Gemeente Heerlen - Mandaatbesluit Griffiepersoneel

Mandaatbesluit

De werkgeverscommissie van de gemeente Heerlen;

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1, derde lid, van de Verordening werkgeverscommissie;

besluit:

I

1. De bevoegdheid tot het nemen van personele besluiten ten aanzien van de op de griffie werkzame ambtenaren, met uitzondering van de griffier, te mandateren aan de griffier.

2. Tot het mandaat behoort mede het afdoen en voeren van correspondentie terzake van de toegekende bevoegdheden, alsmede het (doen) treffen van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.

II

1. De in mandaat te nemen besluiten dienen in overeenstemming te zijn met alle ter zake geldende regelingen, het door de raad en werkgeverscommissie gevoerde beleid en mogen niet leiden tot budgetoverschrijding.

2. Indien redelijkerwijs te verwachten is dat een in mandaat te nemen besluit bestuurlijke of politieke implicaties kan hebben, wordt de mandaatgever in de gelegenheid gesteld zijn wensen of bedenkingen over een ontwerp van het te nemen besluit, vergezeld van een advies van de gemandateerde, naar voren te brengen.

III

Bij afwezigheid van de griffier oefent de plaatsvervangend griffier de in dit mandaatbesluit verleende bevoegdheden uit.

IV

1. Alle stukken verband houdende met de uitoefening van dit mandaat worden als volgt ondertekend:

De werkgeverscommissie van de gemeente Heerlen:

namens deze,

(handtekening),

griffier.

2. Het Mandaatbesluit 2015, vastgesteld d.d. 19 maart 2015, in te trekken.

3. Dit besluit kan worden aangehaald als 'Mandaatbesluit griffiepersoneel' en treedt in werking op 15 oktober 2018.

Aldus besloten door de werkgeverscommissie in zijn vergadering van 20 september 2018.

de griffier,

drs. T.W. Zwemmer

de voorzitter,

mevr. O.W.M. Mous

Toelichting mandaatbesluit griffiepersoneel

De invulling van het werkgeverschap is door de raad gedelegeerd aan de werkgeverscommissie die is ingesteld op grond van artikel 83 van de Gemeentewet. De werkgeverscommissie kan ervoor kiezen om de te nemen besluiten ten aanzien van het griffiepersoneel te mandateren aan de griffier. Dit ligt voor de hand nu de griffier de eindverantwoordelijke functionaris is van de griffie en dus hieraan leiding geeft. Om zijn organisatie efficiënt en doelmatig te kunnen aansturen moet hij naar bevinden kunnen handelen en moet hij niet afhankelijk worden gemaakt van de werkgeverscommissie.

Bovendien blijft de formele bevoegdheid bij de werkgeverscommissie en kan deze commissie altijd besluiten om de uitoefening van deze bevoegdheid aan zich te houden. De griffier is bovendien verantwoording schuldig aan de werkgeverscommissie over de besluiten die hij namens deze commissie heeft genomen ten aanzien van het griffiepersoneel. Bovendien is in dit mandaatbe-sluit geregeld dat indien redelijkerwijs te verwachten is dat een in mandaat te nemen besluit bestuurlijke of politieke implicaties kan hebben, de werkgevers-commissie in de gelegenheid wordt gesteld zijn wensen of bedenkingen over een ontwerp van het te nemen besluit vergezeld van een advies van de griffier, naar voren te brengen.

Wat voor soort personele besluiten betreft het?

Op de eerste plaats gaat het hierbij om besluiten die rechtstreeks voortvloeien uit de CAR-UWO. Daarbij gaat het om onder andere de volgende besluiten:

1. het verlenen van (tijdelijke) aanstellingen;

2. het aangaan van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

3. het aangaan van stageovereenkomsten;

4. het aangaan van detacheringsovereenkomsten;

5. het verlenen van waarnemingsvergoedingen;

6. het verlenen van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging;

7. het verlenen van studiefaciliteiten;

8. het verlenen van betaald ouderschapsverlof;

9. het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof;

10.het verlenen van eervol ontslag wegens:

- eigen verzoek;

- ouderdomspensioen;

- arbeidsongeschiktheid;

- FPU;

11.het bevoorschotten/berekenen/betaalbaar stellen van salarissen;

12.wedden, wachtgelden, uitkeringen presentiegelden, suppleties;

13.toelagen, reis-, verblijfs-, verplaatsingskosten, dan wel bijzondere

vergoedingsregelingen;

14.besluiten met betrekking tot verlof, overwerkvergoedingen en andere

besluiten in het kader van een 'cafetariaregeling'.

Daarnaast zijn er personele besluiten die voortvloeien uit op de CAR-UWO gebaseerde regelingen of andere lokale arbeidsvoorwaardenregelingen.

 

Naar boven