BELEID INZAKE GELDINZAMELINGEN GEMEENTE PURMEREND 2017

 

Het verlenen van een vergunning ingevolge artikel 91 van de Algemene plaatselijke verordening (APV) Purmerend ten behoeve van een collecte is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Om tegen te gaan dat ‘het collecteren’ overlast bij de burger veroorzaakt, er misbruik wordt gemaakt van de goedgeefse burger, dat de charitatieve markt oververzadigd raakt en ter bescherming van de bonafide charitatieve instellingen, die voor de financiering van hun activiteiten in meerdere of mindere mate zijn aangewezen op de offerzin van het publiek is het wenselijk om beleid op te stellen voor collecten. Burgemeester en wethouders van Purmerend stellen derhalve de volgende beleidsregels vast.

 

1. Collecten conform het collecterooster van het CBF

Jaarlijks wordt door het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF), op voorstel van de Stichting Collecteplan, een landelijk collecterooster vastgesteld. In dit rooster krijgen grote landelijk collecterende fondsen voor hun collecte een periode toegewezen. De hierop voorkomende instellingen zijn door het CBF beoordeeld op betrouwbaarheid en erkend. Daarnaast bevat het collecterooster ook een aantal ‘vrije perioden’, die door de gemeenten naar eigen inzicht kunnen worden ingevuld. In deze gemeente zijn de vrije periodes in principe voorbehouden aan plaatselijke acties (bijvoorbeeld een Sint Nicolaasactie) of aan bovenregionale instellingen die (nog) niet in het landelijke collecterooster zijn opgenomen.

 

2. Instellingen op het landelijke collecterooster

De op het landelijke collecterooster voorkomende instellingen kunnen in deze gemeente in aanmerking komen voor een zogeheten doorlopende vergunning: dit houdt in dat met een dergelijke vergunning (die dus maar eenmaal aangevraagd hoeft te worden) toestemming is verleend voor het houden van een collecte in deze gemeente in de periode zoals vermeld op het landelijke rooster en uiteraard voor zolang zij hierin zijn opgenomen. Als voorschrift geldt dat de instelling elk jaar aan de gemeente doorgeeft of zij al dan niet van de gereserveerde periode gebruik wenst te maken. Deze melding dient uiterlijk drie maanden voor de toegewezen collecteperiode op het landelijk collecterooster te worden gedaan. In het positieve geval worden de algemene voorschriften toegezonden, indien er niet gecollecteerd gaat worden wordt de periode als vrije periode aangemerkt. Aan fundraisorganisaties die namens instellingen die reeds voorkomen op het landelijk collecterooster, een vergunning aanvragen voor het collecteren tijdens de vrije periode, wordt geen vergunning verleend, omdat collecteren voor deze instellingen één maal per jaar mogelijk is in de toegewezen periode.

 

3. Overige instellingen

Zoals hierboven omschreven, bevat het collecterooster ook een aantal vrije perioden. In deze gemeente zijn de vrije periodes in principe voorbehouden aan plaatselijke acties (bijvoorbeeld een Sint Nicolaasactie) of aan bovenregionale instellingen die (nog) niet in het landelijke collecterooster zijn opgenomen. Hiervoor dient een vergunning te worden aangevraagd. Deze vergunning wordt in deze gemeente alleen afgegeven indien:

 

  • -

    Bij bovenregionale instellingen/acties:

    . er een positief advies door het CBF is afgegeven.

  • -

    Bij plaatselijke instellingen/acties:

    . er sprake is van specifiek plaatselijke kenmerken (bijvoorbeeld Sint Nicolaasactie) en/of zich plotseling voordoende bijzondere omstandigheden (rampen).

  • -

    Het doel waarvoor wordt ingezameld niet in de controversiële sfeer ligt en om die reden bij de bevolking op weerstand zou stuiten.

 

4. Uitzondering vergunningsplicht besloten kring

Inzamelingen die gehouden worden “in besloten kring” zijn vergunningsvrij in deze gemeente. De uitdrukking “in besloten kring” doelt op gevallen waarin tussen de inzamelende instelling en de persoon tot wie zij zich richt een bepaalde kerkelijke, maatschappelijke of verenigingsband bestaat, welke binding de achtergrond vormt van de actie. Het begrip “besloten kring” veronderstelt een nauwere band dan alleen het gemeenschappelijk lidmaatschap. Men zal moeten aangeven dat er ook een zekere gemeenschappelijke bekendheid is. Dit zal niet het geval zijn, indien de band tussen aanbieder en cliënt uitsluitend wordt gevonden in het gemeenschappelijk lidmaatschap van een grote organisatie als een vak- of een omroepvereniging. Ditzelfde geldt voor het behoren tot een zelfde kerkgenootschap. Wordt de actie echter gevoerd binnen een bepaalde kerkelijke gemeente of wijk, of door een plaatselijke afdeling van een landelijke vereniging, dan zal weer wel sprake kunnen zijn van een besloten kring.

