Gemeenteblad van Heeze-Leende
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heeze-Leende | Gemeenteblad 2017, 232809 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heeze-Leende | Gemeenteblad 2017, 232809 | Beleidsregels |
BeleidsregelsmaatschappelijkeondersteuninggemeenteHeeze-Leende2018
HOOFDSTUK 2 HULP BIJ HET HUISHOUDEN
artikel 2.1 Omschrijving hulp bij het huishouden
De maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden 1 kan bestaan uit de volgende (deel) activiteiten:
Bij HH2 (organisatie van het huishouden) in verband met chronische ziekte of beperkingen kan de ondersteuning bestaan uit werkzaamheden zoals genoemd bij HH1 en daarbij (deel) taken zoals:
Dit op basis van het zo veel mogelijk stimuleren waar mogelijk om zaken zelf op te pakken.
artikel 3.1 Begeleidingsvormen
Bij begeleiding wordt onderscheid gemaakt in vier vormen begeleiding:
Begeleiding B: Dit is een structurele tijdsbesteding in groepsverband met een welomschreven doel waarbij de cliënt actief betrokken wordt en die hem zingeving geeft. Onder begeleiding B wordt niet verstaan: welzijnsactiviteiten zoals zang, bingo, uitstapjes en dergelijke. Indien passend/noodzakelijk bij of gezien de situatie van de cliënt kan een combinatie met individuele begeleiding worden gemaakt.
Met de inzet van begeleiding wordt een van de onderstaande resultaten nagestreefd. Er worden drie resultaten onderscheiden, eerst wordt onderzocht of verandering en groei mogelijk is. Is dat niet mogelijk, dan is stabiliteit en behoud het te behalen resultaat. Is ook dat niet aan de orde, dan is de maatwerkvoorziening gericht op welbevinden.
Verandering en groei: persoon (en omgeving) leert (leren) vaardigheden om voldoende te participeren, dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren en het persoonlijk leven te structureren en daar zoveel mogelijk regie over te voeren. Het participatieniveau wordt ontwikkeld, verhoogd en behouden op hoogst haalbare niveau (zelfstandigheid).
HOOFDSTUK 4 KORTDUREND VERBLIJF
artikel 4.1 Kortdurend verblijf
Kortdurend verblijf is een vorm van respijtzorg, waarbij degene die ondersteuning behoeft elders verblijft en de mantelzorger even de tijd heeft om op adem te komen. Uitgangspunt is een verblijf van 3 etmalen per week. Kortdurend verblijf is uitdrukkelijk preventief bedoeld: een indicatie heeft als doel om overbelasting bij mantelzorgers te voorkomen, zodat zij de zorg thuis vol kunnen houden en (veel duurdere) opname in een intramurale instelling wordt voorkomen, of op zijn minst uitgesteld. Er mag geen sprake zijn van 24 uurs zorg. Kortdurend verblijf kan ook repressief zijn.
HOOFDSTUK 5 NORMALE GEBRUIK VAN DE WONING
artikel 5.1 Algemeen gebruikelijk
In ieder geval worden de volgende voorzieningen als algemeen gebruikelijk aangemerkt:
Er wordt altijd in het individuele geval bekeken of de voorziening ook voor de cliënt algemeen gebruikelijk is.
artikel 5.2 Woonvoorziening niet zijnde woningaanpassing
De aan te schaffen voorziening moet minimaal voorzien zijn van het CE-keurmerk (indien van toepassing).
HOOFDSTUK 6 VERPLAATSEN IN EN OM DE WONING
artikel 6.1 Algemeen gebruikelijk
In ieder geval wordt de rollator als algemeen gebruikelijk aangemerkt. Er wordt altijd in het
individuele geval bekeken of de voorziening ook voor de cliënt algemeen gebruikelijk is.
artikel 6.2 Voorwaarden (aan te kopen voorziening met) persoonsgebonden budget
Op het persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
Indien de cliënt geen gebruik meer kan maken van de voorziening binnen 5 jaren dan gaat het college over tot herziening/intrekking en terugvordering. Bij de vaststelling van de hoogte van het terug te vorderen persoonsgebonden budget wordt de beginwaarde van de maatwerkvoorziening gerelateerd aan een reële lineaire afschrijvingsduur.
