Nota reserves en voorzieningen 2016

1. Inleiding

Algemeen:

De huidige nota Reserves en Voorzieningen is vastgesteld in 2011. Op grond van de Financiële verordening 2015, is actualisatie van deze nota elke 4 jaar verplicht.

Een periodieke herbezinning op de reserves en voorzieningen is zowel vanuit bestuurlijk en bedrijfseconomisch en wettelijk oogpunt bezien wenselijk en in veel gevallen ook noodzakelijk. De reserves en voorzieningen moeten immers blijven voldoen aan actuele wettelijke en lokale kaders.

Met het vaststellen van deze nota worden kaders gesteld voor de wijze waarop het college en de ambtelijke organisatie met reserves en voorzieningen om moeten gaan. Aan de orde komen achtereenvolgens de doelstelling, de Stortingen van de reserve of voorziening en in welke gevallen de reserve of voorziening benut mag worden. Verder wordt ingegaan op de specifieke kenmerken van de reserve of voorziening.

De reden dat actualisatie één jaar later plaatsvindt dan is afgesproken, is gelegen in het feit dat er een ingrijpende aanpassing van de begrotings- en verantwoordingssystematiek op stapel stond bij gemeenten. Inmiddels is bekend dat deze aanpassingen vanaf 1 januari 2017 van kracht worden. Dit maakt het mogelijk om de nota ineens in te richten naar de nieuwe voorschriften.

Overigens is er in deze nota voor gekozen om de aangekondigde wijzigingen al vanaf 1 januari 2016 door te voeren. Dit komt omdat de wijzigingen een voordelig effect hebben op de raming van baten en lasten.

In bijlage 1 wordt de werkelijke stand van de reserves en voorzieningen weergegeven, zoals opgenomen in de (concept)jaarrekening 2015.

Uitgangspunten:

Met de volgende aspecten is rekening gehouden bij het opstellen van deze nota reserves en voorzieningen:

  • Het nut en de noodzaak moeten duidelijk zijn om de reserve c.q. de voorziening te hebben;

  • De doelstellingen van reserves en voorzieningen moeten helder zijn, zodat duidelijk is voor welke doelen uit de reserves en voorzieningen kan worden onttrokken;

  • De actuele wet en regelgeving per 19 april 2016;

  • Bestaand beleid voor reserves en voorzieningen, zoals vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen 2011;

  • Het wijzigingsbesluit Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2016;

  • De datum van ingang van de nota reserves en voorzieningen 2016 is 1 januari 2016;

  • Aan de voorzieningen wordt geen rente toegerekend.

2. WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

Hieronder wordt een opsomming gegeven van de belangrijkste wetgeving waarmee rekening gehouden wordt in deze nota.

Bbv provincies en gemeenten:

De belangrijkste wettelijke voorschriften voor reserves en voorzieningen zijn vastgelegd in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (hierna te noemen Bbv). Hieronder wordt op de belangrijkste regelgeving in relatie tot de reserves en voorzieningen ingegaan. Ook wordt ingegaan op het wijzigingsbesluit Bbv 2016. De belangrijkste wijziging in dit kader is het afschaffen van het toerekenen van rente aan reserves en voorzieningen. Slechts het verwerken van werkelijk ontvangen en betaalde rente is vanaf 2017 toegestaan.

Artikel 42Bbv
  • 1.

    Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde resultaat wordt afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen.

Artikel 43Bbv
  • 1.

    In de balans worden de reserves onderscheiden naar:

  • a.

    de algemene reserve;

  • b.

    de bestemmingsreserves.

Toelichting: algemene reserves zijn binnen het budgetrecht van de raad vrij besteedbaar, aan bestemmingsreserves heeft de raad via besluitvorming een doel gekoppeld.

Artikel 44Bbv

  • 1.

    Voorzieningen worden gevormd wegens:

  • a.

    verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;

  • b.

    op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;

  • c.

    kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;

  • d.

    de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b.

Toelichting: de voorzieningen die Best kent, zijn vooral ingesteld vanwege het (groot) onderhoud van gemeentelijke gebouwen. Ook zijn er voorzieningen getroffen voor het rioolbeheer en is er een voorziening voor uitkeringsverplichtingen aan voormalig personeel.

Artikel 54Bbv

  • 1.

    In de toelichting op de balans worden de aard en reden van elke reserve en de toevoegingen en onttrekkingen daaraan toegelicht.

  • 2.

