Verordening tot wijziging van de Legesverordening 2015 (vierde wijziging)

Gewijzigd per Amendement 1, 7 november 2017. Onderdeel Rijbewijzen, 1.3.3 geschrapt.

 

De raad van de gemeente Schiedam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 september 2017 (nummer 17INT00290);

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid aanhef en onderdeel b,

 

van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening tot wijziging van de Legesverordening 2015 (vierde wijziging)

 

Artikel I  

  • A.

    In artikel 1, onder c, wordt na 'volgende kalendermaand' ingevoegd: 'met dien verstande dat als de nᵉ dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)ᵉ dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is.'

  • B.

    In artikel 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    • 1.

      Onderdeel b wordt vervangen door:

      • b.

        diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kostenloos moeten worden verleend;

    • 2.

      Onderdeel c vervalt.

    • 3.

      Onderdeel j vervalt.

    • 4.

      Onderdeel k wordt vervangen door:

      het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.2.1.1, 3.2.1.2 en 3.2.1.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

  • C.

    Artikel 13, tweede lid, wordt vervangen door:

    • 2.

      Het in onderdeel 2.1.1.2 van de tarieventabel genoemde normblad NEN en de Uniforme Administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012) worden bekendgemaakt door terinzagelegging op het Klant Contact Centrum.

  • D.

    De tarieventabel 2017 behorende bij de Legesverordening 2015 wordt vervangen door:

     

     

    Titel 1 Algemene dienstverlening

    Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

    1.1.1

    Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk dan wel een partnerschapsregistratie dan wel het vernieuwen van de huwelijksbelofte

    1.1.1.1

    op maandag en woensdag om 9.00 uur in de spreekkamer van het Klant Contact Centrum, zonder ceremonie, met alleen getuigen (vernieuwen huwelijksgelofte niet mogelijk)

    kosteloos

    1.1.1.2

    op maandag t/m vrijdag tussen 9.30 uur en 16.00 uur in de spreekkamer van het Klant Contact Centrum, zonder ceremonie, met maximaal acht personen (vernieuwen huwelijksgelofte niet mogelijk)

     € 113,00

    1.1.1.3

    op maandag en woensdag tussen 10.00 uur en 17.00 uur,

    op dinsdag, donderdag en vrijdag tussen 9.00 uur en 17.00

    uur en op zaterdag tussen 9.00 uur en 17.00 uur

    leges inclusief ceremonie

    op maandag t/m donderdag

     € 254,00

    vrijdag

     € 311,00

    op zaterdag

     € 449,00

    Naast de hierboven vermelde leges zijn de onder 1.1.1.3.1 en 1.1.1.3.2 vermelde locatieleges verschuldigd. Voor de overige aangewezen huwelijkslocaties zullen door de exploitanten van deze locaties kosten in rekening gebracht worden.

    leges locatie

    1. in de lunchkamer Stadskantoor

    op maandag t/m donderdag

     € 103,00

    vrijdag

     € 103,00

    2. in het Stadhuis

    op maandag t/m donderdag

     € 221,00

    op vrijdag

     € 348,00

    op zaterdag

     € 540,00

    De locatie Stadskantoor is niet beschikbaar in het weekeinde en de locatie Stadhuis is niet beschikbaar op zondag.

    1.1.2

    indien aan het omzetten van een partnerschapsregistratie in een huwelijk een plechtigheid wordt verbonden op een trouwlocatie zijn de tarieven als bedoeld onder1.1.1.3 van overeenkomstige toepassing.

    1.1.3

    Het tarief bedraagt:

    1.1.3.1

    vervallen

    1.1.3.2

    voor het voltrekken van een huwelijk dan wel een partnerschapsregistratie in een bijzonder huis of op een locatie naar keuze binnen de gemeente Schiedam het tarief vermeld onder 1.1.1.3.vermeerderd met

     € 131,00

    1.1.3.3

    voor het voltrekken van een huwelijk dan wel een partnerschapsregistratie op afwijkende tijdstippen op aanvraag en afhankelijk van beschikbaarheid het dubbele zaterdagtarief.

