Gemeenteblad van Best
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Best | Gemeenteblad 2017, 80896 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Best | Gemeenteblad 2017, 80896 | Beleidsregels |
Nota reserves en voorzieningen 2016
De huidige nota Reserves en Voorzieningen is vastgesteld in 2011. Op grond van de Financiële verordening 2015, is actualisatie van deze nota elke 4 jaar verplicht.
Een periodieke herbezinning op de reserves en voorzieningen is zowel vanuit bestuurlijk en bedrijfseconomisch en wettelijk oogpunt bezien wenselijk en in veel gevallen ook noodzakelijk. De reserves en voorzieningen moeten immers blijven voldoen aan actuele wettelijke en lokale kaders.
Met het vaststellen van deze nota worden kaders gesteld voor de wijze waarop het college en de ambtelijke organisatie met reserves en voorzieningen om moeten gaan. Aan de orde komen achtereenvolgens de doelstelling, de Stortingen van de reserve of voorziening en in welke gevallen de reserve of voorziening benut mag worden. Verder wordt ingegaan op de specifieke kenmerken van de reserve of voorziening.
De reden dat actualisatie één jaar later plaatsvindt dan is afgesproken, is gelegen in het feit dat er een ingrijpende aanpassing van de begrotings- en verantwoordingssystematiek op stapel stond bij gemeenten. Inmiddels is bekend dat deze aanpassingen vanaf 1 januari 2017 van kracht worden. Dit maakt het mogelijk om de nota ineens in te richten naar de nieuwe voorschriften.
Overigens is er in deze nota voor gekozen om de aangekondigde wijzigingen al vanaf 1 januari 2016 door te voeren. Dit komt omdat de wijzigingen een voordelig effect hebben op de raming van baten en lasten.
In bijlage 1 wordt de werkelijke stand van de reserves en voorzieningen weergegeven, zoals opgenomen in de (concept)jaarrekening 2015.
Met de volgende aspecten is rekening gehouden bij het opstellen van deze nota reserves en voorzieningen:
Hieronder wordt een opsomming gegeven van de belangrijkste wetgeving waarmee rekening gehouden wordt in deze nota.
De belangrijkste wettelijke voorschriften voor reserves en voorzieningen zijn vastgelegd in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (hierna te noemen Bbv). Hieronder wordt op de belangrijkste regelgeving in relatie tot de reserves en voorzieningen ingegaan. Ook wordt ingegaan op het wijzigingsbesluit Bbv 2016. De belangrijkste wijziging in dit kader is het afschaffen van het toerekenen van rente aan reserves en voorzieningen. Slechts het verwerken van werkelijk ontvangen en betaalde rente is vanaf 2017 toegestaan.
Toelichting: algemene reserves zijn binnen het budgetrecht van de raad vrij besteedbaar, aan bestemmingsreserves heeft de raad via besluitvorming een doel gekoppeld.
Toelichting: de voorzieningen die Best kent, zijn vooral ingesteld vanwege het (groot) onderhoud van gemeentelijke gebouwen. Ook zijn er voorzieningen getroffen voor het rioolbeheer en is er een voorziening voor uitkeringsverplichtingen aan voormalig personeel.
Wijzigingsbesluit Bbv – vervallen toerekening rente:
Vanaf 2017 wordt geen bespaarde rente meer toegerekend aan de raming van baten en lasten vanwege reserves en voorzieningen.
Gewijzigde toerekening rente laten ingaan vanaf 1 januari 2016:
Met uitzondering van de wijzigingen in de rentetoerekening die op grond van de nieuwe Bbv op de grondexploitaties al in 2016 van toepassing zijn, zijn de gevolgen vanwege het vervallen van de rentetoerekening aan reserves en voorzieningen voordelig.
In deze nota wordt daarom als uitgangspunt gehanteerd dat vanaf 1 januari 2016 geen rente meer wordt toegerekend aan de reserves en voorzieningen (exclusief dekkingsreserves). De nadelige gevolgen vanwege de aangepaste rentetoerekening aan de grondexploitaties worden zo gedeeltelijk gecompenseerd. In de 8e begrotingswijziging 2016 worden deze wijzigingen financieel verwerkt.
Relatie reserves en voorzieningen met bedrijfsvoering en weerstandsvermogen:
Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin een gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen teneinde haar taken voort te kunnen zetten. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s van de gemeente waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie, nu en op termijn.
De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Het gaat om die elementen, waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld de algemene reserve, maar ook de onbenutte belastingcapaciteit (is een norm waarbinnen de onroerende zaakbelasting nog verhoogd mag worden) en stille reserves. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden in incidentele en structurele weerstandscapaciteit.
Met incidentele weerstandscapaciteit wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van de taken. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld, die permanent ingezet kunnen worden om de tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken.