HOOFDSTUK 7 LOKAAL VERPLAATSEN PER VERVOERMIDDEL
artikel 7.1 Algemeen gebruikelijk
In ieder geval worden de volgende voorzieningen als algemeen gebruikelijk aangemerkt:
Er wordt altijd in het individuele geval bekeken of de voorziening ook voor de cliënt algemeen gebruikelijk is.
artikel 7.2 Voorwaarden (aan te kopen voorziening met) persoonsgebonden budget
Op het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening, bestaande uit een hulpmiddel, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
Indien de cliënt geen gebruik meer kan maken van de voorziening binnen 5 jaren dan gaat het college over tot herziening/intrekking en terugvordering. Bij de vaststelling van de hoogte van het terug te vorderen persoonsgebonden budget wordt de beginwaarde van de maatwerkvoorziening gerelateerd aan een reële lineaire afschrijvingsduur.
MAATSCHAPPELIJKE EN RELIGIEUZE ACTIVITEITEN
artikel 8.1 Sportvoorzieningen
De voorziening (zorg in natura of persoonsgebonden budget) is bedoeld voor aanschaf en onderhoud gedurende een periode van drie jaar. Als na 3 jaren de voorziening nog in alle redelijkheid bruikbaar is, wordt geen nieuwe maatwerkvoorziening verstrekt. Vervanging na 3 jaar geschiedt alleen na een technisch afkeuringsrapport.
artikel 10.1 Afzien terugvordering
Het college ziet af van terugvordering indien het terug te vorderen bedrag minder dan € 150,00 bedraagt.
artikel 10.2 Waardering voorziening in natura
In afwijking van lid 1 geldt bij woningaanpassing het volgende: Wanneer een woning binnen 10 jaar na gereed melding van de woningaanpassing wordt verkocht, dienen de kosten die de gemeente heeft gemaakt te worden terugbetaald volgens onderstaand afschrijvingsschema. Terug te betalen bij verkoop binnen:
a) Jaar 1 en 2: 100% van de kosten van de gemeente;
b) Jaar 3 en 4: 80% van de kosten van de gemeente;
c) Jaar 5 en 6: 60% van de kosten van de gemeente;
Gebruikelijke hulp is van toepassing indien er huisgenoten aanwezig zijn die in staat zijn huishoudelijke taken uit te voeren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen volwassenen vanaf 23 jaar en kinderen en jongeren tot 23 jaar. In geval de leefeenheid van de zorgvrager mede bestaat uit kinderen, dan gaat de indicatiesteller ervan uit, dat de kinderen, afhankelijk van hun leeftijd en psychosociaal functioneren, een bijdrage kunnen leveren aan de huishoudelijke taken.
Kinderen van 12 – 18 jaar mogen geacht worden emotioneel niet belastende hulp te kunnen leveren als hun taak in het huishouden. Kinderen tussen 12 – 18jaar worden naar hun eigen mogelijkheden betrokken bij lichte huishoudelijke werkzaamheden als opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, boodschap doen, kleding in de wasmand gooien, de eigen kamer op orde houden maar ook bij stofzuigen, bed afhalen en opmaken.
Inhetgevalvannoodzaaktotovernamehuishoudelijkehulpwordtbovenstaandemeegewogenbijdeindicatie.Daarbijzijn2aspectenvanbelang:Kinderenmoetenkunnenblijvendeelnemenaanmaatschappelijkeactiviteitenenkinderenzijnnietverantwoordelijkvoorhethuishouden.Eenvolwasseneblijftverantwoordelijkvoorhethuishouden.
Dekinderen,zekerdejongere,zullendanookbegeleidmoetenwordenbijdezetakenomhentestimulereninditleerprocestothetzelfstandiglerendragenvanverantwoordelijkheden.Bijhettoekennenvanminutenhulpzalhiermeerekeninggehoudenmoetenworden.
Wanneerkaneenuitzonderingwordengemaaktvoorgebruikelijkehulp:
In bepaalde situaties is gebruikelijke hulp niet van toepassing of dient er soepeler mee omgegaan te worden. Die situaties doen zich voor in het geval van:
Indien uit (medisch) onderzoek blijkt dat een huisgenoot aantoonbare beperkingen heeft op grond van een aandoening, beperking, handicap of probleem waardoor redelijkerwijs de taken niet overgenomen kunnen worden is gebruikelijke hulp niet van toepassing.
