Subsidieregeling Revitalisering binnenstad gemeente Schiedam

Het college van de gemeente Schiedam,

gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Schiedam 2017 en in het bijzonder artikel 2 en 3,

 

gelet de ontwikkelingsvisie voor de binnenstad (d.d. 28 juni 2012) en de wens de winkelstructuur in de binnenstad van Schiedam te versterken,

 

besluit vast te stellen de

 

Subsidieregeling Revitalisering binnenstad gemeente Schiedam 2017

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a)

    Aanloopstraten: de straten zoals weergegeven in bijlage 1;

  • b)

    Adviescommissie: een door het college ingestelde adviescommissie, bestaande uit maximaal vijf vertegenwoordigers vanuit de binnenstad, die advies uitbrengt over de subsidieaanvragen;

  • c)

    Ambachtelijke maakbedrijven: bedrijven waarin gespecialiseerde en ambachtelijke vakmensen producten maken, waarbij kwaliteit en niet kwantiteit de boventoon voert;

  • d)

    ASV 2017: Algemene subsidieverordening gemeente Schiedam 2017;

  • e)

    Bestaande onderneming: onderneming die, op het moment van aanvraag van subsidie ingevolge deze regeling, minimaal twee jaar rechtmatig is gevestigd;

  • f)

    Centrumstraten: de straten zoals weergegeven in bijlage 1;

  • g)

    Creatieve industrie: verzamelnaam voor bedrijven gericht op de exploitatie van kunstzinnigheid en intellectueel eigendom, zoals beeldende kunst, ambachten, muziek, reclame, vormgeving en softwareontwikkeling;

  • h)

    Daghoreca: bedrijven die logies en/of bereide maaltijden, snacks en dranken aan gasten verstrekken voor onmiddellijke consumptie;

  • i)

    Detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling tot verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

  • j)

    Gebouw: gebouw of een deel van een gebouw, niet zijnde woonruimte, als bedoeld in artikel 1, lid 1, van de Woningwet;

  • k)

    Ondernemer: de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft;

  • l)

    Onderneming: een bedrijf, zijnde detailhandel, daghoreca, creatieve industrie of ambachtelijke maakindustrie, welke deelneemt aan het economisch verkeer en waaruit minimaal één aanvaardbaar inkomen wordt genoten;

  • m)

    Verplaatsing: verhuizing van een bestaande onderneming, die nu in de aanloopstraten is gevestigd naar een locatie in de centrumstraten of op de Hoogstraat of verhuizing van een bestaande onderneming op de Hoogstraat zelf.

  • n)

    Vestiging: onderneming die zich nieuw vestigt op de Hoogstraat, niet zijnde een verplaatsing;

  • o)

    Werkingsgebied: het gebied van de stimuleringsregeling zoals weergegeven in bijlage 1;

  • p)

    Wijziging: omvorming van een onderneming, waardoor deze voldoet aan de criteria genoemd in artikel 4.

Artikel 2 Doelgroep

De subsidie, op grond van deze regeling, wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a)

    rechtspersonen naar burgerlijk recht, die ondernemer zijn;

  • b)

    natuurlijke personen of een groep van natuurlijke personen, die ondernemer zijn.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie, op grond van deze regeling, kan worden verleend aan een ondernemer die een bijdrage levert aan de versterking van de binnenstad. De subsidie wordt verleend voor de volgende activiteiten:

  • a)

    Op de Hoogstraat: vestiging, verplaatsing vanuit aanloopstraten, verplaatsing op de Hoogstraat zelf of wijziging van een onderneming ingevolge artikel 4;

  • b)

    In de centrumstraten: verplaatsing van een bestaande onderneming vanuit de aanloopstraten of wijziging van een bestaande onderneming ingevolge artikel 4.

Artikel 4 Toetsingscriteria

  • 1.

    De onderneming, genoemd in artikel 3, voldoet aan de volgende twee criteria:

    • a.

      kwaliteit en uitstraling en

    • b.

      uniciteit.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid dient een onderneming minimaal aan één van de drie volgende criteria te voldoen:

    • a.

      vernieuwing;

    • b.

      beleving;

    • c.

      specialisatie.