    1.1.3.4

    voor het omzetten van een partnerschapsregistratie in een huwelijk zonder plechtigheid

     € 32,00

    1.1.3.5

    indien een huwelijk, partnerschapsregistratie of een vernieuwing van de huwelijksbelofte wordt geannuleerd tussen achtentwintig en zeven dagen voor de huwelijksvoltrekking dan wel de partnerschapsregistratie

     € 62,00

    1.1.3.6

    indien een huwelijk, partnerschapsregistratie of een vernieuwing van de huwelijksbelofte wordt geannuleerd vanaf zeven dagen voor de huwelijksvoltrekking dan wel de partnerschapsregistratie

     € 113,00

    1.1.3.7

    Indien betrokkenen niet verschijnen bij de huwelijkssluiting, dan wel partnerschapsregistratie, zoals bedoeld onder 1.1.1.1 of 1.1.1.2 wordt in rekening gebracht

     € 223,00

    1.1.4

    Het tarief bedraagt voor een trouwboekje c.q. partnerregistratieboekje,

    1.1.4.1

    uitvoering vivella kunstleder incl. inlegvel

     € 29,00

    1.1.4.2

    uitvoering rustique leder incl. inlegvel

     € 44,00

    1.1.5

    voor het optreden van een gemeente-ambtenaar tijdens diensttijd als getuige bij een huwelijksvoltrekking c.q. partnerschapsregistratie, per getuige

    1.1.5.1

    op maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 17:00 uur

     € 30,00

    1.1.6

    voor het in behandeling nemen van een verzoek tot benoeming van een Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand voor één dag ten behoeve van het voltrekken van een huwelijk

     € 149,00

    1.1.7

    voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten Burgerlijke Stand, geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten Burgerlijke Stand

    1.1.8

    Het tarief bedraagt:

    1.1.8.1

    voor de afgifte van een lijkenpas

     € 14,00

    1.1.8.2

    voor het overeenkomstig de Wet op de Lijkbezorging stellen van een andere termijn voor de begraving of verbranding

     € 10,00

    Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

    1.2

    Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen naar aanleiding van een aanvraag van een reisdocument of een Nederlandse identiteitskaart: het in artikel 6, lid 2, van het Besluit paspoortgelden voor het betreffende document en in voorkomend geval voor de versnelde uitreiking ervan genoemde tarief dat ten hoogste in een gemeentelijke verordening mag worden geheven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,10

    Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

    1.3.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs het van rijkswege vastgestelde maximumbedrag, naar beneden afgerond op € 0,10

    1.3.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een schriftelijke aanvraag voor het verstrekken van gegevens uit het Centraal Rijbewijzen Register, per inlichting

     € 8,30

    1.3.3

    Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan de vastgestelde rijkstoeslag.

    1.3.4.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omwisseling van een buitenlands rijbewijs inclusief de kosten voor het aangetekend verzenden naar de Rijksdienst voor het Wegverkeer wordt het onder 1.3.1 vermelde bedrag verhoogd met

     € 17,40

    1.3.5

    Voor de afgifte van een eigen verklaring, een eigen verklaring met geneeskundig verslag of een eigen verklaring CDE wordt het tarief berekend conform tarief Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.

    100%

     

     

     

     

    Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

    1.4.1

    Voor de toepassing van de punten 1.4.2, 1.4.4 en 1.4.5 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

    1.4.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

    1.4.2.1

    per gewaarmerkte verstrekking aan de balie, via post of email

     € 13,20

    via digitaal loket (digi-d)

     € 8,90

    1.4.2.2

    per niet-gewaarmerkte verstrekking op blanco papier aan de balie, via post of email

     € 8,90

    via digitaal loket (digi-d)

     € 5,50

    1.4.3

    Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een volledig of gedeeltelijk overzicht van een persoonslijst uit de basisregistratie personen

     € 21,10

    1.4.4

    Voor de toepassing van dit punt wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen

    1.4.4.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

     € 13,00

    1.4.5

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens betreffende door aanvrager niet met namen en/of adressen aangeduide personen ten behoeve waarvan de basisregistratie personen, geheel of gedeeltelijk moet worden doorlopen, per onderzoek

     € 19,60

    en bovendien per verstrekking

     € 0,60

    1.4.6

    Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, ongeacht de resultaten van die nasporingen en ongeacht het aantal verstrekkingen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

     € 13,00

    1.4.7

    Het tarief bedraagt voor het verstrekken van gegevens uit de basisregistratie personen op een formulier in meerdere talen aan de balie, via post of email

     € 17,90

    via digitaal loket (digi-d)

     € 12,20

    1.4.8

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen, het door de minister vastgestelde tarief dat ten hoogste mag worden geheven.

    1.4.9

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve mediaals bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen, het door de minister vastgestelde tarief dat ten hoogste mag worden geheven.