Onderzoek moet aangeven of een leefeenheid, gegeven de voor die leefeenheid geldende gebruikelijke hulp, door de (chronische) uitval van een gezinslid niet alsnog onevenredig belast wordt en overbelasting dreigt. Er dient onderzoek gedaan te worden naar de verhouding tussen draagkracht en draaglast van de individuele cliënt.
Factoren die van invloed kunnen zijn op de draagkracht zijn bijvoorbeeld de lichamelijke en/of geestelijke conditie van de partner of huisgenoot maar ook het sociale netwerk en de wijze van omgaan met problemen. Factoren die van invloed kunnen zijn op draaglast zijn bijvoorbeeld de mate waarin er sprake is van (on)planbare zorg, het ziektebeeld en de prognose, bijkomende problemen van sociale, emotionele of relationele aard.
Wanneer partner of volwassen huisgenoot door de combinatie van een (volledige) werkkring of opleiding en het voeren van het huishouden overbelast dreigt te raken, zal er indien nodig door de consulent medisch advies moeten worden opgevraagd om de overbelasting te objectiveren.
Wanneer de dreigende overbelasting wordt veroorzaakt door een combinatie van werk en gebruikelijke zorg en andere activiteiten dan werk en huishouden, gaan werk en gebruikelijke zorg voor. onder andere activiteiten wordt bijvoorbeeld verstaan het beoefenen van een vrijetijdsbesteding. Indien een partner of volwassen huisgenoot overbelast raakt door het beoefenen van vrijetijdsbesteding is dat op zich geen reden om een indicatie voor hulp bij het huishouden te krijgen.
In geval de huisgenoten overbelast dreigen te raken door de combinatie van werk en verzorging van de zieke partner/huisgenoot, kan een indicatie worden gesteld op de onderdelen die normaliter tot
de gebruikelijke hulp worden gerekend. In principe zal die indicatie van korte duur zijn (3-6 maanden) om de cliënt en diens huisgenoten de gelegenheid te geven de onderlinge taakverdeling aan de ontstane situatie aan te passen. Hetzelfde geldt als een partner/ouder ten gevolge van het plotseling overlijden van de andere ouder overbelast dreigt te raken door de combinatie van werk en
verzorging van de inwonende kinderen.
Indien de huisgenoot van een zorgvrager vanwege werk fysiek niet aanwezig is wordt hiermee bij het indiceren uitsluitend rekening gehouden, wanneer het om aaneengesloten perioden van tenminste zeven etmalen gaat. De afwezigheid van de huisgenoot moet een verplichtend karakter hebben en inherent zijn aan diens werk; denk hierbij aan offshore werk, internationaal vrachtverkeer en werk in het buitenland. Wanneer iemand aaneengesloten perioden van tenminste zeven etmalen van huis is, is er in die periode feitelijk sprake van een éénpersoonshuishouden en kan er geen gebruikelijke hulp worden geleverd.
Wanneer de fysieke afwezigheid van de partner minder dan 7 etmalen bedraagt, zal er altijd onderzocht moeten worden of de huisgenoot feitelijk kan voorzien in het verlenen van de zorg. Het gaat hier met name om niet-uitstelbare taken. Uitstelbare taken worden in een dergelijke situatie gezien als gebruikelijke hulp.
Bij het plotseling overlijden van een van de ouders met als gevolg dat de achterblijvende ouder wordt belast met de opvoeding en verzorging van de kinderen in combinatie met werk. Ook in deze situatie kan tijdelijk (3 maanden) hulp bij het huishouden worden ingezet om de ouder de kans te geven op zoek te gaan naar andere oplossingen.
Voorkomen van crisis en ontwrichting bij verzorging en opvang van gezonde kinderen; indien opvang van gezonde kinderen noodzakelijk is heeft de inzet van een voorliggende voorziening een verplichtend karakter. Indien de voorliggende voorziening niet beschikbaar is -een consulent moet zich hier van op de hoogte stellen – kan tijdelijke inzet van hulp bij het huishouden noodzakelijk zijn.
