Gemeenteblad van Leudal
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leudal | Gemeenteblad 2018, 252458 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leudal | Gemeenteblad 2018, 252458 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit Beschermd wonen en opvang 2018 Leudal
Burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal;
gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Leudal 2018;
ter uitvoering van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Leudal 2018 nadere regels met betrekking tot beschermd wonen en opvang dienen te worden vastgesteld;
deze nadere regels duidelijkheid moeten bieden aan inwoners en professionals bij de beoordeling van de benodigde hulp en ondersteuning om te komen tot een arrangement aan oplossingen;
de colleges van de gemeenten van Noord- en Midden Limburg (Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray en Weert1) aan het college van de gemeente Venlo (door middel van een apart besluit) mandaat verlenen om de verantwoordelijkheden ten aanzien van beschermd wonen en opvang uit te voeren voor deze gemeenten;
dit Besluit Beschermd wonen en opvang Leudal 2018 is afgestemd met de gemeenten uit de regio Noord- en Midden-Limburg. In dit besluit is het regionaal afgestemde kader geformaliseerd waarbinnen de centrumgemeente Venlo de bevoegdheid tot het beoordelen en toekennen van maatwerkvoorzieningen voor beschermd wonen en opvang voor deze gemeenten dient uit te voeren;
vast te stellen het Besluit Beschermd wonen en opvang Leudal 2018.
Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
beschermd wonen: de maatwerkvoorziening beschermd wonen die kan worden ingezet in twee ondersteuningsvormen:
ondersteuningsvorm ‘beschermd wonen’;
wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving; en,
Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wmo 2015 (in het bijzonder artikel 1.1.1), het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (in het bijzonder artikel 1.1) en de Verordening (in het bijzonder artikel 1).
wordt een melding voor beschermd wonen en opvang gezien als een aanvraag en organiseert het college in overleg met aanbieders onverwijld de inzet van een tijdelijke (maatwerk-)voorziening voor beschermd wonen en opvang, in afwachting van de uitkomst van het onderzoek en op grond van artikel 2.3.3 Wmo 2015;
Het keukentafelgesprek maakt onderdeel uit van het onderzoek en vindt plaats binnen twee weken na de melding van de cliënt (of zijn vertegenwoordiger). In overleg met de cliënt (of zijn vertegenwoordiger) kan van deze termijn afgeweken worden.
Tijdens het keukentafelgesprek worden alle voor het onderzoek van belang zijnde aspecten over onder andere de mogelijkheden, de persoonlijke situatie en leefomgeving van de cliënt, zijn gezin en/of mantelzorger besproken, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 lid 4 Wmo 2015, om te komen tot een afweging voor de noodzaak, omvang en duur van de ondersteuning;
Indien een aanvraag later dan vier weken nadat het Leefzorgplan bekend is gemaakt, zoals bedoeld in artikel 1.4.1 van dit besluit, ondertekend wordt geretourneerd aan het college, dan is aan het college het recht voorbehouden om, indien het aannemelijk is dat er sprake is of kan zijn van nieuwe feiten en/of gewijzigde omstandigheden, een nieuw onderzoek te laten starten.
Artikel 1.7 Inlichtingenplicht
Een cliënt (of zijn vertegenwoordiger) stelt het ZVH uit eigen beweging of na een verzoek van het ZVH, zo spoedig mogelijk op de hoogte van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing, zoals bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de Wmo 2015.
Hoofdstuk 2 Toekenning en afwijzing beschermd wonen
Artikel 2.1 Criteria voor de toekenning van een maatwerkvoorziening beschermd wonen
Artikel 2.2 Overdracht van cliënten tussen verschillende centrumgemeenten
Indien een cliënt of zijn vertegenwoordiger, die een toekenning voor een maatwerkvoorziening heeft, een (voornemen tot) verhuizing naar een andere gemeente mededeelt aan het ZVH, dan neemt het ZVH na overleg met de cliënt of zijn vertegenwoordiger contact op met de gemeente van nieuwe vestiging om een goede overdracht te organiseren.
