Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende belastingregels voor diensten van de gemeente Legesverordening Breda 2018

Bekendmaking

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 21 december 2017 de Legesverordening Breda 2018 heeft vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

De verordening wordt van kracht met ingang van de eerste dag na die van deze bekendmaking.

 

Rechtsmiddelen

Tegen het besluit tot vaststelling van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

Tekst verordening

 

De raad van de gemeente Breda;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en invordering van leges 2018

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

      een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • 2.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

  • 3.

    voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een evenement als bedoeld in artikel 2:12, lid 4, Algemene plaatselijke verordening Breda 2014.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2.

    Indien de leges, op het moment van aanvraag van een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      Hoofdstuk 1 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      Hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      Hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdelen 1.4.5 en 1.4.6 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen met behulp van alternatieve media of schriftelijk);

    • 5.

      Hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag)

    • 7.

      Hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Nakoming van verplichtingen

De verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990,dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 264a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 13 Overgangsrecht en inwerkingtreding

  • 1.

    De 'Legesverordening Breda 2017, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2016, sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt inwerking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Legesverordening Breda 2018’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2017,

,voorzitter.

,griffier.

Bijlage 1 Tarieventabel leges 2018

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Breda 2018

 

Indeling tarieventabel

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Hoofdstuk 5 n.v.t.

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Stadsarchief en archeologie

Hoofdstuk 11 n.v.t.

Hoofdstuk 12 Leegstandswet

Hoofdstuk 13 vervallen

Hoofdstuk 14 Markten

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 19 Diversen

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Initiatiefplan/principeverzoek afwijken bestemmingsplan/vooroverleg/ informatieverstrekking

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Afwijkende tarieven

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Wet ruimtelijke ordening / Wet geluidshinder

Hoofdstuk 9 Woningwet

Hoofdstuk 10 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving

Hoofdstuk 11 Vervallen

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

Hoofdstuk 5 Exploitatievergunning

Hoofdstuk 6 vervallen

Hoofdstuk 7 Kabels en leidingen

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

 

 

1.1.1.1

maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 18.00 uur op het Stadhuis

 

430,00

1.1.1.2

maandag tot en met vrijdag op andere tijdstippen dan tussen 9.00 en 18.00 uur en op zaterdag, op het Stadhuis

 

850,00

1.1.1.3

maandag tot en met vrijdag op andere tijdstippen dan tussen 9.00 en 18.00 uur en op zaterdag, op een andere locatie dan het Stadhuis

 

670,00

1.1.1.4

maandag van 10.00 tot 11.00 uur in de Kleine Zaal van het Stadhuis zonder ceremonie

 

100,00

1.1.1.5

zondag op het Stadhuis

 

1.080,00

1.1.1.6

zondag op een locatie anders dan het Stadhuis

 

900,00

 

 

 

 

 

1.1.2

Het tarief voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk voor zover de omzetting zonder ceremonie plaatsvindt in het Stadskantoor te Breda bedraagt:

 

39,00

 

 

 

 

 

1.1.3

Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek bedraagt:

 

455,00

 

 

 

 

 

1.1.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot éénmalige aanwijzing van een pand als gemeentehuis voor de duur van de huwelijksvoltrekking bedraagt:

 

80,00

 

 

 

 

 

1.1.5

Het tarief voor het verstrekken van een (vervangend) trouwboekje of een (vervangend) partnerschapsregistratieboekje bedraagt

 

17,00

 

 

 

 

 

1.1.6

n.v.t.

 

 

 

1.1.7

n.v.t

 

 

 

 

 

 

 

 

1.1.8

vervallen

 

 

 

 

 

 

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand (Stb. 1879, 72) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (Stb. 1969, 36) of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

 

 

 

 

1.1.10

Voor het reserveren van een huwelijksvoltrekking en de werkzaamheden daartoe worden bij annulering van de huwelijksvoltrekking de volgende leges in rekening gebracht:

 

 

 

1.1.10.1

bij annulering eerder dan vijf weken voor de huwelijksdatum

 

40,65

1.1.10.2

bij annulering later dan vijf weken voor de huwelijksdatum

 

81,30

     

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.1

Ingezetenen:

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

 

1.2.1.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

65,30

1.2.1.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 52,00

1.2.1.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.1.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

65,30

1.2.1.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

52,00

1.2.1.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.1.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

65,30

1.2.1.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

52,00

1.2.1.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

52,00

1.2.1.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.1.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

51,05

1.2.1.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

29,05

1.2.1.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

 47,55

1.2.2

Niet ingezetenen:

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

 

1.2.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

100,75

1.2.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 87,40

1.2.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 100,75

1.2.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 87,40

1.2.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

100,75

1.2.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

87,40

1.2.2.4

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.2.4.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

89,50

1.2.2.4.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

67,45

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

 

39,45

 

 

 

 

 

1.3.2.

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

 

34,10

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

 

 

 

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.4.3 , wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

 

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

 

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

 

9,40

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

 

 

1.4.2.2.1

voor 50 verstrekkingen

 

333,75

1.4.2.2.2

voor 100 verstrekkingen

 

664,95

1.4.2.2.3

voor 500 verstrekkingen

 

3.270,50

1.4.2.2.4

voor 1.000 verstrekkingen

 

6.472,45

1.4.2.2.5

voor 10.000 verstrekkingen

 

62.689,25

 

 

 

 

 

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van één of meer gegevens over een persoon, die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen, per verstrekking

 

9,40

 

 

 

 

 

1.4.4.

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

 

23,60

 

 

 

 

 

1.4.6

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

 

7,50

 

 

 

 

 

1.4.7

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier, na voorafgaande prijsopgave

 

24,25

 

 

 

 

 

1.4.8

Vervallen

 

 

 

 

 

 

 

 

1.4.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van ingezetenschap

 

9,40

 

 

 

 

 

1.4.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een uittreksel uit of een verklaring ontleend aan het Register Niet-Ingezetenen

 

15,25

  

Hoofdstuk 5 n.v.t.

  

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

 

1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

 

 

 

1.6.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

 

 

 

1.6.1.1

ten hoogste 100 pagina's, per pagina

 

0,23

 

met een maximum per bericht van

 

5,00

1.6.1.2

meer dan 100 pagina's

 

22,50

 

 

 

 

 

1.6.2

bij verstrekking anders dan op papier

 

5,00

 

 

 

 

 

1.6.3

dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de vastlegging, moeilijk toegankelijke registratie

 

22,50

 

 

 

 

 

1.6.4

Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1 tot en met 1.6.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd wordt slechts de hoogste gevraagd

 

 

 

1.6.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens

 

4,50

  

Hoofdstuk 7 n.v.t.

