Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2019

 

De raad van de gemeente Reusel-De Mierden;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2018, nummer 18.0446;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2019.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:

een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

 

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam “forensenbelasting” wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

 

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1.

    Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

  • 2.

    Niet belastingplichtig is degene die voor zijn of haar verblijf in, of terzake van het ter beschikking houden voor zichzelf, of zijn of haar gezin, van, een gemeubileerde woning die gelegen is op een voor verblijfsrecreatie bestemd en gebezigd recreatieterrein én voor welk verblijf, of het ter beschikking houden, door de exploitant van het recreatieterrein (verblijfgever) aangifte wordt c.q. dient te worden gedaan van het aantal overnachtingen door diegene (verblijfhouder).

 

Artikel 4 Ontheffing

Indien een belastingplichtige in het belastingjaar meer dan één gemeubileerde woning elk gedurende meer dan 90 dagen beschikbaar houdt in de gemeente, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting ter zake van de woning(en) met de laagste waarde(n) als bedoeld in artikel 5, lid 1.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt berekend naar de waarde in het economisch verkeer van de woning.

  • 2.

    De waarde in het economisch verkeer wordt bepaald op die welke aan de woning dient te worden toegekend indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de woning in de staat waarin deze zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang zou kunnen gebruiken.

  • 3.

    De waarde in het economisch verkeer is die bij het begin van het kalenderjaar.

Artikel 6 Belastingtarief

De belasting per jaar voor een gemeubileerde woning, als bedoeld in artikel 1, bedraagt 0,715 % van de waarde, zoals vastgesteld in artikel 5 van deze verordening. Het maximum bedrag van de aanslag wordt bepaald op € 1.250,00.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

Voor degenen die gebruik maken van automatische incasso geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

 

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

 

Artikel 11 Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige, bedoeld in artikel 2, lid 1, die voor de eerste maal een gemeubileerde woning in de zin van artikel 1 beschikbaar gaat houden, is gehouden om dat binnen een maand te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 2.

    De “Verordening forensenbelasting 2018” vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2017, nummer 077f-2017, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2019. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening forensenbelasting 2019”.

Aldus besloten in de vergadering van 18 december 2018.

De raad voornoemd,

de griffier,

J.C.M. van Berkel

de voorzitter (wnd),

mw. J. Eugster

Naar boven