Verlenging Pilot eenrichtingsverkeer Prinsengracht en Korte Prinsengracht voor alle schepen, gemeente Amsterdam

De algemeen directeur van de Stichting Waternet

 

Overwegende:

  • -

    dat burgemeester en wethouders, op grond van het bepaalde in artikel 2, eerste lid onder a, 3˚ van de Scheepvaartverkeerswet (SVW) voor de toepassing van die wet zijn aangewezen als bevoegd gezag voor alle scheepvaartwegen binnen de gemeente, behalve die welke worden beheerd door andere publiekrechtelijke organen;

  • -

    dat burgemeester en wethouders met hun besluit van 29 november 2016 (Gemeenteblad 2016, afdeling 3B, nummer 251) de algemeen directeur van de Stichting Waternet hebben aangewezen om namens hen de bevoegdheden uit te oefenen als bedoeld in de Scheepvaartverkeerswet, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en het Binnenvaartpolitiereglement;

  • -

    dat burgemeester en wethouders op 19 december 2017 (Gemeenteblad 2017, nummer Nr. 224180) mandaat hebben verleend aan de algemeen directeur van de Stichting Waternet voor de beleidsvoorbereiding en uitvoering van de (drink)water-, riolerings- en binnenwaterbeheertaken c.a. en ook de Scheepvaarverkeerswet;

  • -

    dat burgemeester en wethouders bij besluit van 8 april 2008 (Gemeenteblad 2008, afdeling 3B, volgnummer 39) de Regeling doorvaartprofielen binnenwateren Amsterdam hebben vastgesteld;

  • -

    dat voor de Amsterdamse vaarwegen in de Regeling doorvaartprofielen binnenwateren Amsterdamse doorvaartprofielen zijn vastgesteld variërend in breedte van minimaal 50 meter tot minimaal 10 meter (profielen A1 t/m E® );

  • -

    de Korte Prinsengracht en Prinsengracht vallen onder Profiel B ( max afmetingen, breedte 4,25 m, lengte 20 m en diepgang 1.80 m);

  • -

    dat bij de vaststelling van deze doorvaartprofielen conform de Richtlijnen vaarwegen RVW algemeen is gekozen voor de krapste variant van de mogelijke doorvaartprofielen teneinde de bruikbaarheid van de vaarwegen voor het (bestaande) scheepvaartverkeer zoveel mogelijk te borgen;

  • -

    dat de keuze voor de krapste doorvaartprofielen betekent dat verhoudingsgewijs grotere schepen van de vaarwegen gebruik kunnen maken, zodat in voorkomend geval slechts de minimaal aanvaardbare manoeuvreerruimte beschikbaar is;

  • -

    dat de drukte op het water alsmede de diversiteit van de schepen en de vaarweggebruikers sinds het vaststellen van de huidige (krappe) doorvaartprofielen aanmerkelijk is toegenomen, met name in het centrumgebied;

  • -

    dat op de Prinsengracht gedurende het gehele jaar sprake is van meer vaarbewegingen dan de Richtlijnen Vaarwegen als maximum aangeven voor een “zeer druk” normaal profiel terwijl sprake is van een krap profiel;

  • -

    dat met het onderhavige besluit wordt beoogd om de veiligheid van de gebruikers van de betrokken vaarwegen blijvend te waarborgen en tevens omstandigheden te scheppen die bevorderlijk zijn voor een ongestoorde, vlotte en gelijkmatige doorstroming van het scheepvaartverkeer op die vaarwegen, zowel van de pleziervaart als van de beroepsvaart;

  • -

    dat hiermee tevens wordt beoogd om tegelijkertijd de noodzakelijk voorwaarden te realiseren om de betrokken vaarwegen blijvend in stand te houden en de duurzame bruikbaarheid hiervan te waarborgen alsmede om schade door het scheepvaartverkeer aan de waterhuishouding, de oevers, de waterkeringen of weken gelegen in, of over vaarwegen te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken;

