Ontwerp Marktverordening Hilversum 2019

 

Gegevens

Overheidsorganisatie Gemeente Hilversum

Naam Verordening Ontwerp Marktverordening Hilversum 2019

Vastgesteld door College van wethouders

 

Belanghebbenden kunnen betreft het Ontwerp Marktverordening Hilversum 2019 hun zienswijze indienen bij burgemeester en wethouders van gemeente Hilversum, Postbus 9900, 1201 GM Hilversum. Het ontwerp Marktverordening Hilversum 2019 ligt zes weken na publicatie ter inzage.

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. College het College van burgemeester en wethouders van Hilversum;

b. Markt de door het college ingestelde warenmarkt;

c. Marktterrein de gehele openbare of publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij artikel 2 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

d. Marktmeester de toezichthouder die als zodanig is aangewezen door het college;

e. Marktcommissie de op grond van artikel 84 van de Gemeentewet ingestelde commissie, die het college adviseert inzake marktaangelegenheden;

f. Standplaats de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

g. Standplaatshouder de natuurlijke persoon aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een vaste standplaats, houders van een dagplaats en houders van een standwerkerplaats.

h. Vaste standplaats de standplaats waarvoor door het college vergunning is verleend.

i. Seizoensplaats vaste standplaats waarvoor door het college voor slechts gedurende een deel van het jaar vergunning is verleend;

j. Dagplaats de standplaats die per marktdag door de marktmeester ter beschikking wordt gesteld aan een meeloper, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

k. Bedienvergunning een vergunning van het college die het schenken van koffie, thee en bijvoorbeeld koekjes en broodjes uitsluitend aan de daarvoor aangewezen ondernemer, met marktstandplaatsvergunning, toestaat.

l. Vergunning een vergunning die in de zin van artikel 5 van deze Verordening is verleend;

m. Vergunninghouder de natuurlijke persoon aan wie door het college een vergunning voor een (vaste) standplaats is verleend;

n. Meeloper de natuurlijke persoon die in aanmerking wenst te komen voor de toewijzing van een dagplaats, die niet beschikt over een vergunning voor een vaste standplaats of een standwerkerpas;

o. Vervanger degene die op basis van een ontheffing (van maximaal 1 jaar) een vergunninghouder vervangt;

p. Standwerken de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

q. Standwerker de natuurlijke persoon die in aanmerking wenst te komen voor een standwerkerplaats;

r. Standwerkerplaats de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te

standwerken;

s. Selectiecommissie de door het college ingestelde commissie bestaande uit twee leden van de marktcommissie en de marktmeester, mogelijk ondersteund door een adviseur;

t. Inrichtingsplan de door het college ingerichte markten conform artikel 3, zoals zij worden gehanteerd bij de toepassing van deze verordening.

 

Artikel 2 Instellen, afschaffen, te verplaatsen of veranderen van markten

1. Het college is bevoegd markten in te stellen, af te schaffen, te verplaatsen of te veranderen.

2. Het college kan op grond van bijzondere redenen, in afwijking van het eerste lid, besluiten dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, een ander tijdstip of op een andere plaats;

3. Indien een markt tijdelijk plaatsvindt op een andere plaats is het bepaalde in artikel 3 van toepassing.

4. Het college is bevoegd te besluiten dat de markt niet zal plaatsvinden indien het daartoe dringende redenen aanwezig acht. Indien mogelijk wordt een alternatieve locatie aangewezen.

 

Artikel 3 Inrichtingsplannen van de markten

Voor elke markt stelt het college een inrichtingsplan vast, (volgen na vaststelling van deze verordening) dat in elk geval bevat: a. de dagen en openingstijden;

b. indeling achtereenvolgens:

I. een vlekkenplan op locatie

II. de artikelgroep

III. anciënniteit

c. als een standplaats niet ingevuld wordt door een bestaande standplaatshouder, dan kan worden ingedeeld via het selectiestelsel.

d. het aantal standplaatsen;

e. de afmetingen van de standplaatsen (en strekkende meters);

f. de opstelling en indeling van de markt;

g. welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats met kramen, (vaste) standplaats met kramen met bakplaats, vaste standplaats met verkoopwagen, standwerkerplaats en dagplaats;

h. de standplaats(en) met bedienvergunning;

i. een lijst met branches en subbranches;

j. een maximum aantal vergunninghouders per subbranche;

k. een kaart van de markt waarop de grenzen en indeling van de markt zijn aangegeven.

