedurende de volledige economische gebruiksperiode in rekening gebracht. Voor het bepalen van de bijdrage wordt uitgegaan van de gebruikswaarde, zijnde de kosten van de voorziening per jaar (uitgaande van nieuwwaarde van de voorziening en de economische levensduur), eventueel verhoogd met reparatie- en onderhoudskosten per jaar. Bij hulpmiddelen en roerende woonvoorzieningen wordt uitgegaan van een economische levensduur van 108 periodes, bij bouwkundig nagelvaste woonvoorzieningen en trapliften wordt uitgegaan van een economische levensduur van 130 periodes.

(Voettekst 2): Peiljaar 2019. Bij verandering van de wet is deze leidend.

(Voettekst 3): Voor ritten tot 20 km compenseert de gemeente inwoners die niet met het OV kunnen reizen. Voor ritten tot 20 km geldt een lagere ritbijdrage van € 0,15 per km. Ritten van 20-40 km kennen een hogere bijdrage van € 0,17 per km.

Artikel 4 Tegemoetkomingen meerkosten

  • 1.

    De tegemoetkoming meerkosten bedraagt voor:

  • 2.

    Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd volgens de CPB CEP 2018.

Artikel 5 Tegemoetkoming meerkosten bijdrage Algemene voorziening schoon en leefbaar huis (AVSLH)

  • 1.

    Cliënten met een (gezamenlijke) inkomen tot 125% van het inkomen zoals opgenomen in artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit kunnen op aanvraag een tegemoetkoming meerkosten ontvangen ter hoogte van de bijdrage AVSLH.

  • 2.

    Uitgezonderd op artikel 4.1 zijn cliënten die onderdeel zijn van een meerpersoonshuishouden, waarbij de leeftijd onder de 65 jaar ligt. Cliënten in deze situatie met een inkomen tot 130% van het inkomen zoals opgenomen in artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit, kunnen op aanvraag een tegemoetkoming meerkosten ontvangen ter hoogte van de bijdrage AVSLH.

Artikel 6 Terugbetaling kosten nagelvaste woonvoorzieningen

De terugbetaling wordt bepaald door de formule:

90% van de kosten bij verkoop na 1 jaar;

80% van de kosten bij verkoop na 2 jaar;

70% van de kosten bij verkoop na 3 jaar;

60% van de kosten bij verkoop na 4 jaar;

50% van de kosten bij verkoop na 5 jaar;

40% van de kosten bij verkoop na 6 jaar;

30% van de kosten bij verkoop na 7 jaar;

20% van de kosten bij verkoop na 8 jaar;

10% van de kosten bij verkoop na 9 jaar.

Bij verkoop na 10 jaar wordt geen terugbetaling meer gevraagd.

Artikel 7 Intrekking Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2018

Het Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2018 wordt met ingang van 1 januari 2019 ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019 en kan worden aangehaald als het Financieel Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2019.

Bijlagen

Bijlage 1 Tegemoetkoming meerkosten AVSLH

Naar aanleiding van artikel 5. Tegemoetkoming meerkosten bijdrage Algemene voorziening schoon en leefbaar huis (AVSLH)

Bijlage 2

Aantal m² waarvoor een vergoeding kan worden gegeven ingevolge artikel 2 derde lid sub a. onder viii (het verwerven van grond)(4).

Het is mogelijk een woonvoorziening te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m² dat voor een woonvoorziening in aanmerking komt, is per vertrek (zie onderstaande tabel) gemaximaliseerd.

(Voettekst 4): Handboek toegankelijkheid, 7 e druk, ISBN 9789012585057

Naar boven