RAADSBESLUIT nr.: 2017- 77

 

 

De raad van de gemeente Blaricum,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 oktober 2017;

gelet op de artikelen 216, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en 156 van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

BESLUIT :

De navolgende

verordening op de heffing en invordering van leges 2018 , met bijbehorende tarieventabel onderdeel A en B

vast te stellen:.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    1. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse

identiteitskaart of een reisdocument

2.hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1.

    Leges worden niet geheven voor:

    • a.

      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

    • b.

      diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • c.

      in het regelement burgerlijke stand is opgenomen wanneer en onder welke voorwaarden er

      een kosteloos huwelijk/ geregistreerd partnerschap wordt voltrokken.

  • 2.

    De in deze verordening genoemde leges worden, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, niet geheven voor:

    • a.

      het afgeven van stukken, nodig voor ontvangst van pensioenen, lijfrente, wachtgelden, loon of bezoldiging;

    • b.

      het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

    • c.

      de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

    • d.

      de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan houdende beschikking op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

    • e.

      kansspelvergunningen voor zover de opbrengst bestemd is voor een charitatief doel.

    • f.

      het aanvragen en in behandeling nemen van publicatiemiddelen (borden en/of spandoeken) bij incidentele en tijdelijke activiteiten voor (een) op de Blaricumse gemeenschap gerichte activiteit(en), door lokale organisaties met een politiek, godsdienstig, geestelijk, wereldbeschouwelijk, sociaal, weldadigdoel dan wel, voor zover geen sprake is van een directe of indirecte commerciële(neven)activiteit, voor activiteiten met een sportief, cultureel, recreatief of mediadoel

      g.het aanvragen en in behandeling nemen van een incidenteel en tijdelijk innemen van een standplaats, voor (een) op de Blaricumse gemeenschap gerichte activiteit(en), door lokale organisaties met een politiek, godsdienstig, geestelijk, wereldbeschouwelijk, sociaal, weldadig doel dan wel, voor zover geen sprake is van een directe of indirecte commerciële (neven)activiteit, voor activiteiten met een sportief, cultureel, recreatief of mediadoel.

  • 3.

    Het college kan vrijstelling verlenen van leges bij incidentele activiteiten van niet op winst gerichte organisaties met maatschappelijk nut.

  • 4.

    Het in behandeling nemen van een aanvraag van een particuliere woningeigenaar wonende in een bestaande woning, die een ‘aanmerkelijke bijdrage’ levert aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen (ter beoordeling van het college op basis van de speerpunten van actieplan duurzaamheid) voor het bedrag dat in de begroting voor het desbetreffende kalenderjaar is vastgesteld. Het college is bevoegd deze vrijstellingsbepaling zonder nadere motivering af te wijzen – indien sprake is van een overschrijding van het plafond dat in de begroting is opgenomen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 1.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2.

    Leges kunnen worden gefactureerd vanaf een bedrag van € 15,00.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3.

    In de in lid 1 genoemde gevallen kan het college van burgemeester en wethouders vorderen, dat ter voldoening van de verschuldigde leges een voorlopig gevorderd bedrag wordt betaald. Bedoeld bedrag wordt vastgesteld tot ten hoogste het bedrag waarop het te vorderen bedrag van de leges vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Het voorlopig gevorderde bedrag wordt in mindering gebracht op het vastgestelde gevorderde bedrag van de verschuldigde leges.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2017’ van 20 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2018’.

Vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 28 november 2017

P.C.M. de Groot

griffier

mevrouw J.N. de Zwart-Bloch

voorzitter

Tarieventabel A, behorende bij de Legesverordening 2018 van de gemeente Blaricum, conform besluit college 10-10-2017.