  

Hoofdstuk 8 n.v.t.

  

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

1.9.1.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

 

41,35

1.9.1.2

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

 

9,40

1.9.1.3

tot het legaliseren van een handtekening

 

12,50

 

 

 

 

 

1.9.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere termijn voor de begraving of verbranding als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de lijkbezorging bedraagt

 

16,80

  

Hoofdstuk 10 Stadsarchief en archeologie

 

 

Stadsarchief

 

 

 

1.10.1

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doen van nasporingen in de gemeentelijke bewaarplaats berustende stukken, na voorafgaande prijsopgave:

 

 

 

1.10.1.1

voor het eerste daaraan besteed half uur of gedeelte daarvan, ongeacht het resultaat

 

27,00

1.10.1.2

voor elk vervolgkwartier of gedeelte daarvan

 

13,50

 

 

 

 

 

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of fotokopie van een in de gemeentelijke archiefbewaarplaats berustend stuk:

 

 

 

 

1.10.2.1

indien vervaardigd per fotokopieerapparaat

 

 

 

 

  • a.

    print A4-formaat of gedeelte daarvan

 

1,50

 

bij zelfbediening

 

0,10

 

  • b.

    print A3-formaat of gedeelte daarvan

 

1,50

 

bij zelfbediening

 

0,20

 

  • c.

    vervallen

 

 

 

 

  • d.

    lichtdruk A2-formaat of gedeelte daarvan

 

8,50

 

  • e.

    lichtdruk A1-formaat of gedeelte daarvan

 

9,00

 

  • f.

    lichtdruk A0-formaat of gedeelte daarvan

 

10,50

1.10.2.2

Indien vervaardigd d.m.v. een readerprinter:

 

 

 

 

  • a.

    readerprint A4-formaat

 

1,50

 

bij zelfbediening

 

0,50

 

  • b.

    readerprint A3-formaat

 

1,50

 

bij zelfbediening

 

0,90

1.10.2.3

Indien vervaardigd d.m.v. een printer vanuit Vubis of Internet, per bladzijde A4-formaat

 

0,10

 

     

 

 

 

 

Archeologie 

 

 

 

1.10.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

 

 

1.10.3.1

vervallen

 

 

 

1.10.3.2

de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie 3.1

 

990,00

1.10.3.3

de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek

 

209,10

1.10.3.4

de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van offertes tot het doen van archeologisch (voor)onderzoek

 

209,10

1.10.3.5

de beoordeling, namens het bevoegd gezag, van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex artikelen 39 lid 2, 40 lid 1 en 41 lid 1 Monumentenwet

 

836,35

  

Hoofdstuk 11 n.v.t.

  

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

 

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning tijdelijke verhuur ex artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

     

     

     

1.12.1.1

  • -

    voor één woning of een woning in een rijen- of appartementencomplex

 

133,50

1.12.1.2

  • voor meerdere woningen in een rijen- of appartementencomplex:

  • a.

    2 tot en met 5 woningen

 

267,00

 

  • b. 6 tot en met 10 woningen

 

400,50

 

  • c. 11 tot en met 20 woningen

 

534,00

 

  • d. meer dan 20 woningen

 

667,50

 

 

 

 

 

1.12.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor verlenging van een vergunning tijdelijke verhuur ex artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

     

   

     

1.12.2.1

  • -

    voor één woning of een woning in een rijen- of appartementencomplex

 

66,75

1.12.2.2

  • voor meerdere woningen in een rijen- of appartementencomplex:

  • a. 2 tot en met 5 woningen

 

133,50

 

  • b. 6 tot en met 10 woningen

 

200,25

 

  • c. 11 tot en met 20 woningen

 

267,00

 

  • d. meer dan 20 woningen

 

333,75

  

Hoofdstuk 13  Vervallen

 

1.13

vervallen

 

 

 

  

Hoofdstuk 14 Markt- en standplaatsen

 

1.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de Marktverordening Breda 2017:

 

 

 

1.14.1.1

Tot het verlenen van een vaste-marktplaatsvergunning (artikel 7, tweede lid):

 

70,25

 

Indien de aanvraag is voorafgegaan door een meeloopvergunning geldt het tarief opgenomen bij 1.14.1.7

 

 

 

1.14.1.2

tot het verlenen van een meeloopvergunning (artikel 7, derde lid):

 

25,40

1.14.1.3

tot het verlenen van een seizoens-marktplaatsvergunning (artikel 7, vierde lid):

 

25,40

1.14.1.4

tot het verlenen van een dagplaatsvergunning (artikel 7, vijfde lid):

 

20,30

1.14.1.5

tot het verlenen van een standwerkvergunning (artikel 7, vijfde lid):

 

20,30

1.14.1.6

tot het verlenen van een incidentele vergunning voor niet-commerciële of ideële doeleinden (artikel 7, zesde lid):

 

 

Nihil

1.14.1.7

tot het wijzigen van een vergunning ingevolge artikel 3 van het Marktreglement Breda 2017:

 

46,65

 

 

 

 

 

1.14.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning:

 

 

 

1.14.2.1

voor het innemen van een verkoopstandplaats op particuliere grond of voor het innemen van een standplaats voor het verstrekken van informatie ten behoeve van commerciële doeleinden -waar op geld waardeerbare transacties plaatsvinden- of het aanbieden van goederen en/of diensten, ongeacht dit plaatsvindt op particuliere of openbare gemeentegrond, als bedoeld in artikel 5:18 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’:

 

 

 

 

  • a.

    geldig voor ten hoogste 7 dagen of minder

 

40,75

 

  • b.

    geldig voor meer dan 7 dagen en ten hoogste 365 dagen

 

69,90

1.14.2.2

voor het innemen van een standplaats op particuliere grond of voor het innemen van een standplaats voor het verstrekken van informatie ten behoeve van niet-commerciële doeleinden –waar géén op geld waardeerbare transacties plaatsvinden–, ongeacht of dit plaatsvindt op particuliere of openbare gemeentegrond, als bedoeld in artikel 5:18 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’.

 

 

Nihil

  

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

 

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

1.15.1.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5, 6 en 7 van de ‘Verordening winkeltijden Breda 2011’ (openstelling op zon- en feestdagen, avond-/zondagwinkel, evenementen, beurzen, shows e.d.)