Artikel 5 Weigeringsgronden

In aanvulling op de in ASV 2017 opgenomen weigeringsgronden, wordt de subsidie geweigerd als:

  • a)

    Met de uitvoering van de betreffende activiteit, waarvoor subsidie is aangevraagd, is begonnen voordat de subsidie is verleend;

  • b)

    De ondernemer of onderneming niet in het bezit is van een geldige huurovereenkomst of niet in het bezit is van de benodigde vergunningen die vereist zijn voor de bedrijfsactiviteiten;

  • c)

    Een aanvrager niet heeft voldaan aan de op hem liggende meldingsplicht ingevolge artikel 3, lid 1 en 5 van de Leegstandsverordening Schiedam 2017;

  • d)

    Ingevolge deze regeling reeds eerder aan de aanvrager subsidie is verleend voor dezelfde activiteit.

Artikel 6 Adviescommissie

  • 1.

    Het college stelt een adviescommissie in die advies uitbrengt over de subsidieaanvraag.

  • 2.

    De commissie bestaat uit viif leden.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd en ontslagen door het college.

  • 4.

    Het college benoemt de adviesleden voor maximaal drie jaar en kan deze benoeming eenmalig met drie jaar verlengen.

  • 5.

    De adviescommissie adviseert binnen vier weken.

  • 6.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien de minderheid dat verlangt.

Artikel 7 De aanvraag

  • 1)

    In afwijking van het bepaalde in artikel 6 van ASV 2017 wordt een aanvraag ingediend uiterlijk zes weken voor aanvang van de te subsidiëren activiteiten.

  • 2)

    Een aanvraag dient, naast de gegevens genoemd in artikel 5 van ASV 2017, een begroting van de subsidiabele kosten te bevatten.

  • 3)

    In aanvulling op het tweede lid, dient een aanvraag tevens te bevatten:

    • a)

      een huurcontract of koopcontract;

    • b)

      een ondernemersplan;

    • c)

      ingeval van een bestaande onderneming: een balans en winst- en verliesrekening van de afgelopen twee jaar;

    • d)

      ingeval van verplaatsing: het huurcontract of eigendomsbewijs inzake het gebouw op het oude adres.

Artikel 8 Subsidiabele kosten, berekening en hoogte subsidiebedrag

  • 1.

    De kosten zijn slechts subsidiabel voor zover deze, zulks ter beoordeling van het college, noodzakelijk zijn voor het verrichten van de betreffende activiteiten en resteren na aftrek van bijdragen van derden.

  • 2.

    Kosten voortvloeiend uit werkzaamheden door de aanvrager zelf dan wel werkzaamheden die niet in de uitoefening van een bedrijf worden verricht, komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde kosten betreffen de kosten exclusief BTW.

  • 4.

    De subsidie bestaat uit een bijdrage in de in het eerste lid genoemde kosten. Het subsidiebedrag is de helft van het bedrag dat de ondernemer zelf investeert, tot het maximum van de in de tabel hieronder genoemde bedragen.

 

Vestiging en v erplaatsing

Wijziging

Plafond subsidiebedrag

Bedrag subsidie is afhankelijk van eigen investering ondernemer

 

€ 22.500

 

€ 12.500

Artikel 9 Verplichtingen

De aanvrager dient na subsidieverlening minimaal twee jaar zijn onderneming gevestigd te houden in het gebouw waarvoor de subsidie is aangevraagd.

Artikel 10 Bevoorschotting

  • 1.

    Het college kan, op verzoek van de aanvrager van een subsidie, bij de beschikking tot subsidieverlening, een voorschot verlenen van maximaal 50% van de verleende subsidie.

  • 2.

    Het voorschot wordt uitbetaald op basis van originele facturen en betaalbewijzen waarop adres, factuurnummer, factuurdatum en een specificatie van de werkzaamheden is vermeld.

Artikel 11 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    In uitzondering op de ASV 2017 dient een aanvrager, twee jaar na afronding van de werkzaamheden, een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde aanvraag tot vaststelling dient te voldoen aan artikel 10 derde lid ASV 2017 en gaat vergezeld van een gespecificeerd overzicht van de kosten, alsmede van originele facturen en betaalbewijzen.