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

 

1.1.1.1

In het reglement burgerlijke stand is opgenomen wanneer en onder welke voorwaarden er een kosteloos huwelijk/ geregistreerd partnerschap wordt voltrokken

gratis

1.1.1.2

van maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur in de trouwzaal/huis der gemeente

€ 400,00

1.1.1.3

op andere dan de onder 1.1.1.2 genoemde dagen en tijdstippen, in de trouwzaal/huis der gemeente, in overleg met team burgerzaken

€ 553,00

1.1.1.4

op elke ander door de gemeente toegestane locatie van maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur

€ 493,00

1.1.1.5

op elke ander door de gemeente toegestane locatie op andere dan de onder 1.1.1.4 genoemde dagen en tijdstippen, in overleg met team burgerzaken

€ 779,00

1.1.1.6

Voor het annuleren van een afspraak tot huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap, zonder dat dit een overlijden van een naast familielid betreft, binnen 3 weken voor de huwelijksdatum

€ 51,75

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 373,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk (in een bijzonder huis) op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 373,00

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.5.1

een trouwboekje of partnerschapboekje bij een kosteloos huwelijk of bij aanvraag van een duplicaat

€ 20,00

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek laten kalligraferen van:

 

1.1.6.1

een (of duplicaat) trouw- of partnerschapsboekje

€ 29,00

1.1.6.2

het bijschrijven van een kind

€ 40,00

1.1.7

Het door de gemeente beschikbaar stellen van 1 of 2 personeelsleden voor het fungeren als getuige bij een huwelijk of een partnerschapsregistratie, per persoon

€ 67,50

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 26,50

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

1.1.10

Het op verzoek van het bruidspaar c.q. de aanstaande geregistreerde partners benoemen van een, niet in dienst van de gemeente zijnde, bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag, uitsluitend voor de voltrekking van het rechtsfeit

€ 176,00

1.1.11

het op verzoek verstrekken van een verlof tot uitstel van begraven c.q. cremeren

€ 10,65

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,45

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,45

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 64,75

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 51,45

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 51,45

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 50,65

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 28,60

1.2.6

tot het aanbrengen van een wijziging in een reisdocument als bedoeld in de subonderdelen 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4

geen tarief

1.2.7

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 47,55

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.3.1.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 39,65

1.3.1.2

tot het omwisselen van een buitenlands rijbewijs

€ 57,00

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 34,10

1.3.3

Het verrichten van voorgeschreven administratief onderzoek i.v.m. de aanvraag van een rijbewijs, waarbij het oude document niet wordt overlegd bedraagt:

€ 25,35

1.3.4

Het bedrag van artikel 1.3.3 wordt niet in rekening gebracht indien uit een proces-verbaal blijkt dat het reisdocument is ontvreemd bij een woninginbraak of een beroving.

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 10,50

1.4.2.2

vervallen

 

1.4.2.2.1

vervallen

 

1.4.2.2.2

vervallen

 

1.4.2.2.3

vervallen

 

1.4.2.2.4

vervallen

 

1.4.2.3

tot het afsluiten van een abonnement op het [wekelijks] verstrekken van een opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en vestigingen in de gemeente

€ 222,25

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 27,00

1.4.7

Verstrekking op grond van artikel 3.5 en 3.6 van de wet basisregistratie personen en bijlage 5 van het besluit basisregistratie personen.

€ 7,50

1.4.8

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekken van een verklaring onder eed ingevolge artikel 2.8 wet basisregistratie personen (Wet BRP)

€ 53,25

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

Dit hoofdstuk heeft geen artikelen

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

 

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

 

1.6.1.1.1

ten hoogste 100 pagina’s, per pagina

€ 0,25

 

met een maximum per bericht van

€ 4,50

1.6.1.1.2

meer dan 100 pagina’s

€ 23,00

1.6.1.2

bij verstrekking anders dan op papier

€ 4,50

1.6.1.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking

€ 23,00

1.6.2

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

 

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

€ 4,50

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Vervallen

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.8.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie danwel het digitaal verstrekken daarvan van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan. De eerste tien kopieën die worden verstrekt op A4 of A3 formaat zijn gratis, bij het verstrekken van meer dan tien kopieën of een ander formaat danwel het digitaal verstrekken daarvan geldt het volgende tarief:

