Subsidieregeling non-formele volwasseneneducatie en lokale projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord Veluwe 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,

gelezen het Regionaal beleidsplan educatie basisvaardigheden arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord Veluwe en de notitie Taal en Toekomst 2019;

gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn en de Wet Educatie en Beroepsonderwijs;

BESLUIT: vast te stellen de navolgende Subsidieregeling non-formele volwasseneneducatie en lokale projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord Veluwe 2019.

 

Hoofdstuk 1 Non-formele volwasseneneducatie en lokale projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord Veluwe 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Tenzij in dit hoofdstuk uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014.

  • 2.

    In dit deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      ANBI instelling: algemeen nut beogende instelling;

    • b.

      Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014;

    • c.

      basisvaardigheden: vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder b t/m f van de WEB;

    • d.

      beleidsplan: Regionaal beleidsplan educatie basisvaardigheden arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord Veluwe, vastgesteld door het college op 21 juli 2015;

    • e.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

    • f.

      deelnemer: een volwassen persoon die behoort tot de doelgroep laaggeletterden;

    • g.

      doelgroep: niet inburgeringsplichtige volwassenen die laaggeletterd zijn;

    • h.

      doorlopende leerlijn: een sluitende leerlijn tussen de educatieve activiteit die de deelnemer volgt en een vervolgactiviteit die de vorm kan hebben van enerzijds doorstroom naar non-formele of formele educatietrajecten en anderzijds de vorm kan hebben van activiteiten waarbij centraal staat dat deelnemers blijven oefenen met de basisvaardigheden;

    • i.

      formele educatie: diplomagerichte educatie basisvaardigheden, gericht op deelaspecten van de eindtermen WEB;

    • j.

      maatschappelijk verantwoord ondernemen (Mvo): ondernemen op een wijze die overeenkomt met de strekking van de “Beleidsbrief Maatschappelijk verantwoord ondernemen” van het Kabinet d.d. 28 juni 2013;

    • k.

      non-formele educatie: niet diplomagerichte educatie, maar wel gericht op deelaspecten van de eindtermen WEB. Aanbieders hebben geen diploma-erkenning nodig;

    • l.

      notitie: de Notitie Taal en Toekomst 2019, vastgesteld door het college op 13 november 2018;

    • m.

      outcome: het effect dat de activiteit heeft op de deelnemers. Afhankelijk van de doelstelling van de activiteit heeft de outcome betrekking op de toename van kennis en vaardigheden op het betreffende leefgebied en indien mogelijk op de doorstroom naar bijvoorbeeld andere vormen van educatie, een participatieactiviteit of werk;

    • n.

      output: een direct tot de activiteit herleidbaar resultaat, zoals het aantal deelnemers aan een activiteit, het door hen behaalde niveau, het aantal deelnemers dat doorverwezen is, het aantal (opgeleide) vrijwilligers en het aantal intakegesprekken, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen NT1 en NT2-leerders;

    • o.

      penvoerder: de door het samenwerkingsverband aangewezen penvoerende organisatie;

    • p.

      project: in een project wordt vanuit een contextgerichte samenwerking invulling gegeven aan educatie gericht op ontwikkelen van basisvaardigheden voor de deelnemers. Het programma is afgestemd op de individuele ontwikkelvraag en mogelijkheden van de deelnemers en kan zowel individueel als groepsgewijs worden aangeboden. Het programma bestaat uit educatie van basisvaardigheden gecombineerd met activiteiten die aansluiten bij de ontwikkelvraag zoals benoemd in de notitie. Resultaten zijn ook zichtbaar op het niveau van de individuele deelnemer;

    • q.

      regio Stedendriehoek en Noord Veluwe: de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Deventer, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Lochem, Nunspeet, Olst-Wijhe, Putten, Voorst, Zeewolde en Zutphen;

    • r.

      samenwerkingsverband: samenwerking tussen twee of meer partijen, waarbij in ieder geval de samenwerking tot stand komt tussen formeel en non-formeel onderwijs;

    • s.

      taalhuis: een herkenbare, fysieke plek die als ontmoetingsruimte van de wijk, het dorp of de stad fungeert waar iedereen terecht kan die aan de slag wil met basisvaardigheden als lezen, schrijven, spreken, rekenen en digitale vaardigheden. Daarnaast is het een helpdesk voor taalvrijwilligers;

WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs.

 

Hoofdstuk 2 non-formele volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord Veluwe 2019

Artikel 2.1 Doelstelling

Deze subsidieregeling heeft als doel het verbeteren van de basisvaardigheden van inwoners, met als uiteindelijk doel het bevorderen van hun zelfredzaamheid, participatie en deelname aan de arbeidsmarkt.