    Hoofdstuk 5 Vervallen

    Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie

    1.6.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    1.6.1.1

    tot het verstrekken van een fotokopie van een plan of rapport, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, bodemrapport:

    1.6.1.1.1

    tot 50 pagina's

     € 20,00

    50 t/m 100 pagina's

     € 41,00

    meer dan 100 pagina's

     € 64,35

    1.6.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    1.6.2.1

    tot het verstrekken van informatie uit het gemeentelijk bodeminformatiesysteem, per adres

     € 21,80

    1.6.2.2.

    tot het verstrekken van een algehele export uit het gemeentelijk bodeminformatiesysteem

     € 170,35

    1.6.3

    Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

    1.6.3.1

    van een kadastraal rapport (kaart aangevuld met administratieve gegevens), per object,

     € 13,60

    1.6.3.2

    - Rasterbestanden (TIFF, JPEG, etc.) tot ca. 9 megapixel

     € 109,45

    - Vectorbestanden (WMF,PDF, etc.) tot ca. 9 megapixel

     € 109,45

    1.6.3.3

     - informatie omtrent gemeentelijke publiekrechtelijke beperkingen

     € 16,40

    1.6.4

    vervallen

    1.6.5

    vervallen

    1.6.6

    vervallen

    Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken

    1.7

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

    1.7.1

    voor het legaliseren van een handtekening

     € 13,00

    1.7.2

    voor het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de aanvrager, het post tarief, vermeerderd met

     € 13,00

    1.7.3

    tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag zoals genoemd in artikel 1 van de ‘Regeling vergoeding verklaring omtrent het bedrag en gedragsverklaring aanbesteden’

    Hoofdstuk 8 Gemeentearchief

    Zelf onderzoek doen in de archieven en collecties van het Gemeentearchief is gratis. Aan de verrichting van een aantal diensten door het Gemeentearchief zijn kosten verbonden.

    1.8

    Het uurtarief voor het op schriftelijk verzoek doen van onderzoek in de in het gemeentearchief/bibliotheek/atlas/bouwdossiers van de gemeente berustende stukken (met een minimum van 15 minuten) bedraagt

     € 36,75

    Hieronder gerekend ook de arbeidstijd gemoeid met het digitaal reproduceren, fotograferen van documenten voor zover niet voldaan wordt aan de voorwaarden voor ‘digitaliseren op verzoek’.

    1.8.1

    Het tarief bedraagt voor het verstrekken van informatie uit de persoons-/archiefkaart van een nog levend persoon, na schriftelijke toestemming van de Gemeentearchivaris

     € 8,95

    1.8.2

    vervallen

    Hoofdstuk 9 Vervallen (zie Hoofdstuk 4 titel 3)

    Hoofdstuk 10 Leegstandwet

    1.10

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

    1.10.1

    het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

     € 152,15

    1.10.2

    tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

     € 75,90

    1.10.3

    Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.10.1 en 1.10.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

    Hoofdstuk 11 Vervallen

    Hoofdstuk 12 Vervallen

    Hoofdstuk 13 Kansspelen

    1.13

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

    1.13.1

    tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

    1.13.1.1

    voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

     € 226,50

    1.13.1.2

    voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

     € 90,50

    vermeerderd met, voor iedere automaat

     € 136,00

    1.13.2

    tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:40a van de Algemene Plaatselijke Verordening Schiedam (speelautomatenhal-vergunning)

     € 375,85

    1.13.3

    Het tarief bedraagt voor het verlenen van diensten in verband met de uitvoering van de Regeling kleine kansspelen

     € 34,70

    Hoofdstuk 14 Telecommunicatie en kabels en leidingen overig

    1.14.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding inverband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, van de Telecommunicatiewet

     € 371,65

    1.14.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Kabels en Leidingen Verordening gemeente Schiedam 2009

     € 371,65

    1.14.3

    Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

     € 371,65

    1.14.4

    Indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming van de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet en artikel 8, lid 2i van de Kabels en Leidingen Verordening gemeente Schiedam 2009, verhoogd met

     € 371,65

    1.14.5

    Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

    1.14.6

    Indien een begroting als bedoeld in 1.14.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

    1.15

    Het tarief bedraagt voor het verstrekken van inlichtingen nopens plaats gehad hebbende ongelukken

    1.15.1.1

    aan de direct bij het ongeval betrokkenen, in hun bijzonder belang verstrekt, per gebeurtenis

     € 12,15

    1.15.1.2

    aan belanghebbende verzekeringsmaatschappijen, per gebeurtenis

     € 19,20

    1.15.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag 1.15.2.1 tot het verkrijgen van een RVV-ontheffing (ontheffing art. 87 van het reglement verkeersregels en verkeerstekens) of

    1.15.2.1

    tot het verkrijgen van een RVV-ontheffing (ontheffing art. 87 van het reglement verkeersregels en verkeerstekens) of

    1.15.2.2

    tot het verkrijgen van een APV-ontheffing, (Algemene Plaatselijke Verordening, Hoofdstuk 5, Afdeling 1, Parkeerexcessen of

    1.15.2.3

    tot het verkrijgen van een herkenbaarheidsteken op basis van de Parkeerverordening 2013 / Parkeerbelastingverordening:

    voor een ontheffing met een geldigheidsduur van één dag

     € 41,30

    voor een ontheffing met een geldigheidsduur van 2 dagen tot 1 maand

     € 45,65

    voor een ontheffing met een geldigheidsduur van een jaar

     € 98,15

    1.15.2.4

    voor elke volgende, identieke en gelijktijdig aangevraagde ontheffing door dezelfde aanvrager, wordt

     € 27,05

    per ontheffing in mindering gebracht op de hiervoor genoemde tarieven.

