REGELING REIS- EN VERBLIJFKOSTENVERGOEDING GEMEENTE MAASTRICHT 2016

 

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,

 

Gelet op de uitkomst van het overleg in de Commissie voor Georganiseerd Overleg van 16 december 2016,

 

BESLUITEN hierbij vast te stellen de volgende:

 

Regeling reis- en verblijfkostenvergoeding Gemeente Maastricht 2016:

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    medewerker:

    • de medewerker in de zin van artikel 1:1, lid 1 onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Maastricht;

    • degene die op verzoek van of met goedvinden van de leidinggevende zich ten behoeve van de gemeente Maastricht met enige dienstverrichting belast.

  • b.

    plaats van tewerkstelling: het gebouw, gebouwencomplex of terrein waar of van waaruit de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;

  • c.

    standplaats: de gemeente of het met name genoemde gedeelte van de gemeente, waar de plaats van tewerkstelling is gelegen;

  • d.

    dienstreis: een naar het oordeel van de leidinggevende noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van dienst buiten de plaats van tewerkstelling en het hiermee verband houdende verblijf.

 

Artikel 2 Begin en einde dienstreis

  • 1.

    Voor vergoeding van reis- en verblijfskosten geldt de plaats van tewerkstelling als het begin- en eindpunt van de dienstreis.

  • 2.

    In afwijking van het vorige lid kan de leidinggevende de woning van de medewerker of een andere plaats als begin- of eindpunt van de dienstreis aanmerken.

 

Artikel 3 Vergoeding reiskosten

  • 1.

    Aan de medewerker die een dienstreis maakt met het openbaar vervoer, wordt een vervoersbewijs ter beschikking gesteld op basis van het eerste klasse tarief.

  • 2.

    Indien de dienstreis naar het oordeel van de leidinggevende niet of niet op doelmatige wijze met het openbaar vervoer kan worden gemaakt, kan hij de medewerker toestemming verlenen om de dienstreis met een eigen motorvoertuig of bromfiets te maken. De medewerker wordt in dat geval een vergoeding verleend zoals genoemd in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

  • 3.

    De leidinggevende kan in bijzondere gevallen de medewerker toestemming geven de dienstreis met een eigen motorvoertuig of bromfiets te maken ondanks dat de dienstreis op doelmatige wijze met het openbaar vervoer is te maken. De medewerker wordt in dat geval een vergoeding verleend zoals genoemd in artikel 3 van de Reisregeling binnenland.

  • 4.

    De medewerker die met zijn eigen fiets een dienstreis maakt buiten de standplaats, wordt een vergoeding verleend zoals genoemd in artikel 4 van de Reisregeling binnenland.

  • 5.

    Indien naar het oordeel van de leidinggevende het dienstbelang ermee is gebaat dat tijdens een dienstreis naast openbaar vervoer, gebruik wordt gemaakt van een taxi worden de aan dat taxigebruik verbonden kosten volledig vergoed.

 

Artikel 4 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    De aanvraag voor een buitenlandse dienstreis wordt ingediend door de leidinggevende van de medewerker die de dienstreis gaat maken en bevat ten minste:

    • a.

      de namen van de deelnemers;

    • b.

      het doel en de functionaliteit van de dienstreis;

    • c.

      een financiële dekking;

    • d.

      eventueel aanwezige privé-elementen.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders dient voorafgaand aan een buitenlandse dienstreis toestemming te verlenen, tenzij het betreft:

    • a.

      een dienstreis naar een Europese instelling of

    • b.

      een dienstreis op minder dan 500 kilometer van de gemeentegrens van Maastricht.

  • 3.

    Een buitenlandse dienstreis waarbij een privé-element aanwezig is, wordt vooraf getoetst op fiscale toelaatbaarheid.

  • 4.

    De werkelijk gemaakte kosten van een buitenlandse dienstreis komen voor vergoeding in aanmerking , voor zover deze naar het oordeel van het college redelijk zijn.

  • 5.

    De medewerker die de buitenlandse dienstreis maakt, stelt achteraf een reisverslag op voor zijn leidinggevende dat ten minste bevat:

    • a.

      het doel van de reis in relatie tot het vakgebied;

    • b.

      de namen van de deelnemers;

    • c.

      een zakelijke beschrijving van het reisprogramma;

    • d.

      de resultaten of leerdoelen van de reis en de betekenis ervan voor de organisatie;

    • e.

      met welke ambtenaren of bestuurders deze resultaten of leerdoelen zijn besproken.

  • 6.

    Een dienstreis die in Nederland is begonnen en waarbij het reisgedeelte buiten Nederland beperkt is, wordt voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als een dienstreis binnen Nederland.

 

Artikel 5 Verblijfkosten

De in verband met een dienstreis gemaakte kosten voor maaltijden, overnachting en kleine uitgaven worden vergoed volgens de Reisregeling binnenland.

 

Artikel 6 Bijzondere gevallen

Indien de medewerker in verband met zijn dienstbetrekking gedurende meer dan 10 dagen buiten de gemeente Maastricht te werk wordt gesteld bij wijze van tijdelijke detachering of voor het maken van studie in het belang van de gemeente, wordt met hem een speciale regeling inzake reis- en verblijfkosten getroffen.

 

Artikel 7 Woon-werkverkeer

De kosten van woon-werkverkeer (reis tussen de woning van de medewerker en de plaats van tewerkstelling) komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Artikel 8 Reisdeclaraties

  • 1.

    Het declareren van de reis- en verblijfkosten geschiedt op de door het college voorgeschreven wijze, onder overleggen van de vereiste bewijsstukken.

  • 2.

    Indien van derden een vergoeding wordt ontvangen of kan worden ontvangen voor de in deze regeling bedoelde kosten, wordt deze in mindering gebracht op de vergoeding waarop volgens deze regeling aanspraak bestaat.

  • 3.

    De aanspraak op een vergoeding vervalt, indien de betrokkene de declaratie indient na drie maanden na het jaar waarop de declaratie betrekking heeft.

 

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan afwijken van de bepalingen in deze regeling indien naar haar oordeel bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

 

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling reis- en verblijfskostenvergoeding gemeente Maastricht 2016” en treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    De Regeling reis-en verblijfskostenvergoeding Maastricht van 1 juli 2000 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2017.

 

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 10 januari 2017.

 

De Secretaris,

P. J. Buijtels.

 

De Burgemeester,

J.M. Penn-te Strake

Naar boven