Derde wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leudal   

 

 

De gemeenteraad van gemeente Leudal

Gezien het voorstel het college d.d. 12 december 2017 nummer .

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

Besluit

vast te stellen de derde wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leudal;

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Leudal wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:3 Indiening aanvraag

komt te vervallen. Wordt als weigeringsgrond opgenomen in artikel 1:8, lid 2 APV.

Bestaande tekst

Artikel 1:3 Indiening aanvraag

1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen.

2. Voor bepaalde, door het bestuursorgaan aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

Nieuwe tekst

Artikel 1:3 (vervallen)

B

Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

a.indien ter verkrijging daarvan on-

juiste of onvolledige gegevens zijn

verstrekt;

b.indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

c.indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

d.indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of

e.indien de houder dit verzoekt.

Nieuwe tekst

Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

a.indien ter verkrijging daarvan on-

juiste of onvolledige gegevens zijn

verstrekt;

b.indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

c.indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

d.indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of

e.indien de houder dit verzoekt.

C

Artikel 1:7 Termijnen

wordt met toevoeging van lid 2 als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 1:7 Termijnen

De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

Nieuwe tekst

Artikel 1:7 Termijnen

1. De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

2. De aard van de vergunning of ontheffing verzet zich in ieder geval tegen gelding voor onbepaalde tijd indien het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft.

D

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

wordt tekstueel en met toevoeging van lid 2 als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:

a.de openbare orde;

a.b. de openbare veiligheid;

a.c. de volksgezondheid;

a.d. de bescherming van het milieu.

Nieuwe tekst

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

1. Een vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

a.de openbare orde;

a.b. de openbare veiligheid;

a.c. de volksgezondheid;

a.d. de bescherming van het milieu.

2. Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan drie weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

E

Artikel 2:27 Begripsbepalingen

wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 2:27 Begripsbepalingen

1.In deze afdeling wordt verstaan onder:

a.openbare inrichting:

i. een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, shoarmazaak, broodjeszaak, grillroom, afhaalbedrijf van etenswaren, discotheek, buurthuis of clubhuis;

ii. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid;

b.terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

2.Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

Nieuwe tekst

Artikel 2:27 Begripsbepalingen

1.In deze afdeling wordt verstaan onder:

a.openbare inrichting:

1. een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, shoarmazaak, broodjeszaak, grillroom, afhaalbedrijf van etenswaren, discotheek, buurthuis of clubhuis;

2. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt of bereid;

b.terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

2.Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.

F

Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister

wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister 

Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.

Nieuwe tekst

Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister 

Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, woonplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.

G

Artikel 2:39 Speelgelegenheden, tweede lid, onder b,

wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 2:39 Speelgelegenheden

b.speelgelegenheden waarvoor de minister van Veiligheid en Justitie of de Kamer van Koophandel bevoegd is vergunning te verlenen; en

Nieuwe tekst

Artikel 2:39 Speelgelegenheden

b.speelgelegenheden waarvoor de raad van bestuur van de kansspelautoriteit bevoegd is vergunning te verlenen; en

H

Artikel 2:42 Plakken en kladden, lid 2 onder b

wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 2:42 Plakken en kladden 

2.Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is:

a.een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen;

b.met kalk, krijt, teer of een kleur of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen.

Nieuwe tekst

Artikel 2:42 Plakken en kladden 

2.Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is:

a.een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen;

b.met kalk, teer of een kleur of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen.

I

Artikel 2:48 Verboden drankgebruik

, eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 2:48 Verboden drankgebruik

1.Het is voor personen die leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.

Nieuwe tekst

Artikel 2:48 Verboden drankgebruik

1.Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden:

- in speeltuinen en op schoolpleinen; en/of

-op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied;

alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.

J

Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.

wordt gewijzigd door de toevoeging van de leden 2 en 3.

Bestaande tekst

Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.

Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek indien:

a.dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek; of

b.daardoor die ingang versperd wordt.

Nieuwe tekst

Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.

1.Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek indien:

a.dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek; of

b.daardoor die ingang versperd wordt.

2. Het is verboden op het trottoir een fiets, brommobiel, snor- of bromfiets zodanig te plaatsen of te laten staan dat daardoor de doorgang wordt gehinderd of belemmerd voor voetgangers, invalidenwagens, kinderwagens en dergelijke.

3. Het is verboden op of nabij een aangebrachte geleidelijn voor blinden een fiets, brommobiel, snor- of bromfiets te plaatsen of te laten staan.

K

Na artikel 2:74 Drugshandel op straat wordt artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik ingevoegd, luidende:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik

Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

L

Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen, eerste lid,

wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen

1.De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van vaste camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.

Nieuwe tekst

Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen

1.De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.

M

Artikel 5:6 Kampeermiddelen

wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.

1.Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:

a. langer dan op drie achtereenvolgende dagen te plaatsen of te hebben op een door het college aangewezen weg, waar dit naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte of schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente;

b. op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

2.Het college kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid, aanhef en onder a.

3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door Provinciale caravan- en tentenverordening of de Wegenverordening provincie Limburg 1989.

4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Nieuwe tekst

Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.

1.Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt (caravans, campers, kampeerwagens, aanhangwagens, keetwagens e.d.) langer dan gedurende vijf achtereenvolgende dagen op wegen binnen de bebouwde kom te plaatsen of te hebben of binnen een straal van 500 meter van een eerder ingenomen locatie van het kampeermiddel te plaatsen of te hebben.

2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid.

3. Voertuigen betrokken bij uitvoering van infra-werkzaamheden/bouwwerkzaamheden (de bouwketen) en voertuigen van kermisexploitanten ten tijde van de kermis hebben ontheffing v an het verbod in het eerste lid.

4. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien in het Provinciaal wegenreglement of de Om gevingsverordening Limburg 2014.

5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

N

Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen

wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 

1.Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

2.Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit parkeren naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte.

3.Het verbod in het tweede lid is niet van toepassing op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 08.00 tot 18.00 uur.

4.Het verbod in het tweede lid is voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden.

5.Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen.

6.Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

Nieuwe tekst

Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 

1.Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

2.Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit parkeren naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte.

3.Het verbod in het tweede lid is niet van toepassing op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 08.00 tot 18.00 uur.

4.De verboden in het eerste en tweede lid zijn voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan vijf achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden.

5.Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen.

6.Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

O

Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen

wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen

1.Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daarvoor een intekenlijst aan te bieden.

2.Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.

3.Geen vergunning is vereist voor een Goede Doelen actie per kern of voor meerdere kernen gezamenlijk, waarbij door meerdere instellingen een openbare inzameling van geld wordt gehouden.

4.De organisator van de Goeden Doelen actie dient ten minste 8 weken voorafgaand een melding te doen aan het college.

5.Het verbod van lid 1 geldt niet voor een inzameling die in besloten kring gehouden wordt.

6. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

Nieuwe tekst

Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen

1.Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daarvoor een intekenlijst aan te bieden.

2.Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.

3.Het verbod van lid 1 geldt niet voor een Goede Doelen actie per kern of voor meerdere kernen gezamenlijk, waarbij door meerdere instellingen een openbare inzameling van geld wordt gehouden.

4.De organisator van de Goeden Doelen actie dient ten minste 8 weken voorafgaand een melding te doen aan het college.

5.Het verbod van lid 1 geldt niet voor een inzameling die in besloten kring gehouden wordt.

6. Het verbod van lid 1 lid geldt niet voor een inzameling die door instelling met een CBF keurmerk wordt gehouden.

7. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal, 6 februari 2018.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL

De griffier,

De voorzitter,

 

 

drs. W.A.L.M. Cornelissen

A.H.M. Verhoeven MPM

Naar boven