  • 3.

    De in het tweede lid genoemde facturen en betaalbewijzen dienen de volgende gegevens te bevatten: geadresseerde, adres, factuurnummer, factuurdatum, omschrijving en een specificatie van de werkzaamheden.

  • 4.

    Indien niet wordt voldaan aan de verplichting genoemd in artikel 8, dan wordt de subsidie lager vastgesteld, namelijk:

    • a)

      50% lager indien de onderneming binnen het eerste jaar niet meer op het zelfde adres is gevestigd;

    • b)

      25% lager indien de onderneming na het eerste, maar binnen het tweede jaar niet meer op hetzelfde adres is gevestigd.

Artikel 12 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast.

  • 2.

    Het college verdeelt het beschikbare bedrag in volgorde van ontvangst van de complete aanvragen.

  • 3.

    Indien de aanvrager, krachtens artikel 4:5 van de Awb, de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de dag, waarop de aanvulling is ontvangen door de gemeente.

Artikel 13 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 14 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling, treedt in werking op 1 december 2017.

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Revitalisering Binnenstad.

     

Aldus besloten in de vergadering van het college van de gemeente Schiedam dd 21 november 2017,

 

De secretaris,

K. Handstede

de voorzitter,

C.H.J. Lamers

Bijlage 1 WERKINGSGEBIED

 

Het werkingsgebied van de subsidieregeling bestaat uit de Hoogstraat, de centrumstraten en aanloopstraten in de binnenstad.

 

 

Nummers

Hoogstraat

 

 

Centrumstraten

Nummers

Broersveld

 

Broersvest

 

Dam

 

Grote Markt

 

Koemarkt

 

Korte Dam

 

Land van Belofte

 

Lange Kerkstraat

 

Passage

 

 

Aanloopstraten

Nummers

Korte Singelstraat

 

Oranjestraat

 

Rotterdamse Dijk

Even zijde nr 236 t-m 272

Oneven zijde nr 397 t-m 447

Spinhuispad

 

Gerrit Verboonstraat

 

Vijgensteeg

 

Stadserf

 

Vlaardingerstraat

 

 

Artikelsgewijze toelichting Subsidieregeling Revitalisering Binnenstad

 

In aanvulling op de subsidieregeling Revitalisering Binnenstad gemeente Schiedam 2017 zijn hieronder, voor zover nodig, de onderdelen van de regeling artikelsgewijs toegelicht.

 

Algemeen

De subsidieregeling draagt bij aan de concentratie van de winkel- en horecafunctie in de binnenstad en met name op de Hoogstraat, met het oog op de revitalisering van de binnenstad. De ondernemingen dienen een bijdrage te leveren aan de opgave, namelijk het verhogen van het aantal bezoekers in de binnenstad en het verlevendigen van de binnenstad. Voor de veeleisende consumenten moet een dynamisch en attractief aanbod worden gedaan. Winkelen als beleving is en blijft een onlosmakelijk onderdeel van een binnenstad. Maar de binnenstad is ook steeds meer een plek waar veel te beleven valt en waar ruimte wordt geboden voor innovatieve ambachten en creatieve makers. De subsidieregeling wil hieraan een bijdrage leveren. Dit wordt gerealiseerd door het verstrekken van subsidie aan:

  • nieuwe ondernemingen die zich vestigen op de Hoogstraat en die voldoen aan de gestelde criteria (zie artikel 4);

  • bestaande ondernemingen die zich verplaatsen vanuit de aanloopstraten naar de centrumstraten of naar de Hoogstraat en voldoen aan de gestelde criteria (zie artikel 4);

  • bestaande ondernemingen die zich verplaatsen op de Hoogstraat en voldoen aan de gestelde criteria (zie artikel 4) en

  • bestaande ondernemingen op de Hoogstraat en in de centrumstraten, die zich wijzigen conform de gestelde criteria (zie artikel 4).

