Raadsbesluit Coördinatieverordening Wro Gemeente Veldhoven 2019

volgnummer : 19.082/19bs00047

datum raad : 17 september 2019

agendapunt :

onderwerp : vaststellen Coördinatieverordening Wro Gemeente Veldhoven 2019

 

 

De raad van de gemeente Veldhoven;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 augustus 2019;

 

overwegende dat coördinatie tussen de aanvraagprocedures ingevolge de Wro en Wabo kan bijdragen aan inzicht en tijdswinst voor de betreffende aanvrager van de besluiten;

 

overwegende dat het de voorkeur verdient om hiervoor richtlijnen vast te leggen binnen een verordening boven het treffen van een afzonderlijk coördinatiebesluit per specifieke situatie;

 

overwegende dat de besluitbevoegdheden van de betrokken bestuursorganen onverminderd van kracht blijven en dat de juridische behandelvolgorde moet worden nageleefd;

 

gelet op artikel 3:30 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

 

 

b e s l u i t :

 

 

vast te stellen de Coördinatieverordening Wro Gemeente Veldhoven 2019

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    aanvrager: degene die een aanvraag om een omgevingsvergunning en/of een aanvraag om een herziening van een bestemmingsplan of om een wijzigings- of uitwerkingsplan, indient;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    besluit: besluit als bedoeld in artikel 3.30 lid 1 van de Wro;

  • d.

    bestemmingsplan: een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wro of een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.38 van de Wro;

  • e.

    coördineren: het gelijktijdig en in samenhang voorbereiden van besluiten in één gezamenlijke procedure volgens de coördinatieregeling van Afdeling 3.6 van de Wro;

  • f.

    gemeentelijk ruimtelijk beleid: ruimtelijk beleid zoals neergelegd in ruimtelijke visies, ruimtelijke (/stedenbouwkundige) plannen, beleidsnota’s/-visies en kaders met inbegrip van daarmee naar aard en strekking te vergelijken documenten;

  • g.

    omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 van de Wabo;

  • h.

    uitwerkingsplan: een uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wro;

  • i.

    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • j.

    Wijzigingsplan: een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wro;

  • k.

    Wro: Wet ruimtelijke ordening.

 

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op het coördineren van de voorbereiding en bekendmaking van een besluit om een bestemmingsplan, een uitwerkingsplan, een wijzigingsplan of een omgevingsvergunning waarin met toepassing van artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3e, van de Wabo wordt afgeweken van het geldende bestemmingsplan, vast te stellen, met het besluit over een of meer daarmee samenhangende omgevingsvergunningen, al dan niet met aan de omgevingsvergunning en/of aan het bestemmingsplan gerelateerde vergunningen, besluiten, afwijkingen en ontheffingen, ter verwezenlijking van een onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk beleid.

  • 2.

    Besluiten die bij een samenloop met een omgevingsvergunning aanhaken en waarvoor een verklaring van geen bedenking nodig is van Gedeputeerde Staten en/of een Minister vallen buiten de reikwijdte van deze verordening.

 

Hoofdstuk 2 Coördinatie

Artikel 3 Gevallen waarin bevorderd wordt besluiten te coördineren

In de volgende gevallen en onder de volgende condities bevordert het college van burgemeester en wethouders een gecoördineerde voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 2:

  • a.

    er is ten minste sprake van een besluit over een bestemmingsplan, een uitwerkingsplan, een wijzigingsplan of een omgevingsvergunning waarin met toepassing van artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3e, van de Wabo wordt afgeweken van het geldende bestemmingsplan en een besluit als bedoeld in artikel 4, en;

  • b.

    door of namens het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat zich geen belemmering voordoet, waarbij de gevallen genoemd in artikel 5 in ieder geval als een dergelijke belemmering gelden, en;

  • c.

    de aanvrager heeft zich schriftelijk akkoord verklaard met de gecoördineerde voorbereiding en met de gevolgen die dat voor de aanvrager heeft.

 

Artikel 4 Besluiten die naast de in artikel 3, sub a, genoemde besluiten deel uit kunnen maken van de coördinatie

De voorbereiding van besluiten over onderstaande vergunningen of ontheffingen kan gecoördineerd worden met de in artikel 3, sub a, genoemde besluiten die de basis vormen voor de toepassing van de coördinatieregeling op grond van deze verordening:

  • a.

    een omgevingsvergunning op basis van artikel 2.1 en/of 2.2 van de Wabo;

  • b.

    het besluit tot vaststelling van een hogere waarde (‘ontheffing’) als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder;

  • c.

    vergunningen en toestemmingen op grond van de Waterwet;

  • d.

    een verkeersbesluit als bedoeld in de Wegenverkeerswet en zoals nader bepaald in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

  • e.

    een wegonttrekkingsbesluit op grond van de Wegenwet;

  • f.

    andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen besluiten.

 

Artikel 5 Gevallen waarin geen coördinatie op grond van deze verordening plaatsvindt

In de volgende gevallen is een gecoördineerde voorbereiding op grond van deze verordening niet mogelijk:

  • a.

    er moet op grond van artikel 6.12, eerste lid van de Wro een exploitatieplan worden opgesteld en er kan geen toepassing worden gegeven aan artikel 6.12, tweede lid van de Wro;

  • b.

    een besluit als bedoeld in artikel 3, sub a, kan schade veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wro en de aanvrager is niet bereid deze schade voor zijn rekening te nemen.

 

Hoofdstuk 3 Procedureregels

Artikel 6 Procedureregels

  • 1.

    Aanvullend op de artikelen 3.30 tot en met 3.32 van de Wro en op deze verordening, is § 3.5.3 van Afdeling 3.5 ‘Samenhangende besluiten’ van de Awb van toepassing, met uitzondering van de artikelen 3:28 en 3:29 van de Awb.

  • 2.

    Bij de toepassing van de coördinatieregeling is het college van burgemeester en wethouders het aangewezen coördinerend orgaan als bedoeld in artikel 3:22 van de Awb.

  • 3.

    De aanvragen en bijbehorende stukken die benodigd zijn om de gecoördineerd voor te bereiden besluiten te kunnen nemen, worden zoveel mogelijk gelijktijdig ingediend, met dien verstande dat de laatste aanvraag niet later wordt ingediend dan zes weken na ontvangst van de eerste aanvraag.

 

Hoofdstuk 4 Slotregels

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt de dag na de dag van bekendmaking in werking.

 

Artikel 8 Citeertitel

 

Deze verordening wordt aangehaald als Coördinatieverordening Wro Gemeente Veldhoven 2019.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Veldhoven in zijn openbare vergadering van 17 september 2019.

mr. G.M.W.M. Wasser M.J.A. Delhez

griffier voorzitter

Naar boven