Indien een cliënt of zijn vertegenwoordiger, die in een andere gemeente een toekenning voor een maatwerkvoorziening heeft ontvangen, een (voornemen tot) verhuizing naar de gemeente Leudal mededeelt aan het ZVH, dan neemt het ZVH na overleg met de cliënt of zijn vertegenwoordiger contact op met de gemeente van herkomst om een goede overdracht te organiseren.
Artikel 2.3 Maatwerkvoorziening beschermd wonen
De inzet van de maatwerkvoorziening beschermd wonen heeft tot doel het aanleren van vaardigheden die noodzakelijk zijn om op termijn zelfstandig(er) te kunnen wonen en leven. Voor cliënten voor wie dit geen optie is, heeft de maatwerkvoorziening tot doel het zo mogelijk stabiliseren van de cliënt. De ondersteuning richt zich op het realiseren van de doelen en afspraken uit het Leefzorgplan.
De maatwerkvoorziening beschermd wonen kan worden ingezet in twee ondersteuningsvormen:
ondersteuningsvorm ‘beschermd wonen’:
er wordt 24 uur per dag toezicht geboden op basis van actieve observatie in de directe omgeving van de cliënt. Dit toezicht heeft als doel dreigende ontsporing in het gedrag of de gezondheidssituatie vroegtijdig te signaleren, waardoor er tijdig ingegrepen kan worden en escalaties voorkomen kunnen worden, en;
Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget
Indien de cliënt de beschikte maatwerkvoorziening wil ontvangen via een persoonsgebonden budget (PGB), dan geldt conform artikel 2.6.3, tweede lid van de Wmo 2015 en artikel 6 van de Verordening als aanvullende voorwaarde dat de cliënt en eventueel zijn vertegenwoordiger een plan moet opstellen. Dit plan dient een motivering te bevatten:
Bij de beoordeling van de kwaliteit van een maatwerkvoorziening in de vorm van een PGB, wordt uitgegaan van minimaal de wettelijke kwaliteitseisen voor de maatwerkvoorzieningen waarvoor het PGB bedoeld is en de handreiking ‘kwaliteitseisen beschermd wonen en opvang’ zoals vastgesteld door de Vereniging Nederlandse Gemeenten.
Artikel 2.5 Hoogte en besteding van het PGB
Artikel 2.6 Verantwoording van het PGB
Indien blijkt dat het PGB geheel of gedeeltelijk onterecht is betaald vanwege een foutieve declaratie dan kan dit, naast wat is bepaald bij artikel 2.4.1 Wmo 2015, indien mogelijk worden verrekend met het beschikbaar gestelde budget, of teruggevorderd bij de cliënt die de declaratie heeft ingediend. Het niet-geaccepteerde deel van de verantwoording wordt verrekend met het beschikbaar gestelde budget waarna de cliënt of zijn vertegenwoordiger binnen acht weken na verantwoording een besluit tot verrekening ontvangt.
Artikel 2.7 Aflopende indicaties en beschikkingen
Indien de cliënt een andere vorm van zorg wenst dan beschermd wonen, draagt het ZVH de cliënt over naar de gemeente waar de cliënt woonachtig is of een naar landelijke voorziening. Indien de cliënt daarmee instemt, draagt het ZVH de reeds bekende informatie over de cliënt over aan de betreffende gemeente of voorziening.
Wanneer een cliënt voor beschermd wonen tijdelijk geen gebruik kan maken van het Beschermd Wonen, omdat andere problematiek (tijdelijk) op de voorgrond staat, kan de cliënt terugkeren naar het Beschermd Wonen, zonder een nieuwe indicatie aan te hoeven vragen bij het ZVH. Deze andere problematiek mag niet langer dan zes weken duren.
Artikel 3.1 Criteria voor de toekenning van een maatwerkvoorziening opvang
Hoofdstuk 4 Onderzoek kwaliteit, meldingsregeling en toezichthouder
Artikel 4.3 Bevoegdheden toezichthouder
Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 september 2018, onder voorbehoud van de vaststelling van de wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Leudal 2018 door de gemeenteraad van Leudal in zijn vergadering van 6 november 2018.
Burgemeester en wethouders van Leudal,
de secretaris, de burgemeester
H.K.W. Bekkers A.H.M. Verhoeven MPM
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-252458.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.