   

Artikel 1 Begripsbepalingen

Sub a Aanloopstraten

Een straat die onderdeel uitmaakt van de binnenstad, zoals weergegeven in bijlage 1. Aanloopstraten behoren niet tot het centrumgebied, maar staan wel in verbinding met of vormen de entree naar het centrumgebied. De aanloopstraten zijn te typeren door relatief veel kleinschalig, zelfstandig ondernemerschap en een hoge mate van functiemenging van detailhandel, horeca, ambacht, dienstverlening en wonen.

Sub b Adviescommissie

Het college stelt een commissie in die advies uitbrengt over de subsidieaanvraag (zie artikel 6). De adviescommissie wordt officieel benoemd door het college en is onafhankelijk. De commissieleden worden gekozen gezien hun deskundigheid over het ontwerp waar de subsidieregeling zich op richt. De adviescommissie motiveert het advies per subsidieaanvraag.

Sub c Ambachtelijke maakbedrijven

Bedrijven waar de kwaliteit en niet de kwantiteit de boventoon voert. Het gaat om bedrijven die meer gericht zijn op maatwerk dan massaproductie. Via het ontwerp- en maakproces wordt de ziel, authenticiteit, persoonlijke vakbekwaamheid, kwaliteit, maatwerk en aandacht voor het materiaal en gelaagdheid teruggebracht.

Sub d ASV 2017

Spreekt voor zich.

Sub e Bestaande onderneming

De onderneming dient minimaal twee jaar rechtmatig gevestigd te zijn. Dit betekent dat de onderneming beschikt over de benodigde vergunningen en voldoet aan de wettelijk gestelde eisen. Uit de onderneming wordt minimaal één aanvaardbaar inkomen genoten (zie sub l).

Sub f Centrumstraten

Zie hiervoor de opsomming van straten in bijlage 1 bij de subsidieregeling.

Sub g Creatieve industrie

Spreekt voor zich.

Sub h Daghoreca

Spreekt voor zich.

Sub i Detailhandel

Spreekt voor zich.

Sub j Gebouw

Gebouw volgens artikel 1, eerste lid, van de Woningwet: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijk overdekt geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Volgens de wetgeschiedenis wordt bij gebouwen gedacht aan kantoor-, bedrijfs- en winkelruimte.

Sub k Ondernemer

Spreekt voor zich.

Sub l Onderneming

De onderneming dient minimaal één aanvaardbaar inkomen op te leveren. Dat betekent één inkomen dat minimaal nodig is van te leven. De hoogte is niet voor iedereen hetzelfde en hangt af van onder andere leeftijd en leefsituatie. Een onderneming die onvoldoende inkomen oplevert om van te leven, is onvoldoende bestand tegen economische fluctuaties. Het is niet de bedoeling ondernemingen, die onvoldoende inkomen weten te genereren, te subsidiëren.

Sub m Verplaatsing

Het betreft hier het verplaatsen ofwel verhuizen van bestaande ondernemingen die nu in de genoemde aanloopstraten zijn gevestigd. We onderkennen drie soorten verplaatsingen of verhuizingen. Niet alle verplaatsingen komen voor subsidie in aanmerking. Een verplaatsing:

  • vanuit de aanloopstraten naar de centrumstraten komt voor subsidie in aanmerking;

  • vanuit de aanloopstraten naar de Hoogstraat komt alleen voor subsidie in aanmerking als de onderneming voldoet aan de gestelde criteria in artikel 4.

  • Op de Hoogstraat komt alleen voor subsidie in aanmerking als de onderneming voldoet aan de gestelde criteria in artikel 4.

Bedoeling van de verplaatsing is de ondernemers te concentreren in de binnenstad en met name op de Hoogstraat.

Sub n Vestiging

Het gaat hier om nieuwe ondernemers die zich vestigen op de Hoogstraat. Dit kunnen totaal nieuwe ondernemers zijn, maar ook om bestaande ondernemers van buiten Schiedam. Het betreft niet de verplaatsing van bestaande ondernemingen vanuit de aanloopstraten.

Sub o Werkingsgebied

Spreekt voor zich. Zie hiervoor de straten genoemd in bijlage 1 bij de subsidieregeling.

Sub p Wijziging

Het gaat hier om de transformatie ofwel omvorming, gedaanteverandering van een onderneming.