Bij echtscheiding vervalt het samenwonen en daarmee dus ook de gebruikelijke hulp voor het huishouden en de onderlinge persoonlijke verzorging van partners. De zorgplicht voor de kinderen verdwijnt niet. Bij uitval van de verzorgende ouder moet wel onderzoek gedaan worden naar de mogelijkheid van opvang van de kinderen door de niet thuiswonende ouder door te kijken naar de voor de rechtbank vastgelegde afspraken tussen de ex-echtgenoten.
Bij het bepalen van de omvang van het persoonsgebonden budget wordt een normering gehanteerd. Deze tijdsnormering is overeenkomst hetgeen is ontwikkeld door de Landelijke Vereniging van Indicatie Organen, later CIZ. De normering is gerelateerd aan het op basaal niveau functioneren van het huishouden dat geen overheidsvoorzieningen nodig heeft. Deze normtijden worden standaard gehanteerd. Afhankelijk van de cliëntsituatie is het denkbaar dat er gemotiveerd afgeweken wordt van de normtijden en dat er meer of minder tijd geadviseerd wordt.
De te indiceren activiteiten die onder hulp bij het huishouden vallen zijn opgesplitst in handelingen om een op het individu gespitste indicatie te kunnen geven die past bij een leefeenheid. De (uiteindelijk te verstrekken) indicatie hulp bij het huishouden wordt afgerond op veelvoud van 15 minuten (naar boven afgerond). Bovendien wordt alleen hulp bij het huishouden verstrekt, voor zover de cliënt de beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk, met gebruikmaking van algemene voorzieningen dan wel algemeen gebruikelijke of voorliggende voorzieningen kan verminderen of wegnemen. Het kan dus zijn dat voor de hierna genoemde activiteiten geen tijd wordt geïndiceerd in verband met een andere oplossing.
Indien het cliëntsysteem bestaat uit meer dan 4 personen, of er zijn kinderen < 12 jaar, kan er 2x per week boodschappen worden geïndiceerd; +30 min, wanneer afstand tot de winkels groot is,
Aanwezigheid kinderen < 12 jaar: + 20 min per keer.
Licht poetswerk in huis: kamers opruimen
Frequentie: In principe max. 3 maal per week 20-30 min.
Dit betekent dat iemand die naast overname zwaar huishoudelijk werk 1.5 ook overname van licht huishoudelijk werk 1.4 nodig heeft, in de praktijk één klasse boven de klasse voor 1.5 uitkomt. Dus klasse 2 (klein huis, tot 3 kamers/seniorenwoning/ 1 persoon) of 3 (groot huis/3 kamers of meer/ tweepersoons huishouden)
Factoren meer/minder hulp: zie ook onder Licht poetswerk in huis: kamers opruimen'
•In grote woningen met hoge bezettingsgraad, vervuilingsgraad, COPD problematiek (na sanering) of aanwezigheid van jonge kinderen is een hogere klasse reëel. Verzorgen van huisdieren valt in de marge van de klasse.
Frequentie: Met de genoemde verrichtingen worden de wekelijkse activiteiten bedoeld.
Kleding en linnengoed sorteren en wassen in wasmachine Centrifugeren, ophangen, afhalen, |
Frequentie: eenmaal per week, huishoudens met kleine kinderen maximaal 3x per week.
Opvang en/of verzorging van kinderen/volwassen huisgenoten (anderen helpen met zelfverzorging) en anderen helpen bij het bereiden van maaltijden
De grondslag ligt bij de ouder. Deze is tijdelijk niet in staat om de ouderrol op zich te nemen.
Klasse: afhankelijk van de situatie, indien kinderen < 6 jaar gecombineerd met HH activiteiten tot een max. omvang van 40 uur per week.
Activiteiten ten behoeve van de verzorging van kinderen
Deze normtijden worden gebruikt bij het berekenen van de totale benodigde tijd voor de activiteiten met betrekking tot kinderen. Hiervoor wordt de normtijd vermenigvuldigd met het aantal keer per dag en het aantal keer per week. Dit levert dan de totaaltijd op van de activiteiten met betrekking tot kinderen.
Het is hierbij mogelijk om taken te combineren. Als kinderen op hetzelfde tijdstip naar bed gaan, telt dat voor 1 keer en niet per kind. De frequentie is gerelateerd aan de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind.
Dagelijkse organisatie van het huishouden
Frequentie 1 x per week klasse 1-2.
Psychosociale begeleiding, tevens observeren
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-232809.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.