Archiefverordening Gemeenschappelijke regeling samenwerking sociaal domein Baarn, Bunschoten en Soest

Het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling samenwerking sociaal domein Baarn, Bunschoten en Soest

 

gelet op artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 22 van de Gemeenschappelijke regeling samenwerking sociaal domein Baarn, Bunschoten en Soest,

 

Besluit vast te stellen de navolgende:

 

Verordening betreffende de zorg van het bestuur voor de archiefbescheiden, het aanwijzen en het beheer van de archiefbewaarplaats en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

 

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1  

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Archiefwet 1995;

  • b.

    de archiefbewaarplaats: de door het bestuur overeenkomstig artikel 40, tweede lid van de wet aangewezen archiefbewaarplaats;

  • c.

    de archivaris: de door het bestuur overeenkomstig artikel 40, tweede lid van de wet benoemde archivaris;

  • d.

    beheerder: degene die ingevolge artikel 4 is belast met het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats;

  • e.

    informatiesysteem: systeem van documentatie, procedures, apparatuur en programmatuur, met behulp waarvan archiefbescheiden kunnen worden vervaardigd, bewerkt, verzonden, ontvangen, bewaard, geordend en geraadpleegd.

Hoofdstuk II. Het aanwijzen van de archiefbewaarplaats en de archivaris

Artikel 2  

Het bestuur wijst als archiefbewaarplaats het Archief Eemland aan en als archivaris de archivaris van het Archief Eemland.

Hoofdstuk III. De zorg van het bestuur voor de archiefbescheiden

Artikel 3  

Het bestuur draagt zorg voor de invoering van een kwaliteitszorgsysteem voor het beheer van de archiefbescheiden.

Artikel 4  

Het bestuur wijst als beheerder aan de directeur van de gemeenschappelijke regeling samenwerking sociaal domein Baarn, Bunschoten en Soest.

Artikel 5  

Het bestuur draagt zorg voor de aanstelling van voldoende, deskundig personeel voor de werkzaamheden verbonden aan het beheer van de archiefbescheiden.

Artikel 6  

Het bestuur draagt zorg voor het vervaardigen en bewaren van de archiefbescheiden zodanig dat de duurzaamheid, ordening en toegankelijkheid gedurende de wettelijk voorgeschreven bewaartermijn zijn gewaarborgd en de authenticiteit ervan kan worden aangetoond.

Artikel 7  

Het bestuur draagt zorg dat jaarlijks op de begroting voldoende middelen worden geraamd ter bestrijding van de kosten die aan de zorg voor de archiefbescheiden zijn verbonden.

Artikel 8  

Het bestuur draagt zorg voor het (doen) vaststellen van voorschriften voor het beheer van de archiefbescheiden.

Artikel 9  

Het bestuur zorgt dat voor bewaring in aanmerking komende archiefbestanden tijdig worden overgebracht naar de archiefbewaarplaats en voor tijdige vernietiging van daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden.

Artikel 10  

Het bestuur wijst taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van het beheer van de informatie die is overgebracht naar de archiefbewaarplaats toe aan de archivaris.

Artikel 11  

Het bestuur doet jaarlijks verslag omtrent hetgeen het heeft verricht ter uitvoering van artikel 40 van de wet. Het bestuur legt daarbij over het verslag dat door de archivaris aan hem is uitgebracht in verband met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

Hoofdstuk IV Toezicht van de archivaris op het beheer van de archiefbescheiden welke niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats

Artikel 12  

De archivaris is belast met het toezicht op het bij of krachtens de wet bepaalde ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

Artikel 13  

De archivaris is bevoegd, ter uitoefening van het hem bij artikel 32, tweede lid, van de wet opgedragen toezicht, zich onder handhaving van zijn verantwoordelijkheid te doen vervangen door een of meer ambtenaren die in het bezit zijn van een diploma archivistiek als bedoeld in artikel 22 van de wet.

Artikel 14  

  • 1.

    De beheerder verstrekt aan de archivaris of aan degene(n) aan wie de uitoefening van het toezicht is opgedragen, alle schriftelijke en mondelinge informatie die nodig is voor een goede taakvervulling.

  • 2.

    De archivaris en degenen aan wie de uitoefening van het toezicht is opgedragen hebben toegang tot de archiefbescheiden en tot de ruimten en informatiesystemen waarin de archiefbescheiden zich bevinden en met behulp waarvan de archiefbescheiden beheerd worden.

Artikel 15  

De archivaris doet van zijn bevindingen bij de uitoefening van het toezicht mededeling aan de beheerder, alsmede, indien hij hiertoe aanleiding vindt, aan het bestuur. De archivaris geeft daarbij aan welke voorzieningen naar zijn oordeel in het belang van een goed beheer moeten worden getroffen.