 

104,10

1.15.1.2

Tot het wijzigen van een in onderdeel 1.15.1.1 bedoelde ontheffing

 

104,10

  

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

 

1.16.1.1

voor een periode van 12 maanden voor één kansspelautomaat

 

56,50

1.16.1.2

voor een periode van 12 maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

 

 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

 

34,00

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

 

226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

 

226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

 

136,00

 

 

 

 

 

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal, als bedoeld in artikel 2 van de ‘Verordening speelautomaten en speelautomatenhallen Breda’

 

166,55

  

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 13 van de ‘Energie-, water- en telecomverordening Breda 2009’:

 

397,60

1.17.2

indien de melding betrekking heeft op een tracé van 100 tot en met 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 1.17.1 per strekkende meter vermeerderd met

 

0,39

1.17.3

indien de melding betrekking heeft op een tracé langer dan 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 1.17.1 vermeerderd met

 

369,30

 

alsmede per strekkende meter boven de 1.000 meter met

 

0,16

  

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

 

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 van het bepaalde in artikel 10 van dat Reglement, juncto van het verkeersteken bord nr. 67 (voetpad) voor het centrumgebied van de gemeente Breda, zoals aangeduid bij besluit van de raad van Breda van 27 augustus 1987:

 

 

 

1.18.1.1

per dag ontheffing per voertuig:

 

22,15

1.18.1.2

Voor een tijdelijke ontheffing anders dan onder 1.18.1.1 of jaarontheffing

 

52,80

1.18.1.3

indien de ontheffing onder 1.18.1.2 een verlenging betreft

 

52,80

 

 

 

 

 

1.18.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een tijdelijke- of jaarontheffing als bedoeld in artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeertekens 1990:

 

31,65

 

 

 

 

 

1.18.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22, lid 1 van de Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen:

 

 

 

 

  • a.

    indien de ontheffing betrekking heeft op het vervoer naar één adres

 

135,55

 

  • b.

    indien de ontheffing betrekking heeft op het vervoer naar twee of meer adressen, voor het eerste adres

 

135,55

 

vermeerderd voor elk volgend adres met

 

33,00

 

 

 

 

 

1.18.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van toestemming voor het lossen van tanks via bovenlossing en voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen binnen de bebouwde kom, op een voor het publiek toegankelijke plaats als bedoeld in artikel 5, bijlage 2 van het Reglement Vervoer over land van gevaarlijke stoffen

 

135,55

 

 

 

 

 

1.18.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 10 van de Wet Explosieven voor civiel gebruik:

 

 

 

 

  • a.

    indien de vergunning betrekking heeft op het vervoer naar één adres

 

135,55

 

  • b.

    indien de vergunning betrekking heeft op het vervoer naar twee of meer adressen, voor het eerste adres

 

 

 

135,55

 

vermeerderd voor elk volgend adres met

 

33,00

 

 

 

 

 

1.18.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149 Wegenverkeerswet juncto artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 bestemd voor extra lange, hoge brede of zware voertuigen die door de bebouwde kom van de gemeente Breda moeten rijden

 

107,65

 

 

 

 

 

1.18.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing milieuzonering op basis van artikel 87 juncto artikel 62 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 bestemd voor voertuigen waarvoor een verbod geldt om binnen het gebied van de Gemeente Breda te rijden dat is aangewezen als milieuzone:

 

 

 

 

  • a.

    per dagontheffing

 

25,40

 

  • b.

    op basis van de hardheidsclausule, per kenteken

 

152,40

 

  • c.

     per tijdelijke ontheffing lange levertijd

 

25,40

 

 

 

 

 

1.18.8.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

1.18.8.1

tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart

 

28,50

1.18.8.2

tot het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart

 

28,50

1.18.8.3

indien voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van onderdeel 1.18.8.1 medisch advies dient te worden gevraagd, wordt het aldaar genoemde tarief verhoogd met

 

98,50

1.18.8.4

bij het niet op het juiste tijdstip verschijnen voor de medische keuring als bedoeld in onderdeel 1.18.8.3 wordt een bedrag in rekening gebracht van

 

10,00

1.18.8.5

Voor de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats

 

150,00

1.18.8.6

Voor de verplaatsing van een gehandicaptenparkeerplaats in verband met verhuizing

 

100,00

1.18.8.7

Tot wijziging van de bebording gehandicaptenparkeerplaats vanwege wijziging van het kenteken van het voertuig dat daar geparkeerd wordt

 

25,00

1.18.9

vervallen

 

 

 

1.18.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 20, derde lid, van de ‘Parkeerverordening Breda 2013’:

 

 

 

1.18.10.1

(voor de eerste aanvraag) geldig voor ten hoogste één week

 

20,00

1.18.10.2

nadat de eerste aanvraag als bedoeld in 1.18.10.1 is verstrekt voor iedere vervolgaanvraag welke geldig is voor ten hoogste één week

 

13,50

1.18.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een verklaring van geen bezwaar op grond van de Luchtvaartwet en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten

 

93,85

1.18.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek in verband met het aan het openbaar verkeer onttrekken van een weg als bedoelt in artikel 4, 9 en 11 van de Wegenwet

 

916,90

1.18.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een Bredase taxi vergunning (Btx)

 

30,00

  

Hoofdstuk 19 Diversen

 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gedrukte, gecyclostileerde of anderszins gereproduceerde stukken, alsmede fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

 

 

  • a.

    tot 25 bladzijden formaat-A4

 

 

Nihil

 

  • b.

    voor de 25e en elke volgende bladzijde, per bladzijde A4-formaat of gedeelte daarvan

 

0,37

 

Indien een bladzijde een grotere afmeting heeft dan A4-formaat, bedragen de leges voor die bladzijde even zoveel malen het tarief als de oppervlakte een veelvoud is van het formaat A4. Een eventueel resterend gedeelte wordt daarbij als een geheel formaat A4 gerekend.

