Gemeenteblad van Coevorden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Coevorden | Gemeenteblad 2018, 60221 | Overige overheidsinformatie |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Coevorden | Gemeenteblad 2018, 60221 | Overige overheidsinformatie |
Ontwerp “Beleidsregel zonneparken gemeente Coevorden”
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden maakt bekend dat zij voornemens zijn een nieuwe beleidsregel voor zonneparken vast te stellen.
De ontwerp “Beleidsregel zonneparken gemeente Coevorden” met bijbehorende toetsingskaart is opgesteld om helderheid te verschaffen over hoe het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden omgaat met initiatieven voor zonneparken in het buitengebied.
De ontwerp “Beleidsregel zonneparken gemeente Coevorden” is hieronder te raadplegen.
Daarnaast ligt het ontwerp van deze beleidsregel gedurende een termijn van zes weken van 23 maart 2018 t/m 3 mei 2018 voor belanghebbenden ter inzage tijdens de openingstijden in het Klantcontactcentrum in het Hof van Coevorden, Kasteel 1 te Coevorden.
Gedurende de termijn van de terinzagelegging kunnen belanghebbenden hun zienswijzen ten aanzien van het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken schriftelijk en/of mondeling kenbaar maken.
In de zienswijze moet worden aangegeven op welke onderdelen van het ontwerpbesluit deze betrekking heeft.
Een schriftelijke zienswijze dient geadresseerd te worden aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden, Postbus 2, 7740 AA Coevorden.
Tevens kunt u uw zienswijze mondeling kenbaar maken. Het inbrengen van een mondelinge zienswijze kan alleen na afspraak met mevrouw P. Verwaal/ Beleidsmedewerker Omgevingsontwikkeling, telefonisch bereikbaar via het telefoonnummer 14-0524. Daar kan ook desgewenst nadere informatie worden verkregen.
Het College van Burgemeester en Wethouders van Coevorden;
dat, om helderheid te verschaffen over hoe de gemeente Coevorden omgaat met initiatieven voor zonneparken in het buitengebied onderstaande “Beleidsregel zonneparken gemeente Coevorden” is opgesteld, met een bijbehorende toetsingskaart die deel uitmaakt van de “Beleidsregel zonneparken gemeente Coevorden”;
dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid van Burgemeester en wethouders om te beslissen over aanvragen om het verlenen van een omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 juncto 2.4 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) ten behoeve van de realisatie van zonneparken en de bevoegdheid van Burgemeester en wethouders om deze vergunningen in te trekken (artikel 2.33 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht);
gelet op de Structuurvisie Coevorden;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op de bepalingen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening;
vast te stellen de navolgende:
Ontwerp “Beleidsregel zonneparken gemeente Coevorden”
Deze beleidsregel met bijbehorende toetsingskaart is opgesteld om helderheid te verschaffen over hoe het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden omgaat met initiatieven voor zonneparken in het buitengebied.
De gemeente wil duurzaamheid stevig in haar beleid verankeren. Hiertoe heeft het college het inventarisatiedocument “Energiek naar duurzaam” op 5 februari 2018 vastgesteld, het faciliteren van initiatieven voor zonneparken past hierbij. Omdat de gemeente óók staat voor het behoud van de vele landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle gebieden is het nodig om kaders te stellen waarbinnen aan initiatieven kan worden meegewerkt. Hierbij zet de gemeente zwaar in op ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing.
Het betreft hier een bereidheid van het college om de benodigde procedures te starten, waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegd is (vaststellen bestemmingsplan/afgifte verklaring van geen bedenkingen). De gemeenteraad is in beginsel niet gebonden aan de door het college vast te stellen beleidsregel. Het betreft hier de bevoegdheid van B&W om omgevingsvergunningen te verlenen ten behoeve van de realisatie van zonneparken, met inbegrip van voorbereidingsbesluiten/-handelingen (vooroverleg, verzoeken om verklaring van geen bedenkingen). Burgemeester en wethouders passen de beleidsregel op overeenkomstige wijze toe op de beoordeling van aanvragen om bestemmingsplanwijziging en het doen van voorstellen aan de raad over deze aanvragen.
Daar waar deze beleidsregel geen mogelijkheden biedt voor het realiseren van lokale, niet-commerciële initiatieven, zal naar een maatwerkoplossing worden gezocht.
Kaders/voorwaarden voor medewerking:
1. Een initiatief moet voldoen aan provinciaal beleid
Het college toetst initiatieven aan het beleid van de provincie Drenthe. Het provinciale beleid voor zonneparken is vormgegeven met de “zonneladder” en het “beleidskader zonneakkers” (zie: Brochure Ruimte voor zonne-energie in Drenthe”, januari 2017). In dit beleidskader wordt de aandacht gevestigd op locaties, omvang en ruimtelijke inpassing.