 

1.8.1.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 1,00

1.8.1.1.2

in formaat A3

€ 2,00

1.8.1.1.3

in formaat A2 (tot 40 cm)

€ 6,50

1.8.1.1.4

in formaat A1 (tot 60 cm)

€ 9,50

1.8.1.1.5

in formaat A0 (tot 120 cm)

€ 10,50

1.8.1.2

tot het verstrekken van de bij de gemeente berustende kadastrale kaart, topografische kaart en/of gecombineerd met elkaar:

 

1.8.1.2.1

in formaat A4, per stuk

€ 6,50

1.8.1.2.2

in formaat A3

€ 13,00

1.8.1.2.3

in formaat A2 (tot 40 cm)

€ 19,50

1.8.1.2.4

in formaat A1 (tot 60 cm)

€ 26,00

1.8.1.2.5

in formaat A0 (tot 120 cm)

€ 32,00

1.8.1.3

tot het verstrekken van de bij de gemeente berustende luchtfotokaarten met of zonder kadastrale- en topografische ondergrond, in papieren vorm:

 

1.8.1.3.1

in formaat A4, per stuk

€ 10,50

1.8.1.3.2

in formaat A3

€ 10,50

1.8.1.3.3

in formaat A2 (tot 40 cm)

€ 20,50

1.8.1.3.4

in formaat A1 (tot 60 cm)

€ 31,00

1.8.1.3.5

in formaat A0 (tot 120 cm)

€ 41,00

1.8.1.4

tot het verstrekken van de bij de gemeente berustende luchtfotokaarten zonder kadastrale- en topografische ondergrond in digitale vorm, per bestand

€ 51,50

1.8.1.5

Voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie uit het kadastraal register via Kadaster-on-line:

 

1.8.1.5.1

a.zijnde de door het Kadaster in rekening gebrachte legeskosten

€ 9,00

1.8.1.5.2

b.een toeslag per kwartier voor het verstrekken van informatie uit het register en over de niet-gemeentelijke beperkingen

€ 15,50

1.8.1.5.3

Voor het in behandeling nemen van een verzoek om toelichting op het ter inzage verleende dossier, per kwartier

€ 15,50

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 6,50

1.8.2.5

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 6,50

1.8.2.6

een kadastraal bericht eigendom uit de kadastrale massale output, per bericht

€ 1,50

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

1.8.3.1

het gemeentelijke adressenbestand, per adres

€ 1,00

1.8.3.2

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 1,00

1.8.3.3

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 1,00

1.8.3.4

de gebouwenregistratie, per pand

€ 1,00

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening, portret, document, etc.

€ 10,50

1.9.2

vervallen

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,30

Hoofdstuk 11 Huisvestingsverordening

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Huisvestingswet

€ 47,50

1.11.2

van een verzoek om een urgentieverklaring voor een sociale huurwoning

€ 94,50

1.11.3

tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Huisvestingsverordening

€ 164,00

1.11.4

tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Huisvestingsverordening

€ 164,00

1.11.5

tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 1, van de Huisvestingsverordening

€ 164,00

1.11.6

het onder 1.11.3. 1.11.4 en 1.11.5 genoemde bedrag wordt per m2 vloeroppervlak, berekend volgens normblad NEN 2580, vermeerderd met een bedrag van

€ 205,00

Hoofdstuk 12 Leegstandswet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet

€ 102,50

1.12.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandswet

€ 51,00

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

 

Dit hoofdstuk heeft geen artikelen

 

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

 

Zie onderdeel B

 

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 94,50

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste speelautomaat

€ 56,50

 

en voor iedere volgende speelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

Voor een periode van 4 jaar of voor onbepaalde tijd voor één speelautomaat

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste speelautomaat

€ 226,50

 

en voor iedere volgende speelautomaat

€ 136,00

1.16.1.5

16.1.1 en 16.1.2 is eveneens van toepassing, indien de vergunning geldt voor tussen de 12 maanden en de 48 maanden, met dien verstande dat de bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning worden verhoogd.