 

 

 

 

 

 

 

 

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van stukken, welke op verzoek van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

 

6,60

 

 

 

 

 

1.19.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

 

6,60

 

 

 

 

 

1.19.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het waarmerken van (fotokopieën van) documenten

 

9,40

 

 

 

 

 

1.19.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling Pachtwet nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van verklaringen, bedoeld in artikel 56 f van de Pachtwet, per verklaring

 

2,75

 

 

 

 

 

1.19.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vervangende afvalpas

 

15,00

 

 

 

 

 

1.19.7

vervallen

 

 

 

 

 

 

 

 

1.19.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

 

1.19.8.1

een opkopersregister

 

10,00

1.19.8.2

een straatnaamboekje

 

13,45

 

 

 

 

 

1.19.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

 

 

1.19.9.1

een vergunning voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (art. 2 ‘Afvalstoffenverordening Breda 2016’)

 

160,90

1.19.9.2

een ontheffing om een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu (art. 14 ‘Afvalstoffenverordening Breda 2016’)

 

160,90

1.19.9.3

een ontheffing voor de opslag van afvalstoffen op een voor het publiek zichtbare plaats in de openlucht en buiten een inrichting op te slaan of opgeslagen te hebben (art. 18 ‘Afvalstoffenverordening Breda 2016’)

 

160,90

 

 

 

 

 

1.19.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een ligplaats voor een roeiboot, een woonschip en andere vaartuigen als bedoeld in artikel 5:22 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’

 

144,20

1.19.11

Het tarief voor het inschrijven op de wachtlijst als bedoeld in artikel 5:22 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014.

 

23,30

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen;

2.1.1.2

bouwkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen;

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

 

2.1.3

   

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

2.1.4

 

Afronding bouw- en aanlegkosten

Voor de berekening van de verschuldigde leges worden de bouwkosten indien deze meer dan € 1.000,00 bedragen naar beneden afgerond op een veelvoud van € 1.000,00. Dit is van overeenkomstige toepassing op de  aanlegkosten.

 

 

2.1.5

De in deze titel voorkomende tarieven zijn onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze titel indien tevens sprake is van de in die onderdelen benoemde activiteiten.

 

Hoofdstuk 2 Initiatiefplan/(principe)verzoek afwijken bestemmingsplan / vooroverleg / informatieverstrekking

  

2.2.1

Initiatiefplan/vooroverleg/vergunningsvrij

 

 

 

2.2.1.1

Het tarief bedraagt voor:

  • -

    het in behandeling nemen van een aanvraag voor een initiatiefplan / vooroverleg:

  • -

    de beoordeling van een conceptaanvraag voor een omgevingsvergunning in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:

  • -

    beoordelen of een voorgenomen project (voor de activiteit bouwen dan wel planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van bouwactiviteit) binnen het bestemmingsplan past:

  • -

    beoordelen of een omgevingsvergunning is vereist:

 

145,75

 

 

 

 

 

 

 

Welstandtoets

 

 

 

2.2.1.2

Als de aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.2.1.1 wordt voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit ter verkrijging van een advies voor het voorgenomen project, geldt voor elke adviesaanvraag een tarief van

 

104,95

 

 

 

 

 

 

Bouwtechnische toets

 

 

 

2.2.1.3

Als voor een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.2.1.1 tevens is gevraagd deze aanvraag op hoofdlijnen te toetsen aan het Bouwbesluit wordt een tarief in rekening gebracht van 0,54% van de bouwkosten met een maximum van

 

1.384,95

 

 

 

 

 

 

(Principe)verzoek afwijken bestemmingsplan / beheersverordening buitenplans

 

 

 

2.2.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een principeaanvraag omtrent de bereidheid van burgemeester en wethouders of gemeenteraad om eventueel onder voorwaarden medewerking te verlenen aan het in behandeling nemen van:

 

 

 

2.2.1.4.1

  • a.

    een verzoek om af te wijken van de verboden als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a en/of c van de Wabo juncto artikel 2.12, lid 1, onder a, onderdeel 2 van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking voor bouw en of het gebruik) een tarief van:

 

464,10

 

  • b.

    in afwijking van 2.2.1.4.1, onder a, indien het verzoek ziet op het realiseren van 5 of meer grondgebonden (zorg)woningen, het realiseren van 10 of meer gestapelde (zorg)woningen of (studenten)eenheden, het oprichten, wijzigen of uitbreiden van een gebouw, niet zijnde een woning of wooneenheid, met een omvang van meer dan 1.500 m² bvo betreft, bedraagt het tarief:

 

2.684,00

2.2.1.4.2

  • a.

    een verzoek om af te wijken van de verboden als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a en/of c van de Wabo juncto artikel 2.12, lid 1, onder a, onderdeel 3 van de Wabo (buitenplanse afwijking voor de bouw en/of het gebruik) een tarief van:

 

1.342,00

 

  • b.

    In afwijking van 2.2.1.4.2 onder a, indien het verzoek ziet op een buitenplanse afwijking voor het realiseren van 5 of meer grondgebonden (zorg)woningen, het realiseren van 10 of meer gestapelde (zorg)woningen of (studenten)wooneenheden, het oprichten, wijzigen of uitbreiden van een gebouw, niet zijnde een woning of wooneenheid, met een omvang van meer dan 1.500 m² bvo betreft, bedraagt het tarief:

 

2.684,00

2.2.1.4.3

  • a.

    een verzoek met betrekking tot een ruimtelijke ontwikkeling die niet past in het vigerende bestemmingsplan en waarvoor een nieuw bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening opgesteld dient te worden een tarief van:

 

1.342,00

 

  • b.

    In afwijking van 2.2.1.4.3, onder a, indien het verzoek ziet op het realiseren van 5 of meer grondgebonden (zorg)woningen, het realiseren van 10 of meer gestapelde (zorg)woningen of (studenten)wooneenheden, het oprichten, wijzigen of uitbreiden van een gebouw, niet zijnde een woning of wooneenheid, met een omvang van meer dan 1.500 m² bvo betreft, bedraagt het tarief:

 

2.684,00

 

 

 

 

 

2.2.2

vervallen

 

 

 

 

       

Bodeminformatie

 

   

 

2.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van bodeminformatie/milieuhygiënische bodemgesteldheid, per kadastraal object, ongeacht het resultaat

 

63,75

 

 

 

 

 

 

Inlichtingen bestemmingsplan

 

 

 

2.2.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van mondelinge of schriftelijke inlichtingen uit een bestemmingsplan, voor zover een dergelijke aanvraag door de aanvrager meer dan één keer per kalenderjaar wordt gedaan, voor elke tweede en volgende aanvraag, per bestemmingsplan

 

16,80

 

 

 

 

 

 

Inzage/inlichtingen

 

 

 

2.2.5

Het tarief bedraagt ter zake van het - anders dan via de balie - verlenen van inzage van een bouwdossier

 

 

 

2.2.5.1

per bouwdossier

 