 

Artikel 2.2 Aanvragers en aanvraag

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen aan ANBI-instellingen die ervaring hebben met de doelgroep en die aanbieders ondersteunen in activiteiten die gericht zijn op het behalen van de doelen uit het beleidsplan en de notitie;De aanvraag tot verlening wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier ‘aanvraagformulier subsidieverlening non-formele volwasseneneducatie 2019’ dat op de website van de gemeente Apeldoorn beschikbaar is;

  • 2.

    De periode waarin een aanvraag kan worden ingediend loopt van 27 november 2018 tot 1 mei 2019;

  • 3.

    De subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan van:

    • a.

      een inhoudelijk plan van maximaal zes pagina’s waarin alle criteria genoemd in artikel 2.4 zijn opgenomen;

    • b.

      een begroting;

Het tijdstip van binnenkomst van een aanvraag, zoals bedoeld in artikel 2.5 wordt bepaald door het moment waarop de aanvraag volledig is ingediend.

 

Artikel 2.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Op grond van deze regeling kan het college ten behoeve van de in artikel 2.1 genoemde doelstelling subsidie verlenen voor het samenstel of een combinatie van de volgende activiteiten:

    • a.

      het opzetten en doorontwikkelen van taalhuizen waar inwoners terecht kunnen voor ondersteuning en advies ten aanzien van het verbeteren van hun basisvaardigheden;

    • b.

      het aanbieden van non-formele educatie: niet diplomagerichte basiseducatie, gericht op deelaspecten van de eindtermen van de WEB;

    • c.

      de werving en training van taalvrijwilligers voor inzet ten behoeve van basiseducatie. Hierbij kan ook gedacht worden aan bijstandsgerechtigden die een tegenprestatie voor hun uitkering moeten verrichten.

  • 2.

    De aanvrager moet vooraf aannemelijk maken en achteraf aantonen dat de activiteiten een bijdrage leveren aan het verbeteren van de basisvaardigheden van inwoners zoals genoemd in de WEB, in relatie tot een of meerdere leefgebieden.

 

Artikel 2.4 Doelgerichte criteria

Om in aanmerking te komen voor subsidie, moet de aanvraag voldoen aan de volgende voorwaarden, die nader omschreven staan in het beleidsplan en de notitie:

  • 1.

    Aanvragers beschrijven in de aanvraag:

    • a.

      met wie en hoe ze samenwerken;

    • b.

      welke concrete resultaten ze willen bereiken, zowel wat betreft de output als de outcome;

    • c.

      hoe deze resultaten gemeten en zichtbaar gemaakt worden;

    • d.

      hoe een doorlopende leerlijn bevorderd wordt;

    • e.

      op welke wijze de activiteiten passen in de context van de beleidsambities die beschreven zijn in het beleidsplan en de notitie;

    • f.

      hoe de activiteiten bijdragen aan het bereiken van de doelstelling zoals beschreven in artikel 2.1;

    • g.

      hoe de doelgroep bereikt wordt, met onderscheid tussen NT-1- en NT2-leerders;

    • h.

      hoe personeel bij de uitvoering ingezet wordt;

    • i.

      op welke manier rekening gehouden wordt met de individuele behoeften van inwoners;

  • 2.

    Aanvragers zijn aangesloten bij het samenwerkingsprogramma ‘Taal voor het Leven’.

 

Artikel 2.5 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1.

    Voor het subsidiëren van de activiteiten, zoals bedoeld in artikel 2.3 is het bedrag beschikbaar zoals door het college voor 2019 is vastgesteld. Dit is tevens het subsidieplafond;

  • 2.

    De volledig ingediende aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst;

  • 3.

    Indien de deelplafonds op 1 mei 2019 niet uitgeput zijn of er andere middelen vanuit de WEB beschikbaar zijn, kan het College besluiten een nieuwe aanvraagronde met nieuwe deelplafonds in te stellen.

 

Artikel 2.6 Beoordeling subsidieaanvragen

De beoordeling van de subsidieaanvragen vindt plaats door middel van een individuele inhoudelijke beoordeling aan de hand van de doelgerichte criteria van artikel 2.4.

 

Artikel 2.7 Verplichtingen

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet er sprake zijn van een samenwerkingsverband van relevante organisaties en netwerken;

  • 2.

    De subsidieontvanger is bereid kosteloos medewerking te verlenen aan onderzoek naar de kwaliteit en de resultaten van de activiteiten;

  • 3.

    De activiteiten moeten in hetzelfde jaar worden uitgevoerd als het jaar waarvoor de subsidie wordt verleend.

 

Artikel 2.8 Voorschotten

Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot van 100 % van het verleende subsidiebedrag uitbetaald.

Artikel 2.9 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De aanvrager dient voor 1 mei 2020 een aanvraag in tot het vaststellen van de subsidie;

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier ‘verzoek tot vaststelling subsidie non-formele volwasseneneducatie’ dat op de website beschikbaar is;

  • 3.