 

Artikel 4 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

 

Artikel 5 Vergunningen

1. Het is verboden op een markt zonder vaste standplaatsvergunning of bedienvergunning of seizoensvergunning of dagplaatsvergunning van het college (of in geval van een geschorste vergunning), een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

2. Een vaste standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning anders is bepaald of de aard van de vergunning of de wetgever zich daartegen verzet. Het college kan in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

3. Voor standplaatsvergunningen uitgegeven op grond van oude regelgeving kan het college een andere vergunning termijn hanteren.

4. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

5. Het is verboden, op een markt zonder standplaatswerkvergunning van het college als standwerker op te treden op de markt.

6. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

7. Een vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon, die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

 

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen

1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

 

 

Hoofdstuk 2. Bepalingen over standplaatsen

 

Artikel 7 Toewijzing standplaats

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder toewijzing daarvan door het college. Een standplaats wordt toegewezen als vaste standplaats, standwerkerplaats of dagplaats.

 

Artikel 8 Vereisten innemen standplaats

1. Voor zover het gaat om toewijzing van een vaste standplaats dient voor de toewijzing door de toekomstige standplaatshouder een aanvraag voor een vergunning te zijn ingediend bij het college.

2. Indien een persoon, zoals genoemd in het eerste lid, zijn bedrijfsactiviteiten heeft georganiseerd in een rechtspersoon, wordt een standplaatsvergunning, dagvergunning of standwerkerplaats op naam gesteld van de natuurlijke persoon. Een standplaatsvergunning, dagvergunning of standwerkerplaats wordt echter niet uitgegeven indien al een standplaatsvergunning, dagvergunning of standwerkerplaats op naam is gesteld van een andere bij dezelfde rechtspersoon betrokken persoon.

3. Een persoon die zich in de periode van een jaar voorafgaande aan de indiening van de aanvraag om een vergunning aantoonbaar schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog op de markt komt niet in aanmerking voor een vergunning.

 

Artikel 9 Persoonlijk innemen standplaats

1. De houder van een vaste standplaatsvergunning, heeft een legitimatieplicht en neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

2. De verplichting van de vergunninghouder om persoonlijk aanwezig te zijn, is beperkt tot de aanwezigheid van minimaal één uur per dag gedurende openingstijd.

3. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

 

Artikel 10 Markttijden in acht nemen

1. Het is een vergunninghouder verboden meer dan 4 uur voor de aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het ten behoeve van de markt aangewezen terrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan of af te voeren of te laten aan – en afvoeren.

2. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats –verkoopklaar- in tot sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door college verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

 

Artikel 11 Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt. De vakantieperiode is maximaal zes weken per jaar.

2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan het marktbeheer gemeld.

3. In geval van vakantie kunnen burgemeester en wethouders toestaan dat de standplaats maximaal zes weken wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

4. In geval van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen dat de standplaats maximaal een jaar wordt ingenomen door een vervanger. Een schriftelijke aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

5. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten, behalve die tot vervanging, ingevolge verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

 

Artikel 12 Vrijgekomen standplaats: plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

Op grond van het inrichtingsplan voor een markt wordt bepaald hoe de indeling plaats vindt. De indeling vindt plaats in volgorde van aanwijzing, ten eerste op locatie, ten tweede op artikelgroep en ten derde op anciënniteit. Bij anciënniteit geldt het volgende:

1. Het college houdt een lijst bij van de houders van een vaste standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste standplaats vergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen.

2. Als een standplaats vrij komt die werd ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning, kan de standplaats op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste standplaats vergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

 

Artikel 13 Dagplaatsen, seizoenplaatsen, standwerkersplaatsen, bedienvergunningen Dagplaatsen

1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een dagplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging.

2. Voor een dagplaats vergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroep vereiste en die niet zijn uitgesloten op grond van deze verordening.

3. De dagplaatsen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voorrang.

4. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

 

Seizoensplaatsen

5. Een seizoenplaatsvergunning wordt uitsluitend afgegeven aan een houder van een seizoenplaats vergunning, die reeds een seizoenplaats inneemt en blijft innemen.

