Subsidieregeling Monumenten Gemeente Ouder-Amstel 2018

 

Artikel 1. Begripsbepalingen.

a. Monumenten; beschermde gemeentelijke monumenten als bedoeld in artikel 2, lid 2 onder a van de Erfgoedverordening Ouder-Amstel 2016, waarvan het besluit tot aanwijzing onherroepelijk is geworden;

b. Eigenaar: diegene die in de kadastrale registratie als eigenaar van het gemeentelijk monument staat vermeld;

c. Restauratie werkzaamheden: de werkzaamheden aan een gemeentelijk monument die het normale onderhoud te boven gaan en die voor het herstel of conservering van de monumentale waarde onder e. noodzakelijk zijn;

d. Onderhoudswerkzaamheden: periodiek noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan onderdelen van een gemeentelijk monument die monumentale waarde bezitten;

e. Monumentale waarden van een monument: de monumentale waarde van een monument die worden beschreven in de vastgestelde redengevende omschrijving;

f. Subsidie, subsidieverlening, subsidievaststelling, subsidieplafond: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Algemene Subsidieverordening Ouder-Amstel van 2008;

g. Subsidiabele restauratiekosten: de kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om een gemeentelijk monument in stand te houden.

h. Subsidiabele onderhoudskosten: de kosten voor werkzaamheden die naar het oordeel van het college regelmatig moeten worden verricht om de monumentale waarde van het gemeentelijke monument in goede staat te houden;

i. Erfgoedcommissie; het adviescollege dat het college adviseert inzake gemeentelijk monumenten

j. College; het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouder-Amstel;

k. Raad: de gemeenteraad van de gemeente Ouder-Amstel

 

Artikel 2: Algemene Subsidieverordening Ouder-Amstel 2008

De Subsidieregeling “Monumenten Gemeente Ouder-Amstel 2018” vloeit voort uit artikel 5, lid 4 van de “Algemene Subsidieverordening Ouder-Amstel 2008”. Deze verordening is van overeenkomstige toepassing op de regeling, tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken.

 

Artikel 3: De beschikbaarheidstelling van de subsidie

1. Het college stelt jaarlijks het bedrag vast dat beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie (subsidieplafond );

2. Het college maakt het subsidieplafond voor 1 maart bekend en vermeldt daarbij de wijze van verdeling op basis van de in lid 3 genoemde criteria;

3. Met betrekking tot de subsidieverdeling hanteert het college één of meer van de volgende criteria:

a. de monumentale en/of stedenbouwkundige waarde van het monument;

b. de bouwtechnische toestand van het monument;

c. de mate van toepassing van energiebesparende maatregelen.

 

Artikel 4: De subsidieaanvraag

1. In afwijking van artikel 9, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Ouder-Amstel 2008 kunnen tot 1 juni aanvragen voor subsidieverlening worden ingediend. Later ingediende aanvragen worden geacht op het volgende subsidiejaar betrekking te hebben.

2. De aanvraag om een subsidie wordt op een door het college beschikbaar te stellen formulier bij het college ingediend;

3. In afwijking van artikel 9., de leden 4. en 5. van de Algemene Subsidieverordening Ouder-Amstel 2008 dient de aanvraag in ieder geval te bevatten:

a. Een gespecificeerde begroting van de kosten;

b. Een werkomschrijving;

c. Tekeningen van de bestaande en gewijzigde situatie van het pand (schaal 1:100), plattegronden, dwars- en langsdoorsneden, de gevels met de belendingen en de plaatselijke situatie;

d. detailtekeningen (schaal 1:20);

e. De naam en het adres van degene die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden, ook vermelden als de eigenaar de werkzaamheden in eigen beheer uitvoert.

f. Een bouwkundige inspectie opgemaakt door de Monumentenwacht Noord-Holland of een ander, naar het oordeel van het college, gekwalificeerd bureau bij restauraties of indien de subsidiabele kosten meer dan € 10.000,00 bedragen. Het rapport mag maximaal 2 jaar oud zijn.

4. Als de aanvraag onvolledig is wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen een termijn van 8 weken aan te vullen. Indien de aanvraag daarna nog steeds onvolledig is kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld.