    De artikelen 17, 18, 19 en 20 van de Asv zijn van toepassing op de vaststelling van de subsidie.

 

Hoofdstuk 3 non-formele lokale projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord Veluwe 2019

Artikel 3.1 Doelstelling

Deze subsidieregeling heeft als doel het verbeteren van de basisvaardigheden van inwoners, met als uiteindelijk doel het bevorderen van hun zelfredzaamheid, participatie en deelname aan de arbeidsmarkt.

 

Artikel 3.2 Aanvragers en aanvraag

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen aan:

    • a.

      ANBI instellingen die ervaring hebben met de doelgroep en die taalaanbieders ondersteunen in activiteiten gericht op het behalen van de doelen uit het beleidsplan en de notitie;

    • b.

      taalaanbieders;

    • c.

      vrijwilligersorganisaties;

    • d.

      of professionele organisaties, waaronder bedrijven en instellingen die door hun bijdrage aan het behalen van de doelstelling van deze regeling vorm en inhoud willen geven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen.

  • 2.

    De penvoerder dient namens de organisaties die deelnemen aan het samenwerkingsverband de aanvraag in. De penvoerder maakt deel uit van het samenwerkingsverband;

  • 3.

    Door ondertekening van de bij de aanvraag bijgevoegde verklaring tot samenwerking, verklaren de aan het samenwerkingsverband deelnemende organisaties dat de deelnemer aan het samenwerkingsverband die de aanvraag heeft ondertekend, optreedt als penvoerder en verklaren de deelnemers akkoord te zijn met de inhoud van de aanvraag en bijlagen;

  • 4.

    De aanvraag tot verlening wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier ‘aanvraagformulier subsidieverlening lokaal project volwasseneneducatie 2019’ dat op de website van de gemeente Apeldoorn beschikbaar is;

  • 5.

    De periode waarin een aanvraag kan worden ingediend loopt van 27 november 2018 tot 1 mei 2019;

  • 6.

    De subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan van:

    • a.

      een inhoudelijk plan van maximaal zes pagina’s waarin alle criteria genoemd in artikel 3.5 zijn opgenomen. Hierin moet de aanvrager vooraf aannemelijk maken en achteraf aantonen dat het project een bijdrage levert aan het verbeteren van de basisvaardigheden en het bevorderen van de zelfredzaamheid, participatie en indien mogelijk deelname aan de arbeidsmarkt van de deelnemers. Het plan moet daarnaast passen binnen de context van het beleidsplan en de notitie;

    • b.

      een begroting;

    • c.

      een getekende verklaring tot samenwerking van partijen.

  • 7.

    Het tijdstip van binnenkomst van een aanvraag, zoals bedoeld in artikel 3.7 wordt bepaald door het moment waarop de aanvraag volledig is ingediend.

 

Artikel 3.3 Samenwerkingsverband

  • 1.

    Indien de subsidie wordt verstrekt aan het samenwerkingsverband, verzendt het college de beschikkingen omtrent de subsidie, waaronder in ieder geval de beschikking tot subsidieverlening,

  • 2.

    -wijziging en -vaststelling, aan de penvoerder.

  • 3.

    Indien de subsidie wordt verstrekt aan het samenwerkingsverband, verstrekt het college de

  • 4.

    voorschotten aan de penvoerder. Deze betalingen gelden als betalingen aan de subsidie ontvangende organisaties en dienen door de penvoerder per ommegaande doorbetaald te worden aan de subsidie ontvangende organisaties.

  • 5.

    De subsidieontvangers in het samenwerkingsverband dienen hun rapportages, overeenkomstig het bepaalde in de verleningsbeschikking, in via de penvoerder.

  • 6.

    De subsidieontvangers in het samenwerkingsverband stellen het college, via de penvoerder, onverwijld schriftelijk in kennis van alles wat van belang is voor de subsidieverstrekking, de uitvoering van de activiteiten en/of het nakomen van de verplichtingen.

  • 7.

    Het college voert correspondentie en overleg met de penvoeder over de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten en/of het nakomen van de verplichtingen, overeenkomstig het bepaalde in de verleningsbeschikking. De penvoerder informeert over alles wat voor de subsidieontvangers in het samenwerkingsverband van belang is om de gesubsidieerde activiteiten goed uit te kunnen voeren en subsidieverplichtingen na te kunnen komen.

  • 8.

    De aan de subsidieontvangers in het samenwerkingsverband onverschuldigd betaalde subsidiebedragen kunnen van de penvoerder worden teruggevorderd als de penvoerder de doorbetalingsverplichting als bedoeld in het tweede lid niet of niet geheel nakomt.

 

Artikel 3.4 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Op grond van deze regeling kan het college ten behoeve van de in artikel 3.1 genoemde doelstelling subsidie verlenen voor educatieprojecten in het kader van de WEB;

  • 2.

