Beleidsregel Buurtnetwerken en wijkinformatiepunten door bewoners

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht; gelet op:

- artikel 4:81 van de Awb en artikel 3 lid 2 van de ASV 2014;

- de nota van Uitgangspunten Sociaal makelaarschap;

- de Visie versterken sociale basis Wmo: Utrecht voor iedereen;

- de beleidsregel Informatievoorziening, Advies en Onafhankelijke Cliëntondersteuning gemeente Utrecht 2019-2024;

 

Besluit vast te stellen de beleidsregel Buurtnetwerken en wijkinformatiepunten door bewoners

Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

• Sociale basis: wat bewoners met en voor elkaar doen en de meer professionele, georganiseerde sociale basisvoorzieningen. Deze voorzieningen raken aan álle aspecten van het dagelijkse leven: ontmoeting, onderwijs, opvoeding, werk, gezondheid, wonen, bewegen, cultuur en veiligheid. Ze zijn laagdrempelig, iedereen kan er gebruik van maken.

• Wijkinformatiepunten: activiteiten van bewoners ten behoeve van buurt- en wijkgerichte informatievoorziening op het brede terrein van zorg en welzijn en op basis daarvan zo nodig gericht doorverwijzen naar de juiste organisaties.

• Spreiding over de stad: evenredige verdeling van de subsidieverleningen over de tien wijken in Utrecht in relatie tot de behoefte in de buurt;.

• Buurtnetwerken: een groep bewoners die door verbondenheid, actieve inzet en samenwerking vrijwillig en onbetaald activiteiten uitvoert voor elkaar, de buurt of de wijk.

• Vrijwillige inzet: Iets doen voor een ander of de omgeving, al of niet in georganiseerd verband, zonder dat men daar voor betaald wordt.

• Wet maatschappelijke ondersteuning 2015: Wet van 9 juli 2014, houdende regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang;

• Civil society: een verzamelnaam voor actief burgerschap. Het omvat alle niet van de overheid afhankelijke organisaties en particuliere initiatieven die zonder winstoogmerk bijdragen aan de maatschappij.

 

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

De gemeente wil de sociale basis vanuit de Wmo versterken om de volgende effecten te bereiken:

• prettig samenleven door een stevige civil society en een sterke sociale samenhang in buurten en wijken.

• preventie en herstel: mensen in kwetsbare situaties kunnen gewoon mee doen.

Om deze twee effecten te kunnen bereiken dragen de activiteiten die de gemeente ondersteunt bij aan de volgende maatschappelijke doelen:

- betrokkenheid in de buurt

- meedoen van kwetsbaren

- zorgen voor elkaar.

 

Deze beleidsregel richt zich in het bijzonder op het ondersteunen van activiteiten die de betrokkenheid in de buurt vergroten. Specifiek wil de gemeente het volgende bereiken:

• Versterken van wijkgerichte informatievoorziening door informatiepunten in de wijk op het brede terrein van zorg en welzijn waardoor bewoners geïnformeerd worden over het aanbod en (indien nodig) doorverwezen kunnen worden naar de juiste organisatie.

• Het versterken van buurtnetwerken waardoor bewoners zich vrijwillig in kunnen zetten voor elkaar en ook kwetsbare bewoners en bewoners die zich eenzaam voelen mee kunnen doen in de buurt.

 

Artikel 3 Eisen aan de aanvrager subsidie

De subsidie voor buurtnetwerken kan uitsluitend worden aangevraagd door een groep bewoners uit Utrecht die een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid hebben opgericht en ondersteunen, gevestigd in Utrecht. Subsidie voor startende wijkinformatiepunten kan ook door natuurlijke personen worden aangevraagd.

 

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat. Voor het jaar 2019 staat het bedrag vermeld op www.utrecht.nl/subsidie.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

In het kader van deze beleidsregel subsidieert de gemeente Utrecht activiteiten die bijdragen aan de beleidsdoelstelling (artikel 2) en:

• het versterken van onderlinge contacten tussen buurtbewoners;

• het oprichten en uitvoeren van een informatiepunt in de buurt en/of wijk;

• aanvullend zijn op andere activiteiten en activiteiten in de buurt onderling versterken;

• de coördinatie van vrijwillige inzet; waarbij eventuele betaalde coördinatie in goede verhouding staat tot de omvang van de vrijwillige inzet;

• startende initiatieven met betrekking tot buurtnetwerken komen niet in aanmerking voor deze subsidieregeling. Voor deze initiatieven kan een aanvraag worden ingediend bij het Initiatievenfonds;

• startende initiatieven met betrekking tot wijkinformatiepunten kunnen wel subsidie ontvangen uit deze regeling mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

 

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

De aanvragen moeten worden ingediend bij het college van B&W, bij voorkeur gebruikmakend van het daarvoor bestemde digitaal aanvraagformulier. Dit formulier is te vinden op www.utrecht.nl/subsidie.

