Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2018 gemeente Utrecht

De raad van de gemeente Utrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 september 2017 met kenmerk 4496882

gelet op artikel 225 en 228 van de Gemeentewet en de vigerende Parkeerplaatsenverordening; gezien het advies van de commissie Mens en Samenleving van 25 oktober 2017

besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2018 gemeente Utrecht

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 (Stb. 459);

b. voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990, met dien verstande dat fietsen en bromfietsen niet als voertuig worden beschouwd;

c. motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

d. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

e. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig, dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 475) aangehouden register van opgegeven kentekens, als houder wordt aangemerkt degene wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

f. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van centrale parkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

g. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren wordt geregeld door parkeerapparatuur;

h. centrale computer:een computer van de gemeente dan wel een computer van het bedrijf of de instantie waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel;

i. dagkaart: een parkeerkaart, welke na het voldoen van parkeerbelasting op aangifte, bij aanvang van het parkeren afgegeven wordt door parkeerapparatuur en waarmee tegen een gereduceerd tarief tot aan het einde van de betreffende periode waarover parkeerbelasting is verschuldigd, geparkeerd kan worden op de op de parkeerkaart aangegeven parkeerapparatuurplaatsen;

j. avondkaart: een parkeerkaart, welke na het voldoen van parkeerbelasting op aangifte, bij aanvang van het parkeren, afgegeven wordt door parkeerapparatuur en

waarmee tegen een gereduceerd tarief vanaf 19.00 uur tot aan het einde van de betreffende periode waarover parkeerbelasting is verschuldigd, geparkeerd kan worden op de op de parkeerkaart aangegeven parkeerapparatuurplaatsen;

k. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

1 is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 of

2 is gelegen binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1

van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd of

 

3 van gemeentewege is gemarkeerd voor het parkeren door vergunninghouders;

l. parkeervergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;

m. vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

n. houder gehandicaptenparkeerkaart: de natuurlijke persoon aan wie een Europese gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt;

o. vergunning voor huur- en leenauto's:een vergunning, afgegeven aan een bewoner van een bepaald deelrayon ten behoeve van het tijdelijk parkeren van een voertuig dat niet op naam van de bewoner staat, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen in het betreffende (deel)rayon:

p. bezoekersvergunning: een vergunning, afgegeven aan een bewoner van een bepaald (deel)rayon ten behoeve van zijn bezoek, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen in het betreffende (deel)rayon;

q. mantelzorgvergunning: een vergunning, afgegeven aan een bewoner van een bepaald deelrayon ten behoeve van zijn mantelzorger(s), krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen in het betreffende (deel)rayon;

r. thuiszorgvergunning:een vergunning, afgegeven aan een bewoner van een bepaald deelrayon ten behoeve van zijn thuiszorger(s), krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen in het betreffende (deel)rayon;

s. kraamzorgvergunning:een vergunning, afgegeven aan een bewoner van een bepaald deelrayon ten behoeve van zijn kraamzorger(s), krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op de daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen in het betreffende (deel)rayon;

t. autodate-vergunning: een vergunning, afgegeven aan een autodate-organisatie voor een voertuig, waarvan de organisatie de houder is en waartoe aan die organisatie een belanghebbendenplaats is toegekend in het (deel)rayon, krachtens welke het is toegestaan het voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen in het betreffende (deel)rayon;

u. rayon: een gedeelte van de stad waar, ingevolge een aanwijzingsbesluit, betaald moet worden voor het parkeren;

v. deelrayon: gedeelte van een rayon.

w. venstertijd: de tijden waarbinnen parkeerbelasting verschuldigd is voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen;

x. winkelstraatregime:een gedeelte van een winkelstraat waar van maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 18.00 uur en op donderdag tot 21.00 uur niet geparkeerd mag

worden door vergunninghouders, zodat de parkeerplaatsen beschikbaar zijn voor de bezoekers van winkels.

 

 

Artikel 2 Belastbaar feit

1. Onder de naam parkeerbelastingen worden de volgende belastingen geheven:

a. een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

2. Onder de naam parkeerplaatsengeld wordt geheven de belasting als bedoeld in artikel 228 Gemeentewet, terzake van parkeerplaatsgebruik, waaronder moet worden verstaan het afzetten van een parkeerapparatuurplaats of een belanghebbendenplaats dan wel het houden van een voorwerp, niet zijnde een voertuig, op of boven een parkeerapparatuurplaats of een belanghebbendenplaats.

 

 

Artikel 3 Belastingplicht

1. De belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

 

2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

1. indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

2. indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

3. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dat gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

4. De belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

5. Het parkeerplaatsengeld, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt geheven van de degene, die de parkeerapparatuurplaats of belanghebbendenplaats afzet of laat afzetten dan wel de in artikel 2, tweede lid bedoelde voorwerpen, niet zijnde een voertuig, op een parkeerapparatuurplaats of op een belanghebbendenplaats houdt.