Het college hanteert conform de “zonneladder” de volgende prioritering:
Bovenstaande houdt in dat het college hecht aan een duurzaam ruimtegebruik, hetgeen betekent dat bij het nader invulling geven aan een initiatief voor het opwekken van zonne-energie eerst moet worden gekeken naar het zoveel mogelijk benutten van dakvlakken (gebouw gebonden), vervolgens naar de mogelijkheden op maaiveld binnen de stedelijke omgeving. Pas als die beide opties niet mogelijk blijken te zijn, dan kan het college op basis van de “Beleidsregel zonneparken gemeente Coevorden” meewerken aan een initiatief gelegen in het Buitengebied. Voorwaarde hierbij is dat het gaat om een initiatief met maatschappelijk draagvlak/lokale binding.
2. Initiatieven worden getoetst aan een toetsingskaart; uitgangspunten totstandkoming toetsingskaart
Het college heeft bij deze beleidsregel een toetsingskaart vastgesteld. Uitgangspunt voor het opstellen van deze toetsingskaart vormen de gebieden die binnen het bestemmingsplan Buitengebied Coevorden vallen. Deze toetsingskaart wordt gehanteerd voor alle initiatieven.
Op deze toetsingskaart zijn in blauw de gebieden aangegeven waar het college niet meewerkt aan initiatieven op maaiveld. Het betreft hier:
Het college heeft een aantal zoekgebieden aangewezen. Binnen de zoekgebieden mag een maximale totale bruto oppervlakte aan zonneparken van 100 hectare worden gerealiseerd in de komende 20 jaar. Het college voorziet hiermee in een capaciteit voor wat betreft zonneparken, die naar verwachting in zijn totaliteit (ruim) voldoende zal zijn om haar eigen inwoners van zonne-energie te voorzien. Hierbij is de capaciteit van benutte dakvlakken in stedelijk en buitengebied niet meegerekend. Ook de in voorbereiding zijnde “zonneroute” van Rijkswaterstaat is hier buiten gelaten, omdat de daadwerkelijke realisatie nog wordt verkend.
Het college is van mening dat in deze zoekgebieden de aanleg van zonneparken niet tot een wezenlijke aantasting van landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle landschappen zal leiden en acht om die reden deze zoekgebieden geschikt om (een) zonnepark(en) te ontwikkelen. Deze zoekgebieden zijn mede bepaald aan de hand van de diverse reeds ingediende verzoeken. Aanname hierbij was dat dit de economisch meest gunstige locaties zouden zijn. Ook is bij het bepalen van de zoekgebieden gekeken naar de mogelijkheden voor wat betreft dubbel ruimtegebruik (retentiegebied Ossehaar).
Bij het aanwijzen van deze zoekgebieden is bovendien aansluiting gezocht bij woongebieden en bedrijventerreinen (daar waar de meeste afnemers verblijven).
Het college gaat in de overige gebieden terughoudend om met initiatieven voor zonneparken in het buitengebied, om het landschap en de cultuurhistorisch waardevolle gebieden niet onnodig te belasten
Het college wil echter - buiten de zoekgebieden en de in blauw aangegeven gebieden, in de gele gebieden - enige ruimte bieden voor niet-commerciële, kleinschalige, lokale of particuliere initiatieven. Bij de beoordeling van dergelijke initiatieven worden de volgende aspecten beoordeeld/meegewogen:
3. Voor de uitvoering van een initiatief wordt zo min mogelijk waardevolle landbouwgrond onttrokken
Het college hanteert het uitgangspunt om zo min mogelijk waardevolle landbouwgrond te onttrekken voor de realisatie van zonneparken. De voorkeur gaat uit naar hergebruik/herbestemming van niet-agrarische gronden/functies, dan wel een duurzaam (dubbel) ruimtegebruik.
4. Procedure indien college positief is over initiatief
Het college zal concrete initiatieven die voldoen aan de in deze beleidsregel gestelde kaders faciliteren. Concrete aanvragen/verzoeken worden zoveel mogelijk op volgorde van datum binnenkomst behandeld. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken indien een aanvraag op het moment van indiening naar het oordeel van Burgemeester en wethouders nog niet concreet is.
Een initiatief is pas concreet indien de aanvraag omgevingsvergunning voldoet aan de volgende voorwaarden:
De aanvraag moet vergezeld gaan van een goede ruimtelijke onderbouwing (inclusief alle benodigde onderzoeken), waarbij ook wordt ingegaan op de toets aan de “zonneladder”/het “beleidskader zonneakkers” en de (on)mogelijkheden van een duurzaam (dubbel) ruimtegebruik ter realisatie van het initiatief;
Het college hanteert bij vergunningverlening het volgende uitgangspunt:
Binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de verleende vergunning dient een begin te zijn gemaakt met het realiseren van het zonnepark, anders zal de verleende vergunning geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken. Het intrekken heeft als doel om te voorkomen dat er onterecht beslag wordt gelegd op de maximale hectares (100 ha) voor zonneparken. In de omgevingsvergunning voor zonneparken in de zoekgebieden zal een voorschrift worden opgenomen dat binnen 2 jaar na onherroepelijk worden van de verleende vergunning een begin dient te zijn gemaakt met het realiseren van het zonnepark. Indien geen begin is gemaakt zullen we de verleende omgevingsvergunning intrekken op grond van artikel 2.33 lid 2 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-60221.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.