16,80

2.2.5.2

Het overeenkomstig 2.2.5.1 berekende bedrag wordt, indien de aanvrager tevens verzoekt om een uitleg of een toelichting vanuit dit bouwdossier, voor elk kwartier of een gedeelte daarvan dat door een medewerker uitleg of toelichting wordt verstrekt, verhoogd met

 

16,45

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 en 5 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

 

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 1.700.000,00 bedragen:

 

174,90

 

vermeerderd met 2,95% van de bouwkosten;

 

 

 

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 1.700.000,00 tot € 4.250.000,00 bedragen:

 

50.316,55

 

vermeerderd met 2,56% van de bouwkosten boven € 1.700.000,00;

 

 

 

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 4.250.000,00 tot € 8.500.000,00 bedragen:

 

115.535,75

 

vermeerderd met 2,28% van de bouwkosten boven € 4.250.00,00;

 

 

 

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 8.500.000,00 tot € 17.000.000,00 bedragen:

 

212.400,35

 

vermeerderd met 2,01% van de bouwkosten boven € 8.500.000,00;

 

 

 

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 17.000.000,00 tot € 42.000.000,00 bedragen:

 

383.337,80

 

vermeerderd met 1,44% van de bouwkosten boven € 17.000.000,00;

 

 

 

2.3.1.1.6

indien de bouwkosten € 42.000.000,00 of meer bedragen:

 

744.291,75

 

vermeerderd met 0,84% van de bouwkosten boven € 42.000.000,00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Extra welstandstoets

 

 

 

2.3.1.2

Als de aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1, dan wel 2.3.6 wordt voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit ter verkrijging van een advies voor het voorgenomen project, geldt voor elke adviesaanvraag een tarief van:

 

104,95

 

 

 

 

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld

 

91,70

 

 

 

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges

 

 

 

 

met een maximum van:

 

1.166,00

 

 

 

 

 

2.3.2

Werk- en sloopactiviteiten

 

 

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op werk of werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

 

536,35

2.3.2.2

Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

 

536,35

 

 

 

 

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

 

192,40

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

 

320,65

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): 2,75% van de bouwkosten

met een minimum van

 

5.829,95

 

en een maximum van

 

69.959,35

2.3.3.4

In afwijking van 2.3.3.2 bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om afwijking als bedoeld in dat lid en deze afwijking betrekking heeft op een situatie als bedoeld in artikel 4 onderdeel 9 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht:

 

 

 

 

2.3.3.4.1

indien het bruto oppervlak van de opstallen, waarop de afwijking betrekking heeft, niet meer bedraagt dan 100 m²:

vermeerderd met

voor elke 50 m² of deel ervan boven de 100 m²:

 

 

735,90

 

102,50

2.3.3.5

Indien de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend na verlening van een ontheffing als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 5 van de ‘Bouwverordening 2007’ geldt een toeslag van:

 

192,40

 

 

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

 

192,40

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

 

320,65

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

 

9.143,40

2.3.4.4

vervallen

 

 

 

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

 

9.143,40

2.3.4.6

Indien de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend na verlening van een ontheffing als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 5 van de Bouwverordening 2007 geldt een toeslag van:

 

192,40

2.3.4.7

In afwijking van 2.3.4.2 bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om afwijking als bedoeld in dat lid en deze afwijking betrekking heeft op een situatie als bedoeld in artikel 4 onderdeel 9 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht:

 

 

 

2.3.4.7.1

indien het bruto oppervlak van de opstallen, waarop de afwijking betrekking heeft, niet meer bedraagt dan 100 m²:

vermeerderd met

voor elke 50 m² of deel ervan boven de 100 m²:

 

 

 

735,90

 

 

102,50

2.3.4.7.2

vervallen

 

   

 

 

 

 

 

 

2.3.5

 

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

2.3.5.1

indien het gebruiksoppervlak van het bouwwerk minder dan 100 m² bedraagt:

 

641,55

2.3.5.2

indien het gebruiksoppervlak van het bouwwerk 100 m² of meer bedraagt, doch minder dan 500 m²:

 

1.028,65

2.3.5.3

indien het gebruiksoppervlak van het bouwwerk 500 m² of meer bedraagt, doch minder dan 1.000 m²:

 

1.360,40

2.3.5.4

indien het gebruiksoppervlak van het bouwwerk 1.000 m² of meer bedraagt, doch minder dan 1.500 m²:

 

1.559,55

2.3.5.5

indien het gebruiksoppervlak van het bouwwerk 1.500 m² of meer bedraagt:

 

1.791,80

 

vermeerderd met

 

164,30

 

voor elke 500 m² of gedeelte daarvan boven de 2.000 m²

 

 

 

2.3.5.6

Voor het aanpassen van een bestaande omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, voor een bouwwerk dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel wordt veranderd of wordt vergroot, worden de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel wordt veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal het gebruiksoppervlak van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.

 

2.3.5.7

           

Voor het aanpassen van een bestaande omgevingsvergunning, die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, voor een veranderd gebruik, zonder dat sprake is van een verbouwing of anderszins, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n) die worden vernieuwd, veranderd of vergroot

 

 

 

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

 

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die gemeentelijk verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief 20% van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten,

met een minimum van:

 

174,90

 

met een maximum van:

 

2.011,35

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die verordening vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

134,05

 

 

 

 

 

2.3.7

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.8

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2:6 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’ een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

209,40

 

 

 

 

 

2.3.10

Vellen (kappen)

 

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van een door het college aangewezen Waardevolle houtopstand en als zodanig opgenomen op de “Bomenkaart; vergunningplichtige houtopstanden” en waarvoor dus op grond van artikel 4:10 van de Algemene plaatselijke verordening Breda 2014 een ontheffing middels een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.2., eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, is vereist bedraagt het starttarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

 

 

 

425,70

 

Voor een boom (al dan niet onderdeel van een Groengebied) wordt het starttarief vermeerderd met

tot een maximum van vier bomen, per boom

 

38,00

 

Voor elke 100 m2 oppervlakte Landschapselement of gedeelte daarvan wordt het starttarief vermeerderd met

 

38,00

 

tot een maximum van 400 m2

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van artikel 2:4 van de Algemene plaatselijke verordening Breda 2014 een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

 

217,25

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

 

217,25

 

 

 

 

 

2.3.12

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.13

Flora- en Fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief , onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

300,00

 

 

 

 

 

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

 

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

183,85

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

 