 

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 188,00

 

 

 

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

1.17

Vervallen, zie titel 3, hoofdstuk 8.

 

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor werkzaamheden van minder ingrijpende of spoedeisende aard:

€ 120,00

1.18.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingbesluit, als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

a.vast bedrag t/m 5.000 meter:

b.vanaf 5.000 meter: bedrag gebaseerd op begroting op basis van werkelijke uren

€ 541,00

1.18.3

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare gronden en/of andere netbeheerders en de netbeheerder, verhoogd per kwartier met:

€ 30,50

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

1.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

 

1.19.1.1

met een geldigheid van 3 jaar

€ 73,50

1.19.1.2

met een geldigheid van 1 jaar

€ 73,50

1.19.1.3

met een looptijd van minder dan 1 jaar

€ 43,00

1.19.2

Tot het verkrijgen van een parkeerontheffing in het kader van de APV en/of Parkeerverordening

 

1.19.2.1

met een geldigheidsduur van 1 jaar

€ 53,50

1.19.2.2

met een geldigheidsduur van ten hoogste 4 aaneengesloten weken

€ 33,00

1.19.3

tot het wijzigen van een verleende ontheffing

€ 33,00

1.19.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

Gratis

1.19.6

Vervoer gevaarlijke stoffen

 

Begripsbepaling

In dit kader wordt verstaan onder:

 

-‘ADR’:

Accord européen au transport relatif des marchandises Dangereux par Route (Europese overeenkomst voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg).

 

-‘De vastgestelde route voor het transport van gevaarlijke stoffen’:

de ingevolge artikel 18 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen door de gemeenteraad aangewezen wegen of weggedeelten, waarover de krachtens artikel 12 van die wet aangewezen gevaarlijke stoffen, bij uitsluiting mogen worden vervoerd.

 

-‘Een eenmalige ontheffing’:

een ontheffing op grond van artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen met een geldigheidstermijn van drie maanden.

 

-‘Een langdurige ontheffing:

een ontheffing op grond van artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen met een geldigheidstermijn van maximaal 12 maanden.

 

-‘Een verlenging van een langdurige ontheffing’:

het verlengen van de geldigheidsduur van een langdurige ontheffing op grond van artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen met een termijn van maximaal 12 maanden.

 

-‘Een bijzondere toestemming voor het lossen of laden’:

een bepaling op grond van de ADR 7.5.11-CV1(1a) en op grond van de ADR 8.5-S1-(4a) voor het laden en lossen van bepaalde gevaarlijke stoffen binnen de bebouwde kom.

 

1.19.6.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.19.6.2

Een eenmalige ontheffing van de vastgestelde route voor het transport van gevaarlijke stoffen

€ 163,00

1.19.6.3

Een langdurige ontheffing van de vastgestelde route voor het transport van gevaarlijke stoffen voor terugkerende, periodieke transporten

€ 242,00

1.19.6.4

Een verlenging van een langdurige ontheffing van de vastgestelde route voor het transport van gevaarlijke stoffen

€ 122,00

1.19.6.5

Een bijzondere toestemming voor het lossen of laden van goederen op een voor publiek toegankelijke plaats binnen de bebouwde kom

€ 79,00

1.19.6.6

Een bijzondere toestemming voor het lossen of laden van goederen op een voor publiek toegankelijke plaats binnen de bebouwde kom gelijktijdig en tezamen met een eenmalige ontheffing van de vastgestelde route voor het transport van gevaarlijke stoffen

€ 163,00

 

Teruggaaf

 

1.19.6.7

Indien binnen twee weken na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing of bijzondere toestemming deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van 75% van de overeenkomstig 18.2.1 t/m 18.2.5 geheven leges verleend.

