Besluit Milieueffectrapportage niet noodzakelijk Rogstraat 2 te Odiliapeel

Onderwerp

Op 20 december 2018 heeft Pluimvee Opfok Bedrijf Wijnen, Rogstraat 2 te Odiliapeel bij ons een mededeling gedaan van een voorgenomen m.e.r.-beoordelingplichtige activiteit door het indienen van een aanmeldingsnotitie-m.e.r (notitie). Het betreft een verandering en uitbreiding van de pluimveehouderij aan de Rogstraat 2 te Odiliapeel. De mededeling is geregistreerd onder nummer 312712.

De verandering betreft onder andere het veranderen en uitbreiden van installaties voor het fokken, mesten of houden van dieren voor in totaal 59.175 vleeskuikens. De volgende wijzigingen worden aangevraagd:

Stal 1

  • -

    Er worden in plaats van 16.500 ouderdieren van vleeskuikens in opfok (Rav-code E3.100) 23.900 vleeskuikens (Rac-code E5.11 + E7.6) gehouden met emissiearm huisvestingssysteem BWL 2011.02.V3 (tegenstroomprincipe, variant A) en BWL 2010.13.V6 (31% fijn stof reductie).

Stal 2

  • -

    Er worden in plaats van 7.000 ouderdieren van vleeskuikens in opfok (Rav-code E3.100) 11.700 vleeskuikens (Rac-code E5.11 + E7.6) gehouden met emissiearm huisvestingssysteem BWL 2011.02.V3 (tegenstroomprincipe, variant A) en BWL 2010.13.V6 (31% fijn stof reductie).

Stal 3

  • -

    Er worden in plaats van 16.500 ouderdieren van vleeskuikens in opfok (Rav-code E3.100) 23.575 vleeskuikens (Rac-code E5.11 + E7.6) gehouden met emissiearm huisvestingssysteem BWL 2011.02.V3 (tegenstroomprincipe, variant A) en BWL 2010.13.V6 (31% fijn stof reductie), de aanwezige waterluchtwasser BWL 2009.19.V2 blijft gehandhaafd.

De notitie is ingediend, omdat de activiteit, ‘de oprichting en wijziging van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren’, een activiteit betreft die krachtens artikel 7.2, lid 4 van de Wet milieubeheer is aangewezen als een activiteit die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Het initiatief heeft betrekking op een activiteit zoals bedoeld in artikel 2, lid 5 onder a van het Besluit milieueffectrapportage.

BESLUIT

Wij besluiten, gelet op:

  • de bepalingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht;

  • dat de aanmeldingsnotitie-m.e.r. van Pluimvee Opfok Bedrijf Wijnen, d.d. 20 december 2018 onderdeel uit maakt van dit besluit;

  • de notitie waarin Pluimvee Opfok Bedrijf Wijnen schriftelijk kenbaar heeft gemaakt voornemens te zijn de bestaande stallen te wijzigen. Het betreft het onder andere het toepassen van emissiearme huisvestingssystemen in drie pluimveestallen en het wijzigen van de dieraantallen;

  • de informatie die door Pluimvee Opfok Bedrijf Wijnen is verstrekt over de te wijzigen pluimveestallen en de waarschijnlijk belangrijkste gevolgen voor het milieu van deze activiteit en tevens alle andere relevante omstandigheden waaronder hij de activiteit zal voeren;

dat, vanwege het ontbreken van relevante criteria waaronder deze activiteiten wordt ondernomen, voor de voorgenomen oprichting van 19.175 dierplaatsen voor pluimvee en wijzigen van 40.000 dierplaatsen voor pluimvee (met andere diercategorie en stalsysteem), aan Rogstraat 2 te Odiliapeel op het perceel kadastraal bekend gemeente Uden, sectie D, nummers 3665 en 3666, zoals omschreven in de mededeling, bij de voorbereiding van het besluit ten aanzien van de aanvraag om de omgevingsvergunning géén milieueffectrapport (MER) hoeft te worden gemaakt.

Rechtsmiddelen

Tegen deze beschikking kan uitsluitend de initiatiefnemer (inrichtinghouder) op grond van artikel 6.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken na bekendmaking, gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de gemeente Uden. Het bezwaarschrift wordt behandeld door de gemeentelijke commissie bezwaar- en beroepschriften. Als een bezwaarschrift wordt ingediend, kan tevens een verzoek om schorsing/voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA ‘s-Gravenhage. Er is griffierecht verschuldigd. Het besluit wordt niet onherroepelijk voordat op dit verzoek is beslist.

Andere belanghebbenden kunnen hun bedenkingen inbrengen in het kader van de omgevingsvergunningsprocedure. Deze m.e.r.-beoordelingsbeslissing wordt aangemerkt als een beslissing inzake de procedure ter voorbereiding van een besluit.

6 maart 2019

Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden

namens dezen,

De heer J.A.J. Lenssen,

Directeur Omgevingsdienst Brabant Noord

Naar boven