Gedragscode integriteit raadsleden gemeente Oost Gelre

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

 

Wettelijk kader

 

De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor haar leden.

(artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet)

Artikel 1.1.  

 

Deze gedragscode geldt voor de raadsleden maar richt zich ook tot de bestuursorganen.

Artikel 1.2.  

 

Deze gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

 

Paragraaf 2. Voorkomen van belangenverstrengeling

 

Wettelijk kader

  • Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raadsleden in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid naar eer en geweten zal vervullen”

  • Verboden overeenkomsten/handelingen: volksvertegenwoordigers mogen in geschillen, waar de gemeente c.q. het gemeentebestuur partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend. Op overtreding staat uiteindelijk de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaatschap van de volksvertegenwoordiging.

  • Onverenigbaarheid van functies: het zijn van volksvertegenwoordiger sluit het hebben van een aantal andere functies uit. Dat leidt er uiteindelijk toe dat betrokkene ophoudt lid te zijn van de volksvertegenwoordiging.

  • Openbaarmaking nevenfuncties: volksvertegenwoordigers maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. De lijst met nevenfuncties ligt ter inzage op het gemeentehuis.

Artikel 2.1.  

 

  • 1.

    Het raadslid bespreekt kwesties van belangenverstrengeling altijd met anderen:

    • a.

      met de fractie en/of andere raadsleden om vraagstukken van (mogelijke)

      belangenverstrengeling op een informele manier te verkennen;

    • b.

      met het betrokken raadslid indien hij mogelijke belangenverstrengeling vermoedt van dat raadslid bij een bepaald onderwerp;

    • c.

      in het presidium en in de commissie indien hij vraagstukken van (mogelijke) belangenverstrengeling van zichzelf als raadslid of van andere raadsleden wil delen met de gehele raad;

    • d.

      met de burgemeester indien er sprake is van (vermoedens van) belangenverstrengeling met mogelijk verstrekkende consequenties.

  • 2.

    Het raadslid gebruikt het instrument stemverklaring bij stemmingen over een onderwerp om zijn persoonlijke betrokkenheid aan te geven bij dat onderwerp en om aan te geven of hij wel of niet stemt, met een korte motivatie.

  • 3.

    Het bestuursorgaan waakt er tegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor

    werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.

Artikel 2.2.  

 

  • 1.

    Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het raadslidmaatschap. Als gaande het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de griffier.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de (neven)functie;

    • b.

      de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap en

    • d.

      of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is.

  • 3.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

 

Paragraaf 3. Informatie

 

Wettelijk kader Informatieplicht

Het college en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de volksvertegenwoordiging nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele volksvertegenwoordigers informatie vragen zal die informatie aan de volksvertegenwoordiging moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang. Het Reglement van Orde voor de gemeenteraad kan bepalingen bevatten die betrekking hebben op informatieverstrekking en de omgang met informatie.

 

Wettelijk kader Geheimhouding

  • Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet al uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

  • Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de volksvertegenwoordiging. Ook de gemeenteraad, onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie kan geheimhouding opleggen.

  • Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf.

Artikel 3.1.  

 

Het raadslid zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard.

Artikel 3.2.  

 

Het raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen niet openbare informatie.

 

Paragraaf 4. Omgang met geschenken en uitnodigingen

 

Wettelijk kader afleggen eed of belofte.

De eed of belofte die het raadslid op grond van artikel 14 van de gemeentewet moet afleggen heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst betreffende de eed of belofte het wettelijk kader onder 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling.

Artikel 4.1  

 

  • 1.

    Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid kan het raadslid incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste € 50,- vertegenwoordigen behouden.

  • 3.

    Geschenken die het raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50,- vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente.

  • 4.

    De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50,-. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 5.

    Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.

Artikel 4.2  

 

  • 1.

    Deelname aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raadslid binnen één week na deelname openbaar. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie de kosten voor zijn rekening heeft genomen.

  • 2.

    De informatie is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 4.3  

 

  • 1.

    Een raadslid meldt de griffier de ondernomen buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente binnen één week na terugkeer in Nederland. Hij meldt in ieder geval het doel, de bestemming en de duur van de reis en wat daarvan de kosten waren.

  • 2.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

 

Paragraaf 5. Gebruik van voorzieningen van de gemeente

 

Wettelijk kader

  • Er zijn voor raadsleden voorschriften over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten.

  • De gemeenteraad kan een raadscommissie (of een delegatie daaruit) toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. Die excursie/reis moet zijn georganiseerd door of vanwege de gemeente. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 5.1.  

 

  • 1.

    Het bestuursorgaan richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteert heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het kader van het eerste lid vastgelegde regels en procedures.

  • 3.

    Het raadslid handelt volgens de voorschriften voor buitenlandse werkbezoeken die gelden voor leden van het college van burgemeester en wethouders van Oost Gelre

Artikel 5.2.  

 

Een raadslid declareert geen kosten die al op andere wijze worden vergoed.

Artikel 5.3.  

 

Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over gemaakt zijn.

 

Paragraaf 6. Uitvoering gedragscode

Artikel 6.1.  

 

De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van deze gedragscode. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorzien zij daarin.

Artikel 6.2.  

 

  • 1.

    Op voorstel van de burgemeester maakt de gemeenteraad in ieder geval afspraken over:

    • a.

      de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

    • b.

      de aanwijzing van contactpersonen of aanspreekpunten integriteit;

    • c.

      de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteitschending door een politieke ambtsdrager van de gemeente.

  • 2.

    De afspraken, bedoeld in het eerste lid, maken deel uit van deze gedragscode.