  • a.

    als het een gemeentelijke verordening betreft

 

183,85

 

  • b.

    als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

 

183,85

 

 

 

 

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

 

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

 

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

 

91,70

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

 

91,70

 

 

 

 

 

2.3.17

Verklaring van geen bedenkingen

 

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

 

 

 

  • a.

    indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

 

306,45

 

  • b.

    indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

 

306,45

 

 

 

 

 

2.3.18

Uitgebreide procedure

 

 

 

 

Indien voor de aanvraag omgevingsvergunning de uitgebreide procedure moet worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.10 van de Wabo en de ter inzagelegging van het ontwerpbesluit heeft plaatsgevonden wordt eenmalig een toeslag berekend van:

 

349,80

 

2.3.19

Afwijkende tarieven omgevingsvergunning met betrekking tot artikel 3.1, tweede lid, Wro

 

 

 

2.3.19.1

Het tarief dat voortvloeit uit de berekening genoemd onder 2.3.1.1 wordt verminderd met 9%, indien de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van de Wro.

 

 

 

2.3.19.2

De artikelen 2.3.2, 2.3.3.1 t/m 2.3.3.4, 2.3.4.1 t/m 2.3.4.5 en 2.3.4.7 blijven buiten toepassing indien de aanvraag dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van de Wro.

 

 

 

 

2.3.20

Ontheffing geluid en trillingen

 

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien er sprake is van een verzoek om ontheffing veroorzaken geluidshinder ingevolge artikel 8.3 Bouwbesluit 2012 of een verzoek om ontheffing trillingsterkte ingevolgde artikel 8.4 Bouwbesluit 2012:

 

 

400,15

2.3.21

Advies

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten.

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag voor een initiatiefplan als bedoeld in onderdeel 2.2.1 worden de volgende geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in onderdeel 2.3:

 

  • a.

    50% van de geheven leges op grond van onderdeel 2.2.1.1;

  • b.

    50% van de geheven leges voor het eerste advies op grond van onderdeel 2.2.1.2;

  • c.

    de geheven leges op grond van onderdeel 2.2.1.3.

  • d.

    de geheven leges op grond van onderdeel 2.2.1.4., indien is verzocht om af te wijken van de verboden als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wabo juncto artikel 2.12, lid 1 onder a, onderdeel 2 van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking voor het gebruik).

Hierbij geldt als voorwaarde dat het om hetzelfde project gaat en het beoordeelde initiatiefplan als bedoeld in onderdeel 2.2.1 met een positief advies is afgerond.

Onderdelen b en c worden alleen in mindering gebracht indien op grond van onderdeel 2.3.1 een tarief is verschuldigd.

De totale vermindering is nooit meer dan het totale legesbedrag dat voor de aanvraag omgevingsvergunning is verschuldigd.

  

Hoofdstuk 5 Afwijkende tarieven

 

2.5.1

Tarief bij buiten behandeling stellen aanvraag

Indien een aanvraag om omgevingsvergunning incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet of onvoldoende completeert, bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 2.3.1 tot en met 2.3.18:

 

 

 

2.5.1.1

Indien het projectonderdeel met betrekking tot een activiteit compleet is:

 

 

Nihil

 

anders:

 

 

 

2.5.1.2

Bouwactiviteiten:

Een percentage van 15 van het tarief als genoemd onder 2.3.1.1 met een minimum van

 

58,30

 

en een maximum van

 

332,35

2.5.1.3

Aanleg- en sloopactiviteiten op grond van bestemmingsplan

 

53,65

2.5.1.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Nihil

2.5.1.5

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

  • -

    bij binnenplanse ontheffing, tijdelijke ontheffing en de ontheffing voor de zogenaamde kruimelgevallen, een tarief van

 

58,30

 

  • -

    bij de buitenplanse ontheffing dan wel afwijking van het exploitatieplan een percentage van 10 van het tarief met een maximum van

 

91,45

2.5.1.6

Het in gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot de brandveiligheid: een percentage van 10 van het tarief als genoemd in 2.3.5 met een maximum van

 

178,25

2.5.1.7

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten: een percentage van 10 van het tarief als genoemd onder 2.3.1.1 met een minimum van

 

58,30

 

en een maximum van

 

332,35

2.5.1.8

Aanleggen van een uitweg/ inrit:

 

27,85

2.5.1.9

Vellen (kappen):

 

27,85

   

 

 

 

 

2.5.2

Tarief bij intrekken aanvraag

Indien een aanvraag om omgevingsvergunning op verzoek van de aanvrager wordt ingetrokken bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 2.3.1 tot en met 2.3.18:

 

 

 

2.5.2.1

Bouwactiviteiten:

Een percentage van 15 van het tarief als genoemd onder 2.3.1.1 met een minimum van

 

58,30

 

en een maximum van

 

332,35

2.5.2.2

Aanleg- en sloopactiviteiten op grond van bestemmingsplan:

 

53,65

2.5.2.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit:

 

 

Nihil

2.5.2.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

 

 

 

 

  • -

    bij binnenplanse ontheffing, bij tijdelijke ontheffing en de ontheffing voor de zogenaamde kruimelgevallen

 

58,30

 

  • -

    en percentage van 10 van het tarief bij de buitenplanse ontheffing dan wel afwijking van het exploitatieplan met een maximum van

 

91,45

2.5.2.5

Het in gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot de brandveiligheid: een percentage van 10 van het tarief als genoemd in 2.3.5 met een maximum van

 

178,25

2.5.2.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten: een percentage van 10 van het tarief als genoemd onder 2.3.1.1 met een minimum van

 

58,30

 

en een maximum van

 

332,35

2.5.2.7

Aanleggen van een uitweg/ inrit:

 

27,85

2.5.2.8

Vellen (kappen):

 

27,85

2.5.2.9

Opslag roerende zaken:

 

27,85

 

 

 

 

 

2.5.3

Weigeren vergunning

Als een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit de activiteiten bouwen, monumenten, brandveilig gebruik of vellen (kappen) wordt geweigerd geldt voor die onderdelen een afwijkend tarief conform het hierna bepaalde:

 

 

 

2.5.3.1

Bouwactiviteiten:

Een percentage van 20 van het tarief als genoemd 2.3.1.1 met een minimum van

 

134,05

 

en een maximum van

 

670,45

2.5.3.2

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid: een percentage van 60 van het tarief als genoemd in 2.3.5.1 t/m 2.3.5.5 met een maximum van

 

356,55

2.5.3.3

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten: een percentage van 15 van het tarief als genoemd in 2.3.1.1 met een minimum van

 

134,05

 

en een maximum van

 

670,45

2.5.3.4

Activiteiten met betrekking tot het vellen (kappen) van een waardevolle houtopstand: een percentage van 50 van het starttarief als genoemd in 2.3.10

 

212,85

2.5.3.5

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking (waarbij de vergunning is verleend) bij rechterlijke uitspraak

 

 

 

2.5.3.6

Aanleg- en sloopactiviteiten op grond van bestemmingsplan: een percentage van 50 van het starttarief als genoemd in 2.3.2:

 

268,20

 

 

 

 

 

2.5.4

Vergunningvrij

Indien voor een vergunningsvrije bouwactiviteit op grond van de Wabo, op verzoek van de aanvrager een besluit vergunningsvrij wordt afgegeven, is het tarief bij 2.2.1.1 van toepassing.