Artikel 16  

De beheerder doet aan de archivaris tijdig mededeling van het voornemen om aan het bestuur een voorstel te doen tot:

  • a.

    overdracht van één of meer taken aan een ander overheidsorgaan of rechtspersoon;

  • b.

    bouw, verbouwing, inrichting, of verandering van inrichting en ingebruikneming van ruimten als archiefbewaarplaats respectievelijk archiefruimte;

  • c.

    verandering van de plaats van bewaring van niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden;

  • d.

    ontwerp, vervanging, aanschaf of invoering van een informatiesysteem;

  • e.

    voorbereiding, invoering en wijziging van ordeningssystemen.

Artikel 17  

De archivaris brengt jaarlijks aan het bestuur verslag uit over het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats alsmede over de wijze van uitoefening van het toezicht op het beheer.

Artikel 18  

De archivaris legt jaarlijks in de vorm van een verslag verantwoording af aan het bestuur betreffende het beheer van de archiefbescheiden die zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, dan wel aldaar op andere (rechts)titel zijn opgenomen.

Hoofdstuk VI. Slotbepalingen

Artikel 19  

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1-10-2017.

Artikel 20  

Deze verordening wordt aangehaald als Archiefverordening gemeenschappelijk regeling samenwerking sociaal domein Baarn, Bunschoten en Soest 2017.

 

Vastgesteld in de vergadering van het bestuur van 13-9-2017

, voorzitter

, secretaris

MEMORIE VAN TOELICHTING

 

De Archiefwet 1995 bepaalt dat het bestuur van een gemeenschappelijke regeling zorg draagt voor de informatie die de gemeenschappelijke regeling ontvangt en vervaardigt vanwege haar taken en verantwoordelijkheden, overeenkomstig een door het algemeen bestuur vast te stellen verordening. Deze Archiefverordening dient daartoe.

Het begrip zorg is niet gedefinieerd in de Archiefwet 1995. Algemeen wordt dit begrip uitgelegd als de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de duurzame, geordende en toegankelijke staat van de informatie. Dit ter onderscheiding van het beheer van de informatie: de ambtelijke verantwoordelijkheid. Vanuit de zorg voor de informatie worden de kaders aangegeven, het beheer betreft de uitvoering van de beheerwerkzaamheden. Dit alles om te zorgen dat, zoals artikel 2 stelt, de informatie wordt vervaardigd en bewaard zodanig dat de duurzaamheid, ordening en toegankelijkheid gedurende de wettelijk voorgeschreven bewaartermijn zijn gewaarborgd en de authenticiteit ervan kan worden aangetoond. Met het informatiebeheer op orde wordt een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering mogelijk gemaakt, kent de organisatie haar eigen rechtspositie en die van anderen, is het mogelijk verantwoording af te leggen voor het handelen door de organisatie en kan de blijvende bewaring van cultuurhistorische informatie worden gegarandeerd.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Informatie: archiefwettelijke begrippen als ‘archiefbescheiden’ en ‘archief’ suggereren ten onrechte dat het slechts om oudere, papieren documenten zou gaan. Door in plaats van ‘archiefbescheiden’ het neutrale, hieraan gelijk gestelde begrip ‘informatie’ te hanteren wordt gepoogd dit te voorkomen.

De archiefbewaarplaats: de locatie waarheen blijvend te bewaren informatie conform de wet wordt overgebracht ter bewaring, beheer en beschikbaarstelling. Onder archiefbewaarplaats wordt mede verstaan de voorziening voor de bewaring, het beheer en de beschikbaarstelling van de overgebrachte digitale informatie: het e-Depot.

 

Artikel 2

Dit is bepaald in artikel 40 van de wet.

 

Artikel 3

De verplichting tot het hanteren van een kwaliteitssysteem voor het informatiebeheer vloeit voort uit artikel 16 van de Archiefregeling. Het informatiebeheer dient vervolgens te voldoen aan de toetsbare eisen van dit systeem.

 

Artikel 6

Deze bepaling is gebaseerd op artikel 3 van de wet. Ze bevat vijf basale elementen:

  • -

    duurzaamheid: de informatie en de informatiedragers en andere materialen en bewaarvoorzieningen moeten duurzaam genoeg zijn om voortijdig verval te voorkomen

  • -

    ordening: informatie moet in zinvolle samenhang bewaard worden. Als voorbeelden gelden dossiervorming en de onderlinge relaties tussen dossiers, of bedrijfsvoeringssystemen zoals een financieel systeem

  • -

    toegankelijkheid: informatie dient door daartoe bevoegden binnen een redelijke termijn te kunnen worden gevonden

  • -

    bewaartermijn: de wet verplicht tot vernietiging van daarvoor in aanmerking komende informatie

  • -

    authenticiteit: te allen tijde moet van informatie kunnen worden aangetoond dat deze qua vorm, inhoud en structuur identiek is aan vorm, inhoud en structuur ten tijde van de ontvangst of vaststelling van de informatie.

Artikel 10

Artikel 32, eerste lid, van de wet bepaalt dat de archivaris de archiefbewaarplaats beheert.

 

Artikel 17 en 18

De verslaglegging door de archivaris is de basis voor het afleggen van verantwoording door het bestuur.

Naar boven