    Per reserve wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken:

  • a.

    het saldo aan het begin van het begrotingsjaar;

  • b.

    de toevoegingen of onttrekkingen uit hoofde van het voorgaande boekjaar;

  • c.

    de toevoegingen of onttrekkingen bij het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening;

  • d.

    de verminderingen in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke bestemmingsreserve is gevormd;

  • e.

    het saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

Artikel 55Bbv

  • 1.

    In de toelichting op de balans worden de aard en reden van de voorzieningen, bedoeld in artikel 44 en de wijzigingen daarin toegelicht.

  • 2.

    Per voorziening wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken:

  • a.

    het saldo aan het begin van het begrotingsjaar;

  • b.

    de toevoegingen;

  • c.

    ten gunste van de rekening van baten en lasten vrijgevallen bedragen;

  • d.

    de aanwendingen;

  • e.

    saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

Wijzigingsbesluit Bbv – vervallen toerekening rente:

Vanaf 2017 wordt geen bespaarde rente meer toegerekend aan de raming van baten en lasten vanwege reserves en voorzieningen.

Gewijzigde toerekening rente laten ingaan vanaf 1 januari 2016:

Met uitzondering van de wijzigingen in de rentetoerekening die op grond van de nieuwe Bbv op de grondexploitaties al in 2016 van toepassing zijn, zijn de gevolgen vanwege het vervallen van de rentetoerekening aan reserves en voorzieningen voordelig.

In deze nota wordt daarom als uitgangspunt gehanteerd dat vanaf 1 januari 2016 geen rente meer wordt toegerekend aan de reserves en voorzieningen (exclusief dekkingsreserves). De nadelige gevolgen vanwege de aangepaste rentetoerekening aan de grondexploitaties worden zo gedeeltelijk gecompenseerd. In de 8e begrotingswijziging 2016 worden deze wijzigingen financieel verwerkt.

3.ALGEMENE KADERS RESERVES EN VOORZIENINGEN

Relatie reserves en voorzieningen met bedrijfsvoering en weerstandsvermogen:

Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin een gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen teneinde haar taken voort te kunnen zetten. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s van de gemeente waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie, nu en op termijn.

De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Het gaat om die elementen, waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld de algemene reserve, maar ook de onbenutte belastingcapaciteit (is een norm waarbinnen de onroerende zaakbelasting nog verhoogd mag worden) en stille reserves. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden in incidentele en structurele weerstandscapaciteit.

Met incidentele weerstandscapaciteit wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van de taken. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld, die permanent ingezet kunnen worden om de tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken.

De indicatoren waaruit de weerstandscapaciteit is opgebouwd zijn:

  • Incidenteel:

  • algemene reserves;

  • stille reserves bestaande uit eigendommen die een hogere waarde in het economisch verkeer hebben dan de boekwaarde.

  • Structureel:

  • eventuele begrotingsruimte;

  • de onbenutte belastingcapaciteit.

Ratio weerstandsvermogen:

In het beleidsakkoord 2014-2018 is vastgelegd dat het weerstandsvermogen uitstekend moet blijven. Hieraan is een kwalificatie van het ratio weerstandsvermogen gekoppeld van minimaal 2. Er is voor gekozen om kaders met betrekking tot deze ratio niet via deze nota vast te leggen, omdat er een nieuw beleidsakkoord volgt in 2018.

Functies van reserves en voorzieningen:

Financieringsfunctie

Door het vormen van reserves (eigen vermogen) en voorzieningen (vreemd vermogen) wordt vermogen afgezonderd voor toekomstige besteding. Door reserves en voorzieningen in te zetten, kan het beroep op overige financieringsbronnen worden beperkt.

Bufferfunctie

De bufferfunctie is een belangrijke functie van reserves en voorzieningen. Naast de doelstelling die is meegegeven aan reserves, kunnen reserves ook dienst doen om in bepaalde (onvoorziene) omstandigheden risico’s af te dekken.

Bestedingsfunctie

Een gemeente heeft de mogelijkheid geld te sparen om het vervolgens uit te geven. Als de bestemming van een reserve uiteindelijk incidentele uitgaven betreft, spreekt men van een reserve met een bestedingsfunctie.

Inkomensfunctie

Vanaf 1 januari 2016 wordt geen bespaarde rente meer vanuit de reserves en voorzieningen ten gunste gebracht van de raming van baten en lasten.

Reserves in relatie tot het gerealiseerde resultaat:

Ten aanzien van de bepaling en bestemming van het resultaat is voorgeschreven dat inzichtelijk moet zijn op welke wijze het resultaat wordt bepaald en op welke wijze de bestemming daarvan plaats vindt.