De opgave voor de binnenstad is het verhogen van het aantal consumenten die vaker terugkomen, langer verblijven en meer besteden. Voor de veeleisende consument moet een dynamisch en attractief aanbod worden geboden. Winkelen is steeds meer een beleving, waar kwaliteit belangrijker is. Vanuit deze visie zijn een aantal criteria ontwikkeld en zullen onderneming die zich omvormen hieraan worden getoetst. De ondernemingen die zich wijzigen dienen te voldoen aan de twee criteria genoemd in artikel 4, lid 1. Daarnaast dienen ze te voldoen aan minimaal één van de criteria genoemd in artikel 4, lid 2.

 

Artikel 2 Doelgroep

Sub a Rechtspersonen naar burgerlijk recht

Dit zijn de privaatrechtelijke rechtspersonen, die geschikt zijn om mee te ondernemen, namelijk de BV, NV en de coöperatie.

Sub b Natuurlijke personen

Spreekt voor zich.

 

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Sub a Op de Hoogstraat: Vestiging, verplaatsing vanuit de aanloopstraten, verplaatsing op de Hoogstraat zelf of wijziging van een onderneming

De subsidieregeling wil op de Hoogstraat stimuleren dat:

  • Nieuwe ondernemingen, die voldoen aan de genoemde criteria in artikel 4 en die passen in de ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad, zich vestigen. Deze ondernemingen zijn starters of zijn afkomstig van buiten het werkingsgebied, zoals opgenomen in bijlage 1 van de subsidieregeling.

  • Bestaande ondernemingen, die voldoen aan de genoemde criteria in artikel 4 en die passen in de ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad, zich verplaatsen vanuit de aanloopstraten.

  • Bestaande ondernemingen zich verplaatsen op de Hoogstraat zelf, indien ze voldoen aan de genoemde criteria in artikel 4 en passen in de ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad.

  • Bestaande ondernemingen zich wijzigen, zodat ze gaan voldoen aan de genoemde criteria in artikel 4 en passen in de ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad.

Sub b In de centrumstraten: verplaatsing vanuit de aanloopstraten en wijziging van een onderneming

De subsidieregeling wil in de centrumstraten stimuleren dat:

  • Bestaande ondernemingen vanuit aanloopstraten zich vestigen.

  • Bestaande ondernemingen zich wijzigen en omvormen, zodat ze voldoen aan de genoemde criteria in artikel 4 en passen in de ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad.

  

Artikel 4 Toetsingscriteria

De onderneming die zich verplaatst, die zich gaat vestigen of de onderneming die zich wijzigt en in aanmerking wil komen voor de subsidie dient aan een aantal van de hieronder genoemde toetsingscriteria te voldoen. Ook dient de onderneming te passen binnen de Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad. Deze ontwikkelingsvisie bouwt voort op het reeds ingezette beleid van de gemeente, maar maakt wel enkele scherpe keuzes. Het zet daarmee een koers uit en biedt heldere kaders voor ontwikkeling. De vraag wat de kwaliteiten zijn van Schiedam en waar kansen liggen voor de binnenstad, is daarbij het uitgangspunt. De ontwikkelingsvisie stelt de Schie (de Lange en Korte Haven) centraal bij de transformatie van de binnenstad. Dit is het gebied waar de rijke historie van Schiedam het meest zicht en tastbaar is. Door hier op in te zetten kan Schiedam zich onderscheiden ten opzichte van andere steden in de regio. De binnenstad van Schiedam kan een ‘struingebied’ worden met winkels en woningen, in een historische setting, waarvan je niet al thuis weet wat ze verkopen. Speciaalzaken, horeca, culturele instellingen en markten moeten mensen uitnodigen tot een (verlenging van hun) bezoek aan de historische binnenstad. De combinatie van dynamiek en variatie moet zorgen voor een sfeervol stadshart waar voor iedereen wat te beleven, maar ook te besteden valt.

Lid 1, sub a Kwaliteit en uitstraling

Geen discountuitstraling, maar transparant en met zorg en oog voor authenticiteit. Passend bij het monumentale karakter en de ruimtelijke kwaliteit van de historische binnenstad en de Aanpak Hoogstraat plus.