 

Artikel 4 Vrijstelling

1. De belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, voor het parkeren van een voertuig op een parkeerapparatuurplaats wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart.

2. De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld

in het eerste lid met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst.

 

 

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

1. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid is de belasting terstond verschuldigd na afloop van het parkeren, indien wordt geheven door middel van het aanmelden bij de centrale computer van de gemeente dan wel van het bedrijf of de instantie waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel.

3. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak waarover de belasting wordt geheven.

4. Het parkeerplaatsengeld, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, is verschuldigd bij de aanvang van de belastingplicht.

 

 

Artikel 6 Belastingtarief, belastingtijdvak en maatstaf van de heffing

Het belastingtarief, belastingtijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en de daarvan deel uitmakende tarieventabel.

 

 

Artikel 7 Wijze van heffing en termijn van betaling

1. De belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

2. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid moet de belasting, indien het inwerkingstellen van de parkeerapparatuur geschiedt door middel van het aanmelden bij de centrale computer van de gemeente dan wel van het bedrijf of de instantie waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel, betaald worden binnen twee maanden na de dag waarop het belastbare feit heeft plaatsgevonden.

 

3. De belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

4. Het parkeerplaatsengeld, bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van de belastingplicht.

5. Een naheffingsaanslag is dadelijk en ineens invorderbaar.

6. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als voldoening op aangifte aangemerkt het inwerking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met

inachtneming van de gestelde voorschriften.

 

 

Artikel 8 Ontheffing van parkeerbelasting

1. Indien de belastingplicht in de loop van een kwartaal aanvangt, is de belasting als bedoeld

in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, verschuldigd voor zoveel maanden van de voor dat kwartaal verschuldigde belasting als er in dat kwartaal, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het kwartaal eindigt, bestaat voor de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, aanspraak op ontheffing voor zoveel maanden van de voor dat kwartaal verschuldigde belasting als er in dat kwartaal, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Deze aanspraak geldt niet voor tijdelijke vergunningen als bedoeld onder artikel 3, vierde en vijfde lid ,van de vigerende Parkeerplaatsenverordening.

3. Indien als direct gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur de vergunninghouder over een gedeelte van het tijdvak waarvoor de vergunning

geldt geen gebruik kan maken van de vergunning, wordt ontheffing verleend over het aantal volle kalendermaanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.

 

 

Artikel 9 Bevoegdheid tot het aanwijzen van parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

 

Artikel 10 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag bedragen, ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, EUR 62,-.

 

 

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

 

Artikel 12 Nadere regels met betrekking tot heffing en invordering

Het bestuur van de belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen.

 

 

Artikel 13 Overgangs- en slotbepalingen

1. Besluiten die in werking zijn getreden ingevolge de artikelen 9 en 12 van eerder vastgestelde Verordeningen parkeerbelastingen, blijven van kracht ingevolge de artikelen 9 en 12 van de Parkeerbelastingverordening 2016 tot het moment waarop ze door het college van burgemeester en wethouders zijn ingetrokken.

2. De Verordening parkeerbelastingen 2017 alsmede de daarbij behorende tarieventabel 2017, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2016 (Gemeenteblad van Utrecht 2016, nr. 161985 ), en de wijzigingsverordening vastgesteld bij raadsbesluit van 6 juli 2017 worden ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

3. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

5. Deze verordening kan worden aangehaald als Parkeerbelastingverordening 2018 gemeente Utrecht.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 9 november 2017,

De griffier,

mr. M. van Hall CMC

De plv. voorzitter gemeenteraad,

M.A. Koning MSc

Tarieventabel parkeerbelastingen en behorende bij de Parkeerbelastingverordening 2018 zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2017

Tarieventabel parkeerbelastingen 2018

 

I. Plaats

 

Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt uitgegaan van de hierna omschreven zones die worden begrensd door de per zone genoemde wegen of gedeelten van wegen, deze wegen of gedeelten van wegen daaronder begrepen.

Voor het parkeren als bedoeld in artikel 2 geldt als: Zone A1:

Het gebied omsloten door Westplein, Leidseveertunnel, spoorlijn (noordelijke richting), Daalsetunnel, Stadsbuitengracht, Moreelsepark, de denkbeeldige lijn tussen Moreelsepark zuidzijde en Mineurslaan, Mineurslaan, Veemarktplein en Croeselaan tot aan Westplein.