    1.15.3

    Het tarief bedraagt voor een duplicaatvergunning ex artikel 3 lid 3 onder a of onder b van de Parkeerverordening 2013

     € 11,00

    1.15.4

    Vervallen

    1.15.5

    Vervallen.

    1.15.6

    Gehandicaptenparkeerkaart (GPK)

    1.15.6.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een GPK

     € 25,50

    1.15.6.2

    Ten aanzien van de kosten in verband met de keuring door de GGD ten behoeve van de aanvraag van een GPK, worden de door de GGD in rekening gebrachte kosten doorberekend.

    1.15.6.3

    Het tarief bedraagt voor de afgifte van een duplicaat GPK

     € 25,50

    1.15.7

    Gehandicaptenparkeerplaats

    1.15.7.1

    Het tarief bedraagt voor de aanleg en verwijdering van een gehandicaptenparkeerplaats

     € 434,25

    1.15.7.2

    Het tarief bedraagt voor verplaatsing van een gehandicaptenparkeerplaats

     € 233,75

    1.15.7.3

    Het tarief bedraagt voor het wijzigen van het kenteken op het bij een gehandicaptenparkeerplaats behorende bord, per wijziging

     €  71,25

    1.15.8

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS)

     € 27,55

     

     

    Hoofdstuk 16 Geluidsontheffing op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en artikel 8.3 Bouwbesluit 2012

    1.16.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod op het veroorzaken van geluidhinder als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening

     € 102,30

    1.16.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing bouwlawaai als bedoeld in artikel 8.3 van het Bouwbesluit 2012 (en voor zover noodzakelijk in combinatie met een ontheffing van het verbod op het veroorzaken van geluidhinder als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening)

     € 102,30

    1.16.3

    Indien het college oordeelt dat voor de beoordeling van de aanvraag Akoestisch advies dient te worden ingewonnen wordt het onder 1.16.1 of 1.16.2 verschuldigde bedrag verhoogd met een opslag van

     € 102,30

    Hoofdstuk 17 Wet openbaarheid van bestuur

    1.17.1

    Het tarief bedraagt voor het verstrekken van kopieën van schriftelijke stukken op grond van artikel 7, eerste lid, onder a van de Wet openbaarheid van bestuur:

    1.17.1.1

    voor minder dan 6 kopieën

     gratis

    1.17.1.2

    voor 6 tot en met 13 kopieën

     € 4,55

    1.17.1.3

    voor 14 of meer kopieën:

     € 0,35

    per kopie

    Hoofdstuk 18 Diversen

    1.18.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

    1.18.1.1

    geheel of gedeeltelijk geschreven, gedrukte of gestencilde stukken, van minuten, afschriften van of uittreksels van stukken, geheel of gedeeltelijk geschreven, gedrukt of gestencild, voor zover niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling is opgenomen, per pagina of gedeelte daarvan

     € 3,80

    1.18.2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, een vergunning of een ontheffing, dan wel elk ander stuk in het bijzonder belang van de aanvrager of van de in het stuk genoemde belanghebbende opgemaakt, voor zover deze stukken niet afzonderlijk in deze verordening of elders zijn genoemd, per beschikking, vergunning of ontheffing

     € 5,90

    1.18.3.

    Voor het afgeven van

    1.18.3.1

    tekeningen of plattegronden, per dm² of gedeelte daarvan

     € 0,05

    1.18.3.2

    fotokopieën, niet zijnde tekeningen of plattegronden, per pagina

     € 0,45

    Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

    Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

    2.1.1

    Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

    2.1.1.1

    Aanlegkosten:

    de aannemingssom, exclusief omzetbelasting bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

    Bouwkosten:

    2.1.1.2

    de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten exclusief omzetbelasting, bedoeld in het vigerende normblad NEN. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

    2.1.1.3

    Sloopkosten:

    de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

    2.1.1.4

    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

    2.1.2

    In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

    2.1.3

    In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

    Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

    2.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg dan wel de aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

     € 295,85

    2.2.1

    Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 in overeenstemming is met het bestemmingsplan, bedraagt het tarief bij een negatief advies

     € 100,00

    Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

    2.3

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

    2.3.1

    Bouwactiviteiten

    2.3.1.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

    indien de vastgestelde bouwkosten minder dan € 15.000,00 bedragen:

    2,50%

    van de vastgestelde bouwkosten, met een minimum van:

     € 151,25

    indien de vastgestelde bouwkosten € 15.000,00 tot € 50.000,00 bedragen:

     € 375,00

    vermeerderd met

    2,30%

    van de vastgestelde bouwkosten > € 15.000,00;

    indien de vastgestelde vastgestelde bouwkosten € 50.000,00 tot € 100.000,00 bedragen:

     € 1.180,00

    vermeerderd met

    2,10%

    van de vastgestelde bouwkosten > € 50.000,00;

    indien de vastgestelde bouwkosten € 100.000,00 tot € 400.000,00 bedragen:

     € 2.230,00

    vermeerderd met

    1,90%

    van de vastgestelde bouwkosten > € 100.000,00;

    indien de vastgestelde bouwkosten € 400.000,00 of meer bedragen:

     € 7.930,00

    vermeerderd met

    1,70%

    van de vastgestelde bouwkosten > € 400.000,00;

    2.3.1.2

    Extra welstandstoets

    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

     € 154,60

    2.3.1.2.1

    Indien de in artikel 2.3.1.2 genoemde wijziging in het bouwplan een aanpassing of aanvulling op het bouwplan betreft op verzoek of advies van de toetser en waarbij dat verzoek of advies de insteek heeft om te komen tot goedkeuring van de aanvraag bedraagt het tarief

     € 0,00 (nihil)

    2.3.1.3

    Achteraf ingediende aanvraag

    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

    10%

    van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van

     € 1.212,80

    2.3.1.4

    Beoordeling gewijzigde gegevens

    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van gewijzigde gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

     € 204,10

    2.3.1.4.1

    Indien de in artikel 2.3.1.4 genoemde gewijzigde gegevens een aanpassing of aanvulling op het bouwplan betreft op verzoek of advies van de toetser en waarbij dat verzoek of advies de insteek heeft om te komen tot goedkeuring van de aanvraag, bedraagt het tarief

     € 0,00 (nihil)

    2.3.2

    Aanlegactiviteiten

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

     € 349,55

    2.3.3

    Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

    2.3.3.1

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

     € 473,25

    2.3.3.2

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

     € 473,25

    2.3.3.3

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

    indien de bouwkosten minder dan € 180.000,00 bedragen

     € 2.869,60

    indien de bouwkosten € 180.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen

     € 5.867,20

    indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen

     € 8.864,60

    indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 4.000.000,00 bedragen

     € 11.734,30

    indien de bouwkosten € 4.000.000,00 of meer bedragen

     € 17.601,60

    2.3.3.4

    indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

     € 473,25

    2.3.3.5

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

     € 473,25

    2.3.3.6

    indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

     € 473,25

    2.3.3.7

    indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

     € 473,25

    2.3.3.8

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

     € 473,25

    2.3.4

    Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

    2.3.4.1

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

     € 473,25

    2.3.4.2

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

     € 473,25

    2.3.4.3

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

    indien de bouwkosten minder dan € 180.000,00 bedragen

     € 2.869,60

    Indien de bouwkosten € 180.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen

     € 5.867,20

    Indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen

     € 8.864,20

    Indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 4.000.000,00 bedragen

     € 11.734,30

    Indien de bouwkosten € 4.000.000,00 of meer bedragen

     € 17.601,60

    2.3.4.4

    indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

     € 473,25

    2.3.4.5

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

     € 473,25

    2.3.4.6

    indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

     € 473,25

    2.3.4.7

    indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

     € 473,25

    2.3.4.8

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

     € 473,25

    2.3.5

    In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

    2.3.5.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

    voor inrichtingen met een oppervlak van 0 tot 100 m2

     € 450,80

    voor inrichtingen met een oppervlak van 100 tot 500 m2:

     € 452,60

    vanaf 100 m2 vermeerderd per m2 met

     € 1,83

    voor inrichtingen met een oppervlak van 500 tot 2.000 m2:

     € 1.181,35

    vanaf 500 m2 vermeerderd per m2 met

     € 0,62

    voor inrichtingen met een oppervlak van 2.000 tot 5.000 m2:

     € 2.110,85

    vanaf 2000 m2 vermeerderd per m2 met

     € 0,14

    voor inrichtingen met een oppervlak van 5.000 tot 50.000 m2:

     € 2.515,70

    vanaf 5.000 m2 vermeerderd per m2 met

     € 0,03

    Voor inrichtingen met een oppervlak van 50.000 m2 of meer

     € 3.865,65

    vanaf 50.000 m2 vermeerderd per m2 met

     € 0,02

    2.3.5.2

    Indien een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt aangevraagd voor een bouwwerk waarvoor reeds eerder een gebruiksvergunning of een omgevingsvergunning is afgegeven en deze vergunning door het college uit eigener beweging is ingetrokken, bedragen de leges het dubbele van de bedragen genoemd onder punt 2.3.5.1.