De indicatoren waaruit de weerstandscapaciteit is opgebouwd zijn:
In het beleidsakkoord 2014-2018 is vastgelegd dat het weerstandsvermogen uitstekend moet blijven. Hieraan is een kwalificatie van het ratio weerstandsvermogen gekoppeld van minimaal 2. Er is voor gekozen om kaders met betrekking tot deze ratio niet via deze nota vast te leggen, omdat er een nieuw beleidsakkoord volgt in 2018.
Door het vormen van reserves (eigen vermogen) en voorzieningen (vreemd vermogen) wordt vermogen afgezonderd voor toekomstige besteding. Door reserves en voorzieningen in te zetten, kan het beroep op overige financieringsbronnen worden beperkt.
De bufferfunctie is een belangrijke functie van reserves en voorzieningen. Naast de doelstelling die is meegegeven aan reserves, kunnen reserves ook dienst doen om in bepaalde (onvoorziene) omstandigheden risico’s af te dekken.
Een gemeente heeft de mogelijkheid geld te sparen om het vervolgens uit te geven. Als de bestemming van een reserve uiteindelijk incidentele uitgaven betreft, spreekt men van een reserve met een bestedingsfunctie.
Vanaf 1 januari 2016 wordt geen bespaarde rente meer vanuit de reserves en voorzieningen ten gunste gebracht van de raming van baten en lasten.
Reserves in relatie tot het gerealiseerde resultaat:
Ten aanzien van de bepaling en bestemming van het resultaat is voorgeschreven dat inzichtelijk moet zijn op welke wijze het resultaat wordt bepaald en op welke wijze de bestemming daarvan plaats vindt.
Dat wil zeggen dat zowel bij de begroting als bij de rekening, alle baten en lasten allereerst worden verantwoord zonder rekening te houden met toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Vervolgens worden de toevoegingen en onttrekkingen uit de reserves verwerkt. Het saldo wat daarna resteert is het gerealiseerde resultaat.
Voorzieningen in relatie tot het gerealiseerde resultaat:
Op grond van de Bbv regelgeving geldt het hierboven beschreven systeem bij reserves niet voor voorzieningen. Om voorzieningen te voeden wordt jaarlijks op basis van de planperiode het gemiddeld onderhoudsbedrag uit de raming van baten en lasten onttrokken. Werkelijke uitgaven volgens het geldende plan komen vervolgens rechtstreeks ten laste van de voorziening. Bij deze uitgaven is er dus slechts een indirecte relatie met de raming van baten en lasten.
Reserves zijn vermogensbestanddelen die zijn aan te merken als eigen vermogen en zijn vrij te besteden. De aanwezige reserves zijn op grond van artikel 43 van het Bbv en van raadsbesluiten uit het verleden onder te verdelen in
Ter indicatie van het financieel belang is bij elke algemene en bij elke (groep van) bestemmingsreserve(s) het saldo per 1 januari 2016 opgenomen.
Bevoegdheid instellen, storten in en onttrekken uit reserves
De (vrije) algemene reserve is ingesteld door de wetgever, verwezen wordt naar artikel 43 lid 1 van het Bbv. Op grond van artikel 43 lid 2 van het Bbv kan de raad een bestemming toekennen aan reserves. Het toevoegen en onttrekken aan reserves is een bevoegdheid van de raad op grond van artikel 189 van de Gemeentewet.
Verder is in de Financiële verordening 2015 aangegeven dat het college onder bepaalde voorwaarden zonder voorafgaande autorisatie van de raad verplichtingen kan aangaan. Het budgetrecht blijft echter altijd rusten bij de raad. Daarom moeten deze budgetten achteraf worden geautoriseerd door de raad. Verwezen wordt naar artikel 189 van de Gemeentewet.
Voorgesteld wordt om vanaf 1 januari 2016 de volgende algemene reserves te hanteren:
Algemene reserves worden in principe gevormd uit het eigen kapitaal en de rekeningoverschotten. Tot de algemene reserves worden gerekend alle reserves, niet zijnde een bestemmingsreserve. Na verwerking van de voorgestelde aanpassingen is er nog één algemene reserve, de vrije algemene reserve.
Samenvoeging van de reserves met een inkomensfunctie met de vrije algemene reserve.
Tot en met 2015 werd de gegenereerde rente van de algemene bodemreserve en de algemene reserve met inkomensfunctie ingezet als structurele dekking voor de raming van baten en lasten. Op grond van de aanpassingen in het Bbv worden reserves met een inkomensfunctie vanaf 1 januari 2016 niet meer gehanteerd.
Hieronder zijn achtereenvolgens de algemene reserves weergegeven, onderverdeeld naar algemene reserves waarbij geadviseerd wordt om deze te handhaven en algemene reserves waarbij geadviseerd wordt om deze te laten vervallen:
Algemene reserves, met het advies handhaven:
Algemene reserves, met het advies opheffen:
•Algemene reserve met inkomensfunctie
In een aantal gevallen zijn in het verleden budgetten afgezonderd en vastgelegd in een bestemmingsreserve. Vooraf is bepaald voor welk doel bestedingen uit de bestemmingsreserve mogen plaatsvinden, conform artikel 43 lid 2 van het Bbv. De gemeenteraad kan de bestemming van deze reserves ten alle tijde aanpassen.