Dat wil zeggen dat zowel bij de begroting als bij de rekening, alle baten en lasten allereerst worden verantwoord zonder rekening te houden met toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Vervolgens worden de toevoegingen en onttrekkingen uit de reserves verwerkt. Het saldo wat daarna resteert is het gerealiseerde resultaat.

Voorzieningen in relatie tot het gerealiseerde resultaat:

Op grond van de Bbv regelgeving geldt het hierboven beschreven systeem bij reserves niet voor voorzieningen. Om voorzieningen te voeden wordt jaarlijks op basis van de planperiode het gemiddeld onderhoudsbedrag uit de raming van baten en lasten onttrokken. Werkelijke uitgaven volgens het geldende plan komen vervolgens rechtstreeks ten laste van de voorziening. Bij deze uitgaven is er dus slechts een indirecte relatie met de raming van baten en lasten.

4. RESERVES

Algemeen

Reserves zijn vermogensbestanddelen die zijn aan te merken als eigen vermogen en zijn vrij te besteden. De aanwezige reserves zijn op grond van artikel 43 van het Bbv en van raadsbesluiten uit het verleden onder te verdelen in

  • 4.1

    Algemene reserves.

  • 4.2

    Bestemmingsreserves (waaronder de administratief ingestelde dekkingsreserves).

Ter indicatie van het financieel belang is bij elke algemene en bij elke (groep van) bestemmingsreserve(s) het saldo per 1 januari 2016 opgenomen.

Bevoegdheid instellen, storten in en onttrekken uit reserves

De (vrije) algemene reserve is ingesteld door de wetgever, verwezen wordt naar artikel 43 lid 1 van het Bbv. Op grond van artikel 43 lid 2 van het Bbv kan de raad een bestemming toekennen aan reserves. Het toevoegen en onttrekken aan reserves is een bevoegdheid van de raad op grond van artikel 189 van de Gemeentewet.

Verder is in de Financiële verordening 2015 aangegeven dat het college onder bepaalde voorwaarden zonder voorafgaande autorisatie van de raad verplichtingen kan aangaan. Het budgetrecht blijft echter altijd rusten bij de raad. Daarom moeten deze budgetten achteraf worden geautoriseerd door de raad. Verwezen wordt naar artikel 189 van de Gemeentewet.

Voorgesteld wordt om vanaf 1 januari 2016 de volgende algemene reserves te hanteren:

4.1 Algemene reserves

Algemene reserves worden in principe gevormd uit het eigen kapitaal en de rekeningoverschotten. Tot de algemene reserves worden gerekend alle reserves, niet zijnde een bestemmingsreserve. Na verwerking van de voorgestelde aanpassingen is er nog één algemene reserve, de vrije algemene reserve.

Samenvoeging van de reserves met een inkomensfunctie met de vrije algemene reserve.

Tot en met 2015 werd de gegenereerde rente van de algemene bodemreserve en de algemene reserve met inkomensfunctie ingezet als structurele dekking voor de raming van baten en lasten. Op grond van de aanpassingen in het Bbv worden reserves met een inkomensfunctie vanaf 1 januari 2016 niet meer gehanteerd.

Hieronder zijn achtereenvolgens de algemene reserves weergegeven, onderverdeeld naar algemene reserves waarbij geadviseerd wordt om deze te handhaven en algemene reserves waarbij geadviseerd wordt om deze te laten vervallen:

Algemene reserves, met het advies handhaven:

Vrije algemene reserve

Doel

Algemeen bestedingsmiddel voor incidentele uitgaven.

Saldo 1 januari 2016

€ 8.250.512

N a verwerking van de stortingen is het saldo 32.282.992.

Stortingen

Positieve jaarresultaten + stortingen vanuit de algemene reserve met inkomensfunctie (€ 18.204.715), de algemene bodemreserve (€ 2.000.000), de reserve grondexploitatie (€ 2.351.237) en de reserve toekomstige vernieuwing Best (€ 1.476.528).

Onttrekkingen

Als negatieve jaarresultaten worden/zijn behaald en afdekking van uitgaven in het kader van het publiek belang.

Maximale hoogte

Geen.

Bijzonderheden

Vanaf 1 januari 2016 worden onttrekkingen die oorspronkelijk geraamd waren uit de opgeheven reserves toekomstige vernieuwing en de algemene reserve met inkomensfunctie uit deze reserve gedaan.

Advies

Reserve handhaven.

Algemene reserves, met het advies opheffen:

•Algemene bodemreserve

Doel

Buffer voor eventuele rekeningtekorten en calamiteiten.

Saldo 1 januari 2016

€ 2.000.000

N a opvolging van onderstaand advies is het saldo € 0 .