    2.3.5.3

    Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning, voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, afwijkend van c.q. aanvullend op een eerder afgegeven gebruiksvergunning of omgevingsvergunning, wordt voor wat betreft het gewijzigde c.q. aanvullende gedeelte berekend volgens de onder punt 1 vermelde tarieven.

    2.3.5.4

    Het tarief ter zake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo met een geldigheidsduur van één maand of gedeelte daarvan bedraagt

     € 86,45

    2.3.5.5

    Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een toestemming, dan wel ontheffing als omschreven in een gebruiksvergunning c.q. veiligheidsverklaring of een omgevingsvergunning, ingediend na de in de vergunning, toestemming c.q. verklaring genoemde termijn bedraagt

     € 71,45

    2.3.5.6

    Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende vergunning ten name van een ander dan aan wie de vergunning is verleend, bedraagt

     € 9,85

    2.3.6

    Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

    2.3.6.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Schiedam aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

    2.3.6.1.1

    voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

    1,1%

    van de kosten, met een minimum van

     € 224,85

    en een maximum van

     € 609,45

    2.3.6.1.2

    voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

    1,1%

    van de kosten, met een minimum van

     € 224,85

    en een maximum van

     € 609,45

    2.3.6.2

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens de Monumentenwet of provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die wet of de provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

    1,1%

    van de sloopkosten, met een minimum van

     € 224,85

    en een maximum van

     € 609,45

    2.3.7

    Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

    2.3.7.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

    Indien de vastgestelde sloopkosten minder bedragen dan € 50.000,00

    1,1%

    van de vastgestelde sloopkosten, met een minimum van

     € 235,00

    Indien de vastgestelde sloopkosten € 50.000,00 tot € 100.000,00 bedragen

     € 550,00

    vermeerderd met 0,9 % over de vastgestelde sloopkosten > € 50.000,00

    Indien de vastgestelde sloopkosten € 100.000,00 tot € 400.000,00 bedragen

     € 1.000,00

    vermeerderd met 0,8 % over de vastgestelde sloopkosten > € 100.000,00

    Indien de vastgestelde sloopkosten meer bedragen dan € 400.000,00

     € 3.400,00

    vermeerderd met 0,7 % over de vastgestelde sloopkosten > € 400.000,00

    2.3.8

    Aanleggen of veranderen weg

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

     € 172,10

    2.3.10

    Kappen

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 3 van de Bomenverordening Schiedam 2011 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het basis tarief voor één boom:

     € 169,35

    vermeerderd voor twee of meer bomen, per boom met: 

     € 33,85

    tot een maximum van:

     € 541,70

    2.3.10A

    Handelsreclame

    2.3.10A.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op (verlichte) handelsreclame die op of aan een onroerende zaak is bevestigd, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2 aanhef en eerste lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:

     € 225,85

    2.3.10A.2

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.10A.1 (activiteit handelsreclame) tevens ziet op een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1. (bouwactiviteit), bedraagt het tarief voor de activiteit handelsreclame:

     € 0,00 (nihil)

    2.3.11

    Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

    2.3.11.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

     € 408,20

    2.3.11.2

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitat en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

     € 408,20

    2.3.12

    Flora- en Fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

     € 408,20

    2.3.14

    Omgevingsvergunning in twee fasen

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

    2.3.14.1

    voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

    2.3.14.2

    voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

    2.3.15

    Beoordeling bodemrapport

    Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

    2.3.15.1

    voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

     € 298,10

    2.3.15.2

    voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

     € 298,10

    2.3.16

    Advies

    2.3.16.1

    Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

    2.3.16.2

    Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    2.3.17

    Verklaring van geen bedenkingen

    2.3.17.1

    Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

    2.3.17.1.1

    indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

     € 508,80

    2.3.17.1.2

    indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

    2.3.17.2

    Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

     

    Hoofdstuk 4 Vermindering 

    2.4.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

    2.4.2

    Indien de verklaring van bedenkingen als bedoeld in onderdeel 2.3.17.1 is vereist voor een aanvraag om omgevingsvergunning waarvoor de gemeente het bevoegd gezag is bestaat aanspraak op vermindering van leges. De vermindering bedraagt

    75%

    van het legesbedrag dat is verschuldigd op grond van onderdeel 2.3.17.1.