De subsidieaanvraag dient in ieder geval te bestaan uit:

• een activiteitenplan waarin onder meer wordt aangetoond hoe de activiteiten bijdragen aan de beleidsdoelstellingen en de in artikel 5 genoemde aspecten;

• een beschrijving van de samenwerking met partners in de wijk;

• een onderbouwing van de behoefte aan het aanbod;

• een sluitende begroting met een gespecificeerd overzicht van inkomsten en kosten;

• voor een eerste subsidieaanvraag voor buurtnetwerken: statuten, uittreksel van de Kamer van Koophandel, opgave van gelieerde rechtspersonen, kopie bankafschrift. (conform artikel 7.1 van de ASV);

• Voor de wijkinformatiepunten is nauwe aansluiting op en afstemming met U Centraal een vereiste. (beleidsregel Informatievoorziening, Advies en Onafhankelijke Cliëntondersteuning 2019-2024).

 

Artikel 7 Indieningstermijn subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen dienen uiterlijk 1 oktober te zijn ingediend, voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Aanvragen voor subsidie voor 2019 dienen uiterlijk 15 november 2018 te worden ingediend.

Subsidieaanvragen voor wijkinformatiepunten kunnen daarnaast ook uiterlijk 1 april worden aangevraagd.

 

Artikel 8 Maximaal subsidiebedrag

Subsidie kan worden aangevraagd voor een periode van maximaal 3 jaar. Per jaar is het maximum € 30.000 voor buurtnetwerken en € 15.000 voor wijkinformatiepunten per aanvraag.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

Bij de inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvraag wordt naar een aantal aspecten gekeken.

De volgende criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van de aanvraag:

• in hoeverre de aanvraag bijdraagt aan de doelstellingen van de beleidsregel en de in artikel 5 genoemde aspecten;

• in hoeverre er sprake is van samenwerking en afstemming met (zorg)organisaties en buurtinitiatieven op wijk- en buurtniveau;

• voor wijkinformatiepunten is nauwe aansluiting op en afstemming met U Centraal een vereiste;

• de prijs/kwaliteit/kwantiteit-verhouding: hoe verhouden het aantal en de aard van de activiteiten en de inzet van vrijwilligers zich tot de opgevoerde kosten;

• de mate waarin de activiteiten aansluiten op de behoeften in de buurt (bijvoorbeeld blijkend uit de wijkanalyse);

• de spreiding van de aanvragen over de stad in relatie tot de behoefte in de buurt;

• de spreiding van de aanvragen over wijkinformatiepunten en aanvragen over versterken van buurtnetwerken;

• Bij de beoordeling van de aanvragen wordt om de spreiding te realiseren 33 % van het beschikbare subsidiebedrag verleend aan aanvragen voor wijkinformatiepunten en 67 % voor het versterken van buurtnetwerken. Hiervan kan worden afgeweken als er onvoldoende aanvragen zijn, die voldoen aan de eisen en de criteria.

 

 

 

Artikel 10 Besluitvorming

De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de criteria genoemd in artikel 9 en een goede verdeling van aanvragen over de stad.

Indien de gevraagde subsidies het subsidieplafond overstijgen, wordt geselecteerd op basis van beste scores op de criteria.

 

Artikel 11 Evaluatie

In de ‘visie versterken sociale basis Wmo’ is aangegeven dat we met betrokken bewonersinitiatieven en maatschappelijke partners gaan leren hoe dit budget zo goed mogelijk ingezet kan worden. Deze beleidsregel staat daarmee in een experimenteel kader. Daarom ontwikkelen we met gebruikers van deze subsidie en andere betrokkenen een passende manier van verantwoorden en evalueren van de effecten van de inzet van dit budget. Daarnaast verkent de gemeente op dit moment denkrichtingen voor het meerjarig financieren van initiatieven. In de loop van 2019 worden hier besluiten over genomen. Dat gebeurt in samenhang met onder andere deze beleidsregel. Op basis van de evaluatie van de inzet van deze beleidsregel en genoemde besluitvorming kan de beleidsregel worden aangepast. Belangrijk uitgangspunt bij het meerjarig financieren van initiatieven is dat we streven naar eenvoud.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt met ingang van datum bekendmaking in werking en wordt aangehaald als beleidsregel Buurtnetwerken en wijkinformatiepunten door bewoners.

 

 

 

Aldus is vastgesteld door burgemeesters en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 25 september 2018,

De secretaris, De burgemeester,

Drs. G.G.H.M. Haanen Mr. J.H.C. van Zanen

Naar boven