Stortingen

Geen.

Onttrekkingen

€ 2.000.000 naar de vrije algemene reserve.

Maximale hoogte

Voorgesteld wordt om deze reserve te laten vervallen.

Bijzonderheden

Op grond van het wijzigingsbesluit BBV wordt vanaf 1 januari 2016 geen bespaarde rente meer ingeboekt vanwege deze reserve. Budgettair heeft deze wijziging geen gevolgen. Voorheen was deze reserve voorgeschreven door de provincie. Deze verplichting is er niet meer. Risico’s worden inmiddels beheerst en gemonitord via de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Hiermee is de noodzaak voor deze reserve vervallen.

Advies

1.Reserve opheffen.

2.Toevoegen saldo 1 januari 2016 ad € 2.000.000 aan de vrije algemene reserve.

•Reserve grondexploitatie

Doel

Buffer om onvoorziene risico’s binnen de grondexploitaties op te kunnen vangen.

Saldo 1 januari 2016

€ 4.397.302

Na opvolging van onderstaand advies is het saldo € 0.

Stortingen

Geen.

Onttrekkingen

€ 2.046.065 naar de risicoreserve grondexploitaties en € 2.351.237 naar de vrije algemene reserve.

Maximale hoogte

Geen (i.v.m. opheffing van deze reserve).

Bijzonderheden

Op grond van het wijzigingsbesluit BBV wordt vanaf 1 januari 2016 geen bespaarde rente meer ingeboekt vanwege deze reserve. Budgettair heeft deze wijziging geen gevolgen.

Advies

1.Reserve opheffen.

2.Toevoegen € 2.046.065 aan de risicoreserve grondexploitaties.

3.Toevoegen € 2.351.237 aan de vrije algemene reserve.

Algemene reserve met inkomensfunctie

Doel

Inkomensfunctie: rente wordt toegerekend aan de raming van baten en lasten.

Saldo 1 januari 2016

€ 18.204.715

Na opvolging van onderstaand advies onderdeel 1 en 2 is het saldo € 0.

Stortingen

Geen Stortingen vanaf 1 januari 2016.

Onttrekkingen

€ 18.204.715 naar de vrije algemene reserve.

Maximale hoogte

Geen.

Bijzonderheden

Op grond van het wijzigingsbesluit Bbv wordt vanaf 1 januari 2016 geen bespaarde rente meer ingeboekt vanwege deze reserve. Budgettair heeft deze wijziging geen gevolgen. Er vanwege deze aanpassing geen noodzaak meer om deze reserve te handhaven. Voorgesteld wordt daarom om het saldo toe te voegen aan de vrije algemene reserve en daarna deze reserve op te heffen.

Advies

1.Reserve opheffen.

2.Toevoegen saldo 1 januari 2016 ad € 18.204.715 aan de vrije algemene reserve.

3.Ontrekkingen vanaf 1 januari 2016 vinden plaats uit de vrije algemene reserve.

4.2 Bestemmingsreserves

In een aantal gevallen zijn in het verleden budgetten afgezonderd en vastgelegd in een bestemmingsreserve. Vooraf is bepaald voor welk doel bestedingen uit de bestemmingsreserve mogen plaatsvinden, conform artikel 43 lid 2 van het Bbv. De gemeenteraad kan de bestemming van deze reserves ten alle tijde aanpassen.

Bestemmingsreserves worden tot het eigen vermogen gerekend omdat deze reserves ondanks de toegekende bestemming vrij besteedbaar zijn.

Hieronder zijn achtereenvolgens de bestemmingsreserves weergegeven, onderverdeeld naar de bestemmingsreserves waarbij geadviseerd wordt om deze in te stellen, bestemmingsreserves waarbij wordt geadviseerd om deze te handhaven en bestemmingsreserves waarbij geadviseerd wordt om deze op te heffen.

Tot slot wordt ingegaan op de dekkingsreserves, dit zijn bijzondere bestemmingsreserves die om administratieve redenen zijn ingericht.

Bestemmingsreserves, met het advies instellen:

Risicoreserve grondexploitaties

Doel

Deze reserve vormt het weerstandsvermogen voor grondexploitaties, waarmee risico’s in de grondexploitaties worden afgedekt. Met het instellen van een aparte reserve voor grondexploitaties worden de financiële resultaten en risico’s van grondexploitaties gescheiden van de overige gemeentelijke taken.

Saldo 1 januari 2016

€ 0

Na opvolging van het advies is het saldo € 11.000.000 .