 

 

 

   

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

 

2.6

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

 

 

 

2.6.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, waarvoor op grond van onderdeel 2.3.1 leges zijn verschuldigd tot een bedrag van meer dan € 1.049,40 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits de aanvraag is ingediend binnen twee jaar na de datum van vergunningverlening en van deze vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 50% van het op grond van onderdeel 2.3.1 verschuldigde bedrag

 

 

 

2.6.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.6.1 van toepassing is:

 

116,60

  

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

 

320,65

  

Hoofdstuk 8 Wet ruimtelijke ordening / Wet geluidhinder

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro);

 

 

 

 

  • a.

    Indien sprake is van een initiatief waarvan op grond van de Wabo een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is vereist: 2,50% van de bouwkosten met een minimum van

 

5.571,15

 

en een maximum van

 

66.852,80

 

  • b.

    Indien geen sprake is van een bouwactiviteit een bedrag van

 

8.737,60

 

 

 

 

 

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a. van de Wro:

 

 

 

 

  • a.

    Indien sprake is van een initiatief waarvan op grond van de Wabo een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is vereist: 2,50% van de bouwkosten met een minimum van

 

5.571,15

 

en een maximum van

 

66.852,80

 

  • b.

    Indien geen sprake is van een bouwactiviteit een bedrag van

 

8.737,60

 

 

 

 

 

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder b. van de Wro:

 

 

 

 

  • a.

    Indien sprake is van een initiatief waarvan op grond van de Wabo een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is vereist: 2,50% van de bouwkosten met een minimum van

 

5.571,15

 

en een maximum van

 

66.852,80

 

  • b.

    Indien geen sprake is van een bouwactiviteit een bedrag van

 

8.737,60

 

 

 

 

 

2.8.4

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het opnemen van een initiatief in een vast te stellen bestemmingsplan, voor een gebied groter dan de betreffende locatie, als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), een bedrag van

 

4.294,45

 

 

 

 

 

2.8.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing hogere waarde als bedoeld in of krachtens de artikelen 47 en volgende (industrielawaai) en 83 en volgende (wegverkeerslawaai) van de Wet geluidhinder of artikel 4.10 en volgende (spoorweglawaai) van het Besluit geluidhinder:

 

1.095,10

 

 

 

 

 

2.8.6

Afwijkende tarieven met betrekking tot artikel 3.1, tweede lid, Wro.

De artikelen 2.8.2 en 2.8.3 blijven buiten toepassing indien de aanvraag dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van de Wro.

 

 

 

  

Hoofdstuk 9 Woningwet

 

2.9.1

Vervallen

 

2.9.2

Vervallen

2.9.3

Bouwverordening 1965

 

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vrijstelling als bedoeld in artikel 352, lid 4, van de ‘Bouwverordening 1965’ jo artikel 12.6 Bouwverordening 2007.

 

185,10

2.9.4

Vervallen

 

 

 

  

Hoofdstuk 10 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving

Vervallen

    

Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde diensten

Vervallen

   

Titel 3: Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

  

Hoofdstuk 1 Horeca

 

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in:

 

 

 

3.1.1.1

artikel 4, eerste lid van de ‘Drank- en Horecaverordening Breda 2014’

 

391,90

3.1.1.2

artikel 10, eerste lid onder c. van de ‘Drank- en Horecaverordening Breda 2014’

 

382,30

3.1.1.3

artikel 10, eerste lid onder h. van de ‘Drank- en Horecaverordening Breda 2014’

 

123,75

 

 

 

 

 

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3, van de Drank- en Horecawet voor het exploiteren van een horecabedrijf of slijtersbedrijf:

 

 

 

3.1.2.1

bij wijziging van leidinggevende(n), niet zijnde de ondernemer

 

262,15

3.1.2.2

in de overige gevallen

 

492,95

 

 

 

 

 

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35, eerste lid van de Drank- en Horecawet voor het schenken van zwakalcohol-houdende dranken bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard

 

123,75

 

 

 

 

 

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet voor het schenken van zwak alcoholhoudende dranken bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard in een paracommerciële inrichting

 

123,75

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het houden van:

 

 

 

3.2.1.1

een C- evenement als bedoeld in artikel 2:12, lid 6 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’ voor maximaal één jaar

 

3.183,30

3.2.1.1.1

een C-evenement als bedoeld in artikel 2:12, lid 6 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’ afgegeven voor de periode van maximaal twee jaar

 

3.556,35

3.2.1.2

een B-evenement als bedoeld in artikel 2:12, lid 5 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’ voor maximaal één jaar

 

2.171,05

3.2.1.2.1

een B-evenement als bedoeld in artikel 2:12, lid 5 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’ afgegeven voor de periode van maximaal twee jaar

 

2.308,55

3.2.1.3

vervallen

 

 

 

3.2.1.3.1

vervallen

 

 

 

3.2.1.4

vervallen

 

 

 

  

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven en coffeeshops

 

3.3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een escortvergunning:

 

541,60

3.3.1.2

indien de escortvergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.3.1.1:

 

494,50

3.3.1.3

bij wijziging van leidinggevende(n), niet zijnde de ondernemer:

 

262,15

 

 

 

 

 

3.3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een seksinrichtingsvergunning

 

974,55

3.3.2.2

Indien de seksinrichtingsvergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.3.2.1

 

 

 

596,75

3.3.2.3

bij wijziging van leidinggevende(n), niet zijnde de ondernemer

 

262,15

3.3.2.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een gedoogverklaring als bedoeld in de Nota coffeeshopbeleid Breda 2017:

 

498,35

  

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

 

3.4.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een vergunning voor het splitsen van een gebouw in één of meer appartementen als bedoeld in de ‘Huisvestingsverordening Breda 2015’:

 

 

 

 

  • a.

     indien de woningen ouder dan 10 jaar zijn, een basistarief van

 

540,20

 

vermeerderd per te splitsen appartement met

 

135,05

 

  • b.

    indien de woningen 10 jaar dan wel jonger zijn een basistarief van

 

405,20

 

vermeerderd per te splitsen appartement met

 

101,30

 

 

 

 

 

3.4.2

Wordt de aanvraag ingetrokken dan bedragen de leges 20% van op grond van 3.4.1 berekende tarief met een minimum van het aldaar genoemde basistarief.

