Verordening op de heffing en de invordering van leges 2018

 

De raad van de gemeente Baarle-Nassau  

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017,

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h  en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet  en de artikelen 2, tweede lid , en 7 van de Paspoortwet ;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 201 8

(Legesverordening 2018)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loop van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loop van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse

identiteitskaart of een reisdocument ;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

1.Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening  (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.2.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, alsmede een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6, Titel 3, Brandbeveiligingsverordening, van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien de vergunning wordt aangevraagd ten behoeve van:

    • 1.

      volledig niet-commerciële kleinschalige buurtactiviteiten;

    • 2.

      volledig niet-commerciële activiteiten, die gratis toegankelijk zijn en die voor en door particulieren worden georganiseerd;

    • 3.

      een evenement, welke zonder winstoogmerk bestemd is voor inwoners van deze gemeente, en zelfstandig georganiseerd en uitgevoerd wordt door een vereniging of instelling die zich, blijkens haar statuten, de uitoefening van activiteiten van algemeen maatschappelijke en/of sociaal-culturele aard ten doel stelt en waarvan – eventuele - baten volledig ten goede komen aan die doeleinden dan wel aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI),

waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers

  • d.

    bewijs van in leven zijn, ter verkrijging van enige uitkering ten laste van een openbaar lichaam;

  • e.

    beschikkingen of afschriften van aanstelling, benoeming, bevordering enz. met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • f.

    het raadplegen van de bij de gemeente beschikbare informatie uit de Basisregistratie Kadaster door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • g.

    diensten, door openbare besturen, ambtenaren of openbare instellingen in het openbaar belang verzocht, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen in deze verordening is voorzien.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet  bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990  moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet  is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3.

    In afwijking van artikel 4:90, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt in geval van contante betaling geen kwitantie afgegeven.

  • 4.

    Indien de leges op het moment van het in behandeling nemen van een aanvraag om een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.8 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit basisregistratie personen);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2017’ laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 14 juni 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Baarle-Nassau 2018’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2017.

DE RAAD VOORNOEMD

de heer H.H. Dame, mevrouw M.H.M.R. de Hoon-Veelenturf,

Griffier Voorzitter

Naar boven