6. Er worden geen nieuwe seizoenplaats vergunningen afgegeven aan anderen dan in het vorige lid bedoeld.

7. Een aangewezen seizoenplaats wordt buiten het seizoen aangewezen als meelopers of standwerkersplaats.

 

Standwerkerplaatsen

8. Een standwerkersvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 13, eerste lid.

9. Een standwerkersvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

 

Bedienvergunning

10. Het is verboden zonder bedienvergunning van het college vergunninghouders en degenen die hen vervangen of bijstaan tegen betaling te voorzien van voedsel of dranken bestemd voor consumptie ter plaatse. In het inrichtingsplan wordt per markt opgenomen hoeveel standplaatshouders daarvoor in aanmerking komen.

 

Artikel 14 Selectiestelsel

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehanteerd geldt het volgende:

1. Burgemeester en wethouders maken in nadere regels bekend dat voor een markt een of meer (vaste) standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikel groep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

2. De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving in het plaatselijke huis aan huis blad en op de marktsite.

3. Bij de beoordeling van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

a. of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging is aan het marktassortiment; b. de uitstraling van de uitstalling;

c. het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt;

d. of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten;

e. De selectie zal plaatsvinden door een commissie bestaande uit twee leden van de marktcommissie en de marktmeester. De commissie kan worden bijgestaan door een adviseur.

4. Het college werkt het selectiestelsel uit in de inrichtingsplannen per markt.

 

Artikel 15 Overschrijven van de vaste standplaatsvergunning

1. Wenst de houder van een vaste standplaatshouder niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of ander persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

2. In geval het eerste lid niet kan worden gevolgd, kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 1 jaar in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede eigenaar.

3. In geval van overlijden of onder curatele stelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

4. Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

5. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

6. Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste standplaatsvergunning (voor de betrokken markt) beschikt, wordt deze ingetrokken.

 

Artikel 16 Intrekking van een vergunning

1. Het college trekt een vergunning voor een vaste standplaats in:

a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder; of

b. twee maanden na diens overlijden of curatele stelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend, overeenkomstig artikel 15;

c. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 8 genoemde vereisten;

d. indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 15 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

 

Hoofdstuk 3. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

 

Artikel 17 Schorsing en intrekking van een vergunning

1. Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats schorsen, dan wel intrekken.

2. Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats schorsen voor ten hoogste 4 achtereenvolgende marktdagen bij een van volgende overtredingen:

a. als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

b. als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

c. als de vergunninghouder de aanwijzingen van de marktmeester niet opvolgt, zoals gesteld in artikel 21;

d. als de vergunninghouder zijn standplaats niet – verkoopklaar – gedurende de markttijden inneemt;

e. als van de standplaatsvergunning gedurende ten minste zes weken geen gebruik is gemaakt;

f. als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

g. indien een vergunninghouder zijn vaste standplaats voor een periode van meer dan 12 maanden heeft laten vervangen en geen nieuwe ontheffing of overschrijving heeft aangevraagd;

h. indien de vergunninghouder zijn afval achterlaat of het marktterrein verontreinigd achterlaat;

i. wanneer de vergunninghouder het bepaalde bij of krachtens deze verordening, de nadere regels of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

j. in geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt;

k. als de vergunninghouder of zijn aangewezen vervanger zijn standplaats niet bij aanvang van de markt heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

3. Het college kan een vergunning intrekken na tweemaal schorsen ongeacht de overtreding zoals opgenomen in het tweede lid.

 

Artikel 18 Uitsluiting dagplaatshouder en standwerker

Het college kan een meeloper of standwerker van de toewijzing van een dagplaats of standwerkerplaats uitsluiten, indien deze:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening en de nadere regels overtreedt;

b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. de aanwijzingen van de marktmeester niet opvolgt, zoals gesteld in artikel 21;

d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

 

Artikel 19 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, door middel van de marktmeester en/of aangewezen toezichthouder (conform artikel 21), een standplaatshouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

 

Artikel 20 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt bestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden bestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 21 Toezichthouders

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen toezichthouders markt.

2. Het bepaalde in artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht laat onverlet dat de aanwijzingen van de toezichthouders in het kader van deze verordening terstond en stipt dienen te worden opgevolgd.

 

Artikel 22 Intrekking oude regeling

De “De Verordening op de Warenmarkt(en) voor de gemeente Hilversum 2011”, wordt ingetrokken.

 

Artikel 23 Overgangsbepalingen

1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Verordening op de Warenmarkt(en) voor de gemeente Hilversum 2011 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op de Warenmarkt(en) voor de gemeente Hilversum 2011 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

 

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

 

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Hilversum 2019.

 

Naar boven