Stortingen

Ter instelling van deze reserve worden bedragen onttrokken aan de reserve toekomstige vernieuwing Best (€ 8.953.935) en uit de reserve grondexploitaties (€ 2.046.065). Vervolgens wordt deze reserve gevoed door gerealiseerde winsten op grondexploitaties.

Onttrekkingen

Voor voorziene verliezen op grondexploitaties moeten voorzieningen worden getroffen. Deze voorziening wordt getroffen ten laste van de Risicoreserve grondexploitaties.

Maximale hoogte

De hoogte van deze reserve wordt gerelateerd aan het benodigde weerstandsvermogen voor grondexploitaties. Het benodigde weerstandsvermogen fluctueert op basis van het risicoprofiel van de grondexploitaties, dat wordt bepaald door de periodieke risico-inventarisatie. Uit de risico-inventarisatie ten behoeve van de 1e tussentijdse rapportage 2016 resulteert een bedrag van € 11.000.000.

Bijzonderheden

Saldi boven de norm jaarlijks storten in de vrije algemene reserve, tekorten als gevolg van het optreden van risico’s jaarlijks aanvullen vanuit de vrije algemene reserve.

Advies

1.Reserve instellen;

2.Koppelen benodigd saldo aan periodieke risico-inventarisatie.

Bestemmingsreserves, met het advies handhaven:

Egalisatiereserve afvalverwijdering

Doel

Ongewenste schommelingen opvangen in het tarief afvalstoffenheffing.

Saldo 1 januari 2016

€ 319.541

Stortingen

Indien noodzakelijk: Uit overschotten op het onderdeel afvalverwijdering.

Onttrekkingen

In 2016 vindt een onttrekking plaats van € 19.541 ten gunste van het product afvalverwijdering zodat het saldo aansluit bij de maximaal toegestane hoogte. Er zijn verder geen toekomstige onttrekkingen voorzien.

Maximale hoogte

Vast bedrag van € 300.000.

Bijzonderheden

Volgens bestaand beleid is het product afvalverwijdering op begrotingsbasis volledig kostendekkend.

Het is onvermijdelijk dat er verschillen optreden tussen de werkelijke kosten en opbrengsten en de geraamde bedragen. Deze verschillen worden ten gunste of ten laste gebracht van de gevormde egalisatiereserve en de volgende jaren in het tarief afvalstoffenheffing verrekend.

Advies

Reserve handhaven.

Algemeen culturele reserve

Doel

Aankoop kunst, wijkaankleding in openbare ruimte en subsidiëring incidentele culturele activiteiten.

Saldo 1 januari 2016

€ 243.455

Stortingen

Incidentele Stortingen op basis van nieuw beleid.

Onttrekkingen

Onttrekkingen kunnen plaats vinden op basis van nieuw beleid overeenkomstig het doel van deze reserve.

Maximale hoogte

Geen.

Bijzonderheden

Ten laste van de exploitatie werd in het verleden rente toegevoegd aan deze reserve. Dit vindt in de toekomst niet meer plaats. Stortingen vinden plaats op basis van raadsbesluiten. In 2016 is er € 125.000 toegevoegd aan deze reserve.

Advies

Reserve handhaven.

Egalisatiereserve ICT

Doel

Tegengaan van schommelingen in de raming van baten en lasten vanwege de investeringen in hardware/software.

Saldo 1 januari 2016

€ 1.982.985

Maximale hoogte

Geen.

Stortingen

Stortingen vindt gelijkmatig plaats obv de meerjarig geraamde investeringen.

Onttrekkingen

De jaarlijkse investeringslasten worden onttrokken.

Bijzonderheden

Toekomstige investeringen worden bepaald en vervolgens geëgaliseerd (op basis van structurele kostendekking). Tenaamstelling gewijzigd van reseve ICT naar egalisatiereserve ICT.

Advies

1.Reserve handhaven.

2.Naam reserve wordt egalisatiereserve ICT (was reserve ICT)

Reserve sociaal domein

Doel

Afdekken van risico’s die optreden in het sociaal domein, waaronder de uitvoering van de Wet werk en bijstand, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Participatiewet en de Jeugdwet. Tevens is het doel om transformatiekosten in het sociaal domein op te vangen.

Saldo 1 januari 2016

€ 1.826.250

Maximale hoogte

Geen.

Stortingen

Stortingen vindt plaats op basis van raadsbesluiten.

Onttrekkingen

Deze zijn afhankelijk van risico’s die zich binnen dit taakveld voordoen en vinden plaats vanwege transformatiekosten.

Bijzonderheden

Geen.

Advies

1.Reserve handhaven.

