Verordening op de heffing en de invordering reinigingsrechten 2018 gemeente Alkmaar

De raad van de gemeente Alkmaar;

 

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, bijlage nr 2017- ;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

gelet op het advies van de commissie Bestuur en Middelen;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering reinigingsrechten 2018

(Verordening reinigingsheffingen 2018)

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid zowel periodiek als niet periodiek worden ingezameld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reinigingsrechten worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De reinigingsrechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten die per kwartaal worden geheven, is het belastingkwartaal gelijk aan het kalenderkwartaal, waarbij het eerste kwartaal aanvangt op 1 januari.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 1 en 2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel behorende bij deze verordening worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De rechten bedoeld in 1.1 tot en met 2.4.8 en 2.6 van de tarieventabel behorende bij deze verordening zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar, respectievelijk belastingkwartaal of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar , respectievelijk belastingkwartaal aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde, respectievelijk derde gedeelten van de voor dat jaar, respectievelijk kwartaal verschuldigde rechten als er in dat jaar, respectievelijk kwartaal, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar, respectievelijk belastingkwartaal eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde, respectievelijk derde gedeelten van de voor dat jaar, respectievelijk kwartaal verschuldigde rechten als er in dat jaar, respectievelijk kwartaal, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    In afwijking van het voorgaande lid vindt ontheffing van de rechten als bedoeld in 1.1 en 1.2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening alleen plaats na restitutie van het aantal ter beschikking gestelde afvalzakken als in de periode waarover aanspraak op de restitutie bestaat maximaal zou kunnen worden aangeboden.

  • 5.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

Artikel 8 Verschuldigd bij aanvang

De rechten bedoeld in 2.5 tot en met 2.5.4 en hoofdstuk 3 van de tarieventabel behorende bij deze verordening zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen

Artikel 9 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten

  • 1.
    • a.

      de rechten bedoeld in 1.1. en 1.2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet;

    • b.

      in afwijking van het gestelde onder a geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen steeds één maand later.

  • 2.

    de rechten bedoeld in 1.4 van tarieventabel behorende bij deze verordening worden betaald ingeval de kennisgeving mondeling wordt gedaan, op het moment van de kennisgeving en indien de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

  • 3.

    de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4.

    de rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel behorende bij deze verordening moeten worden betaald:

    • -

      in geval van kennisgeving mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • -

      in geval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving en,

    • -

      in geval de kennisgeving wordt toegezonden: binnen 30 dagen na de toezending.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Machtiging van het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven die zijn opgenomen in hoofdstuk 2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 12 Overgangsrecht

De Verordening op de heffing en de invordering afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de datum waarop die verordening is ingetrokken hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Reinigingsheffingen 2018.

 

Alkmaar, 14 december 2017

De raad voornoemd,

P.M. Bruinooge, voorzitter.

F.A.J.M. van Beek, griffier.

Bijlage 1 Tarieventabel reiniging

Tarieventabel behorende bij de verordening reinigingsheffingen 2018

 

Nummer

Omschrijving

Bedrag €

 

 

 

Hoofdstuk 1 Bedrijfsafval van beperkte omvang 

 

 

 

 

1.1

Het recht voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid bedraagt per belastingjaar:

 

1.1.1

voor maximaal drie al dan niet ter beschikking gestelde zakken vuil per wekelijkse inzameling;

250,83

1.1.2

voor de eerste rolemmer per tweewekelijkse inzameling.

250,83

1.2

Indien bij de periodieke inzameling gemiddeld meer dan 3 zakken vuil of meer dan 1 rolemmer door dezelfde belastingplichtige ter inzameling worden aangeboden, wordt het bedrag van 1.1.1 vermeerderd met:

 

1.2.1

voor elke zak vuil boven de eerste drie, waarbij het gemiddelde naar boven wordt afgerond op hele zakken;

100,38

1.2.2

voor elke volgende rolemmer.

250,83

1.3

Op het moment van uitgifte van afvalzakken bestaat recht op het aantal zakken dat op grond van 1.1 en 1.2 maximaal mag worden aangeboden gedurende het resterende belastingjaar.

 

1.4

Onverminderd het bepaalde in 1.1 en 1.2 bedraagt het recht voor het ter beschikking stellen van een extra afvalzak, per afvalzak

2,41

1.5

De tarieven in 1.1.1 tot en met 1.2.2 zijn exclusief omzetbelasting.