    Het project moet gericht zijn op een duurzaam effect, waarbij de behoeften van de deelnemers centraal staan;

  • 3.

    De subsidie bedraagt per gemeente maximaal € 35.000 per project.

 

Artikel 3.5 Doelgerichte criteria

Om in aanmerking te komen voor subsidie, moet de aanvraag voldoen aan de volgende voorwaarden, die nader omschreven staan in het beleidsplan en de notitie:

  • 1.

    Er worden lokale educatieprojecten opgezet en gerealiseerd in het kader van de WEB. Deze projecten passen binnen de context van het beleidsplan en de notitie.

  • 2.

    Er worden zowel vrijwilligers als professionele docenten/trainers ingezet.

  • 3.

    Aanvragers beschrijven in de aanvraag:

    • a.

      het educatieproject;

    • b.

      met wie en hoe ze samenwerken;

    • c.

      welke concrete resultaten ze willen bereiken, zowel wat betreft de output als de outcome;

    • d.

      hoe deze resultaten gemeten en zichtbaar gemaakt worden;

    • e.

      hoe een doorlopende leerlijn bevorderd wordt;

    • f.

      op welke wijze de activiteiten passen in de context van de beleidsambities die beschreven zijn in het beleidsplan en de notitie;

    • g.

      hoe het project bijdraagt aan het bereiken van de doelstelling zoals beschreven in artikel 3.1;

    • h.

      wat de onderbouwing is van de scholingsvraag en op welke manier die gericht is op (deelaspecten van) de eindtermen van de WEB;

    • i.

      hoe de doelgroep bereikt wordt, met onderscheid tussen NT1- en NT2-leerders;

    • j.

      hoe personeel bij de uitvoering ingezet wordt: zowel vrijwilligers als professionele trainers/docenten;

    • k.

      Het project is innovatief of bouwt voort op een innovatief project uit 2018.

  • 4.

    Voor een aanbod digitale vaardigheden zoeken partijen aansluiting bij de bibliotheken en al bestaande programma’s. Alleen daar waar iets vernieuwend is, kan het opgenomen worden in de aanvraag.

  • 5.

    De aanvraag mag geen betrekking hebben op activiteiten waarvoor al middelen, in welke vorm dan ook, zijn of worden verstrekt in de betreffende gemeente.

 

 

Artikel 3.6 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1.

    Voor het subsidiëren van de activiteiten als bedoeld in artikel 3.4 is het bedrag beschikbaar zoals dat door het college voor 2019 is vastgesteld. Dit is tevens het subsidieplafond.

  • 2.

    De volledig ingediende aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst per gemeente.

  • 3.

    Indien de deelplafonds op 1 mei 2019 niet uitgeput zijn of er andere middelen vanuit de WEB beschikbaar zijn, kan het College besluiten een nieuwe aanvraagronde met nieuwe deelplafonds in te stellen.

 

Artikel 3.7 Beoordeling subsidieaanvragen

De beoordeling van de subsidieaanvragen vindt plaats door middel van een individuele inhoudelijke beoordeling aan de hand van de doelgerichte criteria van artikel 3.5.

 

Artikel 3.8 Verplichtingen

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet er sprake zijn van een samenwerkingsverband tussen in ieder geval non-formeel en formeel onderwijs;

  • 2.

    De aan het samenwerkingsverband deelnemende organisaties zijn bereid kosteloos medewerking te verlenen aan onderzoek naar de kwaliteit en de resultaten van de projecten;

  • 3.

    De activiteiten moeten in hetzelfde jaar worden uitgevoerd als het jaar waarvoor de subsidie wordt verleend;

Het bestaan van een samenwerkingsverband zoals genoemd in het tweede lid moet worden aangetoond met een verklaring van actieve deelname aan het project door betrokken partijen;

 

Artikel 3.9 Voorschotten

Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot uitbetaald in twee termijnen van 50% van het te verlenen subsidiebedrag. De eerste termijn wordt uiterlijk binnen 6 weken nadat de verleningsbeschikking verstuurd is uitbetaald. De tweede termijn wordt halverwege het project uitbetaald.

 

Artikel 3.10 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De penvoerder dient voor 1 mei 2020 een aanvraag in tot het vaststellen van de subsidie.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier ‘verzoek tot vaststelling subsidie non-formele lokale projecten volwasseneneducatie’ dat op de website beschikbaar is;

  • 3.

    De artikelen 17, 18, 19 en 20 van de Asv zijn van toepassing op de vaststelling van de subsidie.

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

 

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als Subsidieregeling non-formele educatie en lokale projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord Veluwe 2019.

 

Aldus vastgesteld door het college van B&W d.d 13 november 2018

De griffier,

De burgemeester,

Naar boven