2.Naam wordt reserve sociaal domein (was risicoreserve sociaal domein)

Reserve gevolgen reorganisatie 2005

Doel

Dekking van garantiesalarissen.

Saldo 1 januari 2016

€ 539.745

Maximale hoogte

Geen.

Stortingen

Geen.

Onttrekkingen

Kosten van garantiesalarissen.

Bijzonderheden

Geen.

Advies

Reserve handhaven.

Reserve buitensportaccommodaties

Doel

In stand houden, vervangen van en renoveren van buitensport-accommodaties.

Saldo 1 januari 2016

€ 1.375.577

Maximale hoogte

Geen.

Stortingen

Structurele storting ten laste van de raming van baten en lasten.

Onttrekkingen

Voor renovatie en het in stand houden van buitensportaccommodaties.

Bijzonderheden

Actualisatie van het onderhoudsplan vindt plaats in 2016.

Advies

Reserve handhaven.

Reserve wegbeheer

Doel

Investeringen vanwege het wegbeheer op basis van het wegbeheersplan en opvangen van fluctuaties vanwege wegbeheer.

Saldo 1 januari 2016

€ 14.767.647

Maximale hoogte

Geen.

Stortingen

Jaarlijkse storting t.l.v. de raming van baten en lasten op basis van het actuele wegbeheerplan.

Onttrekkingen

Onderhoudsinvesteringen en rehabilitaties.

Bijzonderheden

In het wegbeheerplan zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

•investeringen (rehabilitaties) worden direct ten laste gebracht van de reserve;

•de reserve wordt jaarlijks gevuld door een storting ten laste van de begroting.

•de kostendekking wordt over 50 jaar berekend. Binnen deze periode wordt op iedere weg minimaal eenmaal groot onderhoud gepleegd;

•er is geen rekening gehouden met areaaluitbreidingen.

Elke 4 jaar worden plannen geactualiseerd via het wegbeheerplan. De laaste actualisatie heeft in 2016 plaatsgevonden.

Advies

Reserve handhaven.

Reserve vervanging groen

Doel

Vervanging openbaar groen.

Saldo 1 januari 2016

€ 1.390.397

Maximale hoogte

Geen.

Stortingen

Structurele storting ten laste van de raming van baten en lasten.

Onttrekkingen

Voor renovatie en het in stand houden openbaar groen.

Bijzonderheden

Gebaseerd op het groenbeheersplan, wordt geactualiseerd in 2017.

Advies

Reserve handhaven.

Reserve speelelementen

Doel

Vervangen en repareren speelelementen.

Saldo 1 januari 2016

€ 629.365

Maximale hoogte

Geen.

Stortingen

Structurele storting ten laste van de raming van baten en lasten.

Onttrekkingen

Voor het vervangen en repareren van speelelementen.

Bijzonderheden

Gebaseerd op het speelruimteplan, wordt geactualiseerd in 2017.

Advies

Reserve handhaven.

Bestemmingsreserves, met het advies opheffen:

Reserve toekomstige vernieuwing Best

Doel

Dekking van lasten van bestemmingsplan overschrijdende investeringen,

dekking van lasten op het gebied van sociaal-maatschappelijke voorzieningen in nieuwe bestemmingsplannen,-dekking van lasten van investeringen die in het belang zijn van de volkshuisvesting (waaronder financiering sociale woningbouw en wijkvernieuwing), dekking van risico’s m.b.t. garantiestellingen, dekking van lasten gericht op de toekomstige vernieuwing in Best.

Saldo 1 januari 2016

€ 10.430.463

Na opvolging van het advies is het saldo € 0.

Maximale hoogte

Geen.

Stortingen

Geen stortingen meer.

Onttrekkingen

Storting saldo in de risicoreserve grondexploitaties.

Bijzonderheden

De reserve toekomstige vernieuwing Best reserve was uitgeput in 2015, rekening houdend met de nog lopende verplichtingen. Het saldo wat nu aanwezig is in deze reserve is ontstaan doordat in 2015 de gereserveerde bedragen voor risico’s vanuit de grondexploitaties zijn verplaatst van de grondexploitaties naar deze reserve. Voorgesteld wordt om voor dit doel een nieuwe bestemmingsreserve, de risicoreserve grondexploitaties op te richten. Bij deze keuze, kan de reserve toekomstige vernieuwing Best worden opgeheven. Vanaf 1 januari 2016 vinden de onttrekkingen die oorspronkelijk geraamd waren uit de reserve toekomstige vernieuwing Best uit de vrije algemene reserve.

Advies

1.Reserve opheffen.