5. a. Aanvragen om subsidie waarop in verband met het bepaalde in artikel 7, lid 1 onder a, niet positief kunnen worden beschikt worden door het college voor dat betreffende jaar afgewezen.

b. aanvragen als bedoeld onder a. hoeven niet opnieuw te worden ingediend. Deze worden in het eerst volgende jaar waarop de door de raad een subsidieplafond is vastgesteld op de oorspronkelijke volgorde van indiening als eerste in behandeling genomen;

6. Voordat het college beslist op een aanvraag om subsidieverlening, vraagt hij advies aan de Erfgoedcommissie.

 

Artikel 5: De subsidieverlening

1. Het college kan op aanvraag van de eigenaar van een gemeentelijk monument subsidie verlenen als tegemoetkoming in de kosten die naar diens oordeel noodzakelijk zijn voor de instandhouding (subsidiabele kosten voor onderhoud en restauratie) van het monument. Voor gemeentelijke monumenten waarvan alleen specifieke beschermenswaardige onderdelen zijn beschermd geldt de subsidie alleen om deze onderdelen te herstellen of te conserveren. Hiermee wordt afgeweken van het bepaalde in artikel 7, sub e van de Algemene Subsidieverordening Ouder-Amstel 2008;

2. De subsidie voor woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie bedraagt 25% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 10.000,00. De subsidie voor boerderijen met een agrarische functie , kerken, molens, gemalen en overige monumenten bedraag 25% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 20.000,00.

 

Artikel 6: Subsidiabele kosten

1. Het college kan aan de eigenaar van een monument eenmaal per 15 jaar subsidie verlenen als tegemoetkoming in de subsidiabele restauratiekosten.

2. De volgende kosten zijn, in aanvulling op artikel 1 onder g. subsidiabel:

a. De aanneemsom die betrekking heeft op de restauratiewerkzaamheden;

b. De honoraria van de architect en van de constructeur voor zover de inschakeling hiervan noodzakelijk is;

c. De verschuldigde BTW voor zover deze niet teruggevorderd kan worden;

d. de leges voor de omgevingsvergunning en enige ander vergunning die nodig is voor het treffen van de voorzieningen;

e. De kosten van het inspectierapport van de Monumentenwacht Noord-Holland indien vereist;

3. Het college kan besluiten in aanvulling op artikel 5, lid 2 een extra subsidie toe te kennen bij grootschalig funderingsherstel;

4. Het college kan aan de eigenaar van een monument een maal per vijf jaar subsidie verlenen als tegemoetkoming in de subsidiabele onderhoudskosten;

5. Onder subsidiabele onderhoudskosten worden gerekend de kosten die noodzakelijk zijn voor het onderhoud zoals schilderwerk, voegwerk en kleinschalig houtrot herstel etc. ;

6. Als een eigenaar zelf werkzaamheden in het kader van onderhoud verricht zijn de materiaalkosten subsidiabel;

7. De subsidiabele kosten worden beoordeeld aan de hand van noodzakelijkheid, soberheid, doelmatigheid, de bepalingen in het Bouwbesluit en de Erfgoedverordening Ouder-Amstel 2016.

 

Artikel 7: Weigeringsgronden

1. Het college weigert subsidie te verlenen indien:

a. Door het verlenen van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden;

b. Indien een voor de werkzaamheden noodzakelijke vergunning op grond van de Erfgoedverordening Ouder-Amstel 2016 is aangevraagd en geweigerd;

c. Voor de uit te voeren werkzaamheden een andere subsidie is toegekend;

d. Met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen voordat op de aanvraag door het college is beslist;

e. De op grond van een verzekering of enige andere regeling zijn gedekt, hieronder begrepen schade als gevolg van brand,- en stormschade, waartegen verzekering mogelijk is.

f. In het geval van een aanvraag voor een restauratiesubsidie, de subsidiabele restauratiekosten minder dan € 1500,00 bedragen;

g. In het geval de aanvraag om onderhoudssubsidie, de subsidiabele onderhoudskosten minder dan € 300,00 bedragen;

h. De werkzaamheden niet bijdragen aan het belang van monumentenzorg of dat dit belang in onvoldoende mate wordt gediend.