 

Toelichting Regeling gedragscode integriteit raadsleden

 

Goed bestuur is in ieder geval integer bestuur. Integriteit is een verantwoordelijkheid van zowel de individuele politieke ambtsdrager als de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen. De gedragscode richt zich daarom zowel tot de politieke ambtsdragers als tot de bestuursorganen.

 

Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten nastreven bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen aan collega-bestuurders en/of (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de burger.

Integriteit is niet alleen een kwestie van regels. Het gaat ook om onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang.

De volksvertegenwoordiging stelt zowel voor de eigen leden als voor de dagelijkse bestuurders (voorzitter en overige leden van het dagelijks bestuur) een gedragscode vast. Dat is zo vastgelegd in de Gemeentewet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur.

Voor de twee groepen van politieke ambtsdragers (volksvertegenwoordigers en dagelijkse bestuurders) is er een afzonderlijke gedragscode. Deze gedragscode gaat over de volksvertegenwoordigers: raadsleden. Veel bepalingen zijn voor de volksvertegenwoordigers en de dagelijkse bestuurders gelijk. Er zijn ook verschillen. Die hebben te maken met de staatsrechtelijke posities en met de voor hen geldende wettelijke (integriteits)regels. De gemeenteraad is een politiek orgaan. In de volksvertegenwoordigingen worden specifieke of (partij-)politieke belangen ingebracht voor het algemeen belang van de gemeente. Deze politieke ambtsdragers krijgen het mandaat van hun kiezers en de gedragscode dient de vervulling van het kiezersmandaat te ondersteunen.

De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van politieke ambtsdragers evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen.

Sprake is van zelfbinding, dat wil zeggen de politieke ambtsdragers maken in een gezamenlijk debat zelf de regels van de code. Dat maakt de gedragscode niet vrijblijvend. Bestuurders en volksvertegenwoordigers kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.

De wetgeving en in aanvulling de gedragscode bevatten voorschriften voor openheid met het oog op de integriteit. Die voorschriften hebben betrekking op openbaarmaking van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, buitenlandse reizen, excursies en evenementen. De registraties in de codes zijn bedoeld om de transparantie te bevorderen die belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door politieke ambtsdragers moeten tegengaan. De politieke ambtsdrager is primair zelf verantwoordelijk voor zijn integriteit en hij zal zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden.

 

Artikel 2.1.

Het is belangrijk dat je als volksvertegenwoordiger beseft dat je raadslid bent en dat dat soms (morele) beperkingen oproept voor je als inwoner: gebruik je raadslidmaatschap niet om zaken voor jezelf of voor anderen in je omgeving te regelen. Wees je bewust van mogelijke belangenverstrengeling bij bepaalde onderwerpen.

 

Artikel 2.2.

Het betreft een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. Het raadslid is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan.

 

Artikel 3.1.

Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphone e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met vertrouwelijke/ geheime informatie.

 

Artikel 4.1.

In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raadslid kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties.

Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50,- of minder) door het raadslid worden aanvaard, echter nooit op het huisadres. Duurdere geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register worden opgenomen welke geschenken van meer dan € 50,- de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven.

 

Artikelen 4.2. en 4.3.

Het gaat hier om excursies, evenementen en buitenlandse reizen die betrokkene aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder.

 

Artikel 5.1.

Aan raadsleden worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren van de volksvertegenwoordigers mogelijk maken. Wat betreft de uitwerking van de principes van dit stelsel zou kunnen worden aangesloten bij de werkwijze in het Voorzieningenbesluit dat geldt voor ministers en staatssecretarissen:

  • a.

    in beginsel worden voorzieningen en verstrekkingen in bruikleen ter beschikking gesteld;

  • b.

    indien een voorziening of verstrekking niet in bruikleen ter beschikking kan worden gesteld, wordt de factuur direct ten laste van de begroting van het bestuursorgaan betaald;

  • c.

    het vergoeden van voorzieningen en verstrekkingen achteraf door het indienen van declaraties,

    wordt tot een minimum beperkt;

  • d.

    voorzieningen, verstrekkingen en declaraties worden maandelijks openbaar gemaakt op internet.

 

Uitgangspunt is hier dat zo weinig mogelijk uitgaven door de volksvertegenwoordiger zelf worden gedaan via zijn of haar privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van de volksvertegenwoordiger maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk.

Het raadslid zal zich uiteraard nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop voor hem of haar gelden.

 

Artikel 5.3.

Stelregel is dat privégebruik van gemeentelijke voorzieningen niet is toegestaan. Wel hebben organisaties mogelijk een specifieke regeling die privégebruik van bedrijfsmiddelen reguleert, zoals privégebruik van een mobiele telefoon.

 

Artikel 6.1.

De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode, voor een eenduidige interpretatie daarvan en voor wijziging/aanvulling daarvan bij onduidelijkheden of leemtes.

 

Artikel 6.2.

De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen. Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de politieke ambtsdragers zich committeren.

 

De burgemeester heeft de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn of haar gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten.

 

Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel in de volksvertegenwoordiging als met het bestuur.

 

De burgemeester staat hier niet alleen voor. De griffier vervult in relatie tot de gemeenteraad een belangrijke ondersteunende rol.

 

Algemeen

Deze gedragscode vervangt de Gedragscode voor politieke ambtsdragers Oost Gelre van 21 december 2010. Ze is gebaseerd op de modelregeling van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, die in maart 2015 is verschenen. Met deze modelregeling wordt aangesloten bij de tegenwoordige normen voor het voeren van een volwaardig integriteitsbeleid.

 

Naar boven