2.Toevoegen € 8.953.935 aan de risicoreserve grondexploitaties.

3.Toevoegen € 1.476.528 aan de vrije algemene reserve.

3.Onttrekkingen vanaf 1 januari 2016 vinden plaats uit de vrije algemene reserve.

Egalisatiereserve BTW-compensatiefonds

Doel

Opvangen van tijdelijke dekkingstekorten als gevolg van invoering van het BTW-compensatiefonds.

Saldo 1 januari 2016

€ 0,00

Maximale hoogte

Geen.

Stortingen

Geen.

Onttrekkingen

Geen.

Bijzonderheden

Deze reserve is in de periode van 2003 t/m 2015 gebruikt om dekkingstekorten als gevolg van de invoering van het btw-compensatiefonds op te vangen. Vanaf 2016 is dit niet meer van toepassing.

Advies

Reserve opheffen.

Administratieve bestemmingsreserves, dekkingsreserves, met het advies handhaven:

•Dekkingsreserves

Doel

Het activeren van investeringen die worden gedekt uit een reserve, waarvoor dat verplicht is op grond van het Bbv.

Op deze wijze kunnen de lasten van de investering over de verwachte levensduur worden verspreid.

Saldo 1 januari 2016

€ 28.572.277 (totaal saldo alle dekkingsreserves).

Maximale hoogte

Saldo dekkingsreserve = restant boekwaarde investering.

Stortingen

Bij aanvang wordt het geïnvesteerde bedrag ten laste van een reserve gestort in dit soort reserves.

Onttrekkingen

Jaarlijks worden de afschrijvingslasten onttrokken uit dit soort reserves.

Bijzonderheden

Geen.

Advies

Reserves handhaven.

5.VOORZIENINGEN

Een voorziening is vreemd vermogen. Op grond van artikel 44 van het Bbv worden voorzieningen gevormd wegens:

  • redelijkerwijs in te schatten verplichtingen en verliezen of

  • bepaalde bestaande risico’s of het opvangen van verwachte verliezen die redelijkerwijs in te schatten zijn of

  • opvangen van fluctuaties in exploitatiekosten (b.v. egalisatie- of onderhoudsvoorzieningen voor wegen, riolering, gebouwen enz.) of

  • nog niet bestede middelen van derden en investeringsbijdragen met een bestemmingsverplichting en expliciete voorwaarden over de besteding van deze bijdragen.

Bevoegdheid instellen, storten in en onttrekken uit voorzieningen

Op grond van artikel 189 van de Gemeentewet is de raad bevoegd tot het instellen en het storten in voorzieningen. Voorzieningen worden gevormd op basis van artikel 44 lid 1 t/m 3 van het BBV. Omdat uitgaven uit voorzieningen planmatig worden gedaan, ligt de bevoegdheid tot het doen van uitgaven uit voorzieningen (= het onttrekken uit voorzieningen) bij het college. Verantwoording wordt afgelegd via de P & C cyclus.

Voorziening rioolbeheer

Doel

Opvangen van fluctuaties in exploitatiekosten m.b.t. rioolbeheer.

Saldo 1 januari 2016

€ 7.166.493

Maximale hoogte

Het aanwezig saldo moet voldoende zijn om aan de verplichtingen binnen de planperiode te voldoen.

Stortingen

Opbrengst rioolrechten -/- exploitatielast = spaarbedrag voor toekomstige investeringen in riolering.

Onttrekkingen

(Investerings)lasten van vervangen, renoveren en functioneel verbeteren.

Bijzonderheden

In 2016 is het Water en rioleringsplan gemeente Best vastgesteld. Deze voorziening is gebaseerd op de uitgangspunten van dit plan.

Advies

Voorziening handhaven.

Voorziening uitkeringsverplichtingen voormalig personeel

Doel

Dekking uitkeringen aan gewezen wethouders (t/m 2016 ook uitkeringsverplichtingen aan overige non-actieven).

Saldo 1 januari 2016

€ 2.066.620

Maximale hoogte

Het aanwezig saldo moet voldoende zijn om aan de verplichtingen binnen de planperiode te voldoen.

Stortingen

Eventuele tekorten worden aangevuld vanuit de algemene middelen (vrije algemene reserve of exploitatiesaldo).

Onttrekkingen

Uitkeringsrechten gewezen wethouders;

Jaarlijkse uitkeringsverplichtingen non-actieven (alleen nog in 2016).

Bijzonderheden

Geen.

Advies

Voorziening handhaven.

•(Onderhouds)voorzieningen gemeentelijke gebouwen

Doel

Opvangen van fluctuaties in de lasten voor groot onderhoud.