 

Hoofdstuk 20 Diversen

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.20.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning c.q. ontheffing op grond van het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening en de Drank- en Horecaverordening, voor zover niet afzonderlijk is genoemd in deze verordening per vergunning c.q. ontheffing

€ 93,50

1.20.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.20.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 2,00

1.20.2.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën danwel het digitaal verstrekken daarvan van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

De eerste tien kopieën die worden verstrekt op A4 of A3 formaat zijn gratis, bij het verstrekken van meer dan tien kopieën danwel het digitaal verstrekken daarvan geldt het volgende tarief:

 

1.20.2.2.1

a.per pagina formaat A0

€ 10,50

1.20.2.2.2

b.per pagina formaat A1

€ 9,50

1.20.2.2.3

c.per pagina formaat A2

€ 6,50

1.20.2.2.4

d.per pagina formaat A3

€ 2,00

1.20.2.2.5

e.per pagina formaat A4

€ 1,00

1.20.2.2.6

f.cd-rom met geluidsopname

€ 21,00

1.20.2.2.7

g.cd-rom met één luchtfoto

€ 31,50

1.20.2.2.8

(Overzichts)kaarten en tekeningen: Indien ten behoeve van het reproduceren van kaarten of tekeningen derden moeten worden ingeschakeld wordt het bedrag van de externe kosten zoals deze door die derde(n) aan de gemeente in rekening wordt gebracht, doorberekend. Dit wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. Voor de toepassing hiervan wordt de aanvraag in behandeling genomen op de 5e werkdag na de dag waarop het bedrag van de externe kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

 

1.20.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 46,50

1.20.2.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 2,50

1.20.3

Het tarief bedraagt voor het versturen van poststukken per poststuk

€ 1,00

 

Voor overige APV gerelateerde leges zie onderdeel B

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Dit normblad ligt ter inzage. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.3

sloopkosten:

 

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.4

Wabo : Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

om beoordeling van een vooroverlegplan of om te bezien of een (voorgenomen) activiteit binnen het bestemmingsplan past danwel of hieraan planologische medewerking kan worden verleend (principe verzoek):

25% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning van het project zou worden gesteld met een minimum bedrag van € 154,00.

en bij beoordeling van wijziging gebruik bedraagt het tarief

€ 154,00. Indien binnen 6 maanden na het laatst uitgebrachte advies van dezelfde vooroverlegaanvraag een aanvraag om omgevingsvergunning wordt ingediend vindt verrekening plaats met de definitieve aanvraag omgevingsvergunning.

25%

minimum

€ 154,00

wijziging gebruik

€ 154,00

2.2.2.

a.Om beoordeling van de haalbaarheid van een bouwplan wat na beoordeling vergunningsvrij blijkt te zijn, of

b.om beoordeling van een verzoek of een bouwplan vergunningsvrij dan wel vergunningsplichtig is, of

c.voor het behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning die na beoordeling vergunningsvrij blijkt te zijn

€ 154,00

2.2.3

Indien het advies omtrent het uiterlijk van het bouwwerk uit oogpunt van welstand is ingewonnen wordt het in onderdeel 2.2.1. genoemde bedrag verhoogd met een bedrag dat gelijk aan de in de tarieventabel voor de welstandscommissie genoemde bedragen, Het op grond van de tarieventabel voor de welstandscommissie verschuldigde bedrag aan welstandsleges wordt verhoogd met de omzetbelasting die de welstandscommissie voor het uitbrengen van het advies aan de gemeente in rekening brengt.

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3,9%

 

van de bouwkosten, met een minimum bedrag van

€ 203,00

2.3.1.1.1

Indien het advies omtrent het uiterlijk van het bouwwerk uit oogpunt van welstand is ingewonnen wordt het in onderdeel 2.3.1.1 genoemde bedrag verhoogd met een bedrag gelijk aan de in de tarieventabel voor de welstandscommissie genoemde bedragen.