 

Zone A2:

Het gebied omsloten door de buitengrens van zone A1, spoorlijn (noordelijke richting), Amsterdamsestraatweg, Bethlehemweg (zelf niet inbegrepen), Stroomstraat, Oudenoord, David van Mollemstraat, Draaiweg, Willem Arntszkade, Willem van Noortplein (met uitzondering van huisnrs. 10 t/m 14 en 15 t/m 19 bis), Van Swindenstraat tot en met huisnr. 59, denkbeeldige lijn zuidwaarts naar Biltsche Grift, Biltsche Grift, Biltstraat (zelf niet inbegrepen), spoorlijn (zuidelijke richting), Burgemeester Reigerstraat, Wilhelminapark (gedeelte tussen huisnummers 27 t/m 64), Julianalaan, denkbeeldige lijn zuidwaarts naar Minstroom, Minstroom tot aan spoorlijn, Abstederdijk (inclusief Abstederhof huisnrs. 1 t/m 9 en 10 t/m 18), Kromme Rijn, Eendstraat, Gansstraat, Laan van Soestbergen, spoorlijn (westelijke richting), Bleekstraat, Vondellaan (zelf niet inbegrepen), Balijelaan (alleen zijde met oneven huisnummers), Merwedekanaal, Billitonkade, Van Koetsveldstraat, Cremerplein en spoorlijn (oostelijke richting).

 

Zone B1:

Het gedeelte van de gemeente niet behorende tot zone A1 en zone A2.

 

II. Tarief en tijdseenheid

 

A. Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt

 

1. op parkeerapparatuurplaatsen per uur, met een minimale betaling van 5 minuten voor:

 

a. Zone A1 EUR 4,71

b. Zone A2 EUR 3,64

c. Zone B1 EUR 2,58

 

2. voor de dagkaart als omschreven in artikel 1 onder i:

 

a. Zone A1 EUR 33,03

b. Zone A2 EUR 25,41

c. Zone B1 EUR 18,14

 

 

3. voor de avondkaart als omschreven in artikel 1 onder j:

a. Zone A1 EUR 16,52

b. Zone A2 EUR 8,70

c. Zone B1 (alleen in deelrayons met venstertijd 9.00 tot 24.00 uur) EUR 7,73

 

 

4. Op parkeerapparatuurplaatsen in het kernwinkelgebied van Leidsche Rijn Centrum:

a. bij een parkeerduur tot en met 60 minuten EUR 0,00

b. bij een parkeerduur vanaf 60 minuten zone B1 EUR 2,58

 

 

B. Het tarief als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt

 

 

1. voor zone A1, voor een:

 

a. eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 23,07

per kwartaal EUR 69,21

b. eerste vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 23,07

per kwartaal EUR 69,21

c. eerste vergunning aan bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel van het rayon voor in het gehele daarmee corresponderende

gebied voor belanghebbendenplaatsen alsmede voor de parkeerapparatuurplaatsen

per maand EUR 23,07

per kwartaal EUR 69,21

d. vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan bewoners die de auto particulier delen afgegeven op

kenteken en geldig in een deel van een rayon

 

per maand EUR 11,54

per kwartaal EUR 34,62

e. vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan bewoners die de auto particulier delen afgegeven op

kenteken en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 11,54

per kwartaal EUR 34,62

f. vergunning voor huur- en leenauto's voor de parkeer- apparatuurplaatsen en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 11,54

per kwartaal EUR 34,62

g. vergunning voor huur- en leenauto's voor de belanghebben- denplaatsen en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 11,54

per kwartaal EUR 34,62

 

h. eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon

per maand EUR 70,52

per kwartaal EUR 211,56

i. tweede vergunning (en meerdere) voor de parkeerapparatuur- plaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon

per maand EUR 141,04

per kwartaal EUR 423,12

 

j. eerste vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon

per maand EUR 70,52

per kwartaal EUR 211,56

k. tweede vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon

per maand EUR 141,04

per kwartaal EUR 423,12

l. eerste vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon, alsmede voor parkeerapparatuurplaatsen in het gehele daarmee corresponderende gebied

per maand EUR 70,52

per kwartaal EUR 211,56

m. tweede vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon, alsmede voor de parkeerapparatuurplaatsen in het gehele daarmee corresponderende gebied

per maand EUR 141,04

per kwartaal EUR 423,12

 

n. autodate-vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan de autodate-organisatie afgegeven op naam en geldig in

een geheel rayon

per maand EUR 23,07

per kwartaal EUR 69,21

o. autodate-vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan

 

de autodate-organisatie afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon

per maand EUR 23,07

per kwartaal EUR 69,21

 

2. voor zone A2, per maand, voor een:

 

a. eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 10,14

per kwartaal EUR 30,42

b. tweede vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 20,28

per kwartaal EUR 60,84

c. vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan bewoners die de auto particulier delen afgegeven op kenteken en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 5,07

per kwartaal EUR 15,21

d. vergunning voor huur- en leenauto's voor de parkeer- apparatuurplaatsen en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 5,07

per kwartaal EUR 15,21

e. eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon

per maand EUR 47,35

per kwartaal EUR 142,05

f. tweede en volgende vergunning voor de parkeerapparatuur- plaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon

per maand EUR 94,70

per kwartaal EUR 284,10

g. autodate-vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan de autodate-organisatie afgegeven op naam en geldig in

een geheel rayon

per maand EUR 10,14

per kwartaal EUR 30,42

 

 

3. voor zone B1, voor een:

 

a. eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 8,12

per kwartaal EUR 24,36

b. tweede vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 16,24

per kwartaal EUR 48,72

c. vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan

 

bewoners die de auto particulier delen afgegeven op kenteken en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 4,06

` per kwartaal EUR 12,18

d. vergunning voor huur- en leenauto's voor parkeer- apparatuurplaatsen en geldig in een deel van een rayon

per maand EUR 4,06

per kwartaal EUR 12,18

e. eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon

per maand EUR 38,65

per kwartaal EUR 115,95

f. tweede en volgende vergunning voor de parkeerapparatuur- plaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon

per maand EUR 77,30

per kwartaal EUR 231,90

g. autodate-vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan de autodate-organisatie afgegeven op naam

en geldig in een geheel rayon

per maand EUR 8,12

per kwartaal EUR 24,36

 

4. voor alle gebieden, voor een:

 

a. vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan marktstandplaatshouders afgegeven op naam en geldig in een deel van het rayon

per jaar EUR 134,64

b. vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan marktstandplaatshouders afgegeven op naam en geldig in een deel van het rayon

per jaar EUR 134,64

 

 

5. voor een bezoekersvergunning (maximaal 70 uur per kwartaal): Het uurtarief is 1/2x tarief kortparkeren (afgerond naar boven).

 

a. voor zone A1:

per uur EUR 2,36

b. voor zone A2:

per uur EUR 1,82

c. voor zone B1:

per uur EUR 1,29

 

6. voor een mantelzorg-, thuiszorg-, kraamzorgvergunning (maximaal 100 uur per kwartaal), :

Het uurtarief is 1/2x tarief kortparkeren (afgerond naar boven).

 

a. voor zone A1:

per uur EUR 2,36

met een maximum per vergunning per kwartaal van EUR 236,00

b. voor zone A2:

per uur EUR 1,82

met een maximum per vergunning per kwartaal van EUR 182,00

 

c. voor zone B1:

per uur EUR 1,29

met een maximum per vergunning per kwartaal van EUR 129,00

 

7. voor een vergunning voor bedrijven die een voertuig gebruiken bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijke werkzaamheden voor zover dit voertuig voor het uitvoeren van

die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie op belanghebbendenplaatsen in één van de rayons

in zone A1moet worden geparkeerd:

a. per dag tot het einde van de betreffende periode waarover

parkeerbelasting is verschuldigd EUR 33,03

b. van maandag tot en met vrijdag en per dag tot het einde van de

betreffende periode waarover parkeerbelasting is verschuldigd EUR 165,17

 

8. Parkeervergunning in alle gebieden op parkeerapparatuurplaatsen

 

a. per dag EUR 42,30

b. per week EUR 190,14

c. per maand EUR 571,86

d. per kwartaal EUR 1.288,76

e. per jaar EUR 3.860,34

 

9. voor een vergunning voor hulpverleners op belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen in de gehele stad, ten behoeve van parkeren tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden

per kwartaal EUR 69,21

 

10. voor een vergunning voor organisaties van culturele evenementen op de belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen

in zone A1, A2 en B1, ten behoeve van parkeren tijdens de uitoefening van productiewerkzaamheden van tijdelijke duur:

a. per dag EUR 21,16

b. per week EUR 95,08

c. per maand EUR 285,94

d. per kwartaal EUR 643,38

e. per jaar EUR 1.930,17

 

C. Het parkeerplaatsengeld als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bedraagt

 

voor het afzetten van een parkeerapparatuurplaats of een belanghebbendenplaats

dan wel het gebruik maken van een parkeerapparatuurplaats of belanghebbendenplaats met een voorwerp, niet zijnde een voertuig

 

1. voor zone A1

a. per dag EUR 17,08

b. per week EUR 75,14

c. per maand EUR 226,47

d. per kwartaal EUR 511,30

e. per jaar EUR 1532,30

 

2. voor zone A2

a. per dag EUR 15,24

b. per week EUR 67,31

c. per maand EUR 202,75

d. per kwartaal EUR 457,12

e. per jaar EUR 1372,26

 

3. voor zone B1

a. per dag EUR 13,45

b. per week EUR 59,45

c. per maand EUR 179,01

d. per kwartaal EUR 403,92

e. per jaar EUR 1212,16

 

Naar boven