Saldo 1 januari 2016

€ 2.664.269 (totaal saldo van alle onderhoudsvoorzieningen).

Maximale hoogte

Het aanwezig saldo moet voldoende zijn om aan de verplichtingen binnen de planperiode te voldoen.

Stortingen

Jaarlijkse storting tlv de raming van baten en lasten op basis van het onderliggende onderhoudsplan.

Onttrekkingen

Voor de onderhoudslasten die zijn opgenomen in het onderliggende onderhoudsplan.

Bijzonderheden

Jaarlijks worden de (onderhouds)voorzieningen geactualiseerd en worden de stortingen aan de actualiteit aangepast. Over de (onderhouds)voorzieningen wordt in totaal gerapporteerd.

Toelichting:

In de 2e tussentijdse rapportage 2015 is de bestemmingsreserve onderhoud gemeentelijke gebouwen omgezet naar een onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen.

De volgende deelvoorzieningen zijn opgenomen in de onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen:

onderhoud Raadhuisplein 1 (gemeentehuis)

onderhoud Vijverweg 10 (werf)

onderhoud W de Zwijgerweg 1a (brandweerkazerne)

onderhoud Molenstraat 2 (parkeergarage)

onderhoud Raadhuisplein 32 + 68

onderhoud JP Coenstraat 40

onderhoud I vd Boschstraat 2a

onderhoud Pr Beatrixlaan 27 (de sporthal)

onderhoud gymnastieklokalen

onderhoud Sportlaan 7 (openluchtzwembad De Dolfijn)

onderhoud Joe Mann natuurtheater

onderhoud basisscholen

onderhoud schoolwoningen

onderhoud J van Wassenaerstraat 69 (jongerencentrum ToDo)

onderhoud Spar 2

onderrhoud K Emmalaan 27

onderhoud Vlinderhei 12

onderhoud Trompstraat 39

onderhoud Vlinderhei 7

onderhoud B Notermansstraat 27

onderhoud Pr Beatrixlaan 3 (dierenweide)

onderhoud Nazarethstraat 173 (Best Wijzer)

onderhoud Vlinderhei 16

Om uiteenlopende redenen worden onderstaande onderdelen van de onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen opgeheven:

de voorziening voor het onderhoud van Prinses Beatrixlaan 3 (de dierenweide)

Vanwege het relatief beperkte financiële belang is er voor gekozen om het onderhoud rechtstreeks onder te brengen in de exploitatiesfeer. Deze deelvoorziening wordt daarom per 1 januari 2017 opgeheven.

de voorziening voor het onderhoud van het Joe Mann natuurtheater:

In 2016 vindt nog onderhoud plaats, daarna wordt het theater overgedragen. Deze deelvoorziening wordt daarom vanaf 1 januari 2017 opgeheven.

de voorziening voor het onderhoud van de basisscholen:

Het groot onderhoud voor de basisscholen is overgedragen aan de scholen. Deze deelvoorziening wordt daarom per 1 januari 2016 opgeheven.

Advies

Onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen handhaven.

6. STILLE RESERVES

Stille reserves

Men spreekt van een stille reserve als de actuele waarde van een actief hoger is dan de boekwaarde. Het gaat hierbij om alle activa niet voor de openbare dienst bestemd die een hogere waarde hebben dan de boekwaarde, die is gebaseerd op de verkrijging- of vervaardigingprijs. Voorbeelden hiervan zijn:

  • landbouw- en overige gronden, die (nog) niet in bouwgrondexploitaties zijn opgenomen;

  • gebouwen, waaronder woningen, waarvan de te verwachten opbrengstwaarde aanzienlijk uitgaat boven de (eventueel aanwezige) boekwaarde;

  • verhandelbare aandelen die op korte termijn kunnen worden omgezet in liquide middelen en waaraan geen of onvoldoende waarde is toegekend.

Op basis van de voorbeelden zijn er diverse stille reserves aanwezig. Er is echter voor gekozen om alleen die stille reserves mee te nemen die eenvoudig om te zetten zijn in geld. Een stille reserve die besloten is in een gebouw wat nodig is voor de bedrijfsvoering, is immers niet eenvoudig af te stoten en om te zetten in geld. Het is daarom niet reëel om deze buffers mee te nemen.

Hieronder is geïnventariseerd bij welke eigendommen sprake is van een stille reserve:

N.b.: het gebouw Willem Alexanderpark 11 is niet meegenomen in het weerstandsvermogen omdat dit gebouw vanwege de verhuurde staat niet op korte termijn te verkopen is.

Naar boven