    2.4.3

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in onderdeel 2.3.17. De vermindering bedraagt:

    2.4.3.1

    bij 5 tot 10 activiteiten:

    2%

    van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

    2.4.3.2

    bij 10 tot 15 activiteiten:

    4%

    van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

    2.4.3.3

    bij 15 of meer activiteiten:

    5%

    van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

     

     

    Hoofdstuk 5 Teruggaaf

    2.5.1

    Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag vergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten of voor de Huisvestingswet

    Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 21 en 22 van de Huisvestingswet 2014 of om een vergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

    2.5.1.1

    indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van twee weken na het in behandeling nemen ervan

    75%

    van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

    2.5.1.2

    indien de aanvraag wordt ingetrokken na twee weken na het in behandeling nemen ervan

    50%

    van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

    2.5.2

    Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

    Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

    50%

    van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

    2.5.3

    Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een vergunning voor de Huisvestingswet 2014 of een vergunning voor bouw-, aanleg of sloopactiviteiten

    2.5.3.1

    Als de gemeente een vergunning als bedoeld in artikel 21 en 22 van de Huisvestingswet 2014 of een vergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

    40%

    van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

    2.5.3.2

    Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak of herroeping in het kader van een beslissing op bezwaar.

    2.5.4

    Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling stellen van een aanvraag vergunning Huisvestingswet 2014 of een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten of de activiteit planologisch strijdig gebruik

    2.5.4.1

    Als een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 21 en 22 van de Huisvestingswet 2014 of een vergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.6 en 2.3.7 buiten behandeling wordt gesteld, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

    75%

    van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

    2.5.5

    Minimumbedrag voor teruggaaf

    Bij teruggaaf als bedoeld in de onderdelen 2.5.1 tot en met 2.5.4 blijft tenminste verschuldigd het minimumbedrag van

     € 100,00

    2.5.6

    Geen teruggaaf overige tarieven

    Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen die niet zijn genoemd in dit hoofdstuk wordt geen teruggaaf verleend.

    Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

    2.6

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project

     € 129,05

    Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

    2.7.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

     € 9.025,90

    2.7.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

     € 9.025,90

    Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde beschikking

     

    2.8

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

     € 189,30

    Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

     

    Hoofdstuk 1 Horeca

     

    3.1.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

    3.1.1.1

    het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

     € 247,40

    3.1.1.2

    vervallen (zie 3.1.4.3)

    3.1.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet, waarbij sprake is van een wijziging in de inrichting (nieuwe situatie)

     € 27,85

    3.1.3

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

     € 21,40

    3.1.4

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

    3.1.4.1

    het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening, voor de vestiging van een nieuw horecabedrijf of de (karakter-)wijziging van een bestaand horecabedrijf (exploitatievergunning)

     € 474,70

    3.1.4.2

    het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening, voor de ongewijzigde overname van een horecabedrijf (exploitatievergunning)

     € 180,45

    3.1.4.2.1

    het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het wijzigen van de onderneming(-svorm), dan wel voor wijziging van terras en/of van openingstijden en/of van de aard van het bedrijf en/of uitbreiding van het aantal lokaliteiten binnen de inrichting (exploitatievergunning)

     € 94,70

    3.1.4.2.2

    het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening, voor alle exploitatievergunningvrije horecabedrijven die voor 1 augustus 2013 zijn gevestigd in Nieuwland en Oost

     € 180,45

    3.1.4.3

    het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet (drank- en horecavergunning), en/of het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening (exploitatievergunning), indien de aanvraag het toevoegen en/of verwijderen van leidinggevenden respectievelijk houders betreft

     € 52,65

    3.1.4.4

    het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 2:29, achtste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening (ontheffing sluitingstijden)

     € 48,35

    3.1.4.5

    het verkrijgen van een ontheffing voor het anders dan om niet verstrekken van sterke drank voor gebruik te plaatse in een besloten ruimte als omschreven in artikel 2:34 van de Algemene Plaatselijke Verordening, geldig

    3.1.4.5.1

    voor een dag

     € 13,10

    3.1.4.5.2

    tot wederopzegging

     € 121,45

    Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

     

    3.2.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening (evenementen-vergunning), indien het betreft:

    3.2.1.1

    evenementen als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening, waaronder optochten niet zijnde betogingen op de weg

     € 53,65

    3.2.1.2

    een grootschalig evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening

     € 484,00

    3.2.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening

     € 32,80

    3.2.3

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening of een ontheffing voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:21b van de Algemene Plaatselijke Verordening

     € 29,00

    Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

     

    3.3

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

    3.3.1

    een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:5, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening voor een seksbedrijf

    3.3.1.1

    met activiteit 1 (prostitutie) uitsluitend of in combinatie met activiteit 2, 3 en/of 4

     € 752,75

    3.3.1.2

    met een activiteit 2, 3, en/of 4

     € 645,25

    3.3.2

    een exploitatievergunning in verband met de voortzetting van een seksbedrijf (activiteit, 1, 2, 3 en/of 4), als bedoeld in artikel 3:5 van de Algemene Plaatselijke Verordening indien deze ongewijzigd wordt overgenomen

     € 215,00

    3.3.2.1

    een exploitatievergunning op grond van artikel 3:5 van de

    Algemene Plaatselijke Verordening in verband met wijziging van het beheer als bedoeld in 3:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening

     € 150,50

    Hoofdstuk 4 Vergunning Huisvestingswet 2014

     

    3.4

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    3.4.1

    tot het verstrekken van informatie en/of advies in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Huisvestingswet 2014 vergunbaar is

     € 123,70

    3.4.4

    tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014, voor

    3.4.4.1

    0 tot 5 appartementsrechten, per recht

     € 603,95

    6 t/m 10 appartementsrechten

     € 3.019,75

    per recht > 5 appartementen vermeerderd met

     € 466,00

    11 t/m 15 appartementsrechten

     € 5.349,75

    per recht > 10 appartementen vermeerderd met

     € 348,85

    16 t/m 20 appartementsrechten

     € 7.094,00

    per recht > 15 appartementen vermeerderd met

     € 234,25

    meer dan 20 appartementsrechten

     € 8.265,25

    per recht > 20 appartementen vermeerderd met

     € 117,15

    3.4.6

    tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 21 van de Huisvestingswet 2014

     € 887,40

    3.4.7

    tot het verlenen van een tijdelijke onder 3.4.6 genoemde vergunning

     € 236,60

    3.4.8

    tot het wijzigen van een onder 3.4.6 genoemde vergunning

     € 236,60

    3.4.9

    Indien de aanvraag om een vergunning is voorafgegaan door een aanvraag tot het verstrekken van informatie en/of advies als bedoeld in artikel 3.4.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het verstrekken van informatie en/of advies van de aanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 4.

    Hoofdstuk 5 Vervallen

     

    Hoofdstuk 6 Ventvergunningen

     

    3.6

    Voor het verkrijgen van een ventvergunning met een geldigheidsduur van:

    een dag, doch niet langer dan een maand

     € 29,00

    langer dan een maand, doch niet langer dan een half jaar

     € 45,95

    langer dan een half jaar doch niet langer dan een jaar

     € 81,95

    Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

    3.7

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

     € 16,55

    E.

    De onderdelen 1.14.1 tot en met 1.14.6 van de tarieventabel zoals opgenomen in de in dit besluit opgenomen tarieventabel 2018 worden vervangen door:

    1.14.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van een goedkeuring van een melding, als bedoeld in artikel 4 tweede lid van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Schiedam 2017 (klein werk of een tracé tot strekkende 25 meter).

     € 33,45

    1.14.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Schiedam 2017, voor een tracé van 25 strekkende meter tot 250 strekkende meter

     € 424,50

    1.14.3

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Algemene verordening ondegrondse infrastructuren Schiedam 2017 voor een tracé van 250 strekkende meter tot 1.500 strekkende meter

     € 611,40

    1.14.4

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Schiedam 2017 voor een tracé van 1.500 tot 5.000 strekkende meter

     € 870,90

    1.14.5

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Algemene verordening ondegrondse infrastructuren Schiedam 2017 voor een tracé van 5.000 strekkende meter of meer, het tarief als genoemd onder 1.14.4 voor elke extra strekkende meter te verhogen met een bedrag van

     € 0,15

    1.14.6

    Het tarief bedraagt voor het houden van vooroverleg als bedoeld in artikel 5 tweede lid van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Schiedam 2017 per overleg

     € 345,90

    F.

    De onderdelen 3.2.1 tot en met 3.2.1.2 van de tarieventabel zoals opgenomen in de in dit besluit opgenomen tarieventabel 2018 worden vervangen door:

    3.2.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatseljke Verordening (evenementen-vergunning), indien het betreft:

    3.2.1.1

    Een A-evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening

     € 53,60

    3.2.1.2

    Een B-evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening

     € 405,70

    3.2.1.3

    Een C-evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening

     € 484,00

     

Artikel II  

  • 1.

    Artikel I, onderdelen A tot en met D, treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met dien verstande dat de bepalingen die ingevolge deze artikelonderdelen worden gewijzigd van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 3.

    Artikel I, onderdeel E, treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop de Algemene verordening infrastructuren Schiedam 2017 is vastgesteld en in werking treedt, welk tijdstip tevens de datum van ingang van de heffing is. De bepalingen die ingevolge dit artikelonderdeel worden gewijzigd blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Artikel I, onderdeel F, treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop artikel 2:24 en artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schiedam 2013 zijn aangepast en vastgesteld ingevolge de Regionale Handreiking Publieksevenementen Rotterdam-Rijnmond en in werking treden, welk tijdstip tevens de datum van ingang van de heffing is. De bepalingen die ingevolge dit artikelonderdeel worden gewijzigd blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

     

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 7 november 2017

de griffier,

J.W. Scherpenzeel

de voorzitter,

C.H.J. Lamers

Naar boven