Het op grond van de tarieventabel voor de welstandscommissie verschuldigde bedrag aan welstandsleges wordt verhoogd met de omzetbelasting die de welstandscommissie voor het uitbrengen van het advies aan de gemeente in rekening brengt.

 

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld:

€ 205,00

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien wordt aangevangen met de bouwactiviteit waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd of deze bouwactiviteit reeds gereedgekomen is, voordat de betreffende omgevingsvergunning is verleend:

2%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

 

met een minimum van:

€ 205,00

 

en met een maximum van:

€ 1.025,00

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 310,50

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 333,00

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking; - tijdelijke afwijking):

€ 333,00

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 5.126,00

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 en artikel 2.8.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.4

Leeg

 

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 414,00

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 1.035,00

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 2.071,00

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

 

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 333,00

 

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.

 

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 333,00

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking; - tijdelijke afwijking):

€ 328,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 5.126,00

2.3.4.4

Leeg

 

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 414,00

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 1.035,00

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 2.071,00

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 333,00

 

 

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 673,50

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening, aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 359,00

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 359,00

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo,artikel 2.1., eerste lid, onder h, van de Wabo of artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo bedraagt het tarief:

€ 359,00

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

vervallen

 

 

 

 

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 310,50

 

 

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 310,50

 

 

 

2.3.10

Vellen van houtopstanden

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

a.Tot en met 5 bomen

€ 156,00

 

b.Tussen 6 en 10 bomen

€ 182,00

 

c.Tussen 11 en 19 bomen

€ 234,00

 

d.Vanaf 20 bomen

€ 310,50

 

 

 

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente Blaricum, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 310,50

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 310,50

 

 

 

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten::

€ 310,50

 

 

 

2.3.13

Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 310,50

 

 

 

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 310,50

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 310,50

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 310,50

 

 

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 310,50

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 310,50

2.3.16.3.

Indien voor het beoordelen van het bodemrapport advies wordt ingewonnen bij een extern adviesbureau wordt het in onderdelen 2.3.16.1 en 2.3.16.2 genoemde bedrag verhoogd met het bedrag wat het adviesbureau hiervoor in rekening brengt verhoogd met de omzetbelasting die het adviesbureau voor het uitbrengen van het advies aan de gemeente in rekening brengt.

 

2.3.17

Advies

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

 

 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 363,00

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen of advies moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.3.19

Opvragen/inzien bouw- en/of omgevingsvergunningen

 

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een bouw- en/of omgevingsvergunning op te vragen of in te zien, bedraagt:

€ 25,50

 

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering bedraagt:

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, en 2.3.6 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan, of niet ontvankelijk wordt verklaard:

100%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

2.5.1.3

Indien een aanvraag om omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1., 2.3.2, 2.3.6, buiten behandeling worden gelaten in verband met het niet voldoen aan de ontvankelijkheidseisen, wordt 25% van het verschuldigde legesbedrag in rekening gebracht, met een minimum van € 91,00 en een maximum van € 500,00

 

2.5.1.4.

Indien het advies omtrent het uiterlijk van een bouwwerk uit oogpunt van de welstand is ingewonnen wordt het in onderdeel 2.5.1.1, 2.5.1.2. genoemde bedrag verhoogd met een bedrag gelijk aan de in de tarieventabel voor de welstandscommissie genoemde bedragen.

Het op grond van de tarieventabel voor de welstandscommissie verschuldigde bedrag aan welstandsleges wordt verhoogd met de omzetbelasting die de welstandscommissie voor het uitbrengen van het advies aan de gemeente in rekening brengt.

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde gemeentelijke leges. Dit geldt niet voor het tarief van de welstandsleges en externe advieskosten.

 

 

 

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 of 2.3.6 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

30%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.3.3

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit de activiteit vellen als bedoeld in het onderdeel 2.3.10 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

30%

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 52,50

 

 

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 156,00

 

 

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 7.500,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 5.126,00

2.8.3

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.8.1en 2.8.2 wordt verhoogd met de voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college is opgesteld.

