Verordening Rekenkamercommissie Haarlem 2017

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    voorzitter: de voorzitter van de Rekenkamercommissie;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    commissie: de Rekenkamercommissie van de gemeente Haarlem;

  • d.

    doelmatigheid: de mate waarin een organisatie erin slaagt om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • e.

    doeltreffendheid: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • f.

    rechtmatigheid: de mate waarin de handelingen van een organisatie in overeenstemming zijn met de gemeentelijke begroting en van toepassing zijnde wetten, verordeningen en regels;

  • g.

    externe leden: leden van de Rekenkamercommissie die geen raadslid zijn.

Artikel 2 Samenstelling Rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de Rekenkamercommissie.

  • 2.

    Artikelen 81oa van de Gemeentewet is op deze commissie van toepassing.

  • 3.

    De commissie bestaat uit maximaal acht leden, waarvan vijf raadsleden en maximaal drie externe leden.

  • 4.

    De voorzitter van de commissie is een raadslid.

  • 5.

    De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 3 Benoeming van de leden

  • 1.

    De raad benoemt de leden van de commissie.

  • 2.

    De vijf raadsleden, waaronder de voorzitter, worden benoemd op basis van een voorstel van het seniorenconvent. Bij tussentijds aftreden wordt door het seniorenconvent advies gevraagd over de opvolging aan de commissie.

  • 3.

    De selectie van de externe leden vindt plaats door de commissie. De commissie draagt de externe leden voor aan de raad.

  • 4.

    De externe leden worden benoemd voor een periode van drie jaar.

  • 5.

    De benoeming van de raadsleden heeft plaats in, of zo spoedig mogelijk na de eerste vergadering van een nieuwe zittingsperiode van de raad. De benoeming geschiedt voor de duur, en bij tussentijdse benoeming voor de resterende duur, van de lopende zittingsperiode.

  • 6.

    De externe leden kunnen door de raad op voordracht van de rekenkamercommissie één keer worden herbenoemd voor een aansluitende periode van maximaal drie jaar.

  • 7.

    Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Ontslag

  • 1.

    Een lid van de commissie wordt door de raad ontslagen:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap;

    • c.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gesteld vertrouwen.

  • 2.

    Een lid van de commissie kan door de raad worden ontslagen:

    • a.

      indien hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • b.

      indien hij handelt in strijd met artikel 81h van de Gemeentewet.

Artikel 5 Vergoeding voor externe leden

  • 1.

    De externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie. Die vergoeding bedraagt maximaal 125% van het bedrag dat voor commissies in de “Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden, wethouders, commissieleden en fractieassistentie” is vastgelegd.

  • 2.

    De externe leden kunnen hun uren voor deelname aan de begeleidingscommissie(s) en uren voor onderzoek overeenkomstig het bij benoeming overeengekomen tarief declareren.

  • 3.

    De vergoedingen zoals genoemd in het eerste en tweede lid komen ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De raad benoemt de ambtelijke secretaris op voordracht van de commissie.

  • 2.

    De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris is ondergebracht bij de Griffie; hij voert zijn taken uit in opdracht van de commissie en legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop deze taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt onder meer zorg voor de agenda, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 7 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De commissie onderzoekt de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur.

  • 2.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 3.

    De commissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 4.

    De in het derde en vierde lid genoemde bevoegdheden komen de rekenkamercommissie ook toe ten aanzien van de rechtspersonen als omschreven in artikel 184, lid 1 Gemeentewet. Artikel 184, tweede en derde lid van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Onderwerpselectie, onderzoeksopzet

  • 1.

    Voor het doen van onderzoek als bedoeld in het eerste lid van artikel 7 bepaalt de commissie de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de vraagstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek; de commissie bericht de raad binnen een maand gemotiveerd in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan.

Artikel 8a Vergaderen

  • 1.

    De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 2.

    De commissie vergadert in beslotenheid; haar rapporten zijn openbaar.

  • 3.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De uitvoering van het onderzoek kan de commissie opdragen aan de ambtelijk secretaris en externe personen of bureaus.

  • 3.

    De nota van bevindingen wordt aan de gemeentelijke organisatie voorgelegd voor ambtelijke wederhoor ter beoordeling van de weergave van de feitelijke informatie die is verstrekt. De organisatie dient binnen drie weken hierop te reageren.

  • 4.

    Het concept-rapport met conclusies en aanbevelingen wordt aan het college voorgelegd voor bestuurlijke wederhoor en het college dient binnen vier weken hierop te reageren.

  • 5.

    De commissie legt haar bevindingen en haar oordeel vast in onderzoeksrapporten, welke openbaar zijn;

  • 6.

    De commissie maakt het mogelijk dat standpunten van leden van de commissie die van het oordeel van de commissie afwijken in de rapportage zichtbaar gemaakt worden.

  • 7.

    De commissie legt haar werkwijze bij onderzoeken vast in de Werkwijze Rekenkamercommissie.

Artikel 10 Rapportage en raadsbehandeling

  • 1.

    De rapporten en overige producten van de commissie worden aan de raad aangeboden en geagendeerd voor een raadsvergadering.

  • 2.

    Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 3.

    De rekenkamercommissie wordt in de gelegenheid gesteld om in de vergadering van de raad (-scommissie) voorstellen of adviezen van de commissie toe te lichten.

  • 4.

    De raad beslist welke raadscommissie het rapport ter advisering behandelt.

  • 5.

    De raad beslist in zijn vergadering, na behandeling in de raadscommissie, of hij de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport van de commissie overneemt en het college daarmee opdraagt deze op te volgen en daarover periodiek over te rapporteren.

Artikel 11 Besluiten

  • 1.

    De commissie neemt besluiten bij meerderheid van stemmen.

  • 2.

    Voor het bepalen van een onderwerp als bedoeld in het eerste lid van artikel 7 is een tweederde meerderheid van het aantal zittende leden vereist.

  • 3.

    Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 12

Vervalt

Artikel 13 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter kan een hoorzitting uitschrijven. De voorzitter regelt de orde tijdens de hoorzitting.

  • 2.

    Tot het uitschrijven van een hoorzitting gaat de voorzitter tevens over, indien tenminste een derde van het aantal zittende leden daarom verzoekt.

  • 3.

    Het horen geschiedt door de commissie. De commissie kan het horen opdragen aan de voorzitter of aan een lid van de commissie.

  • 4.

    Het horen geschiedt in het openbaar, tenzij de commissie om gewichtige redenen anders beslist.

  • 5.

    Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Artikel 14 Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen van de externe leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak;

  • 3.

    De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 15 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Verordening Rekenkamercommissie Haarlem 2017”.

Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2018.

Naar boven