 

1.6

Het tarief in 1.4 is inclusief omzetbelasting.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Bedrijfsafval per container 

 

 

 

2.1

240 liter container

 

 

Het recht voor het beschikbaar stellen, het gebruik en het ledigen van een 240 liter bedrijfsafvalcontainer en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen bedraagt per kwartaal bij lediging:

 

2.1.1

éénmaal per maand

29,37

2.1.2

éénmaal per veertien dagen

58,75

2.1.3

éénmaal per week

117,34

2.1.4

tweemaal per week

234,89

2.1.5

driemaal per week

352,01

2.1.6

viermaal per week

469,40

2.1.7

vijfmaal per week

586,79

2.1.8

verhoogd per extra lediging met,

9,09

 

 

 

2.2

750 liter container

 

 

Het recht voor het beschikbaar stellen, het gebruik en het ledigen van een 750 liter bedrijfsafvalcontainer en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen bedraagt per kwartaal bij lediging:

 

2.2.1

éénmaal per maand

76,93

2.2.2

éénmaal per veertien dagen

141,83

2.2.3

éénmaal per week

271,82

2.2.4

tweemaal per week

519,69

2.2.5

driemaal per week

744,45

2.2.6

viermaal per week

992,76

2.2.7

vijfmaal per week

1240,89

2.2.8

verhoogd per extra lediging met,

21,12

 

 

 

2.3

1.100 liter container

 

 

Het recht voor het beschikbaar stellen, het gebruik en het ledigen van een 1.100 liter bedrijfsafvalcontainer en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen bedraagt per kwartaal bij lediging:

 

2.3.1

éénmaal per maand

93,59

2.3.2

éénmaal per veertien dagen

172,14

2.3.3

éénmaal per week

304,14

2.3.4

tweemaal per week

569,19

2.3.5

driemaal per week

835,55

2.3.6

viermaal per week

1097,05

2.3.7

vijfmaal per week

1360,41

2.3.8

verhoogd per extra lediging met,

23,02

 

 

 

2.4

1.600 liter container

 

2.4.1

Het recht voor het beschikbaar stellen, het gebruik en het ledigen van een 1.600 liter bedrijfsafvalcontainer en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen bedraagt per kwartaal bij lediging:

 

2.4.2

éénmaal per maand

98,89

2.4.3

éénmaal per veertien dagen

197,68

2.4.4

éénmaal per week

394,89

2.4.5

tweemaal per week

789,88

2.4.6

driemaal per week

1184,82

2.4.7

viermaal per week

1579,61

2.4.8

vijfmaal per week

1964,09

 

verhoogd per extra lediging met,

30,42

 

 

 

2.5

Tijdvak korter dan één maand

 

 

Indien een container beschikbaar wordt gesteld voor een tijdvak korter dan één maand bedraagt het recht inclusief bezorging, één lediging en ophalen voor een bedrijfsafvalcontainer van;

 

2.5.1

240 liter

79,72

2.5.2

750 liter

91,70

2.5.3

1.100 liter

93,70

2.5.4

1.600 liter

100,43

 

 

 

2.6

Korting bij gelijktijdige lediging op één adres

 

 

Indien op één adres gelijktijdig meer containers worden geledigd, worden de rechten voor de tweede en volgende container verminderd met 5%, met dien verstande dat vermindering verleend wordt voor de container die in het laagste tarief valt.

 

2.7

Omzetbelasting

 

 

De in dit hoofdstuk genoemde tarieven zijn exclusief omzetbelasting

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Dierplagen bestrijden 

 

 

 

3.1

Voor het bestrijden van dierplagen bedraagt het recht per kwartier of gedeelte hiervan op werkdagen tussen 08.00 en 17.00 uur, met dien verstande dat;

26,74

3.1.1

het starttarief voor het bestrijden van wespen en hommels is, voor reistijd en het eerste kwartier,

53,49

3.1.2

het starttarief voor het bestrijden van kakkerlakken, vlooien en voorraadinsecten is, voor reistijd en het eerste kwartier,

53,49

3.1.3

het starttarief voor het bestrijden van muizen is, voor reistijd en het eerste halfuur.

80,24

3.1.4

Geen rechten worden geheven voor het bestrijden van ratten in percelen welke in gebruik zijn bij een particuliere huishouding, tenzij er sprake is van verwijtbare schuld.

0,00

3.1.5

Voor het determineren van plaagdieren is het starttarief, voor reistijd en het eerste halfuur,

53,49

3.1.6

daarna bedraagt het recht per kwartier of gedeelte hiervan.

26,74

3.1.7

De in dit hoofdstuk genoemde tarieven zijn inclusief omzetbelasting.

 

    

Alkmaar, 14 december 2017

 

De raad voornoemd,

 

P.M. Bruinooge, voorzitter.

  

F.A.J. M. van Beek, griffier.

 

Naar boven