 

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

 

sloopmelding

Geen tarief

 

 

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 207,00

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

 

 

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in de Drank- en Horecawet tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 378,00

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, anders dan door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Drank en Horecawet van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 890,50

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding of een aanvraag tot wijziging van de Drank- en Horecawetvergunning c.q. ontheffing

€ 94,50

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 94,50

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.1.5.1

tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf

ingediend door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Drank- en Horecawet

€ 378,00

3.1.5.2

tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf, ingediend door anders dan een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1lid 1 van de Drank en Horecawet

€ 890,50

3.1.5.3

Tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf anders dan een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Drank- en Horecawet, indien er gelijktijdig een Drank- en Horecawetgevingvergunning artikel 3 is aangevraagd.

€ 378,00

3.1.5.4

Tot het wijzigen van een bestaande exploitatievergunning voor een horecabedrijf

€ 94,50

3.1.5.5

Tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod sluitingsduur

 

 

a.per avond

€ 4600

 

b.per week

€ 142,00

 

c.per maand

€ 203,00

 

d.per jaar

€ 254,00

 

 

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 

Zie onderdeel B

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.3.1

een exploitatievergunning of ontheffing als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening

 

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 787,00

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 220,00

3.3.1.3

in alle overige gevallen

€ 220,00

 

 

 

Hoofdstuk 4 Onttrekkingsvergunning woonruimte

 

Zie onderdeel B

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

 

Dit hoofdstuk heeft geen artikelen

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

€ 158,00

 

 

 

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 93,50

Hoofdstuk 8 Kinderopvang

8.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

8.5.1.1

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 2.071,00

8.5.1.2

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen indien de opvang plaatsvindt op het woonadres van de vraag- en/of gastouder

€ 528,00

8.5.1.3

het in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 1.055,50

8.5.2.1

Indien de in 8.5.1.1 en 8.5.1.3 bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan,

bedraagt de teruggaaf

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

75%

8.5.2.2

Indien de in 8.5.1.1 bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van tien weken na het in behandeling nemen ervan, of wordt afgewezen op grond van de inspectie voor aanvang exploitatie

bedraagt de teruggaaf

van de op grond van dit onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

50%

8.5.2.3

Indien de in 8.5.1.2. bedoelde aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van tien weken na het in behandeling nemen ervan, of wordt afgewezen, bedraagt de teruggaaf

van de op grond van dit onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

50%

Tarieventabel, onderdeel B, behorende bij de Legesverordening 2018 van de gemeente Blaricum , november 2017

 

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

 

Hoofstuk 14 Collecteren , standplaatsen

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in Hoofdstuk 5 van de Algemene plaatselijke verordening:

1.14.1

a.voor het inzamelen van geld of goed (Apv, art. 5:13)

1.14.2

b1. voor een standplaatsvergunning (Apv, art. 5:15 en 5:18)

1.14.3

b2. voor het innemen van een standplaats per dag

1.14.4

b3. voor het innemen van een standplaats per halve dag

1.14.5

c.voor een snuffelmarkt, vlooienmarkt (Apv, art. 5:23) per dag

1.14.6

d.op een verbod vuur stoken (Apv, art. 5:34)

 

 

Hoofdstuk 20 Diversen

1.20.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.20.3.1

Tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in Hoofdstuk 2van de Algemene plaatselijke verordening:

 

a.spandoeken, per week (Apv, art. 2:10)

 

b.plaatsen van publicatieborden, per week (Apv, art. 2:10)

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren/houden van een evenement, indien het betreft:

3.2.1.1

het organiseren van een groot evenement (Apv, art. 2:25)

 

 

Hoofdstuk 4 Ontrekkingsvergunning woonruimte

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontrekkingsvergunning als bedoeld in artikel 6.2van de Huisvestingsverordening

 

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 28 november 2017

 

 

 

De griffier van de gemeente Blaricum

 

P.C.M. de Groot

Naar boven