Bestemmingsreserves worden tot het eigen vermogen gerekend omdat deze reserves ondanks de toegekende bestemming vrij besteedbaar zijn.
Hieronder zijn achtereenvolgens de bestemmingsreserves weergegeven, onderverdeeld naar de bestemmingsreserves waarbij geadviseerd wordt om deze in te stellen, bestemmingsreserves waarbij wordt geadviseerd om deze te handhaven en bestemmingsreserves waarbij geadviseerd wordt om deze op te heffen.
Tot slot wordt ingegaan op de dekkingsreserves, dit zijn bijzondere bestemmingsreserves die om administratieve redenen zijn ingericht.
Bestemmingsreserves, met het advies instellen:
•Risicoreserve grondexploitaties
Bestemmingsreserves, met het advies handhaven:
•Egalisatiereserve afvalverwijdering
•Reserve gevolgen reorganisatie 2005
•Reserve buitensportaccommodaties
Structurele storting ten laste van de raming van baten en lasten. |
|
Gebaseerd op het groenbeheersplan, wordt geactualiseerd in 2017. |
|
Bestemmingsreserves, met het advies opheffen:
•Reserve toekomstige vernieuwing Best
Een voorziening is vreemd vermogen. Op grond van artikel 44 van het Bbv worden voorzieningen gevormd wegens:
Bevoegdheid instellen, storten in en onttrekken uit voorzieningen
Op grond van artikel 189 van de Gemeentewet is de raad bevoegd tot het instellen en het storten in voorzieningen. Voorzieningen worden gevormd op basis van artikel 44 lid 1 t/m 3 van het BBV. Omdat uitgaven uit voorzieningen planmatig worden gedaan, ligt de bevoegdheid tot het doen van uitgaven uit voorzieningen (= het onttrekken uit voorzieningen) bij het college. Verantwoording wordt afgelegd via de P & C cyclus.
•Voorziening uitkeringsverplichtingen voormalig personeel
•(Onderhouds)voorzieningen gemeentelijke gebouwen
In de 2e tussentijdse rapportage 2015 is de bestemmingsreserve onderhoud gemeentelijke gebouwen omgezet naar een onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen.
De volgende deelvoorzieningen zijn opgenomen in de onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen:
onderhoud Raadhuisplein 1 (gemeentehuis)
onderhoud W de Zwijgerweg 1a (brandweerkazerne)
onderhoud Molenstraat 2 (parkeergarage)
onderhoud Raadhuisplein 32 + 68
onderhoud Pr Beatrixlaan 27 (de sporthal)
onderhoud Sportlaan 7 (openluchtzwembad De Dolfijn)
onderhoud Joe Mann natuurtheater
onderhoud J van Wassenaerstraat 69 (jongerencentrum ToDo)
onderhoud B Notermansstraat 27
onderhoud Pr Beatrixlaan 3 (dierenweide)
onderhoud Nazarethstraat 173 (Best Wijzer)
Om uiteenlopende redenen worden onderstaande onderdelen van de onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen opgeheven:
de voorziening voor het onderhoud van Prinses Beatrixlaan 3 (de dierenweide)
Vanwege het relatief beperkte financiële belang is er voor gekozen om het onderhoud rechtstreeks onder te brengen in de exploitatiesfeer. Deze deelvoorziening wordt daarom per 1 januari 2017 opgeheven.
de voorziening voor het onderhoud van het Joe Mann natuurtheater:
In 2016 vindt nog onderhoud plaats, daarna wordt het theater overgedragen. Deze deelvoorziening wordt daarom vanaf 1 januari 2017 opgeheven.
de voorziening voor het onderhoud van de basisscholen:
Het groot onderhoud voor de basisscholen is overgedragen aan de scholen. Deze deelvoorziening wordt daarom per 1 januari 2016 opgeheven.
Men spreekt van een stille reserve als de actuele waarde van een actief hoger is dan de boekwaarde. Het gaat hierbij om alle activa niet voor de openbare dienst bestemd die een hogere waarde hebben dan de boekwaarde, die is gebaseerd op de verkrijging- of vervaardigingprijs. Voorbeelden hiervan zijn:
Op basis van de voorbeelden zijn er diverse stille reserves aanwezig. Er is echter voor gekozen om alleen die stille reserves mee te nemen die eenvoudig om te zetten zijn in geld. Een stille reserve die besloten is in een gebouw wat nodig is voor de bedrijfsvoering, is immers niet eenvoudig af te stoten en om te zetten in geld. Het is daarom niet reëel om deze buffers mee te nemen.
Hieronder is geïnventariseerd bij welke eigendommen sprake is van een stille reserve:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-80896.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.