Lid 1, sub b Uniciteit

Kleine, vernieuwende winkels die zich door hun aanbod en klantgerichtheid onderscheiden van de vele ketens en franchiseformules. Een unieke winkel is bijzonder en enig in zijn soort en voegt duidelijk iets nieuws toe in het reeds bestaande winkelaanbod.

Lid 2, sub a Vernieuwing

De onderneming is vernieuwend op zich en draagt bij aan een vernieuwing van het lokale aanbod. Met vernieuwing wordt met name gedacht aan het winkelconcept. Dit vernieuwende concept gaat verder dan de winkel zoals we die tot voorheen kenden.

Lid 2, sub b Beleving

De onderneming is meer dan een winkel. Het is een beleving. De consument wordt door de winkelbeleving zodanig betrokken dat hij/zij een blijvende indruk opdoet en de wens heeft terug te komen.  

Lid 2, sub c Specialisatie

Bij specialisatie wordt de bedrijfstak smaller. Gesproken wordt in dat geval over een diep en smal assortiment binnen een specifiek segment. Als bijvoorbeeld de fietsenhandelaar besluit om alleen nog maar racefietsen te verkopen, dan specialiseert hij zich.

  

Artikel 5 Weigeringsgronden

Ingevolge artikel 8, eerste lid, sub a van ASV 2017 kunnen subsidieaanvragen, die niet bijdragen aan het beleid van de gemeente zoals vastgesteld in de programmabegroting, worden geweigerd. Ingevolge de subsidieregeling dient daarbij met name te worden gedacht aan de Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad.

Sub a

Een subsidie kan worden geweigerd, indien reeds met de uitvoering van de activiteit is begonnen, voordat de subsidie is aangevraagd.

Sub b

Spreekt voor zich.

Sub c

In artikel 3, eerste lid, van de Leegstandsverordening Schiedam 2017 wordt de eigenaar van een gebouw, gelegen in het werkingsgebied, verplicht de leegstand van het gebouw te melden aan het college, zodra die leegstand langer duurt dan zes maanden. In lid 5 van artikel 3 wordt de eigenaar verplicht de leegstand van het gebouw binnen vier weken te melden, wanneer het gebouw na een verplichtende voordracht als bedoeld in artikel 8 van de Leegstandsverordening Schiedam 2017, binnen één jaar weer leeg komt te staan.

Sub d

De aanvrager kan slechts éénmaal in aanmerking komen voor subsidie voor dezelfde activiteit.

  

Artikel 6 Adviescommissie

Lid 1

Het college stelt een commissie in die advies uitbrengt over de subsidieaanvraag. Dit is conform artikel 84 van de Gemeentewet. De commissieleden worden gekozen gezien hun deskundigheid over het ontwerp waar de subsidieregeling zich op richt. De adviescommissie is onafhankelijk.

Lid 2

Spreekt voor zich.

Lid 3

De adviescommissie wordt officieel benoemd door het college en wordt ook ontslagen door het college.

Lid 4

Spreekt voor zich.

Lid 5

Spreekt voor zich.

Lid 6

Het kan zijn dat de commissieleden het onderling niet eens worden over het uit te brengen advies. In dat geval beslist de commissie bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Als de minderheid dat nodig acht, kan van het minderheidsstandpunt melding worden gemaakt. De adviescommissie motiveert het advies per subsidieaanvraag.

  

Artikel 7 De aanvraag

Allereerst wordt uitdrukkelijk opgemerkt dat het college, ingevolge de Awb, aanvragen die te laat worden ontvangen, niet in behandeling hoeft te nemen. In dit artikel worden de termijnen genoemd, waarbinnen subsidieaanvragen dienen te zijn ingediend bij het college.

Lid 1

De aanvraag voor subsidies dient zes weken voor aanvang van de activiteiten te worden ingediend. De aanvraag wordt digitaal ingediend via het speciale aanvraagformulier.

Lid 2

Spreekt voor zich.