  • -

    dat die noodzaak in de toekomst alleen maar groter zal worden gelet op de verwachting dat het aantal bezoekers van Amsterdam ook de komende jaren zal blijven toenemen en daarmee ook de vraag naar rondvaarten;

  • -

    dat om die redenen in 2017 is besloten een pilot in te stellen voor 1 jaar met eenrichtingsverkeer voor alle schepen in de Korte Prinsengracht en de Prinsengracht van het Westerdok naar de Amstel met ingang van 01 april 2017 en dat na afloop van de pilot een evaluatie van de resultaten van deze pilot zal plaatsvinden;

  • -

    dat op basis van de uitgevoerde evaluatie is geconcludeerd dat de maatregel het gewenste effect heeft.

  • -

    dat gelet op het bovenstaande wordt besloten de Pilot Prinsengrachtroute in haar huidige vorm met een (1) jaar te verlengen, tot 1 april 2019;

  • -

    dat het noodzakelijk is om aanvullende gegevens te verzamelen die als basis voor verdere besluitvorming zal worden gebruikt;

  • -

    dat de diverse ingebrachte kritiekpunten door de belanghebbende tijdens de evaluatie nader moeten worden bekeken en bestudeerd;

  • -

    dat het er een ontheffingsmogelijkheid bestaat van dit besluit gelet op artikel 7 van de Scheepvaartverkeerswet;

  • -

    dat tijdens evenementen en speciale gebeurtenissen van dit besluit kan worden afgeweken middels een evenementenvergunning;

  • -

    dat in verkeersbesluiten, ingevolge het bepaalde in artikel 5 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (BABS), dient te zijn vermeld welke doelstellingen ermee worden beoogd en welke in artikel 3 SVW genoemde belangen aan die besluiten ten grondslag liggen;

  • -

    dat overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (BABS) overleg heeft plaatsgevonden met de Regiopolitie Amsterdam/Amstelland, Waterteam, de Nationale Politie, Landelijke Eenheid, Unit Noordwest, Dienst Infra en stadsdeel Centrum;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 2 t/m 6 van de Scheepvaartverkeerswet en de artikelen 2, 5,6, 10 en 12 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer,

 

Brengt ter algemene kennis dat met het oog het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer, het in stand houden van scheepvaartwegen en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan en het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen of werken gelegen in of over scheepvaartwegen is besloten

 

  • I

    met ingang van 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 eenrichtingsverkeer in te stellen op de Korte Prinsengracht en de Prinsengracht voor alle schepen van het Westerdok naar de Amstel;

  • II

    de verboden ter plaatse kenbaar te maken door het aanbrengen van een verkeerstekens model A.1 conform bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement;

  • III

    de verboden kenbaar te maken middels het verkeersteken model B.1 uit bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement welke richting een schip moet volgen in de genoemde vakken van de vaarwegen;

  • IV

    te bepalen dat de verlenging van de Pilot verkeersbesluit zal gelden voor een periode van 1 jaar en in werking zal treden op 01 april 2018 en loopt tot 01 april 2019.

 

Amsterdam, 22 maart 2018

 

De algemeen directeur van de Stichting Waternet,

namens burgemeester en wethouders,

 

Ir. R.R.Kruize

 

Bezwaarschrift en voorlopige voorziening

Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan een belanghebbende, binnen zes weken nadat het bekend is gemaakt, tegen een besluit bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift. Bezwaarschrift en tegen het onderhavige besluit dienen gericht te worden aan Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, Amstel 1, postbus 202, 1000AE Amsterdam. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar.

Het indienen van een bezwaar heeft geen schorsende werking. Indien onverwijlde spoed dit vereist kan, hangende de bezwaarschriftenprocedure, een schorsing of andere voorlopige voorziening worden gevraagd aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, afdeling publiekrecht, team bestuursrecht algemeen, Parnassusweg 220, postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Hieraan zijn griffiekosten verbonden.

Naar boven