 

 

 

 

 

 

 

 

3.4.3

Indien in geval van een incomplete aanvraag de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld zijn incomplete aanvraag te completeren, wordt het overeenkomstig 3.4.1 berekende bedrag vermeerderd met 5% en een maximum van

 

145,45

 

 

 

 

 

3.4.4

Indien de aanvraag incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet of onvoldoende completeert, bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.4.1: 20% van het tarief als genoemd onder 3.4.1 met een minimum van het basistarief.

 

 

 

 

 

 

 

 

3.4.5

Indien de vergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 3.4.1: 20% van het tarief als genoemd onder 3.4.1 met een minimum van het basistarief.

 

 

 

 

 

 

 

 

3.4.6

Het tarief voor het wijzigen van een eerder verleende vergunning wordt overeenkomstig artikel 3.4.1 bepaald, echter met dien verstande dat als aantal te splitsen appartementen wordt genomen het verschil is tussen de nieuwe en de oude situatie.

 

 

 

 

 

 

 

 

3.4.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen aan een aanvraag ter beoordeling of een vergunning voor het splitsen van een gebouw in één of meer appartementen als bedoeld in de “Huisvestingsverordening Breda 2015” is vereist.

 

145,75

  

Hoofdstuk 5 Exploitatievergunning

 

3.5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

 

 

3.5.1

een exploitatievergunning als bedoeld in afdeling 2:33 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014’, artikel 2:34 voor smart-, head- en belshops en internetcafé’s

 

498,35

3.5.1.1

bij wijziging van leidinggevende, niet zijnde de ondernemer

 

262,15

3.5.2

een exploitatievergunning als bedoeld in afdeling 2:20 van de ‘Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014’, artikel 2:21 voor horecabedrijven (droge horeca)

 

498,35

3.5.2.1

bij wijziging van leidinggevende, niet zijnde de ondernemer

 

262,15

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Vervallen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Kabels en leidingen

 

 

 

 

 

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van vergunning als bedoeld in artikel 8 van de ‘Energie-, water- en telecomverordening Breda 2009’:

 

397,60

3.7.2

indien de aanvraag betrekking heeft op een tracé van 100 tot en met 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 3.7.1 per strekkende meter vermeerderd met

 

0,40

3.7.3

indien de aanvraag betrekking heeft op een tracé langer dan 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 3.7.1 vermeerderd met

 

369,30

 

alsmede per strekkende meter boven de 1.000 meter met

 

0,17

  

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

3.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

3.8.1.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:1, tweede lid van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’ (geluidhinder in de open lucht)

 

7,55

3.8.1.2

 

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning, als bedoeld in artikel 2:4 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’:

 

 

 

3.8.1.2.1

 

voor een werkterrein, zijnde ingebruikname van openbare gemeentegrond ten behoeve van de uitvoering van werken al dan niet omgeven door een fysieke afscheiding

 

217,25

3.8.1.2.2

voor uitstallingen van goederen en materialen voor of ten behoeve van verkoop en overige objecten, niet onderdeel uitmakende van evenementen

 

118,35

3.8.1.2.3

voor het aanbrengen van stoffen of voorwerpen op of aan de openbare plaats

 

270,35

3.8.1.2.4

voor het plaatsen van een bouwbord of bewegwijzeringsbord

 

144,20

 

 

 

 

 

3.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in:

 

 

 

3.8.2.1

artikel 5:6 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’ (ten behoeve van het parkeren van caravans e.d. op wegen binnen de bebouwde kom van de gemeente Breda)

 

43,50

3.8.2.2

artikel 5:7 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’ (ten behoeve van het parkeren van reclamevoertuigen op de weg)

 

43,50

3.8.2.3

artikel 5:8 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’ (ten behoeve van het parkeren van grote voertuigen binnen de bebouwde kom van de gemeente Breda)

 

43,50

 

 

 

 

 

3.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het hebben van een uitstallingsvergunning, als bedoeld in artikel 2:4 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’ juncto artikel 5 van de ‘Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005’

 

270,35

 

 

 

 

 

3.8.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

 

3.8.4.1

tot het verlenen van een vergunning voor het plaatsen van een terras, als bedoeld in artikel 2:4 van de ‘Algemene plaatselijke verordening Breda 2014’ juncto artikel 10 van de ‘Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005’:

 

 

 

 

a. voor een terrasvergunning welke onderdeel uitmaakt van een evenement

 

159,50

 

b. voor een terrasvergunning welke géén onderdeel uitmaakt van een evenement

 

364,55

3.8.4.2

voor een wijziging of verlenging van een verleende terrasvergunning welke géén onderdeel uitmaakt van een evenement

 

281,80

 

 

 

 

 

3.8.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

Het verlenen van een vergunning, bedoeld in artikel 3 van de ‘Verordening op logeer- en/of kamerverhuurinrichtingen’:

 

73,35

 

vermeerderd voor iedere kamer waarop de aanvraag betrekking heeft met:

 

14,65

 

 

 

 

 

3.8.6

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het leggen van kabels en leidingen in openbare gemeentegrond op basis van artikel 2:5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014

 

397,60

3.8.6.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een tracé van 100 tot en met 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 3.8.6 vermeerderd met € 0,39 voor elke strekkende meter.

 

 

 

3.8.6.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op een tracé langer dan 1.000 strekkende meter wordt het bedrag vermeld in onderdeel 3.8.6 vermeerderd met € 350,00 en € 0,17 per strekkende meter boven de 1.000 meter.

 

 

 

 

 

 

 

 

3.8.7

vervallen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Behorende bij raadsbesluit d.d. 21 december 2017

 

Voor eensluidend afschrift,

 

,de griffier.

Naar boven