 

Artikel 8: Verplichtingen van de subsidieontvanger

Het college kan bij het verlenen van aan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:

a. De aanbesteding van het werk;

b. De termijn waarbinnen de werkzaamheden gestart moeten zijn;

c. De termijn waarbinnen de werkzaamheden moeten worden gereed gemeld;

d. De verantwoording van de gemaakte kosten en/of de bouwtechnische administratie;

e. Het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de werkzaamheden;

f. De kwaliteit van de uitvoering van de werkzaamheden.

 

Artikel 9: Beslissing op de aanvraag

1. De beslis- en verdagingstermijn als bedoeld in artikel 11, de leden 2. en 3. van de Algemene Subsidieverordening Ouder-Amstel 2008 zijn van toepassing;

2. Indien de aanvraag wordt ingediend na het aflopen van de inzendtermijn als bedoeld in artikel 4, lid 1, meldt het college binnen vier weken na de indiening aan de aanvrager dat de aanvraag opnieuw beoordeeld wordt in het volgende subsidiejaar, tenzij het subsidieplafond daardoor niet wordt overschreden. In dat geval wordt op de aanvraag beslist, waarbij de indieningsdatum in de plaats treedt van de datum als genoemd onder artikel 4, lid 1.

 

Artikel 10: Voorlopige toekenning subsidie

Als voldaan is aan de vereisten zoals gesteld in artikel 4, lid 3 en artikel 5 en er zijn geen weigeringsgronden bepaalt het college de voorlopige hoogte van de subsidie en de voorwaarden waaraan de werkzaamheden moeten voldoen.

 

Artikel 11: Start van de werkzaamheden

1. Met de uitvoering van de werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat het college op de aanvraag heeft beslist. Het college kan de eigenaar op diens verzoek toestemming geven om vooruitlopend op de te nemen beslissing omtrent de subsidieverlening met de werkzaamheden te starten. Deze toestemming kan niet eerder worden verleend dan nadat de subsidiabele kosten zijn vastgesteld.

2. Met de werkzaamheden moet binnen een termijn van 10 weken na de toekenning van de voorlopige subsidietoekenning zijn gestart. Op gemotiveerd verzoek van de aanvrager kan deze termijn worden verlengd;

3. Als niet voldaan wordt aan de aanvangstermijn kan het college besluiten de subsidietoekenning (voorlopig) in te trekken.

 

Artikel 12.: De subsidievaststelling

1. de subsidieontvanger dient na uitvoering en gereedmelding van de werkzaamheden een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in;

2. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de aanvrager rekening en verantwoording af omtrent de aan de werkzaamheden verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn. De aanvrager overlegt daartoe in ieder geval betalingsbewijzen;

3. Als de werkzaamheden conform de gestelde voorwaarden zijn uitgevoerd, gereed gemeld en akkoord bevonden, stelt het college de definitieve subsidie vast.

 

Artikel 13.: Uitbetaling van de subsidie

1. De subsidie wordt uitbetaald nadat de definitieve hoogte door het college is vastgesteld;

2. het subsidie bedrag wordt conform de subsidievaststelling uitbetaald, onder verrekening van eventuele al uitbetaalde voorschotten;

3. Uitbetaling geschiedt binnen 5 weken na bekendmaking van het besluit tot vaststelling van de subsidie uitsluitend op een door de aanvrager op te geven bankrekening;

4. In afwijking van het eerste lid kan een voorschot op de subsidie worden uitbetaald indien de voortgang van de werkzaamheden dat naar het oordeel van het college rechtvaardigt. Het voorschot kan ten hoogste 60% van de subsidieverlening bedragen;

5. Voordat het voorschot bedoeld in het vierde lid wordt uitbetaald dient het college vast te stellen of de reeds verrichte werkzaamheden zijn uitgevoerd conform de subsidieverlening.

 

Artikel 14.: Bijzondere gevallen

Het college kan in bijzondere gevallen te zijner beoordeling , in het belang van de monumentenzorg of het behouden van cultuurhistorische waarden, afwijken van de bepalingen in deze verordening.

 

Artikel 15.: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking treedt in werking op de achtste dag na publicatie

 

Artikel 16.: Citeertitel

Deze subsidie regeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling Monumenten gemeente Ouder-Amstel 2018”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel d.d. 6 maart 2018.

 

 

Naar boven