Verordening toeristenbelasting 2019

 

De raad van de gemeente Best;

 

gezien het voorstel van Burgemeester en wethouders;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

besluit

tot vaststelling van de Verordening op de heffing en de invordering van de toeristenbelasting 2019 (Verordening toeristenbelasting 2019).

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding, in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetenen met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven

 

Artikel 2 Belastingplicht

 

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

 

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

     

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

 

 

Artikel 5 Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 1,20.

 

  

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

 

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

 

Artikel 8  Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

 

 

Artikel 9  Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

     

 

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

 

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

 

 

Artikel 12 Overgangsbepaling

De 'Verordening Toeristenbelasting 2017’ van 7 november 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2019’.

     

    

Aldus besloten door de raad van Best

in zijn vergadering van 10-12-2018

  •  

     

    Maaike Mesdag-Blom

    Hans Ubachs

    griffier

    voorzitter

 

 

Naar boven