Verordening op de heffing en invordering van nachttoeristenbelasting 2020

De raad van de gemeente Stede Broec;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november 2019

 

gelet op de artikelen 147 en 224 van de Gemeentewet

besluit:

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN NACHTTOERISTEN-BELASTING 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • e.

    vaartuig: een object te water dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

  • f.

    kapitein: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;

  • g.

    ligplaats: een plaats in of aan het water die naar plaatselijk gebruik is bestemd voor het afmeren of ten anker leggen van een vaartuig;

  • h.

    lengte: de lengte over alles;

  • i.

    overnachting: elk verblijf tussen 22.00 ’s-avonds en 06.00 ’s-morgens.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente:

  • 1.

    in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen;

  • 2.

    op vaartuigen in het watergebied van de gemeente;

waarvoor in verband met de aanwezigheid aldaar een vergoeding in welke vorm dan ook wordt betaald door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam 'nachttoeristenbelasting' een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot het verblijf als bedoeld in artikel 2:

    • a.

      in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen;

    • b.

      bij, aan of op hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt, met dien verstande dat in het geval van een vaartuig als belastingplichtige wordt aangewezen de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • a.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • b.

    door degenen die verblijf houden aan boord van:

    • 1.

      een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    • 2.

      kano’s, roei- en volgboten;

    • 3.

      motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

    • 4.

      een vaartuig dat zich op last dan wel bevel van de overheid in het gemeentelijk watergebied bevindt.

  • c.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, lid 1, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centrale Orgaan opvang Asielzoekers.

  • d.

    in niet-beroepsmatig verhuurde ruimten van rechtspersonen met een sociaal-culturele doelstelling.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Administratieverplichting

De belastingplichtige is verplicht om dagelijks een administratie bij te houden van het aantal personen aan wie hij gelegenheid biedt verblijf te houden. De belastingplichtige is gehouden op verzoek van de gemeente deze administratie te tonen.

Artikel 7 Tarief

Het tarief bedraagt € 1,50 per persoon per overnachting.

Artikel 8 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot 31 december.

Artikel 9 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt bij wege van aanslag geheven, met uitzondering van hetgeen in het tweede lid is bepaald.

  • 2.

    De belasting geheven van belastingplichtigen als bedoeld in artikel 3, derde lid, kan ook bij wege van een mondelinge dan wel schriftelijke kennisgeving worden geheven, waaronder mede wordt begrepen een bon, nota of andere schriftuur.

Artikel 10 Betalingstermijnen

  • 1.

    De belasting moet worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 9, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiking van de kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.

Artikel 12 Aangifteplicht

De gemeente behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een (tijdige) aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en de belasting middels een ambtshalve aanslag op te leggen.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening nachttoeristenbelasting 2020.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Stede Broec in zijn openbare vergadering van 19 december 2019.

De raad voornoemd,

de griffier,

Y.P.A. Hermans

de voorzitter,

R.A.P. Wortelboer

Naar boven