Lid 3, sub b Ondernemersplan

Een ondernemersplan is het plan van aanpak waarin de ondernemer de opstart en verdere ontwikkeling van een onderneming beschrijft. Het plan omvat onder andere: missie, visie, doelstellingen, prognoses, aanpak en financiën. Op basis van een ondernemersplan beoordeelt een potentiële geldverstrekker of de onderneming levensvatbaar is, of de ondernemer kredietwaardig is en daarmee voor financiering in aanmerking komt. Dit ondernemersplan is ook van belang om te beoordelen of de gemeente de subsidie verstrekt aan een potentieel levensvatbare onderneming. Zie hiervoor ook artikel 4:35, eerste lid Awb.

  

Artikel 8 Subsidiabele kosten, berekening en hoogte van het subsidiebedrag

Lid 1

Er wordt subsidie verstrekt voor kosten die noodzakelijk zijn om de activiteiten te verrichten. Of iets al dan niet noodzakelijk is, wordt aan de beoordeling van het college overgelaten. De bijdragen van derden worden daarvan afgetrokken.

Lid 2

Indien werkzaamheden worden uitgevoerd door de aanvrager zelf of door anderen (niet zijnde een onderneming), dan kunnen deze kosten niet worden gesubsidieerd.

Lid 3

Spreekt voor zich.

Lid 4

De ondernemer dient zelf ook aantoonbaar te investeren in de activiteit waarvoor hij subsidie aanvraagt, alvorens de ondernemer voor een subsidie in aanmerking komt. Het subsidiebedrag is de helft van het bedrag dat de ondernemer zelf investeert, tot het maximum van de in de tabel genoemde bedragen.

  

Artikel 9 Verplichtingen

Spreekt voor zich.

  

Artikel 10 Bevoorschotting

In het algemeen is de werkwijze dat het subsidiebedrag wordt verstrekt, nadat de activiteiten zijn verricht en de subsidie wordt vastgesteld. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk. Het college kan bij de aanvraag van de subsidie besluiten (op verzoek van de aanvrager) een voorschot te verlenen van maximaal 50% van de verleende subsidie.

  

Artikel 11 Vaststelling van de subsidie

Lid 1

Na afronding van de activiteiten dient de aanvrager van de subsidie een verzoek in te dienen tot vaststelling van de subsidie. Dit dient te gebeuren binnen 12 weken na afronding of nadat een onderneming twee jaar gevestigd is geweest. De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend bij het college.

Lid 2

Indien het een aanvraag tot vaststelling inzake subsidie voor verplaatsing of vestiging betreft, dient de aanvraag tot vaststelling twee jaar na afronding van de werkzaamheden te worden ingediend. Deze termijn is gesteld, omdat pas op dat moment kan worden nagegaan of en hoe aan de verplichtingen ingevolge artikel 8 is voldaan en hoe aan de hand daarvan ingevolge artikel 10, vijfde lid, de subsidie wordt vastgesteld.

Lid 3

Spreekt voor zich. 

Lid 4

Als de aanvrager na subsidieverlening voor verplaatsing of vestiging zijn onderneming binnen twee jaar in een ander gebouw vestigt dan waarvoor de subsidie is aangevraagd, dan wordt de subsidie lager vastgesteld. Als dit gebeurt binnen het eerste jaar na subsidieverlening dat wordt de subsidie 50% lager vastgesteld. Gebeurt dit tussen het eerste en tweede jaar dan wordt de subsidie 25% lager vastgesteld.

  

Artikel 12 Subsidieplafond

Lid 1

Per jaar wordt door het college een maximaal subsidiebedrag vastgesteld.

Lid 2

De datum van ontvangst van de subsidieaanvraag is van belang voor de verdeling van het maximale subsidiebedrag. Het beschikbare bedrag wordt namelijk verdeelt op basis van de datum van ontvangst van de aanvraag.

Lid 3

Als de aanvrager een aanvulling indient op de eerste subsidieaanvraag, dan geldt de datum van de aanvulling als datum van ontvangst van de subsidieaanvraag.

  

Artikel 13 Hardheidsclausule

Spreekt voor zich.

  

Artikel 14 Slotbepaling

Spreekt voor zich.

Naar boven