Gemeenteblad van Drimmelen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drimmelen | Gemeenteblad 2019, 307834 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drimmelen | Gemeenteblad 2019, 307834 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Drimmelen houdende regels omtrent de heffing en invordering van rioolheffing (Verordening rioolheffing 2020)
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, verder te noemen: rioolheffing hemel- en grondwater.
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.
Met betrekking tot deze belasting wordt:
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing rioolheffing afvalwater
De rioolheffing afvalwater wordt geheven:
per perceel, met dien verstande dat meer dan één perceel in één aanslag kan worden begrepen én naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat door Brabant Water N.V. in de laatste verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of door de gebruiker is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald.
In geval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of een bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met een vaste capaciteit in bedrijf is geweest, kan worden afgelezen.
Het gestelde in het eerste lid van artikel 5 is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.
De op de voet van het tweede lid van artikel 5 berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet als afvalwater is afgevoerd, indien wordt aangetoond dat de laatstbedoelde hoeveelheid minimaal 20% bedraagt van de eerstbedoelde hoeveelheid water.
Indien voor de in artikel 3 bedoelde percelen, in verband met het ontbreken van afzonderlijke watermeters of in verband met het ontbreken van een voorgaande verbruiksperiode, niet de hoeveelheid water kan worden vastgesteld zoals hiervoor omschreven, wordt voor de gebruikers van die percelen de verdeelsleutel gehanteerd zoals deze door de respectievelijke gebruikers wordt gebruikt voor de onderlinge verdeling van de waternota van Brabant Water N.V. Bij het ontbreken van een dergelijke regeling wordt overgegaan tot een zo reëel mogelijke verdeling of inschatting op basis van beschikbare gegevens, waarbij het jaarlijks waterverbruik voor eenpersoonshuishoudens alsdan gesteld wordt op 50m³.
Artikel 7 Tijdelijk gebruik van het gemeenteriool of gemeentewater
De belasting voor het afvoeren van water in geval van bronnering bedraagt, per lozingseenheid:
Voor een periode korter dan één maand € 101,60
Voor een periode langer dan één maand € 51,25, vermeerderd met
€ 51,25 per maand of gedeelte hiervan.
Onder lozingseenheid wordt verstaan: een pomp met afvoerslangen
Artikel 12 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnbedragen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen 56 dagen na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan geldt de betaaltermijn als bedoeld in het eerste lid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-307834.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.