 

5. Maximumtermijn en aantal collectevergunningen

Een collectevergunning wordt voor maximaal een week verleend. Per week wordt maximaal één collectevergunning verleend. In de periode van het collecterooster van het CBF kan geen vergunning worden verleend aan een plaatselijke instelling, behalve als de landelijke instelling geen gebruik maakt van de periode. In het geval van een ramp kan afhankelijk van de vraag een extra collectevergunning worden verleend (naast een reeds verleende vergunning in een betreffende periode).

 

6. Initiatief van particulieren in geval van een ramp.

Bij plotseling voorkomende omstandigheden kan er sprake zijn van een particulier initiatief zoals bijvoorbeeld rampen. Hiervoor gelden de volgende eisen:

 

  • -

    de aanvrager maakt gebruik van verzegelde collectebussen;

  • -

    de aanvrager telt de opbrengst onder toezicht van een willekeurige groep mensen en een vertegenwoordiger van de gemeente;

  • -

    de aanvrager stort het geld op het speciale gironummer van de actie en levert een stortingsbewijs in bij de gemeente.

 

7. Overige voorschriften

Aan collectevergunningen zijn tevens de volgende voorschriften verbonden:

 

  • -

    Collectebussen waarmee wordt gecollecteerd, dienen gesloten en verzegeld te zijn;

  • -

    Er mag worden gecollecteerd middels huis aan huis of een straatcollecte. Het is toegestaan zogenaamde machtigingskaarten uit te delen/toe te zenden;

  • -

    Er mag alleen worden gecollecteerd tussen 09:00 en 21:00 uur op maandag tot en met vrijdag en tussen 09.00 en 17.00 op zaterdag. Op zondag is huis-aan-huis collecte niet toegestaan. Collecteren op zondag is, afhankelijk van de aanvraag, wel toegestaan bij evenementen. De organisator moet hier toestemming voor geven en collecteren is alleen toegestaan op het evenemententerrein.

  • -

    Aan collectanten mogen in geen enkele vorm provisie, loon of enig andere vergoeding worden gegeven;

  • -

    Collectanten moeten tenminste 16 jaar oud zijn en dienen zich te onthouden van elk optreden waardoor de collecte een demonstratief karakter krijgt;

  • -

    Collectanten dienen in het bezit te zijn van een deugdelijk identificatiebewijs van de collecterende organisatie en een afschrift van de vergunning;

  • -

    In openbare vervoermiddelen mag niet worden gecollecteerd;

  • -

    Alle aanwijzingen, gegeven door of vanwege politie of de gemeente, dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd;

  • -

    De vergunninghouder dient de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen, teneinde te voorkomen dat het vergunningverlenend orgaan, dan wel derden, ten gevolge van het gebruikmaken van de vergunning, schade lijden;

  • -

    Van iedere gehouden collecte dient vergunninghouder een opgave te doen van de opbrengst van de gehouden collecte (verantwoording) en uitgaven. Instellingen op het landelijk collecterooster leggen financiële verantwoording af bij het CBF. Overige instellingen leggen financiële verantwoording af bij de gemeente.

 

8. Handhaving

Overtreding van artikel 91 APV (het collecteren zonder vergunning) en de op grond van artikel 4 APV daarbij gestelde voorschriften en beperkingen worden ingevolge artikel 115 APV gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Op grond van artikel 91 jo. Artikel 51 WvSr vallen ook rechtspersonen onder de werking van gemeentelijke strafbepalingen. Het team toezicht en handhaving van de gemeente maakt hiertoe een proces-verbaal op en draagt dit over aan de officier van justitie.

 

Ingevolge artikel 5 van de APV kan de vergunning worden ingetrokken of gewijzigd indien:

 

  • -

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • -

    indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

  • -

    indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • -

    indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

 

Daarnaast kan bij niet naleving van de voorschriften of de namens het bevoegd gezag gegeven aanwijzingen, dan wel bij geconstateerd wangedrag een vergunninghouder voor maximaal twee jaar uitgesloten worden van de mogelijkheid tot het aanvragen van een vergunning.

Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop het is bekendgemaakt.

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 14-03-2017 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend,

D. Bijl

burgemeester,

J.C.M. Cox

gemeentesecretaris

Naar boven